10 -
Aardappelteelt.
Voorheen en nu.
Internationale Landbouwtentoonstelling 1884
te Amsterdam.
zooveel mogelijk zijn van het gewas 1884. In Groep A moet
bij iedere soort of verscheidenheid zijn gevoegd een schoof
ongedorscht koren met de wortels er aan.
Art. 6. Van iedere soort of verscheidenheid ran granen
en peulvruchten moet minstens 5 liter, van de fijne zaden
minstens 2 liter worden ingezonden. Van de knol- en wortel-
gewassen minstens 5 stuks van iedere soort. Van de inzen-
dingen vlas, hennep, tabak en hop moeten voldoende monsters
worden tentoongesteld.
Art. 6. Collectieve inzendingen van Maatschappijen of
Vereenigingen van personen kunuen naar de in deze afdeeling
uitgeloofde prijzen niet mededingen, doch zullen na aanbeveling
van de Jury voor afzonderlijke prgzen, gelijkstaande met die
in Groep A vermeld, in aanmerking komen.
Art. 7. Bij de aangifte van inzending moet op de borderellen
worden vermeld op welke grondsoort de granen of zaden zgn
verbouwd en op welke wijze die gronden zgn bemest, alsmede
dat de bjj de verschillende nommers in Groep A vereischte
oppervlakte, daarmede is bezet geweest.
GROEP A. In te zenden door landbouwers, geen graan-,
toad- of vlashandelmrs.
No. 341. Verzameling Akkerbouwgewassen, geteeld op eene
boerderg van minder dan 20 hectaren bouwland. (Met iedere
soort of verscheidenheid moet minstens 1/4 hectare bezet zijn
geweest.)
Eereprgs in zilver ter waarde van f 100. Drie prijzen
van f 50 en drie prijzen van f25.
No. 842. Verzameling Akkerbouwgewassen, geteeld op eene
boerderg van 2060 hectaren bouwland. (Met iedere soort
of verscheidenheid moet minstens 1/2 hectare bezet zgn geweest.)
Eereprgs in zilver ter waarde van f 100. Drie pigzen
van f 50 en drie prijzen van f25.
No. 348. Verzameling Akkerbouwgewassen, geteeld op eene
boerderg van meer dan 60 hectaren bouwland. (Met iedere
soort of verscheidenheid moet minstens 1 hectare bezet zijn
geweest.)
Eereprgs in zilver ter waarde van f 100. Drie prijzen
van f 50 en drie prijzen van f25.
No. 344. Vlas in ruwen toestand. le prijs f 50 en 2e
prijs f 25.
No. 345. Hennep in ruwen toestand. le prijs f 50 en 2e
prijs f 25.
No. 346. Verzameling Tabak, in Nederland geteeld. le prijs
f 50 en 2e prijs f 25.
No. 347. Verzameling Tabak, buiten Nederland, onder de
gematigde luchtstreken geteeld. le prijs f 50 en 2e prijs f 25.
No. 348. Verzameling Tabak, onder de keerkringen geteeld.
le prijs f 50 en 2e prijs f25.
No. 349. Hop, in Nederland geteeld, in groenen en in
gedroogden toestand. le prijs f 50 en 2e prijs f25.
No. 350. Hop, in het buitenland geteeld, in groenen en in
gedroogden toestand. le prgs 50 en 2e prgs 25.
GROEP B. In te zenden door handelaren.
No. 351. Verzameling Granen. (Tarwe, Rogge, Haver,
Spelt en dergelgke.)
Eereprijs in zilver ter waarde van 100. 2e prijs Zil-
veren medaille en 3e prijs Bronzen medaille.
No. 352. Verzameling Peulvruchten. (Paardeboonen, Dui-
venboonen, Erwten en dergelijke.)
Eereprijs in zilver ter waarde van f 100, 2e prgs Zil-
veren medaille en 3e prgs Bronzen medaille.
No. 353. Verzameling Olie- en fijne zaden. (Koolzaad, Lijn-
zaad, Karwgzaad, Kanariezaad, Koriander en dergelijke.)
Eereprijs in zilver ter waarde van f 100. 2e prgs Zil-
veren medaille en 3e prgs Bronzen medaille.
No. 354. Verzameling Knol- en Wortelgewassen. (Aardap-
pelen, Mangelwortelen, Suikerbeetwortelen en dergelijke.)
Eereprijs in zilver ter waarde van 100. 2e prijs Zil-
veren medaille en 3e prijs Bronzen medaille.
No. 355. Verzameling Gras- en Klaverzaden.
Eereprgs in zilver ter waarde van 100. 2e prgs Zil-
veren medaille en 3e prgs Bronzen medaille.
No. 356. Verzameling Vlas in bewerkten toestand.
Eereprijs in zilver ter waarde van 100. 2e prijs Zil-
veren medaille en 3e prijs Bronzen medaille.
No. 357. Verzameling Hennep in bewerkten toestand.
Eereprgs in zilver ter waarde van 100. 2e prijs Zil-
veren medaille en 3e prijs Bronzen medaille.
Op de 45ste Algemeene Vergadering der Hollandsche Maat
schappg van Landbouw, gehouden te Amsterdam, werd door
de afdeeling „Alkmaar" voorgesteld:
„Middelen te bespreken, om in den schromelijken achter-
uitgang der aardappelteelt te voorzien."
Zg hield het bgzonder hooge gewigt der zaak en het nut
van dadelijke bespreking staande en deelde mede, dat zij een
medaille wilde doen uitloven, voor een eventueel door de
Maatschappg uit te schrijven prijsvraag: „hoe de aardappel
teelt te verbeteren."
Met veel talent werd door een der afgevaardigden van die
afdeeling, dit voorstel toegelicht, doch bij eene daarop gevolgde
stemming werd het voorstel eenvoudig doodgezwegen eu een
onderzoek naar de oorzaken van dien zorgelijken toestand
bleef achterwege.
Dit doodzwggen gaf mij aanleiding mijne ervaringen als
practisch landbouwer, die de aardappelteelt op tamelijk groote
schaal heeft gedreven, in het belang der zaak, aan mijne mede-
leden in deze maatschappg ten beste te geven.
Toen de zoogenaamde aardappelziekte ons bezocht, werd,
naar ieders meening, in dat jaar niet een enkele stoel van de
late soorten verschoondhet geheele gewas misluktenog ver-
scheidene jaren daarna heeft men beproefd, die fijne soorten
n.l. „Rgnsburgers en Zaaizeeuwen", te telen, doch altijd met
slecht gevolg, zoodat zij geheel zijn uitgestorvendie fijne
soorten waren nog het minst tegen die ziekte bestand. Voor
1845 was er nog een soort, hoofdzakelijk geteeld voor siroop-
fabieken en varkensvoeder, die wel een ruim beschot opleverde,
doch niet meer gold dan 50 a 60 cts per HL., terwijl de
andere soorten van 1.50 tot 2 opbragten. Na '45 moest
men uitzien naar soorten, die minder onderhevig waren aan
de gevreesde ziekte en daaronder behoorden de fabrieksaard-
appelen, die wel aanvankelijk minder smakelijk waren, maar
langzaam verbeterden, doch nimmer die van voor 1845 zijn
nabijgekomen, zoodat de fijne soorten van voor 1845, tot op
den huidigen dag nog niet zijn teruggevonden.
In die malaise kwamen er verschillende soorten van aard-
appeleo op het tooneel, vele proeven werden genomen, en
wanneer het toeval op den een of anderen teelgrond eene
gunstige uitkomst opleverde, werd die gewonnen soort gedoopt
met den naam van den teler; doch een vast stelsel op ervaring
gebaseerd was niet meer te vinden. Onder al die soorten was
er ddne „Geldersche kruipers" genaamd, die met goed gevolg
werd geteeld, en iets later de zoogenaamde „Fransche Jammen",
die veel minder vatbaar waren voor de ziekte en dikwerf goed
slaagden. Tegenwoordig zijn in de mij bekende kleistreken
de hoofdsoorten „Jammen" en Westenvelders," die dit jaar een
goed gewas hebben opgeleverd, waaruit de gevolgtrekking is
te maken, dat deze soorten die van voor'45 zeer nabijkomen,
en de vrees van de afdeeling „Alkmaar", daardoor wordt op-
geheven.
De ervaring heeft mg geleerd, dat geen kunstmiddelen iets
baten, tegenover de wisselvalligheden van het weder. Wanneer
in Julij zware regens vallen en spoedig daarop warmte volgt.
zal de gevreesde ziekte (waartegen nog geen voorbehoedmiddel
bekeod is), zich weldra openbaren; doch wanneer de maanden
Julij en Augustus droog zijn en de aardappel zijn wasdom
heeft bereikt, dan zal de ziekte weinig kwaad veroorzaken.
De landman dient zich als regel te stellen, alleen goed
uitgezochte legpoters te planten, stukken van groote aardap-
pelen worden dikwgls voor nog beter gehouden, doch voor eene
groote boerderij is deze wijze van bepoten te kostbaar.
Wel is het verkieselijk om jaarlijks een klein gedeelte teel-
land met stukken van groote aardappelen te bepoten ten einde
daarvan in het volgende jaar legpoters te winnen, en bovenal
is het raadzaam, om de drie jaar van soort te verwisselen,
door b. v. aardappelen van een zwaren op een lichten, van
een zouten op een zoeten, of oragekeerd, over te brengen.
Neemt men deze voorzorgen in acht en bereidt men den teel
grond naar eisch, en zuivert men dien behoorlijk van onkruid,
iets wat elke teler wel w«et, maar niet door alien gevolgd
wordt, zoo kan men omtrent de uitkomst tamelijk gerust zijn,
Het zgn deze weinige optnerkingeu, die ik gaarne ten beste
geef, voor zulk een eminent volksbelang, als de aardappelteelt
in ons land uitmaakt.
W. Gkootepas.
Wg beleven thans een eigenaardigen tijd. Vergelijkt men
den tegenwoordigen toestand van den landbouw met dien van
de jaren 18601875, dan is daarin een aanmerkelijk verschil
waar te nemen. Toen werkten goede oogsten en hooge markt-
prijzen samen om aan de landbouwers een winstgevend bedrgf
te verzekeren. Algemeen was het dan ook merkbaar dat er
goede zakeu gedaan werden. Bezochten v<5or dien tijd onze
boeren de markten met wagens op vaste assen, weldra werden
die vervangeu door nette huifwagentjes op veeren, voor welke
luxe men gaarne het bedrag der verschuldigde belasting wilde
betalen, daar die uitgaaf door niets verboden werd.
Kwamen er hofsteden te koop, dan werden de prijzen door
de vele liefhebbers zoo opgedreven, dat daarvoor geregeld meer
dan de waarde betaald moest worden. Het noodzakelijk gevolg
daarvan was, dat de koopers een veel te hooge pacht van
hunne huurders moesten eischen om een billijke rente van den
aankoop te trekken, terwgl daarenboven vele boeren zelve
zulke hooge pachtsommen boden, dat de koopers zich lieten
verlokken steeds hooger en hooger te gaan bieden, waardoor
de prijzen der landerijen kunstmatig werden opgevoerd.
Bij publieke verhuringen betwistte men elkaar elk per-
ceeltje en men zou toen werkelijk gemeend hebben dat
het landbouwbedrijf een onuitputtelijke goudmijn was. Dat
ging echter alles goed gedurende die voordeelige jaren, maar
met 1878 brak een reeks van rampspoedige tgden aan, vol
teleurstelling en ongelukken, waarop niemand had gerekend.
Kon nu maar het verlies gedekt worden, door de winst van
de goede jaren, dan zou de toestand minder hachelijk zijn;
maar van overleggen was geen sprake; dat liet trouwens ook
de hooge huur niet toe. Men zag zich dus genoodzaakt om
bg te passen uit andere middelen of aan den verpachter uit-
stel van betaling te vragen.
Waren nu maar op twee of drie slechte oogsten een paar
goede gevolgd, dan zou zeker nog veel teregt zijn gekomen,
doch daar de opbrengst ieder jaar minder in plaats van beter
werd, geraakte de landbouwer al dieper en dieper in de
schulden. Bezat hij eigendommen, dan werd daarop hypo-
theek genomen, waarvan de rente ook jaarlijks betaald moest
worden. Schoot hij daarin tekort, dan volgde de verkoop van
zgne goederen en kon hij dan niemand vinden, bereid om te
helpen, dan was zijn ondergang als zeker te beschouwen en
bleef hem slechts over om door handenarbeid het brood voor
zijn gezin te verdienen.
Op dien ongezonden en op den duur onhoudbaren toestand
is een belangrijke reactie gevolgd. De verpachters, waarvan
er velen maar al te goed ondervonden hebben dat de hoogste
bieder niet altijd de beste is, beginnen meer en meer wel
degelijk te letten op soliditeit en bekwaamheid bij de keuze
van een huurder, van welke consideraties nu door zulke land
bouwers kan gebruik gemaakt worden, die beide qualiteiten in
zich vereenigen, en die daardoor een aanroerkelijke verlaging
van pacht kunnen bedingen.
Die verminderieg van huurwaarde is dan ook zeer aanmer
kelijk. Groote hofsteden, die in vroegere jaren 75 a/100 per
hectare opbragten, zijn nu verhuurd voor 55 a 75. Beste
weiden, gelegen in de onmiddellgke nabijheid der steden, waar-
voor men gaarne /150 a 180 huur betaalde, brengen dezer
dagen bij publieke verpachting slechfs 90 a /120 op,
en zoo meer.
Uit die gegevens is gemakkelijk af te leiden da^ de grond-
eigenaars, die in de goede jaren landerijen gekocbt hebben,
nu een zeer kleine rente daarvan genieten. Daarhij moet ook
eene belangrijke dating in de koopprijzen niet worden voorbij
gezien.
Er zijn voorbeelden bekend van een verlaging van 25 tot
50 percent; zoo groote daling komt echter alleen voor bij
verkoop vbu groote bezittingen, daar de kleine perceelen nooit
die waardevermindering zullen ondergaan, omdat deze allemans-
gading zijn en de kleine kapitalisten er de voorkeur aan zullen
blijven geven om hunne gelden in land te beleggen, zij het
dan ook tegen minder rente, liever dan in effecten.
Dat ook voor de hypotheekhouders deze verlaging van koop
prijzen niet zeer aangenaam is, behoeft geen betoog en onge-
twijfeld zou de ramp niet te overzien zijn, wanneer eensklaps
alle hypotheken in Zeeland werden ogezegd. De verliezen, die
dan door de geldschieters geleden worden, zouden millioenen
bedragen.
Op dit oogenblik ziet het er zeker niet naar uit om eenige
verbeteringen in dien toestand te durven voorspellen. De veel
te natte en warme weesrgesteldheid van den winter en van
dit voorjaar, doen gegronde vrees koesteren dat de oogst der
wintergewassen beneden 't middelmatige zal bljjven.
En toch hebben we juist een goeden oogst noodig om den
moed onzer landbouwers weer op te wekken, of, en mis
schien ware dit nog wenschelgker men trachte hen te be-
wegen te breken met den ouden sleur; de graanbouw worde
grootendeels vaarwel gezegd, en in de plaats daarvan legge
men zich met hart en ziel toe op de veeteelt waarvan de resul-
taten niet zoo afhankelijk zgn van zulke invloeden, waartegen
men geen voorzorgen kan nementerwijl daarenboven de
hooge veeprijzen bewijzen, dat in deze de vraag het aanbod
nog overtreft.
Het Uitvoerend Comite voor bovengenoemde tentoonstelling
ziet zich gedwongen bij vernieuwing een beroep te doen op
de offervaardigheid van alien, die belang stellen in het welslagen
der tentoonstelling. Als men nagaat dat het bedrag van
het rijkssubsidie geheel voor de uitgeloofde prijzen moet worden
besteed en bedenkt hoeveel er noodig is om het terrein, wanneer
het voor de Internationale Tentoonstelling zal zgn ontruimd,
op orde te brengen, de noodige vee- en paardenstallen te
plaatsen, al de overige vereischte gebouwen aan te brengen,
dan zal men begrijpen dat, daar tot nog toe de particuliere
bijdragen het Comit6 niet zeer overvloedig toestroomden, bij
den tegenwoordigen toestand der geldmiddelen, niet alleen de
uiterste zuinigheid zal moeten worden betracht, maar dat veel
achterwege zal moeten blijven, wat op de Tentoonstelling
eigenlgk niet zal kunnen worden gemist. De toch reeds niet
gemakkelijke taak van het Comite wordt daardoor zeer moeijelijk
gemaakt. Zal het zorgen dat de eer van het landbouwende
Nederland op zgn eerste Internationale Landbouwtentoonstelling
waardig worde opgehouden, dan behoeft het inderdaad meer
geldelijken steun.
Daarom vraagt het Comite nog eenmaal: help ons. Zend
ons uwe bijdragen hetzij door 6eo of meer prijzen of medailles
uit te loven, hetzij door ons een geldelijke bijdrage te schenken
of wel door in te teekenen op het waarborgfonds. Hieronder
volgt een lijst van de grootte der verschillende prijzen en van
de medailles, die uitgeloofd worden, terwijl verzocht wordt het
daarbg gevoegde inschrijvingsbillet, ingevuld met betgeen men
aan het Comite zal willen doen toekomen, in te zenden aan
den Secretaris den Heer P. F. L. Waldeck, te Loosduinen.
Wij herinneren hierhij aan de bepaling van het Comity dat,
wie aan de Tentoonstelling een bijdrage van minstens f 3 5
schenkt, donateur wordt en daarvoor een vrijkaart krijgt voor
den geheelen duur der Tentoonstelling, de plechtige opening
daarbij begrepen. Een lijst van de namen der donateurs zal
voor in den Catalogus worden gedrnkt.
Lijst der in het Programme/, uitgeloofde prijzen en medailles.
Eereprijzen van f 500, f 300, f200 en f 100.
Prijzen van f 500, f 400, f300, f200, enz.
Gouden Medailles ter waarde van flOO.
Zilveren Medailles ter waarde van f 20.
Bronzen Medailles ter waarde van f 10.
Op last des Konings zijn op verscheidene plaatsen in
de Hoog Soerensche bosschen ruiven geplaatst, die gedurende
den wintertijd gevuld worden met hooi en wortelen, tot voediug
der herten. In den omtrek dier ruiven worden plekken gronds
omgespit, waar verschillende gewassen zullen worden gezaaid,
welke gaarne door herten worden gegeten. Van deze zaden,
door Z. M. speciaal aangewezen, is de levering opgedragen
aan den heer Bruno Tideman, te Apeldoorn.
Eindelijk zal op 28 Jan. voor de arr. regtbank te
Utrecht de bekende zaak van eenige studenten, verdacht van
mishandeling, gepleegdophetMunsterkerkhof, behandeld worden.
Als een voorbeeld van ligaamskracht op hoogen ouder-
dom, moet zeker de oud-gezagvoerder J. v. H., te Heusden,
genoemd worden. Deze 95-jarige, die een paar jaren geleden,
op een dag, heen en terug naar Scheveningen reisde, klom
dezer dagen in zgn tuin in een boom, en maakte in den top
een touw vast om hem omver te trekken. Zonder iemands
hulp heeft hij daarna den boom gerooid en op den grond
gehaald.
Volgens de laatste telegrammen uit Amerika, heerscht
thans in het westelijke en middengedeelte der Vereenigde
staten een scherpe koude, die zich langzamerhand oostwaarts
uitbreidt. Bij het afzenden van de jongste berigten was de
thermometerstand in Nebraska en Jowa 24 graden beneden
vriespunt, in Dakota 48 en in Manitoba 45. Te Cincinnati
stond de thermometer 27 graden onder nul, te Cleveland 14,
en te Chicago 20 graden.
Op verscheidene plaatsen is de koude zoo hevigj dat de