1883.
Vrijdag, 28i December.
Nr. 52.
VAN
AAN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD.
Vier-en-Twintigste Jaargang.
Gemeenteraad van Haarlemmermeer.
mmmm
w
Prijs van het A.bonnement:
in het Jaar
Hoofd-Agenteu voor dit Weekblad, te Haarlem:
P. VAN CITTERT ZONEN.
Aangegeven van 1925 Dec. 1883.
XJitvoerig Verslag der Vergadering,
gehouden op Donderdag 25 October 1883,
Prijs der A.dvertentien
van 16 regels 75 Cent, elke regel meer 12/2 Cent.
EH
J i .2
[I A A It L E1M E R M E E R.
Prijs van een enkel Nommer 15 Cent.
de Heeren
ATJ.F, TOEZENDINGEN, REDAKTIE EN UITGAYE BETREEFENDE
te adresseren aan VAN BONGA C°.te Amsterdam.
Den 25 December jl. is bij de brug te Hoofddorp gevonden
een goudeu oorbelletje. Terug te bekomen bij den veldwachter
N. van Leeuwen, te Hoofddorp.
BURGERLIJKE STAND.
GEBORENJacomina en Adriana (tweel.), doohters van C.J.
van Schaik en M. de Smit, Jan, zoon van A. de Smit en A.
Noort. Catharina Johanna, dochter van M. Smit en J. Schon-
hage. Jacobus Mattheus, zoon van A. Knoop en E. C. Leest.
Maria, dochter van A. van Markenstein en S. Noorman. Cornelis,
zoon van G. de Kwaasteniet en M. v. d. Spruit. Theodora
Anthonia, dochter van P. Zeestraten en G. van Kempen.Petro-
nella, dochter van A. A. Calandt en M. van Os. Thomas Ni-i
colaas, zoon van J. Kerkvliet en G. H. Dorbeck. Neeltje,
dochter van D. v. d. Oever en N. de Jong. Jannigje, dochter
van J. van Kolfschoten en M. van Manen.
OVERLEDENGerardus, oud 14 dagen, zoon van J. Wes-
selman en A. van Dijk. Johanna Spiering, oud 62 jaar, geli.
met H. Pellekaan.
ONDERTROUWD: D. Robijn met M. Weezepoel. K. Touw
(wedr.) met N. Moolenaar (wed.)
GEHUWDM. In *t Veld met E. Oosthoek.
Den 27 dezer, des morgans omstreeks 7 uur, is in dering-
vaart dezer uemeente, bij 't Fort Schiphol, tegenover de wo
oing van den kastelein L. A. de Haan, gevonden het lijk van
Jacob Dekker, oud 50 jaren, mede aldaar woonachtig.
Hij was deu vorigen avond kwart voor lien ure, met auderen
uit de herberg gegaan, doch niet beschonken? Daarna is hij,
zijne vrouw en een 22jarigen zoon, met zekeren Steven
van Maanen, mede aldaar, aan het vechten geraakt, waarbij
Van Maanen de overhand heeft behouden vrouw en zoon zijn
daarna huiswaarts gegaan, meeuende dat Dekker al vooruit
was, doch ze vonden hem niet thuis, en zoeken was in de
duisternis vruchteloos.
Dekker en diens vrouw leefden nog al in oneenigheid
terwijl van Van Maanen geeue lofwaardige getuigenis wordt
gegeven.
des morgens ten 10 ure, in het Raadbuis.
(Vervolg en Slot, zie ons vorig Nummer.)
Voorzitter: de Heer J. W. Lantzendokffer.
Evenzeer kan aan adressanten bekend zijn de reden waarom
bet onderwijs in de Fransche taal aan school nr. 5 te Nieuw-
Vennep, is bepaald op f 10.
Vroeger gaf de daar aanwezige hoofdonderwijzer onderwijs
in de Fransche taal aan enkele kinderen. Hij deed dit in de
avonduren geheel voor eigen rekening en genoot daarvoor van
elk kind, zoo de commissie meent, 10.
Toen is aan den Raad het voorstel gedaan hierin veran-
dering te brengenden onderwijzer de verpligting op te
leggen onderwijs te geven in de Fransche taal legen een ver-
hoogd salaris, en het toen reeds geheven schoolgeld van 10
te storten in de gemeentekas. Tesens werd voorgesteld het
salaiis van den onderwijzer daarom te verhoogen met/ 200.
en slechts schoorvoetend is de raad er toe overgegaan om dat
salaris te verhoogen met 150.onder voorwaarde dat
minstens 10 leerlingen a 10 onderrigt zouden ontvaogen,
zoodat de opoffering voor de gerr.eente niet meer zou bedragen
daD f 50.
Adressanten zeggen verder: Door verschillende omstan-
digheden is er tot heden geen verandering in den toestand
van 1881 gekomen, alles bleef bij het oude. Aangenomen
eens voor een oogenblik, doch niet toegegeven, dat sedert
1881 alles bij het oude bleef, dan nog mag uwe commissie
vragen of, indien het besluit van den Gemeenteraad van 30
Dec. 1880 ware geredigeerd overeenkomstig de bedoeling van
den Raad, er dan sedert 1881 aan de andere zijde zulk eene
aanmerkelijke verhooging van schoolgeld heeft plaats gehad
Het tegendeel is eerder het geval.
En wat betreft de omstandigheid dat de plannen voor den
bijbouw nog niet zijn goedgekeurd, daarvan kan zeker aller-
minst aan den Raad een verwijt worden gemaakt.
tliterl{jlc Woenadag.)
Adressanten beroepen zich voorts op het bekende adres
van ingezetenen en gaan zelfs zoover van te durven beweren,
dat de in dat adres genoemde cijfers zoo onomstootelijk waar
en juist zijn, dat uwe commissie zich zelfs niet aan eene be-
strijding daarvan zal gewaagd hebbeu. Tegenover zoo 9toute
bewering en voorstelling der zaak, in strijd met de feiten,
meent uwe commissie te kunnen en moeten volstaan met alleen
in herinnering te brengen, dat uwe commissie in baar rapport
geen bespiegelingen heeft gegeven, doch een aantal cijfers
waarvan de onjuistheid door adressanten wel is beweerd, doch
in geenen deele bewezen, wat dan ook niet mogelijk is. Dat
uwe commissie bij die berekening ook in aanmerking nam de
rente van het voor den bijbouw benoodigde kapitaal, is zeer
natuurlijk.
Tot dien bijbouw is besloten. Het bestek daarvan is ge-
reed. Men wacht slechts op de goedkeuring, om binnen
enkele maaaden met dien bouw gereed te zijn.
In het systeem van adressanten zou uwe commissie die rente
slechts hebben mogen in rekening brengen, na dat bet geld daar
voor werkelijk was uitgegeven, waarvan het gevolgzou zijn, dat de
Raad nu, bet thans bepaalde schoolgeld met eene luttele som
zou behooren te vermindereu, om het na enkele maanden
weer tot het tegenwoordige bedrag te verhoogen. De hande-
lingen uvver commissie waren derhalve zeer nauwkeurigdoch
zelfs wauneer de rente voor den bijbouw niet in berekening
hadden mogen worden genomen, ook dan nog bleef hare con-
clusie dat de gemeente zich voor het Meer Uitgebreid Lager
Onderwijs nog betrekkelijk groote opoffering getroost, ouaan-
tastbaar.
Vermakelijk is de zinsnede in het adres van adressanten,
waarin gezegd wordt: De vrees voor onbillijke verhooging
van schoolgeld ueed enkrete oudtrs besluiten om limine kin
deren na 1 Januarij 1883 niet meer van dat onderwijs te
doen genieten; niet alien kwamen daarvan terug, vandaar dat
het eerste kwartaal 1883 eene vermindering van 2 leerlingen
aanwijst. Thans is bet anders; bet aantal leerlingen op school
4 bedraagt voor Franscb 21, voor meerdere vakken 8, duidelijk
bewijs voor de behoefte aan onderrigt in deze gemeente en
niet minder voor de vlucht, die dat onderwijs nemen zal wau
neer het goed, met voldoend personeel en in een gescbikt
lokaal, zal gegeven worden.
Sedert de vergadering van den Gemeenteraad van 30 No
vember 1882 is er in het besluit van den Raad tot school-
geldheffing geene verandering gekomen. Nu beweren adres
santen dat, tengevolge van de vrees! voor verhooging van
schoolgeld in het le kwartaal, 2 kinderen het onderwijs
hebben verlaten, alsof die verhoogde schoolgeldheffing eene
aanstekelijke ziekte is welke men moet trachteu te ontwijken
voor zij zich in wcrkelijkheid vertoont.
Than3 zeggen adressanten (ofschoon hetzelfde Damocles
zwaard van verhooging van schoolgeld nog steeds dreigt en
in den toestand na 30 November 1882 boegenaamd geeue
verandering is gekomen) is het anders. Het aantal onderwijs
genietende kinderen is aanmerkelijk vermeerderd. Wilde nu
uwe commissie even vermakelijk redeneereu als de adressanten,
zij zou aldus aan den Raad voorstellenVerhoog tocb het
schoolgeld zoo als dat is bepaald in uwe vergadering van 30
November 1882.
Waar de feiten spreken is redeneering overbodig. En die
feiten zeggen u overtuigend, dat, na de verhooging van school
geld, het aantal schoolgaande kinderen steeds vermeert
Uwe commissie wil niet te kort doen aau de achting, welke
de adressanten, tevens leden van den Gemeenteraad, mogen ge
nieten, en vertrouwt dan ook op bunne medewerking bij de
uitvoering van besluiten door den Gemeenteraad vroeger ge
nomen (zie besluit van 30 November 1882.) Het deed uwer
commissie voor het overige genoegen uit het adres van adres
santen le mogen vernemen, dat zij zich om des vredeswille.bij
de verhooging van schoolgeld zulleo neerleggen, doch nog
meer genoegen zou het uwe commissie gedaan hebben indien
adressanten in hun adres meer blijk gegeven hadden van niet
alleen den vrede, maar ook de waarheid lief te hebben.
De adressanten achten het niet beneden zich om van de drie
leden uwer commissie te verklaren: dat zij alien verklaarde
tegenstanders van openbaar onderwijs zijn.
Tegen deze onware en onwaardige besohuldiging meent uw
commissie op het nadrukkeiijkst te moeten protesteerep. De
notulen van het verbandelde in de zitting van den Gemeen
teraad spreken luide de beschuldiging van adressanten tegen.
Waar ecbter adressanten tot dergelijke middelen huu toevlugr
meeneu te moeten nemen, leveren zij een bewijs te meee
voor het ongegronde bunner oppositie tegen het in deze zaak
door den Raad genomen besluit.
Wat aangaat den brief van den Schoolopziener aan II. H.
Ged. Staten van Noord Holland, voor alles mag uwe com
missie aan den Raad in herinnering brengen, dat, terwijl de
vroegere onderwijzer f 1000 genoot, in het jaar 1880 een
Groote Letters worden naar bare plaaisruimte berekend.
onderwijzer is aangesteld met akte voor moderne talen, enz,.
op een traktement van 1500, en bovendien nog een onder
wijzer met akte voor 't Franscb op een salaris van 900.
Wanneer nu de Schoolopziener zegt, dat aan het besluit lot
het geven van uitbreiding op gebrekkige wijze is uitvoering
gegeven, dan mag uwe commissie hierbij opmerken dat dit
niet is de scbuld van den Raad, en dat deze en altbans uwe
commissie gaarne zal zien, dat aan dat uitgebreid leerplan
goede aitvoering worde gegeven.
Uwe commissie is het volkomen eens met den Schoolop
ziener, dat de leerlingen, welke onderwijs ontvangen in de
drie moderne talen en wiskunde, zijn gesplitst in veel te veel
afdeelingen, en beamen diens gevoeien geheel en al dat niet
4- noch ook 2 maal-, doch slechts eens per jaar nieuwe leer
lingen voor 't uitgebreid lager onderwijs behooren te worden
ingeschreven. Zoocloende zou men, naar het oordeel der
commissie, welke aangaande deze zaak het oordeel heeft inge-
wonnen van een deskundige, slechts behoeven te hebben vier
of vijf verschillende afdeelingen voor al de vakken te zamen.
Daarmede zouden, naar de meening uwer commissie, de
aan den tegenwoordigen toestand klevende bezwaren worden
vermeden.
Daarom kan uwe commissie zich dan ook niet vereenigen
met het gevoeien van den Schoolopziener, dat de tegenwoor
dige onderwijskracht (ook bij vermindering van bet aaDtal
afdeelingen) zou onvoldoende zijn.
Integendeel is uwe commissie van oordeel dat bij het plaats-
grijpeu der voorbedoelde verandering, bet tegenwoordige per
soneel meer dan voldoende zal zijn. Mogt het later blijken
dat uwe commissie zich hierin vergist, dan zal de Raad zeker
bereid gevonden worden, om in dat beweerde gebrek aan
personeel te voorzien.
Zeker zullen althans de leden uwer commissie, ofschoon
tentoongesteld als verklaarde tegenstanders van openbaar on
derwijs, tot zoodanig besluit tot vermeerdering van personeel,
in dat geval gaarne medewerken.
Uwe commissie meent hier te moeten wijzen op eene kleine on
juistheid in den brief van den Schoolopziener, waar ZEd.
zegt, dat school 4 is eene school met 300 a 350 leerlingen.
Mag dit voigens de schoollijsten al het geval zijn, het aantal
kinderen. welke werkelijk de school bezoeken, is beduidend
minder. Bij eene eenige dagen geleden gehouden telling werden
er bevonden op: de le klasse 41 leerlingen, de 2e klasse 42
leerlingen, de 3e klasse 44 leerlingen, de 4e klasse 45 leer
lingen, de 5e klasse 42 leerlingen, te zamen 214 leerlingen,
waarvoor zes onderwijzers.
Over de behoefte aan meer uitgebreid lager onderwijs in
onze gemeente zal uwe commissie niet met den Schoolopziener
twisten, te minder (wat ook door den Schoolopziener wordt
erkend) waar de Raad steeds bereid was en is, om in; de
bestaande behoefte daarin op billijke wijze te voorzien,
Waar de Schoolopziener opmerkt, dat sedert 1880 het school
geld in niet geringe mate is verhoogd, mag uwe commissie,
dit tegensprekende, verwijzen naar hetgeen reeds is gezegd
omtrent het stellen van een schoolgeld van 5. voor het
onderwijs in de Fransche taal, van hetwelk men bedoelde te
vorderen 30.(later f 33.
Nog eene andere kleine onjuistheid iu het rapport van den
Schoolopziener mag uwe commissie niet met stilzwijgen voor-
bijgaan. Dat 2/3 der leerlingen of 1 uur van de school
verwijderd zouden wonen, is stellig onjuist. Die toestand is,
dat bet grootste aantal leerlingen op of bij het Hoofddorp
woont, terwijl van de overigen er slechts 4 of 5 zijn, die
meer dan /2 uur, hoogstens uur, van school 4 verwijderd
zijn. Uwe commissie is er ecbter verre van om den School
opziener van diens mindere bekendbeid met den bestaanden
toestand in onze gemeente een verwijt te maken.
Wat betreft het bonweu van een bijlokaal aan school 4,
uwe commissie meent dat de Raad te dezen opzigte alles ge
daan heeft wat van hem indertijd werd verlaugd.
Niet alleen dat men tot het bouwen daarvan een besluit
nam, maar ook is de Raad aan de tegen het plan gemaakte
bezwaren door den Schoolopziener, tegemoet gekomen. Het is
derhalve niet de schuld van den Raad dat bedoeld bijgebouw
uog niet geplaatst is.
Wat betreft de oprnerking van den Schoolopziener, om niet
aan elken leerling de vrije kens te laten, in welk vak of
vakken van meer uitgebreid lager onderwijs hij onderrigt wil
genieten, uwe commissie zou zich daarmede kunnen vereenigen
en heeft er geen bezwaar tegen.
Uwe commissie meent hiermede te kunnen volstaan.
Zij heeft de eer uwe vergadering te adviseeren om, onder
terugzending van adres en brief en bijlagen, aan IIH. Ged.
Staten kennis te geven:
le. dat de Raad geen termen heeft gevonden om zijn be
sluit van 30 Nov. 1882 te wijzigen;