- 58 - De Fokmerrie'n. Een der gewichligste vragen, die de veehouder of die zich met de paardenfokkerij wil bemoeien, zich zelven dienttebe- antwoorden, voor dat hij aan het werk gaat, is de keuze der iokdierenwaot bet welslagen van de teelt is in de eerste plants afhankelijk van de tot het doel gebezigde hengsteD en merriiin. Waar in deze richting met verstand en nauwkeurige opmerkzaamheid wordt gehandeld zal bij goede voeding en zorgvuldige oppassing de paardenteelt, behoudens zeldzame uitzondering, de verlangde resultaten opleveren. Op de keuze van goede hengsten wordt door velen echter lang niet door alien, nog al gelet, terwijl wat de fokmerrien aangaat, over het algemeen schrooraelijk onachtzaain wordt te werk gegaan. Zal de paardenfokkerij hooge winsten afwerpen dan moet er wel ter dege worden gelet, welke merrien al of niet tot den hengst moeten worden toegelateu. Hoe voor- trcffelijker en waardvoller de merrie is, zooveel le betere veulens zal zij in dsn regel voortbrengenen zooveel te eerder kunnen die voor goede prijzen aan den man worden gebraehtdaar natunrlijk betere waar gezocht en hooger betaald wordt dan zulke die middelmatig of daar beneden aan de markt wordt gebiacht. Hij de keuze eener fokmerrie moet vooreerst gelet wordendat zij een levendig en zachtaardig temperament be zit, daar levendige en makke paarden leer- en volgzaam zijn en dus veel schielijker tot den arbeid worden afgerichtdan suffe of schrikachtige dieren. He eigen9chappen der moeder erven zeer gaarne op de veulens over, en moeten de fokmer rie dus zoo min mogelyk ondeugden aanklevenniet bang en schrikachtignoch weerspaunig of boosaardig zijn evenmin geneigd wezen tot bijten of slaan. Of een paard gezond is, ontdekt men licht aan zijn vleesch- toestaadin verhouding van het toegediende voedsel, aan het fijne glanzige haar, aan de opgewektheid en ferme houding van het hoofd en de oogen. Een paard, dat gezoude longen heeft, zal zoowel bij rust nls bij gewone beweging gemakkelijk en zonder buikslagen en hoesten ademen; de ademhaling, teDgevolge van hard loopen of moeielijker arbeid sneller geworden zal in rust zeer schielijk weder normaal wezen. Gezonde paarden zijn bij het werk gewilligen zulien den gewonen arbeid zonder moei- te volbrengen en niet bovenmatig veel zweeten. Eene fokmerrie moet een diepe en ruime borst en breeden rug en inzonderheid een breed kruis hebben. Hoe breeder dit is zooveel ruimer zal het bekken zijn en zulk eene merrie kan gemakkelijk een zwaar veulen ter wereld brengen. Daar- enboven moet de buik van tamelijk grooten en ronden om- vang zijn; de leden daarentegen mogen niet te lang wezen, wijl hoogbeenige merrien dikwerf de slechle eigentchap van een smallen rug bezitten en dit gebrek zeer gaarne op de nakomelingen wil overerven. Te vette merrien zijn dikwerf onvrucbtbaar of arm aan melk, te magere met opgeschorten buik in den regel ongezond en passen dus voor de teelt niet. Om groote veulens te verkrijgenmoeten in den regel ook groote merrien voor den teelt worden gebezigd, ofschoon het- zelfde resultaat dikwerf plaats heeft, wanrieer kleinere merrien voor grootere hengsten gebraeht worden. Aan te raden is het eehter niet, dat de fokker, ten einde grootere veulens te bekomenbovenmate groote hengsten uitkiest, wijl uit zulk eene paring, gewoonlijk hoogbeenige, met smalle borsten, ongeproportionneerde dieren te voorschijn komendie voor alle werkzaamheden niet gesehikt zijn. Meer aanbevelenswaar- dig is, om hengsten te nemen, die in grootte met de merrien overeenkomen. Merrien die voor de teelt bestemd wordenmoeten nor male geslachtsorganen bezitten, de schaamdeelen mogen niet te klein zijn en moeten regelmatig gevormd wezen. Het uier moet be- hoorlijk groot en week zijn, daarin moet men geene verharding kunnen ontdekken en voorzien wezen van goed ontwikkelde tepels. Merrien die onregelmatig of zeer zelden willig of heng- stig zijn, worden zelden of in het geheel niet drachtig; even moeielijk gaat dit met dezulken die zich altijd laten dekken. In den regel moet geen merrie voor haar vierde jaar onder den hengst gebraeht worden, daar zij voor dien tijd nog niet volkomen lichamelijk is ontwikkeld. Wordt de merrie dan niet voor dien tijd den hengst voorgebrachtzoo kan zij regelmatig alle jaren werpen, en zal zij zonder nevenomstan- digheden de krachtigste veulens voortbrengen. Wanneer dan eene merrie, niet te jong, zooals gezegd niet voor haar vierde jaar gedekt wordt, kan zij met goed gevolg tot aan haar twaalfde en nog langer voor de teelt worden gebruikt. Zeer oude merrien worden moeielijker dracbtig en brengen minder krachtige veulens ter wereldweshalve de- znlke niet voor de fokkerij zijn aan te bevelen; evenmin voldoet het, merrien te nemen, die 12 jaren of ouder zijn en nimmer nog een veulen hebben geworpen. Ditzelfde geldt ook voor zulk merrien welke verscheidene jaren achter elkan- der niet drachtig werden, zulke veulens komen dan minder ontwikkeld ter wereld dan van jongere moeders. Bij de keuze van merriendie voor de teelt zullen worden genomendient er ook vooral gelet te worden dat zij geene ziekelijke aandoeningen aan zich hebben, die haar hinderlijk konden ziju om gezoude en levensvatbare veulens voort te brengen. Ook moet vooral de natuur van het paard worden gekend, terwijl alle merrien die uitwendige gebrekeu ongave beenen enz. bezittenvooral van de hengsten moeten worden afgehouden. Wanneer jonge merrien reeds bij de eerste drachtigheid zonder opvallende aanleidingverwerpenzoo moet dit in den regel worden geweten aan overgeerfde ziektetoestanden>. of overgeblevene ziekten in de jeugd gebreken in de geslachts organen kwaadsappigheid enz. Hoe volkomener de merrie hare goede eigenschappen op de jongen overbrengt, hoe meer waarde zij heeft als fokdier, en dezulken hebben dan ook de hoogste waarde, wier veulens, zooals het vaak voorkomt, de moeder in vormgang enz. overtreffen. De fokkers zullen in hun eigen belang er het beste bij varen, wanneer zij bij de keuze der merrien de hoogste voor- zichtigheid in acht nemen, en merken wij ten slotte nog op, dat merrien van zuiver rashare eigenschappen beter overbren- gen dan diegenen, welke uit oubekende kruisingen zijn ont- 6taan weshalve de eersten bij op het oog gelijke hoedanig- heden, verre den voorrang moeten hebben. B. De nieuwe Plantenkas te Schonbrunn bij Weenen. Deze plantenkas, een paleis in hare soortnadert zijn voltooi- jing; ook de inwendige inrichting is bijna gereed, zoodat weldra de vermaarde keizerlijke tuin te Shonbruun met een prachlige plantenkas zal prijken. De kosten van den bouw zullen bedragen 80,000 florijuen t geheel is van iulandsch ijzer en glas vervaardigd. Aan den zuidoostelijken vleugel bevindt zich het verwarmingslokaal waarin zich vijf groote ketels bevinden, die door middel van warm-watergeleidingen de uitgestrekte binnenruimte zullen verwarmen. Het gebouw is zeer hoog, ruim 100 meter lang hoewel 40 meter korter dan het oorspronkelijk ontwerp. In' het dichtst nabij het verwarmingslokaal gelegen paviljoen zul len natuurlijk de planten uit tropische gewesten haar plaats vinden; in de kouder gelegen lokalen de planten uit de ge- matigde luchtstreek. De diie kolossale glazen koepelsdie zich hoog boven het glazeu dak verheffenbrengen wel een grootschen indruk te weegmaar ze zijn zoo hoog en de tusschenliggende ruimte, die ze onderling verbindt, is betrekkelijk zoo gering, dat er voor wat laag groeiende gewassen slechts een zeer bescheiden plaatsje overschiet. Trouwensdit is de keerzijde van die buitengewoon groote plantenkassen de laagblijveude planten hebbben er geen schik zij staan te verwijderd van het licht en van de haar onmisbare zon. Yerreweg de meeste planten gevoelen zich daar als het ware niet pleizierig, niet te hnis, evenmin als dit met vele menschen het geval is in een verbazend groote woning. De groote plantenkassen te Kiew, bij Londen, en die te Laecken bij Brussel, geven daarvan slechts al te duidelijk het onloochenbaar bewijs. Ook zijn die reusachtige gebouwenalthans bij eenigszins strenge koude, hoogst moeielijk naar behooren te verwarmen. Het plantenpaleis te Laecken heeft schatten verslonden vooral aan verwarmingstoestellen, en toch laat het in dit op- zicht nog veel te wenscheu over. Semper Virens.) Het U. B. deelt het volgende mede Door de medewerkiug van onze landgenooten zal de expe- ditie naar Dicksonhaven met 1 Julij in zee gaan. Intusschen heeft die zaak nog velerlei bezwaren. Alleen het overvoeren der reizigers en van de talrijke benoodigheden is reeds eene moeijelijkheid. Een Nederlandsch schip daarvoor te bekomen, bleek onmogelijk. Dit zou misschien /t der geheele beschik'- bare som verslinden. Men heeft dus buitenslands moeten zoeken en schijnt op weg, ua herhaalde correspondeutie met Nordenskjold, Sibiriakoff en baron Knoop, in een der noorde- lijke havens eene scheepsgelegenheid le zullen vinden, die toch al grooter uitgaaf zal eischen, dan men eerst had gemeend. Kapiteiu Burmeister, die reeds jaren de monding der Yenissej bezocht, zal waarschijnlijk het vaartuig der expeditie met zijn stoomschip vergezellen. Het personeel is nog niet compleet. Dr N. Snellen gaat als hoofdleider, de luit. ter zee L. A. H. Lamie zal de astronomische hydrografische waarnemingen doen en dr. Snel len behulpzaam wezen by de absolute en andere magnetische bepalingen; de doctorandus H. Ekama zal fysische observatien doen, 't noorder licht, de bijzonnen enz., uagaande genees- heer en natuurhistoricus moeten nog gevonden worden. Men moet zich niet voorstellen, dat Dicksonhaven een be- oonde plaats is. Er is niets dan een vrij veilige baaibet land is geheel onbewoond. Er ziju dus ook geen werklieden en de leden der expeditie zullen zelven hun huis en de bijgebouwen moeten opzetten Daartoe moet alles worden medegevoerd. Men moet overwinteren bij een koude, die het kwik doet bevriezen, zoodat er de thermometers met wijngeest moeten gevuld wor den. Aan koopen op de plaats is niet te denken. Men moet dus proviand medevoeren voor 700 dagen; er moet aan alles gedacht worden, en als alles op de plaats is, zal men den voor- raad goed moeten verdeelen. Instrumenten van allerlei soort moet men medenemen niet alleen, maar ook wat noodigis, om die eventueel te repareeren. Behalve 100 ton steenkolen met kagchels, moeten petroleum, tafel- en keukeugereedschappen, beddeu en beddengoed, klee- deren, wapenen, ammunitie. allerlei spijzen, die kunnen be waard worden, erwten, booueu, vleesch in bussen, spek, stok visch, aardappelen, gort, meel, suiker, koffij, thee, melk in blikken, limoensap, bessensap, stroop, kaas, azijn, zout, peper, specerijen, tabak, spiritus worden medegevoerd. Vele geschenken zijn ontvangen. Tevens hoopt men eene kleine bibliotheek, een speeldoos of orgel mede te kunnen nemen. Men moet zelf kunnen smeden, timmereu, verweu, schoenen en kleederen maken en alle werktuigen daarvoor hebben. Men zal ook zelf moeten koken en brood bakken. En de koude zullen de heeren moeten braveeren. Want men kan niet in de warme vertrekken blijven. Het magne- tisch observatorium is door een 60 meter langen gang van het woouhuis geSeheiden; daar mag niet gestookt worden; dat zou de magnetische instrumenten storeu. Om de astrono mische waarnemingen te doen, moet het dak van het astrono mische observatorium gedeeltelijk kunnen geopend worden. Wind, weer en noorderlicht moet men in de open lucht obser- veeren. Elk uur moeten de thermometers worden afgelezen en de thermometers moeten ver genoeg van de woning ver wijderd zijn, om geen invloed van nitstraling te ondervinden. De overwintering moge interessant wezen, zij die er aan deelnemen, zullen zich tallooze ontberingen, enorm veel onge- rief, ontzaglijke koude moeten getroosten. Zij doen dit, om voor haudel en zeevaart, maar vooral de wetenschap en meer- dere kennis der aarde nuttig te zijn. Jagt op eerebetoon of om effect te maken kan geen motief hier zijn. Een hoogere ambitie drijft de kloeke mannen, om het offer te brengen van twee jaren van hun leven. Mogen zij het met den meest gelukkigen uitslag doen 1 Door den heer L. van Kakerken, dezer dagen te Breda over- leden, zijn aan het Oude-Vrouwenhuis en aan de Erobelschool aldaar legaten gemaakt van f 10,000. Op de J odenbreestraat te Amsterdam is een melkmeisie van een hooge trap gevallen. Zij was onmiddelijk dood. Te Cairo heeft een Egyptisch majoor (Bimbaschi) eene danseres in zijn huis gelokt om haar te vermoorden en van hare Hike gouden sieraden te berooven. Hij heeft het lijk in kleine stukken gesneden en deze in den Nijl geworpen. Een Hongkongsch Chinees heeft in Londen met glans ziiu examen als adyokaat algelegd hij zal de tweede Chinfesche ad- vokaat in Hongkong wezen. Onder de overtreders der drankwet, die te Wageningen voor het kantongeregt moeten verschijnen, bevindt zich een Baron van ouden s"""'"uMigd„. Een torpedo-ontploffing, j.l. Vrijdag te Toulon, heeft aan drie matrozen het leven gekost. Twee hunner verdwenen zonder dat een spoor van hen te vinden was. Acht werden zwaar gekwetst. Eene waarschuwing voor hen, die haast hebben met het begraveU van hunne dooden. Een jongeling te Parijs, die eene maaud ziek was, werd V\ oensdag j.l. door de geneesheeren dood verklaard. Aangitte van het overlijden werd gedaan, en de begrafenis zou Dondei dag- geschieden. Doch hoe verwouderd waren de personen met het kisten van den jongeling belast, toen zij den gewaanden rtoode in het bed overemd vonden zitten De toebereidselen voor de begrafenis werden nu onmiddellijk gestaakt. Geen twiifel dat de jongeling nog leefde. Ongelukkiglijk stierf bij 24 uur later. Een casontploiting. Te Amsterdam is s'avonds omstreeks 7 uur in de Vondelstraat en hare omgeving een harde knal gehoord, waardoor onderscbeidene bewoners dier straat opschrikten Er was nl een gasontploffing ontstaan in het »Cafe Vundel," die in een ondenkbaar oogenblik de groote flinke zaal van dit cafe in een ruine deed verkeeren. Als gewoonlijk was de hoofdmeter der gasleiding, eenige oogen- blikken voor dat het licht in de zaal werd ontstoken, geopend en bespeurde de kastelein, de heer Hieber, spoedig eeii oriaangename gaslucht. Hij begaf zich onmiddelijk in het sousterrein, waar de meter slaat, om naar de oorzaak te onderzoeken. Hier merkte hij evenwel niets. Maar tocli is later gebleken, dat in een gasleiding hier een lekkage was^ ontstaan, vermoedelijk door ratten doorge- knaagd, zooals duidelijk zichtbaar is. Tusschen den gewelfden vloer van het sousterrein en het cafe, juist onder het buffet was bet gas gedrongen, dat weldra door eene uitbarsting een u'itweg zocht, en die losbarsting was zoo verschrikkelijk dat alles, marme- ren tafels en stoelen, kort en klein werden geslagen, ja dat zelfs pooten van stoelen in bet plafond aan den zolder werden gedreven. Het buffet aan den muur werd naar de overzijde der zaal, en al het glaswerk tot zelfs op de straat geworpen. De uitbarsting was zoo vreeselijk, dat zeifs een ijzeren balk in het sousterrein dwars door middeu spleet en onderscbeidene gewelven inzakten. De deu- ren en vensters in de zaal zijn alien gespleten of aan splinters ge slagen, ja zelfs de voormuren gebarsten. In de zaal bevonden zich eenige personen, van wie de aanstaande directeur der nieuwe manege, do heer Kras, als 't ware opgenomen en door de zaal geslingerd werd, waarbij zijn beide beenen zware wonden bekwamen aan de zuster van den heer Hieber, die achter 't buffet was, werd mode een been verbrijzeld, terwijl nog de bouwopzichter der nieuwe manege, de beer Biegman, en een vrou- welijke dienstbode, licht gewond werden. De heeren werden naar het gasthuis vervoerd. Opmerkelijk is het, dat een heer, die met den heer Kras aan een tafel zat, geen enkel letsel bekwam. Zoodra de knal gehoord werd, wist de heer Hieber, die zijn tegenwoordigheid van geest geen oogenblik verloor, de hoofdkraan van de gasleiding af te sluiten, en werden de ongelukkigen spoedi» onder de ru'ine in de zaal weggehaald. »Kellner riep een reiziger tegen den kneeht, die hem twee laarzen bracht, een met een lange en een met korte sckacht, »dit zijn mijn laarzen niet!" »Niet?" antwoordde deze, »dau zal ik dat andere paar krijgen, buiten staat nog zoo'n paar." Knecht. Ik ga uw dienst verlaten, mijnheer, ik kan uw hu- meur niet verdragen. Heer. 'tis waar, ik ben heel driftig, maar 'tis gauw over. Knecht. Ja, maar nauwelijks is 't over, of't begint weer opuieuw. J.l. Lingen0 kinderen van 3 en 6 jaar alleen te huis. Toen zij terug kwamen vonden zij hun huis verbrand en de kinderen in de vlammen om- gekomen. Te Bandon, Coos Contry in Oregon, wordt de ton zalm voor 20 goud verkocht. Een kilo zalm kost dus p. m. 4 centen. Met de Amerikaansche blikjes wordt dus nog een behoorlijke winst gemaakt. Zekere heer Emile Thomas, onlangs te Parijs overleden, heeft een fonds nagelaten, bestemd om jaarlijks drie prijzen, van vijf-, vier- en dneduizend frcs., uit te keertm aan de drie huismoeders in Erankrijk, die de meeste kinderen hebben. De jongste en armste heeft altijd de voorkeur. Wie eenmaal een prijs ontvangen heeft, wordt niet weder bekroond voordat haar getal kinderen verdubbeld zij. Twee oude vrouwtjes op een hofje te Leeuwarden, 81 en 83 jaren oud, kregen ruzie eene van haar trok zich dat zoo aan, dat zij zieh door ophanging het leven benam, en toen de andere dit vernam, werd zij krankzinnig en moest naar het gesticht te Fra- neker gebraeht worden. Zeker broodbakker te Amsterdam, die, evenals het meerendeel zijner vakgenooten, aldaar bij ieder brood een kaartje uitreikt, waar- van er houderd regt geven op een Paaschbrood, had aan een zijner klanten vier en twintig Paaschbrooden aan te bieden. Dat gezin, uit zeven personen zamengesteld, heeft dus in 't afgeloopen kerke- lijk jaar 2400 brooden opgepeuzeld. De markies van Bate, een der rijkste adellijke katholieken van Engeland en een groot kindervriend, heeft onlangs te Cardiff (Wales) uit vreugde over de geboorte van een zoon, 20,000 kinderen ge- tracteerd op thee en koeken. De rij tafeltjes was vijf Engelsche mijlen lang 50,000 personen, ouders en bloedverwanten, woonden bovendien het feest bij, waarop 200 centenaars koeken verbruikt werden. Onerwijs in de Nederlandsciie taal.Schoolmeester. «Wel, jongelui, maak nu eens een zin waarin het zelfstandig naamwoord »handlanger" voorkomt." Piet. Reeds klaar meester I Mijn moeder heeft heden morgen mijn broek een hand langer gemaakt." Een reusachtig plan zal in Amerika tot uitvoering komen; het denkbeeld was al meer geopperdinaar nu is het inder- daad door den Senaat goedgekeurd. Men wil een spoorweg bouwen over de landengte van Thehuantepec, ten einde over en weer tusschen den Allantischen Oceaan en den Grooten Stillen Oceaan volgeladen schepen te vervoeren. De schepen zullen met ongebroken lading door reusachtige machines uit zee geligt, op een onderstel met wielen worden geplaatst en zoo langs den spoorweg vervoerd worden. Aan de andere zijde worden zij weer afgelatlen en vervolgen dan hun koers. De Vereenigde Slaten garandeeren gedurende vijftien jaren 6 pet. rente voor een leening van 50 millioen dollars ten behoeve Zondagmorgen gingen de echtelieden Teising onder ambt- i naar de vroegkerk. Zij lieten hunne beide nog slapende sn van 3 en 6 iaar alleen te huis. Toen vli tpmrr

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1882 | | pagina 2