- 182 -
een stoommachine van 10 paardekracbten aanschafte, maar uit
zuinigheid haar dagelijks zooveel brandstof toediende, dat er
slechts stoom werd verkregen, om een machine van 5 paar-
dekrachten te drijven? Zal hij door zulk eene spaarzaam-
heid zijn vverktuig doen verdienen? Zal zij hem datgene leve-
ren wat zij kon? Zeker nietEn in de landbedrijven, kleinen
zoovvel als grooten, is dit anders? Kan iedere verkeerde
zuinigheid niet tot de dvvaaste verkwisting leiden? Laten wij
eens zien wat onder het bedrijfskapitaal in eene boerderij ver-
staan wordt.
Bij een landbedrijf behooren drie zakenland, arbeid en
kapitaal. Verstaat men onder kapitaal alleen geld Zeker niet.
Hiertoe behooren ook de gebouwen, de landbouwwerktuigen,
het vee, het voeder, de mest, het koren en eindelyk het geld.
Deze verschillende vertegenwoordigers van het kapitaal moeten
wel onderscbeiden worden; want eenigen leveren slechts een
rente van 3J/24 pet., de anderen 1015 pet. en meer. Eeni
gen kuonen ouderscheidene malen gebruikt worden, eer ze ver-
sleten zijn (gebouwen, werktuigen, dieren), van anderen heeft
men slechts maar eimmaal gebruik (voeder, mest, zaaikoren,
geld enz.)die kapitaal-voorwerpen, welke meermalen gebruikt
zijn, noemt men staand bedrijfskapitaal, terwijl de anderen orn-
loopend bedrijfskapitaal worden genoemd. Deze onderscheiding
is van wezenlijk gewigt en gewoonlijk niet onpractisch, zooals
ze door menigeen genoemd wordt, die niet zelf denkt en oor-
deelt. Het al of niet renderen van den landbouw hangt voor-
namelijk af van de hoeveelheid en hoedanigheid van het voe
der en de mest euz.alzoo van het omloopende bedrijfskapitaal,
en niet van het staande, van de gebouwen, gereedschappen
en vee. Stellen wij ons een boerderij voor, die vele gebouwen
veel land, werktuigen en veel vee bezit, maar weinig voeder
en mest, alzoo veel staand bedrijfskapitaal, maar weinig om-
loopendzal zij zooveel afwerpen, als die, welke slechts de
noodzakelijkste gebouwen, werktuigen en vee heeft, maar voe
der en mest, dus veel wandelend kapitaal; kapitaal, dat in
het bedrijf omgezet, schielijk in den zak van den eigenaar komt?
Iloevele boerderijen ziet men niet, waarop de gebouwen
zoo weelderig mogelijk zijn ingerigt. Hoevele luxus bij koe-
en paardestallen! schoon en prachtig ingerigt, vast en sterk
-gebouwd voor kleinzoon en achterkind zelfs. Hoeveel kapitaal
wordt soms niet in het landbouwbedrijf vertimmerd! Menig
landbouwer verkwist een veel te groot deel van zijn vermogen
in dat staande bedrijfskapitaal, en het eigenlijk verdienende,
het hooge rentedragende, het schielijk in de kas van den land
bouwer terugkeerende bedrijfskapitaal ontbreekt. Wat is daar-
van dan het gevolg Schrale rente 1 onvoldoende opbrengst 1 Denkt
men zich een gebouw op een hofstede, dat b. v./15,000
wegens 't bouwen gekost heeft. Alles is ingerigt uit de eerste
hand, zoowel stallen als woonhuis. Maar de gebouwen hadden
ook kunnen opgerigt worden, misschien even zoo doelmatig,
maar met minder luxe, voor 10,000 en de eig6naar had.
f 5000 in de hand gehoudenmet welk omloopend
bedrijfskapitaal hij voor zijn vee het noodige krachtvoeder en
voor zijn land den benoodigden mest had kunnen aanschaffen.
Dat kan nu niet, want de 5000 is ingemetseld, en het
vee, dat in de kostbare stallen te staan komt, wordt het noo
dige niet verstrekt en zoude er beter aan toe zijn wanneer
hun verblijfplaats wat minder sierlijk en het voedsel wat rui-
mer was, en wat voor de dieren nuttig is, is dit in zekeren
zin ook voor den eigenaar.
Wie in de omstandigheden verkeert, dat hij bouwen moet,
mag niet meer vertimmeren dan uoodig is. ten minste wanneer
hij geen bedrijfskapitaal genoeg in handen houdt. Doelmatige,
soliede gebouwen heeft de landbouwer noodig, maar geen weel-
derige paleizen. Heeft men wat geld over, zoo laat men liever
een rationele bewaarplaats voor mest aanleggen. En zooals het
met de gebouwen gaat is het soms voor een deel ook gesteld
met de werktuigen; hoe menig kapitaal ligt daar waardeloos
op een volgepropten zolder of andere bergplaats 1
Dikwerf is er ook hier en daar veel te veel vee, dat het dan
aan voldoend voeder ontbreekt het omloopende kapitaal
alleen waardoor het vee opbrengst en overwinst kan afwerpen.
Wij herhalen nog eens, dat de grondslag van ieder practisch
landbouwer altijd moet blijven, alleen het noodzakelijkste staand
kapitaal in zijn bsdrijf te hebben, maar rijkelijk omloopend!
Alleen de noodige gebouwen, noodige landbouwgereedschappen
en het noodige vee, maar veel goed voeder en mest en bovenal
deugdzaam zaaikoren.
De vader van den rationelen landbouw, Albrecht Thaer,
stelde reeds 2 gewigtige regels, die heden nog gelden en dit
ook nog later zullen blijven:
1. Het land is een onnut kapitaal, de landbouwer moet het
eerst door arbeid en mest tot productie brengen.
2. Het voor arbeid doelmatig uitgegeven kapitaal draagt zeer
hooge en het voor mest doelmatig besteede de hoogste renten.
Aan den bodem wordt in den regel te weinig kapitaal ten
koste gelegdmen gewent zich aan zekere opbrengst, stelt
zich daarm fde tevreden en gelooft niet die te kunnen ver-
hoogen of ziet tegen vele uitgaven op. Dat dit niet alleen mo
gelijk is, maar zeer goed kan geschieden, is duidelijk aan som-
roige goederen op te merken, die in de laatste tien jaren de
opbrengsten verdubbeld hebben. Maar is echter nog een be
drijf aan te wijzen, waarvan men kan zeggen, dat het de
uiterste grens van productiviteit bereikt heeftP Maarvindtmen
een bezitter, die er zich op beroemen kan, het zoover gebragt
te hebben, dat hij geen hectoliter koorn meer per bunder
kan verbouwen Waar ligt het land, waarop alle vruchten
volkomen staan?
Noodig is, de wil en de middelen te bezitten, om waar te
maken wat een zeker landbouwer, die de beteekenis van het
mestkapitaal kende, beweerdehet moet aanwinnen, en wan
neer het niet aanwint, is dit onze eigen schuld. Velen zullen
zeggen, het kan waar zijn, maar het vele geld, dat dit kost,
komt dat ook zeker terug? Zonder geld gaat het niet en de land
bouwer moet zicb deze vraag even goed voorleggen, als wanneer
hij een goed koopt of nieuw huis bouwt. Hij zal echter,
waar hij het kapitaal doelmatig aanwendt, dit niet alleen terug
krijgen maar het aan den grond besteede geld tot hooge rente
opvoeren.
Bij de aanwending van het bedrijfskapitaal worden echter
groote misslagen begaau, en wel voor een deel door de keus
van gexhsw.bte mestspecien. In de laatste veertig jaren is over
het algemeen in het boerenbedrijf nergens meer geld door
verloren, dan door een verkeerde keus en onverstandige aan
wending van aangekochte me3tmiddelen. Toch blijft het altijd
waar, wat Liebig zeide: De landbouwer moet alle stoffen in
ruimer mate den bodem teruggeven, welke door de oogsten
daaraan worden ontnomen. En hoe dikwerf wordt bij de keus
hiertegen gezondigd. Men bedenkt niet dat kunstmeststoffen
slechts hulpmeststoffen zijn, die in den regel zeer eenzijdig
werken, en niet zooals de stalmest en ier, alle plantenvoed-
selstoffen, gelijk ieder plant ze noodig heeft, in zich vereenigen.
Toch vindt men bij de tegenwoordige eischen der landhuis-
houding zelden een bedrijf, dat dierlijke meststoffen genoeg
oplevert, en moeten er dus mestsoorten worden aangekocht.
Vele landbouwers kennen echter de hoofdmestbestanddee-
len niet; dat zij heeten stikstof, phosphorzuur, kali, kalk, enz.
en op welke wijze zij aangewend moeten worden; ofschoon
op landbouwvergaderingen de soorten dikwerf het onderwerp
van de bespreking waren.
Voor welke vruchten moet dan hoofdzakelijk het bedrijfska
pitaal door aankoop van mestsoorten besteed worden? Daarop
kan het antwoord volgen: Wie het gebruikt voor vruchten,
welke hij direct verkoopt, die ontvangt in den regel de uit
gaven het schielijkst terug; wie het besteedt voor voedergewassen,
als klaver, wortelen enz.die ontvangt ineestentijds zijn ka
pitaal niet zoo schielijk weder, hij laat het als ware het lan-
ger in den grond werken, dus meermalen omzetten; want men
moet niet vergeten dat men in de granen weder een deel van
den gebruikten mest uitvoert; door voedergewassen echter eene
grootere hoeveelheid en betere kwaliteit van mest verkrijgt.
Bij de voederplanten verdient de klaver bovenal de krachtig-
ste bemesting; want hoe weelderiger ze staat, zooveel te grooter
massa levert die op niet alleen, maar zooveel te beter zal ook
de volgende vrucht zijn. Dit gewas te brengen in uitgebouwd,
zwak land, is een groote misslag.
Van de hakvruchten is de aardappel het meest loonende,
hij gedijt goed als tweede en bij krachtige bemesting nog goed
als derde vrucht, en levert dan eene betere kwaliteit. Man-
gelwortelen en koolrapen daarentegen geven zonder nieuwe en
sterke bemesting, geen bevredigende opbrengst.
De keus der kunstmeststoffen moet zich zooveel mogelijk
rigten uaar de behoefte der planten, die geteeld worden, en
moet men in hoofdzaak zich aan het volgende houden:
a. Stikstof bevattende mestsoorten bezigt men voornamelijk
voor alle voedergewassen, ook wel bij peulvruchten voor de-
zen is eene verbinding met mineralen mest echter voordeeliger.
Tot de stikstofhoudende mestmiddelen behooren: peru guano,
chilisalpeter, ammoniakzouten en alle ammoniak bevattende
phosphateu.
b. Phosphorzuurhoudende mesten gebruikt men voor alle
granen, alsmede voor klaver en peulvruchten. Tot deze mesten
behoorenbeenderenmeel, vleeschmeel, hoornmeel en de ver
schillende guano-soorten.
c. Kalimest bezigt men voor bieten, klaver, aardappelen en
koolzaad. Tot de kalihoudende mesten erkent men de ver
schillende kalizouten.
En eindelijk kalk, dat Ook een hulpmeststof is en hoofdza
kelijk voor klaver, koolzaad en peulvruchten aangewend wordt,
de graauwe kalk wordt bij bemesting boven den witte gesteld.
Boven zeiden wij reeds, dat bij het gebruiken van deze
meststoffen nog zoo menigwerf gedwaald wordt, en deze dwalin-
gen de oorzaak zijn, dat de gekozen mest niet de gewenschte
uitkomst oplevert, en een groot deel van het besteedde geld
voor den landbouwer geheel verloren gaat. De schuld wordt
dan op hem geworpen, die het heeft aangeraden. Het is ook
min of meer verligtend en zeer gemakkelyk, wanneer men in
zyn bedryf ongevallen heeft, een ander daarvan de schuld
te geven men is te hoogmoedig de waarheid te zeggen, ik
zelf met mijne onvolledige keunis draag de schuld, dat ik
ook weder in dit jaar door het gebruik van ondoelmatige
mestsoorten zoo en zooveel geld verloren heb,
Van groot gewigt is het, dat ieder landbouwer zijn mest
voor garanderende procenten onderzoeken laat, die moeite is
zoo groot niet en de gelegenheid daartoe bestaat er. Inzonder-
heid het beenderenmeel komt dikwijls vervalscht voor en wordt
dan veel te duur betaald.
Niet minder van gewigt is het onderbrengen der meststof
fen, waarbij ook vaak misslagen begaan worden. In den re
gel' worden de kunstmeststoffen (met uitzondering van chilisal
peter) te ondiep ondergewerkt. Een gunstiger gevolg kan wor
den verwacht, wanneer beenderenmeel, evenals de overige
phosphaten, kalizouten en ammoniakverbindingen, niet onder-
geegd, maar ondergeploegd worden.
Verder kan er in het algemeen nog op een groot gebrek
gewezen worden, dat men vindt zoowel op groote als kleine
boederijen, en dit is het ontbreken van een goed ingerigte
mestplaats. Een feit is het, dat nog heden honderden van land
bouwers zonder deze zullen werken; want de gewone mest-
hoop voor de stallen, waar de stalmest los over elkander wordt
geworpen en opgestapeld, kan men toch niet goed ingerigt
noemen. Eveneens ontbreekt een ierbewaarder, en al te dikwerf
loopt die, door den regen weggespoeld, weg in slooten en
grachten, zonder eenig nut uit te werken. Professor Stokhardt
schat de waarde der ier van eene koe jaarlyks op pi. m.
112. Hoevele duizenden guldens zijn er dan reeds en gaan
nog steeds voor de bezitters jaarlijks verloren 1
Alsmede wordt er meermalen gezondigd tegen eene goede
vruchtopvolging, men zaait te veel koorn in verhouding van
de krachten van het land en laat er niet dikwerf genoeg kla
ver en andere voedergewassen tusschen loopeu. Te weinig in-
komende rente is op den duur hiervan ook weder het gevolg.
Het voeden van het rundvee is ook een punt van gewigt
Moet er soms mest worden ingekocht, met voeder is dat in
den regel nog meer het geval. De zuinigheid bedriegt hier
ook vaak de wijsheid, en die in dit geval het spaarzaamst
is, is menigwerf de grootste verkwister. Bij het inkoopen van
koeken enz. is scherp toezien een vereischte, want bedrog
wordt hier ook niet buitengesloten. Het voederen gaat verder
nog niet rationeel en wordt de sleurgang maar al te veel ge-
vofgd. Door eene doelmatige voederwijze zou het kapitaal,
daardoor gewonnen, eene groote waarde vertegenwoordigen.
Wat de keus van zaaizaden aangaat, dit kan ook niet te
naauwkeurig geschieden. Men ga alleen ter markt bij hande-
laren, die soliede bekend staan, anders kan men soms zeer
bedrogen uitkomen. Men kiest verder de beste en zwaarste korrels,
want het is hewezen, dat de wetten van overerviDg evengoed
toepasselijk zijn op granen als op het vee. Van een krachtige
zaadkorrel kan een krachtige plant, van een mindere slechts
een zwakke plant worden verwacht. Het kapitaal, te dien einde
besteed, zal goede vruchten afwerpen. LeeuwCrt
In Manilla heeft zich het verwonderlijke verschijnsel voor-
gedaandat een storm de cholera heeft verdreven. Na het
woeden van een hevigen orkaan kwam geen enkel geval van
die gevreesde ziekte op het eiland meer voor.
Een zeer geheimzinnige geschiedenis vervulde voor eenigen
tijd te Louden aller gemoederen. Een Duitsche bakker,
Stanger genaamdwas op een gegeven oogenblik spoorloos
verdwenen en is sedert niet teruggevonden. Thans is het aan
de naanwkeurige politie gelukt om in het huis, dat door den
bakker bewoond werdonder den vuurhaard overblijfselen van
menschenbeenderen en een hemdkraag met bloedvlekken te
vinden.
Aan F. H. Harff te Amsterdam, die in den nacht van 12 op 13
September 1881 bij een drenkeling, uit de Leliegracht behouden
op het drooge gebracht, de levensgeesten weer heeft opgewekt, is
vanwege de Maatschappij tot redding van drenkelingen een gouden
medaille uitgereikt.
Jannetje Struik, de millioenen-juffrouw, nog steeds te Rotterdam
in hechtenis, is bij vonnis van de Arrondissements-rechtbank te
Amsterdam veroordeeld tot bctaling van f 1400 aan de firrna Wam-
steekerVan der Gant, voor een gekochten, doch niet betaalden
juweelen armband van dien prijs.
Te Ural heeft men een goudklomp gevonden van 44 pond, het
grootste stuk, dat ooit in de Russische mijnen gevonden werd.
Een braaf oud moedertje, de weduwe Van Oost, zag dezcr dagen
naar het U. D. meldt, drie harer kleinkinderen op den dag in het
huwelijk treden, waarbij zich nog de bijzonderheid voordeed, dat
een harer kleinzoons met een harer kleindochters in den echt wer-
den verbonden. De oude vrouw, die den leeftijd van 87 jaren be
reikt heeft, was uit Haarlem naar den Haag overgekomen om er
getuige te wezen van de plechtigheid.
De vermeerdering van werkzaamheden, die de invoering van de
postspaarbank voor de postbeambten meebrengt, wordt door het rijk
extra beloond. Aan den brievengaarder te Oudehoorn, is bv. voor
bemoeijingen met de postspaarbank over 1881, een bedrag toegekend
van9^ cent 1 1
Dezer dagen plaagde te Deventer een jongen een paard, dat
onder geleide van den eigenaar rustig de straat passeerde het dier
werd woedend, en gaf den jongen met den achterpoot een klap
tegen de borst en het hoofd. De knaap werd zoo zwaar gekwetst
dat zijn toestand hopeloos is.
Zeeb vleijend. Een jong, maar ijdel kantoorbediende, kwam
met veel ophef aan den boekhouder vertellen, dat de patroon, bij
wien hij pas in dienst getreden was, hem zijn portret had gevraagd.
»Natuurlijk voor z'n album," liet hij er op volgen. »Ben je
gek hernam de boekhouder, »je begrijpt toch heel goed, dat het
alleen voor 't geval is, als je de plaat eens mocht willen poetsen."
Het getal slagtoffers bij de ontploffing in de mijn van Clay Cross
blijkt 45 te zijn30 lijken zijn tot nog toe gevonden.
Een gezelschap van zeven dwergen doet tegenwoordig eene kunst-
reis door Duitschland. Zij voeren kluchtspelen op. De langste
dwerg is elf, de kleiuste negen en een halven palm.
Tot niet geringe verbazing van de talrijke voorbijgangers, stond
verleden week een smidsjongen te 's Gravenhage als een dolle hond
in het rond te springeu en te dansen. De knaap had op het loterij-
bord bij Gebr. Moovman bemerkt dat hij een deel van de/100.000
op zijn nommer had getrokken.
Op 't pensionnaat. Kostschoolhouderesse. Jonge-
juffrouw Marie, u moet die leelijke gewoonte afwennen, om letter-
grepen, ja soms gekeele woorden, in te slikken.
Jongejuffrouw Marie. Neem me niet kwalijk, juffrouw,
maar dat doe ik alleen als ik het van den honger niet meer kan
uithouden.
Te Berkel (Noord-Brabant) verliet de vrouw van P. J. v. d. D.
voor een oogenblik hare woning en liet de zorg voor haren zuige-
ling aan haren 8jarigen zoon over. Zoodra de moeder vcrtrokken
was, zag de jongen een geladen pistool, dat in den schoorsteen hing,
en begon nu, evenals hij zijn vader wel had zien doen, met dit
wapen te exerceeren, waarbij het scliot ongelukkig afging en dc
kogel in het voorhoofd van de kleine, die in de wieg lag, terecht
kw°am. Alhoewel het kind nog leeft, verkeert het toch in zorg-
wekkenden toestand.
Een radicaal dagblad van Parijs, »le Citoyen et la Bataille,"
biedt zijn abonnenten als premie aan »een goeden revolver met
zes schoten, in gegoten staal."
Zeeb vleijend. Meester. Wel, Kareltje, wat een mooi
album heb je daar. Ik zal er eens dadelijk wat voor je in schrij-
ven, wil ik
Kareltje. Neen, meester, dat mag niet. Papa heeft gezegd,
dat het album niet dadelijk vol geknoeid mag worden.
Dit Bordeaux vertrekken half December een 50tal vrouwelijke
gevangenen naar Nieuw-Caledonie. Zij worden gekozen nit hen,
die zich gedurende hun straftijd goed gedragen en zich bereid ver-
klaren om naar de Fransche strafkolonie te gaan en daar in 't hu
welijk te treden met geacporteerden, op wier gedrag geen aanmer-
kingen gevallen zijn en die van het gouvernement akkers gekregen
hebben om ze te ontginnen en daar een huisgezin op te richten.
Dit jaar heeft het voor de eerste maal in Australie gesneeuwd.
De inboorlingen waren in de hoogste mate verbaasd door dit na-
tuurverschijnsel, dat zij slechts uit afbeeldingen kenden. Men heeft
opgemerkt dat van jaar tot jaar de winters in het vijfde wereld-
deel kouder worden.
Op het rijkstelegraafkantoor te Amsterdam is Zaterdag een der
beambten plotseling krankzinnig geworden. Hij werd naar het
buiten-gasthuis gebracht en zal waarsehijnlijk in een krankzinnigen-
gesticht opgenomen moeten worden.
Het gerucht loopt, dat een pachter in Dumfriesshire erfgenaam
is van den schotschen Croesus A. T. Stewart, wiens nalatenschap
geraamd wordt op 204 millioen guldens.
Uit Edinburg wordt gemeld, dat van den exprestrein van Louden
naar Schotland, die Zondag ochtend te half vier op een station bij
Leeds aankwam, een Pulman's slaapsalon in brand stond. Erzaten