- 66 - BURGERLIJKE STAND. Aangegeven van 1117 April 1883. voor dit onderwijs, doch niet ook dat voor het daar gegeven wordeud Lager Onderwijs, zal behoeven betaald te worden. 3. Afschrift dezer te zenden aan HH. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland. aarlemmermeer21 February 1883. De Commissie (get.) G. B. 't Hooft. P. Verkuyl. B. Biesheuvel. De diseussie hervat zijnde, heeft het eerst het woord de heer Bultman, die zich er over verwondert dat de cijfere, in het adres ve.rmeldaan de Commissie niet bekend waren want spreker heeft die cijfers in de vorige openbare vergade- riug voorgelezen. Ilij herinnert den loop die deze zaak van den beginne af aan gehad heeft, en nu komeu de leden der Commissie met te zeggendat de Raad niet bedoeld heeft het schoolgeld ook voor Nieuw-Vennep -te verhoogen. Spreker vindt dat treurig, want daaruit blijkt, dat de Commissie de stukken niet goed gelezen heeft. Hy wil de vaststelling der besluiten, door de Commissie bedoeld, uit stellen tot de volgende vergadering. De Voorzitter zegt, naar aanleiding van het rapport, dat He Raad nimmer besloten heeft om het gewone schoolgeld niet te heffen van hen, die ook Uitgebreid Lager Onderwijs ontvangen. De heer 't Hooft herinnert, dat de heer Bultman in de vorige vergadering nog gezegd heeft, dat zijn voorstel was een amendement op het voorstel van Burgemeester en Wet- houders, en geen afzonderlijk vosrstel, en beloogt dat de verhooging niet voor school N°. 5 kan bedoeld zijn. De heer Knaap zegt, dat hij den secretaris dnidelijk heeft hooren lezen in het besluit, dat het was voor Haarlem mermeer. De Secretaris zegt, dat hij er meer dan eens met den Burgemeester over heeft gesproken, en ook deze was van meening, dat het besluit ook gold voor Nieuw-Vennep; hij ontkeQt ten stelligste dat, zoo er een vergissing is geschied, zulks met opzet zou zijn geduan, en vraagt den Burgemeester of ook deze het besluit niet van toepassing hield op school N°. 5. De Burgemeester zegt, dat ook hij die meening was toe- gedaan. De heer Biesheuvel zegt, dat de heer de Breuk vraagt: waarvoor er onderscheid zou moeten zyn tusschen de sehoten N°. 4 en N®. 5? Maar spreker vraagt: waarom er dan vroe. ger onderscheid was? De heer Bultman antwoordt: omdat er te Nieuw-Vennep meer onderwijs in Fransch gegeven wordt dan te Hoofddorp maar Spreker gelooft dat de Commissie zich er nu op deze wijze wil uitredden, omdat zij met de zaak zit en de cijfers niet kan wederleggen. Alsnu wordt door de heeren Verkuyl en de Breuk bespro- ken de vraag: of er sprake van geweest is, dat de verhoo ging ook toepasselijk zou zijn op Nieuw-Vennep? Dit wordt door den heer Verkuyl outkend, doch de heer de Breuk zegt ja, het was wel de bedoeling. De heeren Verkuyl en 't Hooft bespreken nu de cijfers waarbij de heer Verkuyl nog zegt, dat de Commissie de cyfers omtrent Nieuw-Vennep niet heeft willen bespreken, omdat de verhooging voor Nieuw-Vennep niet bedoeld is. De heer 't Hooft zegt, dat Nieuw-Vennep in de School- Commissie ook niet ter sprake is geweest. De heer de Breuk deelt mede, wat omtrent deze zaak in de laatste vergadering der Schoolcommissie is voorgevallen en waarin een der leden zelfs beeft willen beweren dat de notulen der Schoolcommissie niet jnist waren gemaakt. De heer 't Hooft leest het rapport der schoolcommissie voor daarin is sprake van het den gebeelen dag geven van het Uitgebreid Onderwijs, zoodat Nieuw-Vennep niet kan be doeld zijn. De heer Knaap zegt: wij hebben ons vergist, doch de Secretaris heeft de zaak wel eerlijk behandeld. De Voorzitter zegt van oordeel te zijn, dat de kosten van hijbouw van een lokaal te Hoofddorp niet in rekening kunnen gebragt worden. De heeren Verkuyl en 't Hooft betoogen dat zulks wel kan. De "Voorzitter gelooft niet dat het rapport zoo kan inge- zonden worden, want dan moet het besluit van het andere schoolgeld ook worden gewijzigd. De heer Bultman zegt al de cijfers niet zoo maar te kunnen onthonden en wenscht dat, wordt dit rapport ingezonden, dan ook het advies van de minderheid er bij gevoegd moet worden; zelfs de leden der commissie zullen de cijfers van hun rapport wel niet geheel in hun boofd hebben. Daarom is er in de vorige vergadering gezegd, dat het rapport acht dagen te voren zou worden ingezonden; maar dat is niet geschied. Spreker vindt het opmerkelijkdat het Week- blad De Gids reeds eenigen tijd te voren den raad gegeven heeft, om het rapport niet voor de Raadsvergadering in te zenden; maar spreker acht het vreemd dat leden, die vroe- gere cijfers niet dadelijk konden beoordeelen (namelijk die van het adres), nu vergen dat andere leden de cyfers van bet rapport wel dadelijk zullen beoordeelen. De heer Verkuyl onlkent dat de leden der commissie zon- den beloofd hebben om bet rapport vroeger in te zenden wel is er over gesproken maar het is niet beloofd. De heer Tensen vindt het eerlijk om de cijfers van het rapport dan toch onder de oogen van de minderheid te bren gen, ten einde zich te kunnen verdedigen, De heer Bultman wijst er op, dat de Staten niet anders kunnen doen als ze niet goed keurenwant het rapport zelve itelt dat voor. De heer Verknyl geeft in overweging om de vergadering een half uur te schorsenten einde aan de leden de cijfers te laten leten; waaraan echter geen gevolg wordt gegeven. De beer Bnltman zou niet gaarne dit rapport aan Gede puteerde Staten willen raededeelen at ware hij het eens met de commissie; maar hy zou willen melden dat het voorstel wordt ingetrokken en een nader voorstel zal worden ingezonden. De heer Verkuyl zet nog nader uiteen wat de bedoeling der commissie is. De Voorzitter zegt, dat het op dit oogeblik moeijelijk kan, zooals de Commissie voorstelt, want er moeten nieuwe beslui ten gemaakt worden, en dat kan zoo maar niet staande de Vergadering. De heer de Breuk vraagt of kinderen van 10 jaar, die pas Fransch gaan leeren, nu ook 20 zullen moeten betalen en 5 voor gewoon schoolgeld. De heer Verkuyl zegt, de commissie wil dit laatste afschaffen. De heer Bultman is er niet voor om het rapport aan de Staten te zenden; maar moet dat wel, dan wil spreker er ook het advies van de minderheid bij doentegen de inzen- ding van het rapport heeft spreker ook geen bezwaar, wan- neer de later te neiuen besluiten er bijgevoegd worden. De heer Tensen meent, dat de minderheid in zijn regt moet worden gesteld. De heer Verkuyl zegt, dat de commissie de zaak onder- zocht beeft; maar nu is het de Raad die adviseert. Zal men er nu nog eeu ander rapport bijzenden dat is eigenlijk niet noodig. De heer de Breuk vindt het niet eerlyk dat in de vorige vergadering geen lid der minderheid in de commissie is ge- kozeu, en wil er over stemmen of het rapport zal worden aansjehouden of niet. De heer t Hooft zegtde Commissie brengt rapport uit aan den Raad, dat is altijd zoo gedaan, en dan werd de zaak dadelijk door den Raad behandeldwaarom zal men nu anders bandelen dan vroeger De heer de Breuk zegt, dat bij geen tegenstander is van het verhoogen van het schoolgeld, mits eerst het onderwijs verbeterd worde; nu is hij er tegen. De heer Knaap zegt, dat de Raad niet kan beoordeelen of het onderwijs in de talen goed is. De heer Verkuyl zegt, dat het oordeel over de onderwyzers zeer verschillend isin de vorige vergadering is door den heer de Breuk gezegd, dat de school te Venneperdorp op eene bewaarschool gelijkt, en nu houdt hij den heer Spruiten- burg voor een goed onderwijzer. Spreker zegt verderer is nog nooit eene besliste klagt gedaan, dat het onderwijs niet goed was; aan Burgemeester en Wethouders, den Schoolopziener en de Schoolcommissie is het, om te beoordeelen of het onderwijs goed is, en om daarvoor te zorgen. De heer Tensen merkt aan, dat de Schoolopziener geen Schoolcommissie kent. De heer 't Hooft herhaalt, dat de beoordeeling niet behoort tot de competentie van den Raad; maar tot die van Burge meester en Wethouders en den Schoolopziener. De heer Tensen zegt, uit den mond van vroegere School- opzieners gehoord te hebben, dat zy tevredeu waren over het onderwijs in Haarlemmermeer. De heer t Hooft leest voor bet voorstel der commissie, welk voorstel hy in stemming wenscht gebragt te zien de commissie wil het besluit tot heffing van schoolgeld wyzigen volgens de conclusie van het rapport der commissie, en het rapport aan de Staten zenden, ten einde den Raad te regtvaardigen om trent het telkens veranderen van de besluiten. De heer Bultman vraagt, of hij verkeerd heeft gezien, dat de commissie bij hare berekening heeft genomen een onder wijzer, die nog moet worden benoemd, en waarover de Raad zelfs nog niet heeft gesproken? en ook in rekening beeft ge bragt de schoolbehoeften van 1883? Spreker zou willen berigten aan Gedeputeerde Staten dat het adres gesteld is in handen eener commissie, en het rap port te zenden aan de Staten, met de mededeeling, dat de Raad bereid is de besluiten te wijzigen. De heer 't Hooft zegt, aan den hoofdonderwijzer gevraagd te hebben hoeveel onderwyskracbten er noodig zijn voor het Uitgebreid Lager Onderwijs, en deze hem gezegd heeft: min- stens een. De heer Bultman merkt nog aan, dat ieder zal tevreden zijn als de bijbouw klaar is, zoodat het bestaande verschil beslaat in de toepassing. De heer Verkuyl zegt nog, dat in het adres alles op het voile bedrag is berekend, en niet in aanmerking genomen de verminderingen die daaruit voortvloeijenwanneer er meer dan 6ea uit een gezin ter school gaan en ook op de koste- loozen niet is gerekend. De Voorzitter brengt nu in stemming het volgende voorstel der commissie: dat de Raad besluit het rapport in te zenden aan Gedeputeerde Statenals antwoord op het verzoek van die Staten om te adviseeren op het ingezonden adres. Dit voorstel wordt aangenomen met elf stemmen tegen dene stem (zijnde die van den heer Bultman). VII. De heer '1 Hooft herinnert, dat in het rapport der commissie is voorgesteld om de concept-besluiten in het ver- volg ter lezing te leggen of de leden van den Raad ter lezing toe te zenden. De heer Bultman is daar voor; hy is voor openbaarhaid. De Voorzitter zegt, dat die stukken wel kunnen ter visie liggenwant de concept-besluiten ziju in den regel vooruit gereed gemaakt. De heer Bultman zou dan het reglement van orde willen wijzigen, en wel zoo, dat alle stukken, die behandeld zullen worden, ook de notulen, een uur voor den aanvang der ver gadering zullen ter lezing liggen. De heer 't Hooft acht het beter, om ze dan een week te voren ter lezing te leggen. De heer Verkuyl zegt: als men de notulen te huis krijgt, dan hebben we ze alien er bij. De heer 't Hooft stelt voor om te bepalendat een week te voren ter lezing zullen liggen voor de Raadsleden alle concept-besluiten, die bij den Raad in behandeling zullen komen. De heer Bultman wil zulks ook bepalen voor de notulen. Het voorstel van den beer 't Hooft wordt aangenomen met 10 tegen 2 stemmen. {Tegen de heerende Breuk en Verkuyl.) VIII. De Voorzitter deelt mede, dat voor het drukken der notulen wordt gevraagd: door de Ruiter, te Aalsmeer, 5 per vel, en door A. van der Stadt /4.50 per vel doch dat de notulen, zoolang ze niet zijn goedgekeurd, niet publiek mogen gemaakt worden. De heer Verkuyl zegt, dat A. van der Stadt hem heeft gezegd het te willen doen voor f 60 per jaar, en wel binneu tien dagen na eene raadsvergadering; hij wil besluiten om daartoe over te gaau. De heeren Bultmnn en Tensen zijn er tegen; de heeren 't Hooft en Verkuyl zijn er voor. Het voorstel, in de vorige vergadering daartoe gedaan dooi den heer Pruissen en thans strekkcnde om de notulen bij A. van der Stadt te doen drukken voor 60 per jaar, wordt iu stemming gebragt. Er verklaren zich zes leden voor en zes leden tegen, zoodat de stemmen staken en het nemen van een besluit tot eene volgende vergadering moet worden uitgesteld. {Voor stemden de heeren: Pruissen, Biesheuvel, Verkuyl, 't Hooft, van Reeuwijk en Suidgeest. Tegen de heeren: Tim' mermans, de Breuk, lensen, Bultman, Knaap en van Vuuren), IX. Alsnu wordt aan de Vergadering mededeeling gedaan van een schryven van den Districts-Schoolopziener te Haar lem, dd. 15 February 1883, waarbij wordt teruggezonden het bestek met de teekening van het bij te bouwen lokaal aan school iSr. 4alsmede worden medegedeeld eenige be- denkingen tegen die stukken, met bijvoeging van eene schets, waarop is aaugegevon op welke wijze men dien bijbouw wenscht te zien tot stand gebragt. De Voorzitter stelt voor aan den Gemeente-opzigter op te dragen, om van de door den Districts-Schoolopziener gezonden schets te maken een bestek, met teekening en begrooting van kosten, en die stukken daarna te stellen in handen van de Commissie voor de Gemeentewerken. Zulks wordt goedgevonden en de Vergadering daarna gesloten. Den 12den dezer, des avonds ten 8 ure, is afgebrand eene schuur van J. Bosma, Sloterweg bij den Bennebroekerweg NN, Nr. 4. Zoo men zegt zou er vuur zijn gewaaid uit een test, waarmede men door de schuur heeft geloopen. Een geit en eenige gereedschappen zijn mede verbrand. De schuur was niet verzekerd, het daarin geborgene wel. GEBOREN Cornelia, zoon van D. van Damme en F. A. Sneep. Adrianus, zoon van A. van den Bos en C. van der Vlugt. Petronella, doohter van H. C. Wisselius en C. Ouwerkerk. Alida, dochter van G. C. Apfeld en A. van Leeuwen. Aartje, doohter van A. van Bergen en C. Blonk. Cornelis, zoon van P. D. van Genderen en E. de Waal. Wilhelmina Sibilla, dochter van G. P. Barten en L. Lankhaar. Maria, dochter van G. T. Mesman en A. Wichert. Maartje, dochter van P. Bart en L. de Winter. LEVENLOOS GEBORENEen kind van D. van der Voet en J. Strikwerda. Een kind van C. Donker en A. de Geus. OVERLEDENJacoba, oud 4 jaar, dochter van C. de Vos en J. Raap. Albert, oud 2 jaar, zoon van H. Vonhoff en G. Gu- daen. Maria, oud 8 jaar, dochter van J. Verhulst en H. Bou- wense.-— Martha Cornelia, oud 7 jaar, dochter van G. van Keu- len en A. M. Huibers. Gijsberta, oud 12 maanden, dochter van J. van Oijen en K. Albers. Anna Maria, oud 11 maanden, dochter van C. Kuijper en J. Eijkman. Willem Jacobus, oud 2 weken, zoon van W. van Liempt en M. P. Bijl. ONDERTROUWD O. Strijbis met S. Kaut. G. Roos met H. Spruit. A. Kouw met A. van Vliet. S. Granneman met M. Beers. GEHUWDM. de Heer met A. Lakeman. L. Wolvers met C. Braam. A. Zonneveld met M. Peetoom. Agenda voor de Vergadering van den Gemeente" raad van den Haarlemmermeerpolder, te houden op Donderdag den 26 April 1883 ten 10 ure in het Raadhuis. 1. Ingekomen slukken en mededeeliugen. 2. Aanbie- ding van het verslag van den toestand der Gemeente over 1882. 3. Bestek voor bet hardmaken van een gedeelte dorpsweg te Nieuw-Vennep. 4. Verbetering van een dorpsweg te Hoofddorp. 6. Veranderingen aan de onderwijzerswoning Nr. 9, by Halfweg. 6. Wijziging der Algemeene Politie- verordening. 7. Verzoek van J. Beerda, om teruggaaf van zijnen Hoofdelijken Omslag over 1882. 8. Bezwaarschrift van W. van Stein, in zake Hoofdelijken Omslag over 1882. 9. Benoeming van een onderwijzer voor School Nr. 10. 10. Vaststelling van het besluit voor de heffing van School geld. 11. Benoeming van het Stembureau voor de verkie- zing van een lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. 12. Kohier van den Hoofdelijken Omslag voor 1883. Bij den penningmeester der commissie ter ondersteuning van de nagelaten betrekkingen der op zee omgekomen vis- schers uit Paesens en Moddergat, is bereids aan giften inge komen de som van /54,660.61. In de afgeloopen week werd die som vermeerderd met een groot aantal giften, tot een gezamenlijk bedrag van 19,369.82, zoodat nu reeds door die commissie is bijeengebragt de som van 74,020.43. Ofschoon de som reeds vry groot is, wijst de penningmeester der com missie, de beer rnr. E. Attema, er op dat er nog veel meer noodig is om het doel der commissie„herstelling van de visschersvloot," te kunnen bereiken. Volgens de Nat. Zeitung is de toestand van PrinBes Ma rianne der Nederlanden, die zich op haar landgoed Rhein- hardshausen nabij Erbach en Nassau bevindt, zoo weinig ge- ruststellend, dat haar dochter, Hertogin Wilhelm van Mecke- lenburg-Schwerin, en haar schoondochter, Prinses Albrecht van Pruisen, zich naar de hooge lijderes begeven hebben. De officier van justitie te Amsterdam brengt ter kennis, dat iu den laatsten tijd aldaar valsche bankbiljetten in omloop gebragt zijn. Deze zijn zoodanig nagemaakt, dat eene waar- schuwing, om op zija hoede te zijn, noodig geacht wordt. De toegangsprijzen voor de Tentoonstelling zijn thans bepaald als volgtZondag, Maandag, Woensdag en Zaterdag 50 cents, en Dingsdag, Donderdag en Vrijdag 1. Snelpers-Drukkerij van Bonga C°. Amsterdam.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1883 | | pagina 6