1881.
Vrijdag25 September.
No. 58.
VAN
A AN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD.
Twee-en-Twintigste Jaargang.
XXlllZZ'
Prijs van liet -A-bonnement:
in het Jaarf 6.—
Prijs der A.dvertentien
van 16 regels 75 Cent, elke regel meer 13% Cent.
IIoofri-Agenteii voor (lit Weckblad, te Haarlem:
P. VAN CITTERT ZONEN.
V
BURGERLIJKE STAND.
Aangegeyen van 1420 September 1881.
TRICHINEN.
II AARLEAHUERMEER
Prijs van een enkel Nommer 15 Cent.
ALLE TOEZENDINGEN, REDAKT1E EN UITGAVE BETREFFENDE,
te adresseren aan VAN BONGA C°.te Amsterdam.
t"iterl{jlc Woenadag.)
Groote Letters worden naar hare plaatsruimte berekend.
de Heeren
Agenda voor de Vergadering van den Gemeenteraad
van Haarlemmermeerte houden op Donderdag
den 29 September 1881, 's voormiddags 10 ure,
in het Raadhuis.
1. Ingekomen stukken en mededeelingen. 2. Benoe-
ming van een Welhouder. 3. Idem van een Ambtenaar
van den Burgerlijken Stand. 4. Idem van eene Vroedvrouw,
standplaats Lijnden. 5. Verzoek van L. Hoeksma, om
afschrijving vvegens Hoofdelijken Omslag. 6. Voordragten
tot heffing en lDvordering van vergunningsregt voor den
verkoop van sterken drank in het klein. 7. Suppletoir
Koliier van den Hoofdelijken Omslag. 8. Indiening der
Begrooting voor 1882. 9. Idem voor het Burgerlijk
Armbestuur. 10. Adres van Kl. Vaalburg, om grond in
koop te bekomen. 11. Voorstel in zake het schoolgaan
van kinderen uit deze gemeente te Leimuiden. 12. Idem
tot wijziging van de Verordening op het Brandwezen. Deze
ligt ter lezing voor de leden.
Indian de hieronder vermelde personen zieh in deze ge
meente mogteti ophouden, worden z(j in bun belang uange-
maand zicli ter Secretarie aan te melden voor de insclirijving
in het Bevolking-Register:
Johannes Glas,gekomen van Wissekerke.
Theresia Gedaan,Barneveld.
Cornelisje Redeker,Alphen.
SlJBRECHT DE WAARD,Sloten.
GEBORENLaurentia Willemiiia, doehter van W. Wakker
en G. de Vries. Pieteruella Cornelia, doehter van W. Boere
en G. Neefjes. Dirkje, doehter van D. van Wijk en A. A.
Branderhorst. Cornelia Maria, doehter van A. Berlijn en A.
Bleijker. Antoinetta Maria, doehter van T. Kaagman en C. G.
Gebhart. Neeltje, doehter van E. Kriebel en E. Goudriaan.
Jan, zoon van J. Balk en J. Zelderbeek. Jacob, zoon van G.
Visser en P. Kroon.
LEVENLOOS GEBOREN1 Kind van C. Bakker en S. Otte-
vanger.
OYERLEDEN Johannes, oud 7 weken, zoon van G. Claij en
J. Bakker. Neeltje Verburg, oud 28 jaar, doehter van J. Ver-
burg en N. Dekkcr. Cornelis Wilbelmus, oud 5 maauden, zoon
van H. de Bruin en C. van Velzen. Willem, oud 3 maauden,
zoon van W. v. d. Riet en G. Zeestraten.
ONDERTROUWDP. Noordhuizen met M. K. Tborborg.
H. A. van Ooijen (gescb.) met H. Vos (wed.)
GEHUWD geene.
Utrecht. Op de alhier gehouden paardenmarkt waren
1562 paarden en veulens aan de lijn, die verkocht werden
de paarden van 900 tot/ 700; de veulens van 50 tot
300. Er waren veel binnen- en buiteulandsche kooplieden.
Het weder liet niets te wenschen over. Goede handel vooral
in 1% en 2'/2-jarige paarden. De markt was over hetgeheel
laag gestemd. Veel veulens waren ter markt.
Nergens ter wereld - zegt de heer C. Crok in Sieboldia
bevinden zich zoovele boomkweekerijen bijeen als te Boskoop
het geheele ruim 3000 zielen tellende dorp is er zijn wel-
vaart aan verschuldigdpi. m. 600 H. A. zijn met boom-en
struikgewassen, en voor een klein deel met vaste planten begroeid.
De landman K. S. Jbz. te Andijk was Maandag namiddag
met zijn zoon en knechts werkzaam met de stoom-dorseh-
machine, toenmen weet niet door welke oorzaakeen rad
lossprongden zoon tegen het hoofd sloeg en zoodanig ver-
wonddedat hij eenige oogenblikken da.arna den geest gaf.
De hoogste prijs in de paardenloterij te Kleef, een elegante
equipage met twee paarden is, naar men ons mededeelt,
ten deel gevallen aan eene jonge vermogende Hollandsche
dame, die eerlang in den echt zal treden.
De wijnstok, schrijft men aan de Teidache Ct., is overal
goed met vruchten beladen. Doch met het rijp worden staat
het hachelijkzelfs in het Westlandwaar doorgaans zooveel
mogelijk aan de druif wordt tegemoet gekomen, om het rijpen
te bevorderen. Het laat zich aanziendat het met deze vrucht
niet veel beter zal gaandan voor twee jaar: schade voor de
hand. Nu reeds worden er zure druiven opgeruimd en ver
kocht, die toch niet meer tot rijpheid zouden komen. Tegen
het laatst van Julij is het weer omgeslagen en sinds dien
tijd bleef de zon ontbreken. Somber, nat weer is gevolgd op
het heerlijk zonlicht, dat, met hooge temperatuur en wolke-
loozen hemelin den vollen zin van het woord zomer bragt.
Dat genot is kortstondig geweest en duur verworven. Augustus
liet zich vaak als October kennen en nu deze maand weldra
aanhreekt, zal September niet meer goed maken wat Augustus
te kort kwam.
In Oost-Friesland begint men meer en meer gebruik te
maken van turfstrooijing, ter vervanging van stroo, op de
stallen voor paarden, runderen enz. Niet alleen is de turf
goedkooper dan stroo, maar de fijne turf heeft daarbij het
zeer groote voordeel, dat hij het 8 a 9voudige van zyu
gewigt aan vloeistof, in casu ier of gier, bindt, dus meer
dan tweemaal zooveel als stroo. Bovendien worden bij het
binden van het vocht met name de ammonikale bestanddeelen
grooteiijks vastgelegd, en hebben de stallen daardoor een veel
grootere frischheid dan anders bij de grootst mogelijke zinde-
lijkheid bereikbaar is. De paarden liggen gaarne op deze
strooijing, en de mest wint aan waarde. Ook in Rijnland
en Westfalen is deze metbode reeds algemeen in gebruik.
Een eigenaar van uitgestrekte boomgaarden in Amerika
heeft, volgens eene mededeeling in een Duitsch blad, bij
vergelijkende proeven, de ervaring opgedaan, dat ijzer een
voortreffelijk middel is ter verbetering van den grond voor
ooftboomen, voornamelijk peren, en in een grond, die arm
is aan ijzer. Boomen, die jaren lang vruchtbaar bleven,
droegen vele en sclioone vruchten, wanneer de bodem aan de
wortels der boomen met ijzervijlzel en ijzerschaafsel vermeDgd
werd. Bij pereboomen die steeds vruchten opleverden met
kurkvorming en scheuren in de schil, had het ijzer het
gunstige gevolg, dat de peren glad van schil werden. 1
Het is trouwens een bekend feit, dat o. a. tuinlui in
Frankrijk reeds sedert lang met een zwakke oplossing van
ijzervitriool den bodem en ook de bladeren herhaaldelijk be-
sproeijen in den tijd dat de vruchten zicti zetten en ont-
wikkelen, waardoor deze aanmerkelijk grooter werden. In
zooverre is de ervaring van den Amerikaan niet zoo heel
onwaarscliijnlijk. In de plaats van ijzervijlsel of schaafsel
zou men met voordeel een inatig verdunde oplossing van
ijzervitriool (dat goedkoop bij alle drogisten verkrijgbaar is)
kunnen gebruiken.
Vlieland, met 700 zeer welvarende inwonersheeft maar
e6a herberg of koffijhuis, waarin slechts zeer enkele inwoners
dagelijks worden aangetroffen en de eigenlijke Vlielanders nooit,
behalve bij feestelijke gelegenhedenmaar dan nog al talrijk.
Men ziet er, zegt de berigtgever, Ietterlijk nooit een dronken
mensch.
Men heeft op dat eiland eene eigenaardige wijze van brood-
bakken. Men neemt een grooten yzeren potlegt daarin een
paar steenenen op die steenen een ijzeren plaat en op die
plaat stelt men het roggebrood optweepondertjes of kleiner.
De pot wordt op eenige doofkolen gezet en na verloop van
een paar uren keert men de broodjes eens om, die dan in
een uur of vier gaar gebakken zijn. Wil men geen korst aan
het brood, zoo doet men onder in den pot een beelje water.
Voor oude mensehen is dit aanbevelenswaardig. Het spreekt
van zelf dat de pot zoo goed mogelijk met een deksel en lappen
gesloten wordt.
Hummel deelt in de Westpreuss. Landw. Mittheil. een me-
thode, om winterrogge in zomerroge te doen veranderen. Om
zulks practisch te doen gelukkenmoeten drie voorwaarden
zamenvallen1. De winterrogge moet eerst einde Januari ge-
zaaid wordenbij vroegen uitzaai blijft zij winterrogge. 2.
De winterrogge moet bij zacht weder in Februari kiemen en
uitloopen. 3. Het zaad moet daarna bevriezen, want anders
zet de rogge geen aren aan. Op zulke wijze uit winterrogge
getrokken zomerrogge heeft stroo, dat een 3e meter langer
is dan zomerrogge en is in korrel niet van winterrogge te
onderscheiden.
lets, dat men onthouden moet tegen den volgenden zomer
P. N. te Vreeland vestigt in Sempervirens de aandacht of
liever bren'gt het volgende in herinnering, omdat het feit vvel
bekend is, maar veelal niet in acht genomen wordt„Indien
men de eene hand legt op een wit en te gelijkertijd de andere
op een zwart voorwerp, dan ontwaart men, dat het witte
voorwerp koud is in vergelijking met het donkere of zvvarte.
Bij glanzige voorwerpen is dit onderscheid iets minder dan bij
andere met een ruwe of niet zoo gladde oppervlakte.
„Welnu, datzelfde verschil merkt men op bij witte en zwarte
kleedingstukkende zwarte kleur slorpt als 't ware de zonne-
stralen in, wit daarentegen kaatst ze terug. Uit dien hoofde
ware het raadzaam dat tuinlieden, grasmaaiers, hooibouwers
en alien, die hunne werkzaamheden tijdens en onder den
invloed van fellen zonneschijn in de open lucht verrigtenbij
dergelijke gelegenheden zooveel mogelijk in het wit gekleed
en met een witten hoed of pet gedekt zijn. Is het hoofddeksel
van stroo, dan moet het van witte voering voorzien zjjn en
van achteren met een witten afhangenden lap, die bals, nek-
spieren en ruggegraat, tegen den regtstreekschen invloed van
de zonnestralen beschermt, want het is niet het hoofd all&in
dat door den zonnesteek getroffen wordt.
„Ik zelf heb er mij altijd wel bij bevouden en het ieder-
een in mijn omgeving aanbevolen. Om die reden beveel ik
ook, om de stammen der tegen heete muren of schuttingen
staande wijnstokken abrikozen perzikeboomen enz.met kalk-
en krijtwater te bestrijken, om ze voor de schadelijke werking
van de felle zonnestralen te vrijwaren."
Ofschoon wij reeds meermalen op het gevaar van trichinen hebben
gewezen, zijn in den laatsten tijd te Amsterdam in Amerikaansche
hammen zoo herkaalde malen trichinen ontdekt en is het publiek
zoo ernstig gewaarschnwd op zijn hoede te zijn, dat wij, naar een
artikel van een desknndigen schrijver in de P O. en Ct.nog-
maals willen zeggen, waarom het gebruik van trichineus varkensvleesch
ernstige ziekten, ja zelfs den dood tengevolge kan hebben.
Daar bovendien de ontwikkeling en levenswijs der trichinen bij
de meesten onzer lezers niet bekend is en sommigen zelfs zeggen
vroeger wist men van geen trichinen af en stierf er niemand aan
trichinosisdus zal het gevaar ook wel zoo groot niet zijnvonden
wij het niet ondienstig iets naders omtrent deze dieren mede te deelen.
Sedert 1832 is de trichinosis bekend. In dat jaar vond Hilton te
Londen in de spieren van een menschelijk lijk trichinen en wel in
geheel verkalkten toestand. Hij vermoedde echter niet dat zich in
deze kalkkorrelt.jes wormen bevonden, doch de stoot tot verdere
onderzoekingen was gegeven. Drie jaren later, in 1835 vond de be-
kende natuuronderzoeker Owen eveneens in de spieren van een
mannelijk lijk zulke korreltjesdie minder verkalkt waren dan de door
Hilton gevondene en dus tot een vroeger ontwikkelingstijdperk
behoorden. Duidelijk waren hierin de wormpjes zigtbaar. Deze
ontdekking van Owen had tengevolge dat natuuronderzoekers en
geneesheeren op het feit opmerkzaam werden gemaakt, en werkelijk
werden er spoedig in verschillende lanaen in menschelijke lijken
trichinen ontdekt. Owen gaf aan den door hem ontdekten worm
den naam van »Trichinea spiralis," welke naam behouden is gebleven.
Later vond men dezen worm ook in katten, bunzings, dassen,
ratten en varkenshammen en door wetenschappelijke mannen werden
er toen vele onderzoekingen ingesteld. Herbst, Leuckart, Vircliow
c. a. voedden onderscheidene dieren met trichineus vleesch en wan
neer deze dieren later werden geslaeht werden bij hen altijd trichinen
gevonden. Hieruit leidde men af, dat de mensch door het gebruik
van trichineus vleesch deze wormen in zijn ligchaam opneemt en dat
hierdoor zijn gezondheid zeer wordt benadeeld.
Door Leuckart op een en ander opmerkzaam gemaakt, gehikte
het aan Zenker te Dresden in 1860, in het lijk van een dienst-
meisje in het dorp Plauen, ongehoorde massa's van trichinen,
door kalk omgeven, te vinden. In het darmkanaal bevonden
zich eveneens een menigte vrijlevende geslachtsrijpe wormen,
darmtrichinen genoemd, en hierdoor was de oorzaak van den dood
van het meisje voldoende geeonstateerd. Van dittijdstip afbestaat,
de trichinenziekte - Trichinosis - in de wetenschap in lateren tijd
werden er vele dergelijke gevallen waargenomen, ja zelfs trichi-
nenepidemien, met dikwijls doodelijken afloop, o. a. in 1880 te
Plauen, in 1863 op het eiland Rugen, in 1864 te Hettstadt,
enz. Ook hebben er later vele proefnemingen omtrent deze ziekte
plaats gehad en het resultaat was het volgendeDe trichinen
zijn wormen, van het mannelijke en vrouwelijke geslaeht. Men
onderscheidt twee vormen, nl. darm- en spiertrichinen. I)e
darmtrichinen - de volwassen dieren - worden niet anders dan in
het darmkanaal gevonden. De spiertrichinen bestaan nit jonge,
niet volwassen, vrije (trektrichiaen genoemd) en uit geenkysteerde
(door kalk omgevene) of eigenlijke spiertrichinen.
Zoodra nu de geenkysteerde trichinen in de maag van mensehen,
varkens, katten enz. komen, wordt het kalkomhulsel door het
maagsap opgelost, de wormen worden vrij en geraken met het
voedsel in het darmkanaal. Alsdan noemt men ze darmtrichinen
zij worden nu geslachtsrijp en bevruchten zich, waarna het man-
netje sterft. De wijfjes zijn levendbarend en brengen ieder onge-
veer 800 jongen ter wereld, wat gewoonlijk circa acht weken duurt.
Dan sterven ook de wijfjes.
Het jonge gebroed doorboort spoedig na de geboorte de darm-
wanden en geraakt op die wijze in de buikholte. Etende en
groeiende trekken zij nu door het geheele ligchaam heen, kruipen
tusschen de spiervezels en rollen zich spiraalsgewijs op. Het ge
volg hiervan is, dat het spierweefsel ontstoken wordt en een
kalkachtige stof afseheidt, waardoor de worm wordt omgeven en
die later verhardt. Zoo vormt zich de geenkysteerde trichine.
De worm is dan nog duidelijk te onderscheiden, doch langzamer-
hand wordt er zooveel kalk afgesoheiden, dat het omhulsel ondoor-
zichtig wordt. Door de drukking van dit omhulsel dat ook in
dikte toeneemt, sterft ten slotte de trichine en het gebruik van
z u 1 k trichineus vleesch is dus onschadelijk. Ook worden de
trichinen gedood door goed koken, braden of rooken van liet vleesch
waarin zij voorkomen, terwijl het jonge broedsel, dat nog niet
geslachtsrijp is en zich niet kan voortplanten, eveneens onschade-