- 154 - Eendekroos. Over de Stallen. Is de winterkoude voor de insecteii al of niet schadelijk? Paardendekens, f lien, of de sluizen des hemels openden zich en zonden een bevruchtenden stroom op het aardrijk neder. Wei een bewijs hoe geliefd onze keizer thans bij de god en is en hoe bereid- willig zij al zijne wenscben vervullen!" Het kroos kan met goed gevolg als varkensvoeder gebruikt worden en van de met kroos gevoede varkens stervcn weinige aan de bekende ziekte. In het kroos bevinden zich veel en velerlei waterdieren, die, eveuals de blaadjes der plant, zon- der nadeelig gevolg met graagte door de varkens worden ge- geten. Niet het zoogenaamde „flap", dat aan de lange draden te kennen is, wordt hier bedoeld wel de kleineronde platte blaadjes, die op de oppervlakte van 't water drijven. Het kroos loont werkelijk de moeite van het te zoeken- Luchtdroog eendekroos bevateiwit 28. 3 koolhydraten 32. 4, asch 18.1, vet 3.9, water 8.4 en runvezel 3.9 pet. Welk een groot eiwitgehalte bezit kroos en ook welk eene niet te ver- smaden hoeveelheid vetUit overtuiging wordt deze zoowel hier als elders misschien geheel onbekende, en toch uiterst goedkoope voederstof aanbevolen. In waterrijke provincien behoeft men weinig moeite te doenom een aanmerkelijke hoeveelheid daarvan te verzamelen. Als mestspeeie bezit het kroos insgelijks uitmuntende eigen- schappen en staat het even hoog als stoffen waarvoor aan den mesthandelaar geld wordt betaald. SV.) De ziekten onder het vee kunnen dikwijls toegeschreven worden nan de nalatigheid der landbouwers. De stalleu slecht gelucht, worden niet behoorlijk gereinigd de urine der dieren dringt door de vloersteenenbederft en doet uitwasemingen ontstaan, die schadelijk zijn voor de gezondheid der dieren. Men moet elders de oorzaak niet zoeken van de doodende veeplagendie alligt ontstaan op het tijdstip der warmte en soma de helft der bevolking van de stallen doet sterven. Met eenige voorzorgen zouden de landbouwers, zoo zij niet geheel en al het uitbreken van ziekte kunnen voorkomenten minste kunnen maken dat zij zich min zelden voordoen en niet zoo erg zijn. Het zou enkel voldoende zijntusschen de vloersteenen mortel te strijken, orn te beletten dat de urine er doorlooptden mest alle dagen weg te nemen, de eetbakken dagelijks te reinigen en eindelijk te zorgen, dat er in de stallen breede deuren of vensters zijn, die men kan openzetten om in elk jaargetijde, voornamelijk in de lente en in den zomer, de lucht te ververschen. De vallenregtstreeks boven de ruiven geplaatst en die den stal met den hooizotder in betrekking stellenlaten toe in een oogwenk het voeder toe te dienenmaar als men den hooibussel ontbindt om het hooi in de krib te werpen, komt er altijd eene wolk stof uit, die de paarden zal verblinden. Ondanks de voordeelen die deze vallen kunnen aanbieden voor de snelheid van de dienst, moet men niet aarzelen ze te veroordeelen. Als men de paarden op groen voeder stelt, moet men eenige bijzondere zorgen nemen. De klaver in te groote hoeveelheid toegediend, geeft aan de paarden soms dnizelingen het is eene altijd gevaarly kesoms doodelijke ziekte. Men vermijdt die ongevallen door de klaver geinaligd te gevenin verscheidene hoeveelhedenafwisselend met droog voeder en door de dieren zemelwater te laten driuken. Met den dag, dat men op dergelijke wijze de eenvoudige beginselen der gezondheidsleer zal toepassenzal men drie vierden der ziekten onder het vee zien verdwijnen. Men hoort zeer dikwerf beweren, dat een groot deel der insectenlarveu door de winterkoude vernietigd wordthet gaat daarmede even als met vele andere zaken, dat men het maar gelooft zonder zich de moeite te geven het eens te onderzoeken. Sedert vier jaren heeft een Engelsche dame, Ormerod, waar- nemingeu op verschillende punten van hanr vaderland laten doen, ten einde de waarheid of onwaarheid van genoemde meening gewaar te worden. De in het jaar 1879 gemaakte opmerkingen strekten zich uit over de 60 schadelijke insecten- soorten. Overal waar men den toestaud van larven en poppen, die aan de koude, zij het onder den bast der boomen, zij het in den bevroren grond, blootgesteld waren geweest, had kun nen onderzoeken, bevond men, dat zij in deu regel niets had- den geleden. Daarentegen was de strenge koude der beide voorafgaande winters zelfs voor de bewaring der insecten gun- stig, want zij konden wegens de den grond bedekkende ijs- en sneeuwmassa's de insecten etende vogels ontkomen buitendien stierven wegens de felle koude vele vogels, zelfs zooveel als vroeger nooit in die mate is waargenomen. De statistiek levert dan ook als een natuurlijk gevolg het bewijs, dat geen enkele der schadelijke insectensoorten in het verloopen jaar in gerin- gere hoeveelheid is voorgekomen integendeel hebben vele scha delijke rupsensoorten zich in vermeerderd aantal vertoond. Ook korenwormen, enz., hebben niet ontbroken, en de schade door de insecten op de velden aangericht, is grooter dan wel anders geweest, zoodat de winterkoude eer als een bevorderingsmid- del dan als een hinderuis voor de iusecten-ontwikkeling kan beschouwd worden. Betrekkelijk zeer weinig lieden verstaan de kunst om op doelmatige wijze een paard zijn dekkleed om te hangen. Ge- woonlijk wordt het over den rug van het dier gelegd, zoodat het alhangt langs de ribben, en soms over den staart juist die ligchaamdeelen ongedekt latende, die het meest beoadeeld worden door ruw weder of strenge koude. Het is voornamelijk de borst van het paard, die, wijl ze de longen bevat, meer behoefte heeft aan beschutting dan de rug en de zijden. Indien wij, menschen, aan een scherpen noordenwiud of felle vorst zijn blootgesteld, zullen wij immers instiuctmatig borst, hals, nek en schouders tegen dien verkleumenden invloed beveiligen. Want zoodra die teedere deelen voldoend verwarmd zijn, kan het overige van het ligchaam veel meer koude verdragen zonder daar schadelijke gevolgen van te ondervinden, dan in geval de longen niet behoorlijk waren warm gehouden. Hetzelfde geldt nu ook omtrent het paard. Zijn wollen kleed moet den nek en de sehoften omslniten en over de borst dubbel worden aangelegd. Daarom is het aan ieder, die zijn paard een doelmatig dekkleed wil verschaffen, aan te raden, dat hij er eene koope, dat de borst en sehoften van zijn dier bedekt. Die uitgaaf zal goede rente afwerpen. Vele voerlieden in Engeland hechten een dikke wollen lap of kraag van achteren rond het haam van hunne paarden en laten die bedekking tot over de borst afhangen; deze handel- wijze is uitmuntend, vooral indien het kleed van onderen door riempjes of lussen rondom het bovensle gedeelte der voorpoo- ten bevestigd is en het opwaaijen aldus belet wordt. Een der gelijke verwarming zal het paard vrij wat nuttiger zijn dan een deken, die hem gewoonlijk vrij achteloos over den rug wordt geworpen, zooals hier te lande meestal geschiedt. Het paard is, niettegenstaande zijne groote ligchaamskrach t. een teer dier, zoodat zijne gezondheid vele voorzorgen ver- eischt. Evenals een mensch vat het zeer ligt koude en de gevolgen van gevatte koude openbaren zich ook bij het paard in ongesteldheden der ademhalings-werktuigen en bovendien in stramheid der beenen. Zoolang het paard in beweging blijft, zal het zelden of nooit letsel ondervinden door strenge koude of hevigen wind, maar zoodra het onder het werken, en dus in meerdere of mindere mate bezweet zijnde, stil staat, ook zelfs maar enkele oogenblikken, zal het den nadeeligen invloed eener gestrenge temperatuur niet outgaanen ten- gevolge daarvan is het oud dat wil zeggen onbruikbaar voor zijn tijd. Door het paard zorgvuldig te bescliutten tegen het vatten van koude, bevoordeelt de voerman zijn beurs alzoo in de eerste plaats. Z. K. H. de Prins van Oranje is, volgens de N. R. Ct., niet, zooals gemeld is, naar Pau vertrokkeu maar bevindt zich voort- durend in de residentie. De Regeering heeft een beslissing genomen omtrent de remtoe- stellen en bepaald dat met den zomerdienst van 1883 alle snel- treinen, die meer dan 60 K.M. per uur aileggen, van een door- gaand, zelfwerkend remtoestel moeten zijn voorzien de andere personentreinen alleen wanneer de Regeering het voorsehrijft. Te Hengelo is, ter gelegenheid der kermis, een nog jeugdig fabrieksmeisie, door overmatig te dansen, in elkaar gezakt en was oogenblikkelijk daarna een lijk. Volgens eene opgave, die de gebroeders Rothschild te Frankfort voor de inkomstenbelasting hebben gedaan, heeft baron Willy von Rothschild een jaarlijkseh inkomen van4,778,000 mark, terwijl zijn oudere brooder Maier Karl het zijne op 4,560,000 mark heeft geschat. Volgens deze opgave heeft dejongste baron icderen dag 13,120 mark te verteren. Een telegram van den Gouverneur-Generaal van Nederl. Indie meldt, dat op 13 September te Samalangan een belangrijk succes be- haald is door de flinke houding van het leger en de vloot. De talrijke vijand is met groot verlies uit zijn stelling verdreven, onzer- zijds waren er 10 gekwetsten. Samalangan, Passangan en Palente zijn door de marine getuchtigd. In groot Atjeh is door een patrouille Sijakattar zwaar gewond en zijn bende uiteengedreven met achter- lating van 6 dooden. De toestand is verbeterd. In de kestauratie. Een gast bestelde biefstuk met nieuwe aardappelenhij krijgt echter oude. »Zijn die aardappelen van dit of van 'tvorig jaar?" vraagt hij den kellner. »Kan u dat niet proeven was de wedervraag van dezen. „Neen," sprak de gast. »Nu dan zal 'tu ook wel 'tzelfde zijn," vervolgde de slimme Jan. In de straat de Crenelle, in de Parijsche buurt Gros-Caillou, is in een verborgen hoek het geraamte van een vier- of vijfjarigen knaap gevonden. Men vermoedt, dat hij door toedoen zijner 26- jarige moeder, eene wednwe, wier naam bekend is, op deze plaats den hoDgerdood is gestorven. De ezel, die in het eerste bedrijf van »la Fille du Tambour Major" optreedt, weigerde Maandagavond te 's Hage den hem toegedachten drank te gebruiken. De Beer wist er dadelijk een aardigheid op en fluisterde grauwtje toe Wees maar niet bang, we hebben ver- gunning." Toevallig slorpte langoor daarop het voeht naar bin- nen onder luid gelach van het publiek. In Zwitserland herinnert men zich geen Septembermaand als deze. De bergen rondom de meren zijn reeds bedekt met sneeuw. Zater- dag sneeuwde het te Lucern. Ook hebben overstroomingen veel schade aangericht. Men schrijft uit New-OrleansThomas Smith, een voornaam Mulat, bewoner van deze stad, werd hier begraven, en had op een zeker tijdstip tien vrouwen, van welke negen hem overleven zeven zijner weanwen woonden de plechtigheden bij. Vier barer vergezelden het lijk naar het kerkhof, en keerden na de begrafenis terug naar de woning van den doode, alwaar zij met de andere weduwen een hardnekkig gevecht begonnen, over het bezit der eigendommen. De huismeubelen werden aan stukken geslagen, der vrouwen waren schier al de kleeren van het lijf gescheurd, het baar hing los om het lioofd, hare aangezichten waren met nagel- sporen doorkruist, juist alsof ze door een brembosch waren gesleept, alien waren erg gehavend, maar er bleef geen enkele doode op het slagveld. Zekere Cronmpantout, die te Vauvert met een voerman in twist geraakt was, beet dezen een stuk uit den wang en at het op. Voor den commissaris gebragt, verklaarde deze vreeselijke man, dat hij ook beide wangen, neus en ooren van den voerman opgegeten zou hebben, als men hem slechts had laten begaan I Het stoomschip Asia is Donderdag jl. gedurende een hevigen storm op het meer Huron vergaan. Van de 100 opvarenden zijn 98 omgekomen. In een vergadering van hotelhouders te Berlijn is met algemeene stemmen hot besluit genomen, om met 1 Oct. aan alle hotelbe- dienden het dragen van baard en knevels te verbieden, en in geval van weigering bun den dienst op te zeggen. Het juiste aantal slachtoffers van het spoorwegongeluk bij Hug- stetten is thans bekend en bedraagt 270, waarvan onmiddellijk ge- dood en tot dusver aan hun wonden overleden zijn 75 personen, zwaar en tamelijk ernstig gekwetst 95, licht gekwetst ongeveer 100 personen. Iutusschen verkeeren nog verscheidene zwaar gekwetsten in levensgevaar. In den schouwbtjbg. Twee bezoekers van den sehouwburg hebben plaats genomen op den vierden rang. Er ontstaat een twist tusschen hen en in de hitte van den woordenstrijd zegt de een als jij geen gemeene kerel waart, zou je niet op den vierden rang gaan zitten." Op het gebied van het lager onderwijs heeft zich hier te lande iets nieuws voorgedaan. Op de school te Zandeweer (een dorp in de gemeente Kantens, in Groningen) namelijk worden de jongens ook onderwezen in het breijen en kousenstoppen. Bij een stierengevecht te Marguerittes (bij Nimes) is een artil lerist, die een woedenden stier de roode cocarde van den kop wilde nemen, door het dier in 't hart gestoken. Voor dood werd hij weg- gedragen maar 't feest werd voortgezet. Bij een landbouwer te Gorinchem is eene koe door den Rijks- veearts afgekeurd en later door de policie begraven. Den volgenden dag echter ontdekte men, dat de kuil geopend en de begraven koe verdwenen was. Een Chineesch onderwijzer te Hongkong heeft, als geschenk voor de jonge Engelsche prinsen, die voor eenigen tijd deze stad bezoeh- ten op hun reis, een versregel van 33 letters geschreven op een gepelde rijstkorrel. Het miniatuurschrift ligt onder een vergrootglas in een zilveren doosje. Een ander Chinees heeft een zestig Chinee- sche letters geschreven op een enkel korreltje sesamzaad. Dat is nog iets anders dan de tien geboden op een dubbeltje. De Vogel opzetteb. Dame. Zie eens, gij hebt verleden jaar miju armen papegaai opgezet en nu vallen zijn veeren al uit. Vogel-opzetter. Maar, mevrouw, dat is juist de groote kunst. Ik zet altijd de vogels zoo natuurlijk op, dat ze even goed ruijen, als wanneer ze nog leven. Twee maanden geleden trad een jong notaris te Bransat, in het Fransche departement Allier, met eene nicht in het huwelijk, ging met liaar naar Parijs, verliet op een fraaien morgen met ongeveer 20,000 frcs. in den zak het logement, waarin zij hun intrek geno men hadden, en is sedert niet meer teruggezien. Tot nu toe is het ingestelde onderzoek vruchteloos geweest. Een mooi mideee. Iluisheer. 'tis nu al weer veertien dagen over den tijd, en nog heb je de huur niet betaald. Iluurder, Ja, weet u, de slechte tijden, weinig verdiensten. Huisheer. Allemaal uitvluchtjes. Als je de huur niet kuut be- talen, ga dan in een eigen liuis wonen. Goed bedacht. »Wel, buurman, jij ook in de stad? Kijk, dat gebeurt je ook niet dikwijls." »Ja, vriend, wat zal ik je zeggen, ik ken hier geen levende ziel, en dan wacht ik maar tot het heestenmarkt is, dan weet ik zeker, dat ik gezelschap viud." Te Civita Vecchia is de prachtige glazen zaal van de badinrichting Bruzzesi, waar dezen zomer zulke schitterende feesten aan de bad- gasten gegeven zijn, op een avond omstreeks half elf door een cycloon vernield. De schade bedraagt 15,000 lire. De hevigheid van den wind was z66 groot, dat zij die zich op dat oogeublik in de zaal bevon- den, voorover op den grond moesten gaan liggen, om niet meege- sleept te wopden. Alleen het buffet, dat van steen gebouwd was, heeft den orkaan weerstand geboden. De stoomtram van Winschoten op Finsterwolde heeft in den avond van 24 dezer haar eerste offer geeischt. Ten gevolge van een klein deraillement te Winschoten was de trein van zes een uur te laat te Finsterwolde en stond daar op ongewoneu tijd stil voor het liuis van mr. Koniug. De naar Winschoten vertrekkende trein had, in plaats van de machine voorop een goederenwagen voor, met pas- sagiers gcvuld, zoodat machinist noch condueteur deu stilstaanden trein tijdig geuoeg konden zien. De botsing liep voor de vele pas- sagiers gelukkig af. Drie jongens echter, die, gelijk hier zeer ge- bruikelijk sehijnt, achter en voor op de borden tusschen de wagens hadden plaats genomen, kwamen op deerlijke wijze in de klem. Twee verloren ieder een been en zijn reeds bezweken, terwijl ook de derde in een zeer bedenkelijken toestand verkeert. Juffrouw, een vriendin bezoekende »Tcrwijl ge even weg waart, Louise, heeft de papegaai gesproken." Vrouw des huizes: BJa, dat lieve beest is zeer geleerd. Als miju man me een lief woordje toevoegt, zegt hij het dadelijk na. Wat zei hij nu wel weer?" Vriendin: «Ouwe katuil." De Minister van Finantien heeft den 25 dezer de Staats- begrooting aangeboden. De te korten van vroegere dienst- jaren tot en met 1882 hedragen 27^/2 millioen. De begrooting van 1883 bedraagt 1 368/io millioen in uit gaaf of 6J/3 meer dan het vorig jaar. Meer wordt o. a. aangevraagd voor gevangenisbouw 6 tonlager onderwijs 14 ton, marine en oorlog 51 /2 ton, vvaterstaatnijverheid, landhouwposteiyen en telegrafen 6 ton. De middelen zijn voor 1883 geraamd op 1106/io millioen. Ilet tekort van 1883 bedraagt dus 262/io millioen, te dekken door de uit- gifie van vlottende schuld. Onder de uitgaven zijn echter 201/3 millioen voor groote werken, uit het leeningsonlwerp te bestrijdenterwijl op 2 millioen besparing mag gerekend worden. Het tekort tusschen de gewone ontvangsten en uit gaven is dus slechts circa 4 millioen. Het tekort kan nog stijgen als de lagere raming van den accijus op het gedistil- leerd tegenvalt en de ontwerpen tot overname van het Noord- zeekanaal en tot het aangaan eener geldleening worden aan- genomen. Daartegenover staat de hoogere opbrengst der mid delen. Versterking der gewone staatsinkomsten blijft wensclie- lijk en voorzigtig en daartoe kunnen de finantieele voorstellen, ingediend en nader in te dienen, bijdragen. De winterdienst op de Staatsspoorwegen zal met 1 Novem ber en op de overige spoorwegen met 15 October aanvangen. Eenige dagen geleden werd te New-York een plechtige lijkdieust gehouden voor het gewezen lid van het circus Renz mr. Avery, inecr bekend als het levend geraamte. Op het laatst van zijn leven behoorde hij tot Bunnell's Museumwaar dan ook de plechtigheid plaats vond. Zeker zijn er wel nooit zeldzamer gestalten om een doodbaar vereenigd geweest. In de kist lag het levend geraamte, nu het doode, en daar omheen stonden de andere celebriteiten van het Museum vier reuzen, een gevlekte jongende twee dikste mannen van Amerika, zeven Indianeu, zeven langharige vrouwen, wier haar het dubbele van hare lengte bedroeg, en een Duitsche dwerg. Mr. Avery had twee jaren alleen van melk en ijs geleefdwelke spijzen hij in kleine tusschenpozen gebruikte. Hij was vroeger overste in het leger der Unie, daarna rechter in het Westen, tot 1876, en bovendien vrijmetselaar van de loge te Cedar Vale, in Kansas, geweest. Op zijn verlangen is zijn lijk, in het belang der welenschap, aan een medisch college geschonken. Naar aanleiding van het meermalen, vooral in het Noorden, voorkomende gevaldat notarissen hunne betalingen staken, oppert de Arnh. Ct, de vraag: of daartegen niets te doen zou zijn? Zij erkent, dat het beheeren van geld niet behoort tot den officieelen werkkring den notaris aangewezen maar die uitoefening van het vak van kassier en bankier is zegt zij, te geriefelijk voor het publiek, om dat te verbiedeu. De Arnh. Ct. zou daarom wenschen dat de wet ze als zoo-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1882 | | pagina 2