Geiragile Bergen.
- H4 -
Over het inkuilen van gras
komt een artikel voor in het Maandblad voor Mei der Hol-
landsche Maatschappij van Landbouw
„Wel heeft men sinds lang mais en mangelwortelbladen in
Duitschland en ook in Frankrijk ingekuild op de wijze zooals
aardappelen of mangelwortelen in kuilen worden gelegd en over-
dekt met aarde. Goffart heeft den weg gewezen om zooveel
drukking te geven dat de lucht uitgedreven en afgesloten
wordt, om op deze wijze bederf te weren.
„Na deze iuleiding werp ik den schroom van mij af en
beveel ieder aan een proef te nemen't zy klein of groot
met inkuilen van groen voeder; voor zoover ik er nu kennis
mee gemaakt heb durf ik het gerust aanbevelenmijns inziens
zijn de voordeelen: meer vee houden van zekere hoeveelheid
land, meer melk van dezelfde koeijen met hetzelfde bijvoeder
en de koeijen beter in het vleesch dan met hooi.
„Men spanne echter vooreerst de verwachting niet zoo hoog ala
dr. Baileij in Amerika j vrij waarschijnlijk zal men hier en daar
minder goede uitkomsten verkrijgen; hoewel zij oud genoemd
wordt is zij voor de Nederlandsche landbouwers een nieuwe zaak
en ieder weet het, met nieuwe zaken moet men leeren om
te gaan mijne proeven zijn ook in 't klein genomennadat
ik het boekje van Goffart in 1880 gelezen had en, ik beken
het gaarne, wat ongeloovig was, waagde ik in September van dat
jaar ongeveer een hectare gras er aan niet met vertrouwen in
de zaak; doch dat gras was al vier dagen doornat geregend,
't bleef regenener kwam toch niets van teregtdit kon ik
er ligt aan wagen en met stortregens werd het ingehaald;
tot nieuwjaar liet ik het onaangeroerd en maakte toen den
kuil openeen geweldig zure lucht was het eerst wat wij
bemerkten en toen het gras bloot kwam zag het er vies en
donker gekleurd uit, de eerste gedachte was, dat het caar
de mestvaalt gebragt zou kunnen worden: er was echter geen
verrotting te bemerken't was nog even sterk als gras't
werd voor eenig jong vee gelegd, die er eens aan ruikten,
eens proefden, doch het daarbij den eersten dag lieteii; na
drie dagen aten mijne tweejarige drachtige vaarzen het met
graagte, ten slotte alles schoon op, en nimmer hebben mijne
vaarzen er beter uitgezien.
„Toen dit in zoo natten staat binnengereden gras zulk een
goede uitkomst gaf, moest een vervolg geleverd worden; in
den zomer van 1881 meende ik echter mijn beste gras er
nog niet aan te moeten wagen, daarom reed ik ongeveer 90
ligte wagenvrachien gras binnen van wegen en andere kamp-
jes land, waarvan het anders veel tijd zou gekost hebben
ora te hooijenhierbij waren eenige vrachten van eene nieuwe
kunstweide, die met gerst, gras en klaver was ingezaaid en
bij het binnenhalen zeer sappig waren; al het gras werd
denzelfden dag dat het gemaaid werd bij droog weer binnen
gereden, in vijf dagen was de inkuiling afgeloopeu in de
schuur wa3 het gras in drie afdeelingen verdeeld en werd na
de vulling het gras met planken overdekt en daarop een laag
zand ongeveer 30 cM.overeenkomend met een gewigt van
500 kg. per vierk. meter.
„Dit jaar a'cKtte ik het noodig melkende koeijen er mede
te voederenik zette daarom 12 mijner vroegkalvers apart,
begin December werd een der afdeelingen van het ingekuilde
gras opengemaakt en met voederen begonnen 't gras zag er veel
beter uit dan in het vorig jaar en de koeijen aten het van
den eersten dag af met graagte; in de tweede afdeeling lag
bovenop het sappige van de nieuwe weide dat zag er zeer
onoogelijk uit, 't rook onaangenaam, doch de koeijen aten
het met evenveel graagte als het andere; 't is nu 18 April
en ik heb nog voor een achttal dagen voorraad, alle koeijen
hebben zich uitstekend gehoudenzij kalfden in December
en Januarij, hebben tot nu toe veel melk gegeven en de boter
heeft de kleur als grasboter.
„Vele landbouwers zijn bij mij dezen winter komen zienik
geloof de meening van verreweg de meesten in't kort zamen te
vatten dat toen zij eerst het gras zagen dit hun niet meeviel
't zag er niet zoo oogelyk uit als mooi blank hooi en 't
rook lang niet zoo lekker; bragt ik ze echter bij de koeijen,
dan was ieder tevreden over de gespannen uiers en de welge-
daanheid der koeijen. Hoeveel land ik nu voor die 12 koeijen
gebruikt heb, om ze van Dec. tot einde April te voeden
kan ik niemand beantwoordendoch alles te zamen genomen
is zeker niet meer dan 4 hectaren gras ingekuild. Een laatste
woord aan hen, die in den winter groen voeder willen geven
aan hun vee: zy bedenken, dat het niet het raalsche jonge
gras is dat de koeijen in de weide hebbenhet is in den
regel gras dat niet zoo voedzaam is, oradat het meer is
uitgegroeid, men meene dus niet dat met ingekuild gras al-
leen eene uitstekende melkgeving te wachten is; men geve
het in de plaats van hooi en geve daarbij hetzelfde kracht-
voeder als men gewoon is dat bij hooi te doen; dat deed ik
ook en ik ben er over tevreden en voornemens de inkuiling
op uitgebreider schaal te doen."
TFaddintveenJ. V. D. Breggen Az.
landbKroniek)
De Nieuwe Groninger Courant bevat het volgende over
Een Pensioenfonds voor den werkenden stand.
Steller dezes las dezer dagen met groot genoegen in de
Vragen des Tijds van Mei een artikel van prof van Geer,
getiteid: de Nederl. staatloterjj in gelouterden vorm. Nadat zijn
hooggel. daarin heeft gewezen op het onzedelijke en schadelijke
dier loterijstelt hij voor deze af te schaffen en te verande-
ren in een pensioenfonds voor den werkenden standin zeker
opzicht Ook eene loterij, maar van edelen vorm. Wat toch is
eenmaal het lot van onzen werkenden stand? oud en arm.
Als hij het zoover brengt, zyne kinderen zooals men zegt
met God en eere groot te brengen, houdt hij zich knap.
De Staat pensioneert zijn ambtenaren met of zonder heffing
van bijdragen. Maar voor de duizenden werklieden bestaat
weinig of niets van dien aard. Voor eene betrekkelijk kleine,
doorloopende bijdrage, mils vroeg genoeg begonnen en steeds
voortgezet, zou de werkman zich tegen den ouderdotn kunnen
verzekeren. Stelt men nu dat met 60 jarigen leeftijd de op deze
wijze tot stand gebrachte kaslyfrente begon uit te betalen dan
zou deze, aangezien het grootste deel der contribuanten gestorven
zou zijn, reeds eene aardige som kunnen bedragen bij goede
administratie. Aan wie echter deze administratie optedragen?
Zal de zaak vertrouwen winnen, dan moet de Staat zich daar-
mee belastenen deze kan dat op eene wijzedat zij eene
inrichting in het leven roept, waar de werkman zijn bespaarde
penningen kan brengen die hem later in den vorm van lijf-
rente of pensioen worden uitgekeerd. Deze inrichting zou
slechts eene uitbreiding zijn van de postspaarbanken. Door
middel van de postkantorenpostspaarbanken ontvangers en
andere ambtenaren kon de werking over het gansche land,
tot de uiterste hoeken worden uitgebreid. Geene maatschappij
kan zooveel vertrouwen geven en verantwoordelijkheid dragen
als de Staat, die daarom ook geen waarborgkapitaal behoeft.
Daarentegen zijn de bezwaren van den Staat zeer luttel in
vergelijking van het hooge belang. De kosten worden tot een
minimum gereduceerd want aan het personeel der postkaDtoreu
en postspaarbanken behoeft slechts eenige uitbreiding gegeven
te wordeuhet hoofdkantoor en centraalbestuur kan even
zoo wel met deze inrichting vereenigd worden. Ja eigenlijk
is de geheele zaak als niet veel meer dan eene uitbreiding
der postspaarbanken te beschap-ven. In wijze van storting ko
men zij geheel overeen slevrTts in de terugbetaling bestaat
verschil. Terwijl de spaarbank ten alien tijde het vroeger ont-
vangene met de rente aan de inlegger of zyn gemachtigde
terug geeft, betaalt het fonds slechts aan denzelfden persoon
op vooraf bepaalden leeftyd en in den vorm eener jaarlijkscbe
uitkeering tot aan den dood. Moge dit tegen de gewone wijze
van sparen een nadeel schijnenmen zie toch de voordeelen
niet over het hoofd. De bijdragen loopen veel meer op, en
door de sterftekans en door de hoogere rente.
Door het bovenstaande geven wij bijna letterlijk het plan
van den geeerden schryver terug, waarbij wij niets weten
te voegen en is het alleen om het zoo algemeen mogelijk
hekecd te maken, dat wij het gaarne in alle dagbladen zou-
den zien opgenoraenopdat misschien eenmaal, wat nu een
vloek voor het volk is, tot zegen gemaakt moge worden.
Hli. MM. de Koning en de Koningin worden 26 Julij op het
Loo terug verwacht.
Z. K. H. Prins Alexander der Nederlanden heeft een paar
prachtige met ziiver gemonteerde karaffen aan den heer L. Prins
te Amsterdam doen toekomen, om als prijs te dienen voor de door
de jonge dames Benjamins, Lob en Prins te houden weldadigheids-
loterij ten behoeve der verdrevene Itussische joden.
Bij ds. J. P. Hasebroek, te Amsterdam, is voor het orgel in de
in aanbouw zijude elfde kerk der Ned. Herv. gemeente alaaar, van
iemand die onbekend wenscht te blijven, ontvangen de aanzienlijke
gift van f 15,000.
Een hevig onweder, vcrgezeld van rukwind, veroorzaakte te Wie-
ringen belangrijke schade aan huizen en schepen. Het zeewater
werd op den lagerwal in een oogenblik ongeveer een meter opge-
stuwd. Een vlet werd opgenomen en ongeveer 100 meter verder
neergesmeten. Een menigte zeegras en hooimijten en verscheiden
wagens, waaronder een met hooi geladen, werden omvergeworpen
en beschadigd. Een arbeider werd van den grond opgenomen en
een aanzienlijk eind weggeslingerd.
Te Luchteln (onder Yenlo), is een moord gepleegd op den Iand-
bouwer Rauber, die door zijnc vrouw en zekeren Kaizer, die met
haar in geheime liefdesbetrekking stond, om het leven werd ge-
bracht. De daders bevinden zich in arrest en hebben reeds hunne
misdaad bekend. Het oudste kind van den vermoorde, 6 jaren
oud, heeft de politie op het spoor gebracht.
Kort, maar krachtig. In een spoorweg-conpe.
Conducteur. Kaartjes, asjeblieft, heeren (Echtgenoot geeft hem
twee biljetten.) Conducteur. Behoort die dame bij u Heer.
(met een zucht) Helaas, ja
Men schrijft ons uit Schagen»In vele bladen is uit het
„Rott. Nbl." een bericht overgenomen (zie ook ons vorig nummer),
waaruit Meek dat in Schagen, met een bevolking van 3200 zieleu,
in de verloopen drie maanden niemand was overleden. Het spijt
ons voor Schagen dit bericht te moeten'tegenspreken. Hetsterfte-
cijfer in het 2e kwartaal van 1882 was, vergeleken bij andere jaren,
zelfs aanzienlijk."
Men leest in de »Arnh. Ct.": Gewoonlijk is men tevreden als
men voor een zaak maar een naam heeft, en denkt men niet aan
de zonderlinge combinatien, waartoe een naam aanleiding kan
geven. Zoo wordt nu, blijkens de agenda van de volgende reads-
zitting te Arnhem, vergunniug aangevraagd tot verplaatsing van
een privaat in het Paradijs.
Te Linnich heeft men volgens de »Aack. Ztg." in een stal een
zoogenaamde rattenkoning gevangen. Twaalf bijna volwassen ratten
zijn ill. met hare staarten aan elkander gegroeid. De staarten zijn
door elkander gevlochten en vormen in het middelpunt van den
rattenkoning een vormlooze klomp.
Een lief excuus. Voorbijganger, die juist een zakken-
roller betrapt, die hem zijn portemonnaie ontfutselen wil. vKerel
weet je wel wat je daar doet? Weet je wel dat ik je eigenlijk
dadelijk aan de politie moest overleveren Gauwdief. Och,
meneer, u moet 't zoo kwaad niet opnemen, ik wou alleen maar
zien, of u een bankje van 25 kondt wisselen.
Te Deventer werd een kind, dat ongesteld in een ledikant met
behang was nedergelegd, steeds zieker, ondanks geneeskundige ver-
pleging. Bij het opsporen der oorzaak is gebleken, dat het behang
(cretonne) arsenicum bevatte. Ieder zij dus voorzichtig.
De opbrengst van den accijns op het gedistilleerd in de maand
Junij, wijst weer een aanmerkelijke vermindering in vergelijking
met de opbrengst in het vorige jaar, voor de inwerkingtreding der
drankwet: nl. /30,916. De veraecijnsde hoeveelheid gedistilleerd
is dus 54,238 liters minder.
In de eerste 5 maanden van dit jaar was de hoeveelheid verac-
cijnsd gedistilleerd 231,900 liter minder dan in hetzelfde tijdperk
in 1881; in de eerste helft van dit jaar dus is die vermindering
286,138 liter.
VeelzijdIge talenten. Rechter (tot den beschuldigde). Bij
gebrek aan legitimatie-papieren, moet gij opgeven waar en in welke
kwaliteit gij de laatste jaren hebt gewerkt. Beschuldigde. uJa,
dat is een half jaar in Leeuwarden als mandenmaker, vier maanden
in Rotterdam als schoenmaker, zes maanden in Amsterdam als
metselaar en drie maanden in Leiden als timmermau." Rechter.
„Hoe komt ge aan al die verschillende ambachten?" Beschul
digde. Dat is ook mij een raadsel, mijnheer de President, maar
in elk tuchthuis ontdekte men telkens nieuwe talenten in mij."
Een nieuwe manier van solliciteeren. De
Pransche Minister van Finantien ontving den volgenden brief
Mynheer de Minister, ik heb de eer u een betrekking te vragen
bij 'de bureels van het Min. van Finantien. Ik voeg hierbij mijn
stukken. Indien ik einde der maand geen antwoord van u heb,
zal ik het er voor houden, dat ik aangenomen ben en zal ik den
len Aug. mijn post komen bezetten."
Boven den ingang van een nieuw opgerichte tapperij aan de
Hoogevaart (gemeente Capelle,) ter plaatse waar een station van
den ontworpen Staatsspoorweg Zwaluwe-'s Bosch zal komen, kan
men het volgend opschrift lezen
Vergunning geweigerd, maar daarom geen nood,
»Wij tappen nu bier, en ook wijn, voor ons brood."
Op die wijze heeft de eigenaar het woord #vergunning" boven
zijn deur, zonder »vergunning" bekomen te hebben.
Het geschenk. Knaap. »Meester, compliment van vader en
of u deze ilesch wijn op vaders gezondheid wil drinken." On-
derwijzer. Maar kereltje-lief, 't spijt me waarlijk dat uw vader
mijnentwege onkosten maakt." Knaap. »Toch niet, meester,
vader heeft deze flesch wijn ook cadeau gekregen maar hij is vader
te zuur."
De Parijsche bladen bevatten een aantal bijzonderheden
omtrent de vreeselijke gasontploffingin de buurt van het in-
gewijdde nieuwe Stadhuis, die erte midden van de toebe-
reidselen voor het nationale feest, zoo groote verslagenheid
teweeg bragt.
De restaurateur Garckdie op den hoek van de rue Fran
cois Mirou en de rue du Pont Louis Philippe woont, ont
dekte 's morgens te 6 uren, dat er in zijn kelder een lek in
de gasleiding was.
Hy gaf daarvan onmiddellijk kennis aan de directie der
gasfabriek, maar voor er in voorzien had kunnen worden,
had een gasontplolfing plaats in een kapperswinkelnaast
het restaurant. Het begin van brand, daardoor ontstaan
werd spoedig gebluschten men begon nu in den kelder
naar het lek te zoeken. Maar eenige oogenblikken later hoorde
men, dat de vlammen zich, door de gasleiding onder den
grond aan het koffijhuis van den heer Duchesne, aan de
overzijdehadden medegedeeld. Zij sloegen uit de opening
van een riool in het midden der straat, hetgeen tal van
nieuwsgierigen lokte.
Op eens hoorde men een ontzettende knal en sprong de
voorgevel van het Koffijhuis uiteen, terwijl naar alle zijden
stukken steen, glas, ijzerwerk enz. onder de toeschouwers
vlogen. Vijf personen werden daardoor gedood en ongeveer
35 ernstig gewond.
De straat had veel van een slagveld overal lagen gekwet-
sten bloedend tussehen het puin. De eigenaar van het koffij
huis werd dood onder een hoop steenen gevonden. Men
verschafte den gcwonden ten spoedigste geneeskundige hulp;
zij werden in de buurt onder dak gebragt en verbondenen
vervolgensbij gebrek aan rijtuigen, op handkarren en ge'im-
proviseerde draagbaren naar het gasthuis gebragt.
De omliggende buizeu hadden veel geleden en dreigden
in te storten de bewoners vluglten in den grootsten angst
sommigen over de daken. Van 8 uren af, het uur der ont-
ploffing, tot 1 uur in den middag, hadden nog telkens ont-
ploffingen plaats, hoewel men alles deed om die te voorko-
men, en onmiddellijk aan het werk was gegaan om de gas-
leidingen af te snijden.
Het verkeer door de geheele wijk werd op last der politie
gestremd. Men vreesde nog aanhoudend voor nieuwe onge-
lukkeu. Maar te drie uren was het gevaar geweken. De
straten worden nu met olielampen verlicht. Er zijn onmid-
delijk maatregelen genomen tot ondersteuning van de gezinnen
der slagtoffers, waaronder vele brandweergasten.
Te Berlijn in de Ackerstrasse slaat een huiswelks breede
gevel de aandacht schier van elken voorbijganger trekt. Die
zoowat bekend is met hetgeen daarachter wordt gevonden
blijft er onwillekeurig voor staan want het is in zeker opzicht
het merkwaardigste huis in de gansche stad.
Op officieele wijze is bij de gehoudeu volkstelling gebleken
dat daarin zijn gevestigd 1063 Evangelische bewoners, 132
Katholieken, 26 Israelieten en 27 personen behoorende tot
andere gezindten. Er waren 171 Evangelische, 13 Katholieke
en 4 Israelitische echtparendaarenboven 33 paren die een
gemengd huwelijk hebben aangegaan, en wel i8 waarby de
man de Evangelische, de vrouw de Katholieke leer is toege-
daan 11 waarbij de man Katholiek en de vrouw Evange-
lisch; 2 Evangelische maunen hebben een huwelijk met
Evangelische vrouwen aangegaan, 1 man is er in gevestigd,
wiens wederhelft den Joodschen godsdienst belijdt eu den
Israeliet woont erwiens echtgenoot tot het Evangelische
kerkgenootschap behoort.
Men vindt er tevens een groot aantal vrouwen in, die
geen mannelijken steun hebben, zelfs zijn er acht in geves
tigd, die door haar echtgenooten zijn verlaten.
Mannen wonen er die nimmer de huwelijkszee hebben be-
varen, anderen die hun medgezellinnen onderweg hebben ver-
loren vrouwen die reeds jaren lang het overlijden harer echt
genooten beweenen.
Voegt men ze alien te zamen, oud en jong, die in nom-
mer 132/133 Ackerstrasse het genot des levens smaken, dan
klimt men tot een getal, 't welk menige straat der hoofd-
stad niet bevat, waarin geen kazerueweeshuis of gevange-
nis staat. Het totaal der bewoners van dit huis is 1285 en
een tweede voorbeeld van dien aardde drie zooeven
genoemde gebouwen niet meegerekend is er in gansch
Berlijn niet te vinden.
Een handelaar in effecten te Heerenveen liet voor eenige
dagen voor rekening van derden aan de Beurs te Amsterdam
eenige Theiss loten koopen. Zij werden ontvangen en den
kooper ter hand gesteld. Naauwelijks is dit geschiedof de
telegraaf seint: Zend nommer zoo en zooveel terug, daar er
bij de trekking van Januari jl. 100,000 fl. op gevallen is. De
verkooper had dit eerst toevallig ontdekt, toen hij het stuk
aLregeven had. Voor den kooper, iemand nit Knijpe, was het
wel hard, dat stuk100,000 waard, af te geven; maar het
Beursreglement is in zulk een geval zoo duidelijk, dat ver-
zet, al ware het beproefd toch vruchteloos zou geweest zijn.
Zooals men weet houdt het bijgeloof 13 voor een ongeluks-
getal en meent men, dat waar 13 personen aan tafel zitten,
een hunner binnen 't jaar zal sterven. Deze dwaasheid moet