1881. Vrijdag26 Augustus. No. 54. VAN A AN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLBER-BELANGEN GEWIJD. Twee-en-Twintigste Jaargang. Gemeenteraad van Haarlemmermeer. Prijs van het Abonnement: in het Jaar6. Prijs der A.dvertentien Hoofcl-Agenteii voor (lit Weekblad, te Haarlem: P. VAN CITTERT ZONEN. LANDBOUW-ONDERWIJS VOOR VHOLWEN. BURGERLIJKE STAND. Aangegeven van 1723 Augustus 1881. Uitvoerig Verslag der Vergadering, gehouden op Donderdag 28 Julij 1881, des morgens ten 10 ure, ten Raadhuize. \m\w fi a a it 11: m u i: it u i: t: it Prys van een enkel Nommer 15 Cent. ALLE TOEZENDINGEN, REDAKTIE EN UITGAVE BETREFEENDE te adresseren aan VAN BONGA C°.te Amsterdam. literl{jft W<.en»rtag.) van 16 regels 75 Cent, elke regel meer 12ya Cent. Groote Letters worden naar hare plaatsruimte berekend. de Heeren Sedert geruimen tijd ontving ik geen teeken van belang- stelling omtrent bovensfaand onderwerp, door .mij vroeger in dit Weekblad ter sprake gebragt. Mevrouw Storm gaf daar- voor hondcrd gulden, eene onbekende dame uit Laren vijf- en-twintig gulden. Hiervoor is aangekocht, op verlangen van mevrouw Storm- Van der Chijs, een lot Amsterdam No. 7049, prijs op 30 Mei 1881.'/Ill 80' Op het postkantoor te Amsterdam in de spaar- bank geplaatst in het boekje No. 117314 Te zamen 125.80' Eene dame die in de Huisvrouw het denkbeeld aangaf om deze zaak te bevorderen door kleine bijdragen van 2 5 cents, was de eenige die verder belangstelling tooode. Het zoude verre van mij zijn in deze „het penningske der weduwe" te ver- achtende plaatsing van het overschietende der kas in de Rijksspnarbauk zoude zelfs gelegenheid geven dat spoedig te beleggen toch zoude door dit middel de zaak slechts lang- zaam vooruit komendoch in alien gevalle houde ik mij ook tot het ontvangen zelfs der geringste gaven aanbevolen. Intusschen heb ik niet stil gezeten. Ik heb bijgewoond de examens tot toelating van vrouwelijke leerlingen aan de Indu strie school te Amsterdam. Van geene enkele der leerlingen die zicb aldaar aanboden is door coders of voogden verlangd dat de meisjes bepaald voor landbouw zouden worden opge- voed. Het speet mij daarbij op te merken, dat de kundighe- den der meisjes, die zich daar aanboden, op zeer lagen trap stonden. De heeren directeuren verklaarden mij, dat zij zeer ongaarne bemerkten het leruggaan dezer kundigheden der leer lingen van thansvergeleken bij vroeger. Het is een be- treurenswaardig feit, dat bij de meerdere kosten die tegen- woordig voor lager onderwijs worden besteedhet doelver- meerdering vau kundigheden bij het opkomend geslacht, hoe ]anger hoe minder scbynt bereikt te worden. Evenmin als zich eene leerlinge heeft aangemeld, heeft zich eene onderwijzeres aangemeld. Ik zeg eene onderwijzeresen be- doel daarmede of wellicht eene kostschoolhouderesstaande aan het hoofd eener bestaande kostschool, op het denkbeeld zoude kunnen gekomen zijn, om hare inrigting zoodanig in te rigten dat er gelegenheid ware voor meisjes om landbcuw-onderwijs te ontvangen. Bij de meeste kostseholen heeft men toch een tuinmen zou dien als moestuin en boomgaard kunnen inrigtenom een begin te hebben van leermiddelen voor moezerij en vruchtboom- teelt; de school zoude of zelve eenige koeijenschapen en varkens kunnen houdenom daarvan de opbrengst zelve te verbruiken en eenige boter en kaas te leeren maken, of wel zich daaromtrent met eenen landbouwer in de buurt kunnen verstaan. Ik acht het zeker, dat de meisjes van den boeren- sland daar beter besteed waren, dan op een kostschoolwaar men haar niet anders dan in taleD dansen, pianospelen en borduren onderricht. Zoo iets zoude allicht kunnen dienen althans tot voorbereidend onderricht, als het ware voor meer uitgebreid lager onderwijs. Voor wezenlijk middelbaar on derwijs ware het echter niet genoeg en zouden bijzondere krachten te kort schieten. Daartoe is een foods noodig als dat, waarvoor ik nu de eerste bijdragen mocht ontvangen. Verder heb ik, als voorbereidende maatregelmijn best ge- daan in de Commissie voor het landbouw-onderwijs benoemd door de Hollandsche Maatschappij van Landbouw. Ik wil haar rapport, dat in de Algemeene Vergadering van drie Oc tober aanstaande tpr tafel zal worden gebracht, niet vooruit- loopen doch geloof niet onbescheiden te zijnwanneer ik reeds nu Lekend maak dat dit rapport voor deze zaak gun- stig zal luiden. Het is mij gebleken, dat deze zaak niet bekend genoeg is. Om daaraan meerdere bekendheid te geven, heb ik aan het hoofdbestuur gevraagd, na de veetentoonstelling der Hol landsche maatschappij van Landbouw op 1 October aanstaande te Schagen te houden des avonds ten zeven ure eene verga dering te beleggen, met het doel om te beraadslagen over „de teste middelen om landbouw-onderwijs ook voor vrouwen toegan- kelijk te maken." Ik heb aangeboden het onderwerp in te leiden. Vooraf heb ik daartoe noodig te weten of het landbouw- onderwijs te Wagenirigen at of niet voor vrouwelijke leerlingen toegankelijk is Ik heb de vrijheid genomen van den heer Jongkindt Co- pinck op deze vraag een bevestigend of ontkennend antwoord te vragen met He bede zoo hy het niet mocht kunnen ge ven dat aan den minister te vragen. Reeds neem ik de vrijheid aan te merken, dat, zoo het onderricht in landbouw aan jonge meisjes in eene daartoe in- gerichte school dient te worden gpgevenbet onderricht in landbouw voor volwassen vrouwen openstaat in de Maatschap- pijen van Landbouw zelve. Deze toch worden terecht hier in Engeland Frankrijk eu elders, beschouwd als de scholen voor volwassenen. Indien eene vrouw begeert lid te worden der Hollandsche Maatschappij van Landbouwzij wordt dit op de plaats harer inwoning tegen betaling van drie gulden 's jaars. Ik zoude het zeer wensehelijk achten dat een groot getal vrouwen op de vergadering te Schagen van 1 October te<;en- woordig ware. Ook vrouwen als gasten uit andere provincien dan N.- en Z.-Holland. Ik hoop dat in de eerste plaats mevrouw de weduwe Storm- Van der Chijs en de mij onbekende dame uit Laren daar niet zullen ontbreken. Mochten zij al niet het woord willen nemen in zulk eene vergadering haar invloed zal toch zeker heilzaam werken reeds hare tegenwoordigheid allden zal doen zien dat zij in de zaak belang stellen. Als de vrouwen niet helpen hen, die in haar belang ar- beiden, als zij niet zelven mede deelnemen aan het gevecht tegen minachting, onverschilligheid en verwaandheiddan moeten zij zich niet beklagenals de slag verloren wordt. Het zoude mij zelfs zeer aangenaam zijn zoo het weekblad De Huisvrouw mocht kunnen goedvinden, een berichtgeefster in die Vergadering te willen zenden. Als de «rouwen deel aan de verdiensten verlangen, dienen zij toch ook deel aan den arbeid te nemen. Zij kunnen op den duur niet vergendat mannen hare belangen met ijver behartigenals zij zelven werkeloos ach- terblijven. De vrouwen hebben deel in de erfenieseneen gelijk deel als de mannen. Zij behooren dus op hare wijze mede te wer ken tot het verkrijgen van middelen van bestaan. Eene myner zusters heeftna haar overlijden een groot ge- deelte harer goederen bij testament vermaakt aan de armbe- sturen der steden Utrecht en Amsterdam. Ik heb als executeur die gelden uitbetaaldhet is mij niet bekendhoeveel broo- den die armen daar meer voor ontvangen hebben om niet te zeggen hoevele borrels wellicht meer zijn gedronken zeker is dat de stad Utrecht daarvoor groote sommen in rechtsge- diugen heeft verkwist. Had mijne zuster die gelden bestemd tot het oprichten eener landbouwschool voor meisjes, de gelden waren, in mijn oog, beter besteed geweest. Reeds vroeger heb ik er te dezer plaatse op gewezen, hoe de vrouwen voor zieke honden hebben gezorgd, en voor de opvoeding van vrouwen geene gelden over hebben. Dit moet veranderenals de vrouwen leden willen worden der Maatschappijen van Landbouw, dan zullen de vergade- ringen der Afdeelingen verbeteren, dan zal het ellendige rooken en drinken daar uit zijndan zal menin plaats van er om eenden te dobbelenliever spreken over boter- en kaas- makerijden moestuin en het pluimgedierte. De vrouwen verschijnen thans op de harddraverijen en zitten zich daar dikwijls zeer te vervelen. 1 ersoonlijk kom ik zelden bij zulke feestenik beschouw die vermakeiijkheden als schadelijk voor den landbouw; zij verslinden het geld, den tijd en den ijver, dien de boeren aan meer wezenlijke lamlbouw-belangen moesten besteden als ik daar echter nu en dan versehenen benheb ik dikwijls beproefd met de vrouwen, wier hoofden de boerinnenkappen droegeneen gesprek aan te knoopenvooreerst om den tijd wat te kortenmaar ook om eens te zien, welke mate van lat.dbouwkennis haar ten deel was gevallenhoe het stond met de mate van hare beschaving; ik wenschte te weten of deze blijkbaar rijke vrouwen nu ook in staat waren een behoorlijk geregeld gesprek te voeren over gewone onderwerpenliefst betrekking hebbende op landbouw, zoo als ik die bijvoorbeeld in Lngeland en Duitschland met beschaafde boerinnen dikwijls heb gevoerd. Ik hoop dat het aan mij gelegen heeft, wellicht heb ik den slag niet gehad het gesprek behoorlijk in te leiden; wellicht heb ik den eigenaardigen tongval niet verstaan; wellicht heb ik de vrouwen beschroomd gemaakt of haperde het aan eene mij onbekende oorzaak; maar op enkele geluk- kige uitzonderingen na, heb ik gemeend bij vele vrouwen uit den Nederlandschen boerenstand niet die ontwikkeling, die kennis te vindenwelke in een beschaafd land gewenscht zijn en die op den duur tot heil van den huiselijken kring der landbouwers, tot meerdere beschaving van den boerenstand zouden leiden. Welnu dan gij vrouwendie in den landbouwstand belang stelt, laat u vinden op den 1 October 1881 te Schagen en vereert mijne zwakke pogingen met uwe gewaarde onder- steuning. Badhoeve in Haarlemmermeer12 Augustus 1881. Amersfoordt. (Overgenomen uit „l)e Huisvrouw.") De boerenwoning Buitenrustmet 6,52,20 hectaren land, gelegen in deze gemeente, nabij 'tHoofddorp, is op den 23 dezer door den heer J. L. van der Moer, notaris te Hoofd- dorpten huize van den heer K. Knip in publieke veiling gebragt. De uitslag daarvan was als volgt Hoogste bieder was de heer M. Yerbeek, te Haarlemmer meer, voor 13,200. In afslag gemynd door den heer Mr. J. P. A. Teding van Berkhout, te Heemstede, op 14,400. In den nacht van 23 op 24 dezer, ten 12'/t ure, is, naar men zegt door 't inslaan van den bliksemverbrand de zoogenaamde verzonken keet (zijnde zes woningen onder een dak, waarvan e6n was bewoond). Volgens zeggen, heeft de tegenwoordige eigenaar, P. Ilaak, die keet indertijd voor 1200.gekocht, en moet zij thans verzekerd zijn te Loe- nen aan de Vecht, voor 3000. GEBOREN: Nanning, zoon van J. Galis en C. Tromp. Cornelis Petrus, zoon van P. P. van Zijl en M. Goossen. Niesje Suzannadoehter van J. Olie en H. C. van Lent. Aaltje dockter van P. Yisbeen en G. Prankfort. Johannes Hendrikus jacobus, zoon van J. B. Beijersbergen en M. A. Pinkse. Corsti- aau, zoon van T. Molenaar en M. G. Dekker. Teuntje Antonia, doehter van K. Schuurman en A. B. Knaap. Geertje doehter van K. van Willigen en E. Overheul. Paulus zoon van B. Beimers en W. Willemsen. Catharina, doehter van D. Krom en G. Groot. - Willempjedoehter van W. Blitterswijk en L. Visser. Prans, zoon van G. Bruijn en A. Galis. Alida Adriana en Johanna Magdalena (tweel.) dochters van G. Hagen en A. A. Boer. Wilhelminadoehter van B. Verhoef en W. Ouwersloot. OVERLEDEN: Maria Sophia de Graaf, oud 35 jaar, weduwe van C. van der Neut. Johannes Cornelis, oud 10 weken.zoon van C. Rijkelijkhuizen en A. van Wieringen. Maria Lourentia oud 17 jaar, doehter van N. Vijverberg en A. van den Bosch.— Cornelia, oud 4 maanden, doehter van G. Bakker en L. Metselaar. ONDERTROUWD: J. C. Brandt met E. Compeeren. GEHUWDD. van Ostende met A. P. Goulooze. C. Clariis met A. M. Tiggelooven. Het Bureau van de Bevolking en van den Burgerlijken Stand is geopend 's morgens van 912 uur, en 's middags van 14 uur. (Reeds vroeger in het kort medegedeeld.) Voorzitter: de Heer J. W. Lantzendorffer. Tegenwoordig 14 leden, zynde de heeren: Klapwijk, van Riessen, de Breuk, van Reeuwijk, Dorbeck, van Vuuren Biesheuvel, Ran, PruissenTimmermans, Bultman, Tensen Knaap en 't Hooftalsmede de Secretaris. Afwezig: de heer Verkuyl. De Secretaris leest de notulen van 30 Junij 1881 welke worden goedgekeurd. I. Aan de Vergadering wordt medegedeeld het navolgende a. De Provinciale Bladen van 1881, n°. 48 tot 53. b. De uitslag der gehouden herbesteding van onderhouds- werken aan de Scholen en Onderwijzerswoningen. Een en ander wordt voor kennisgeving aangenomen. II. Door Burgemeester en Wethouders wordt overgelegd de Rekening der inkomsten en uitgaven over 1880 met de daarbij behoorende bescheiden. Deze stukken worden geeteld in banden van de Financiele Commissietot onderzoek.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1881 | | pagina 1