SPl*!
1884
Vrijdag, 25 Januarij.
Nr. 4.
VAN
AAN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN 9EWIJD.
Vijf-en-Twintigste Jaargang.
Gemeenteraad van Haarlemmermeer.
Prijs van het Abonnement
*•-
Hoofd-Agenten voor dit Weekblad, te Haarlem:
P. VAN CITTERT ZONEN.
Aangegeren ran 1622 Jan. 1884.
Uitvoerig Verslag der Vergadering van
Donderdag 27 December 1883.
Prijs der Advertentien
van 16 regela 75 Cent, elke regel meer 12% Cent.
j>f{ d
■4) U
HAARLEMMERMEER.
t. 1!
in het Jaar
Prys ?an een inkrl Nommir 18 Cent.
de Heeren
L
to
sc Onderstaande personen worden in bun belang aangemaand
zich ter Secretarie aan te melden, ten einde opgtfen te doen
voor de bijhoudiag van het Bevolking-register
Jac. Joh. van Herwijnen gekotnen fan Amsterdam,
Marinua Koster Sloten.
AT,T/B TOEZENDINGEN, REDAKTIE EN UITGAVE BETREFFENDE
te adreaseren aan VAN BONGA Sl C°.te Amsterdam.
Het bureau van de bevolkingen van den Burgerlijken Stand
is geopend: 'a morgens van 912 uur, en 'a middags fan
14 uur.
BURGERLIJKE STAND.
GEBOREN: Johanna, dochter van A. Persoon en P. J. van
Leeuwen. Mar in us Arie Laurens, zoon van M. BreureenC. W.
Grijs. Hendrik Jan, zoon van A. Louw en C. Siebeling.
Cornelia Johannes, zoon van A. op de Kelder en E. Huibers.
Jan, zoon van H. de Vries en J. Kaptein. Joost Cornelia, zoon
van D. Koolhaas en G. Bokhorst. Johanna, dochter van G.
Albers en J. Jansen. Johanna, dochter van J. Slot en F. van
Lakerveld. Alida, dochter van F. Bijma en A. Kemp.
OVERLEDEN Matje Buijser, oud 75 jaar, wed. vanC. Willeme.—
Tijmen, oud 10 maanden, zoon van J. C. Versloot en A. Pauw.
Willem van der Vlugt, oud 49 jaar, geh. met G. Oostwouder.
Arie, oud 27 jaar, zoon van G. van Waveren en H. W. van
Keulen. Matthijs van Krimpen, oud 58 jaar, geh. met A. van
Lier. Jacobus, oud 7 jaar, zoon van C. van Velzen en A.
Buijs. Johanna, oud 1 dag, dochter van A. Persoon en P. J.
van Leeuwen. Theodorus, oud 14 maanden, zoon van J. Noor-
dermeer en G. Boon.
ONDERTROUWDGeene.
GEHIJWDG. Doekes met A. Dogger. G. van Tol met C.
Kom.
Naar men verneemt is de Wed. Kooij, PP 16, aan den
Vennepertocht, door den veldwachter N. van Leeuwen be-
keurd wegena het zonder rergunning verkoopen van aterken
drank in het klein.
Het eerste nummer van den vierden jaargang is verachenen
van het Zondagsblad voor het jonge Nederland. Dit blad, reeds
by de eerste veracbijning by wijlen Henri J. Sternberg met
bijval ontvangen, heeft in de drie jaren van zijn beataan
groote vorderingen gemaakt. Door de uitgerers tegen-
woordig de heeren J. F. Haeseker Co. zoowel ala door
de redactie, onder de leiding van den heer P. F. Bruuings,
wordt niets nagelaten, wnt het jongensblad aantrekkelyk kan
maken. Aardige, bevattelijke hoofdartikelen, duidelyke schetaen
van de voornaamate feiten, die in binnen- en buitenland de
aandacht verdienen, goede feuilletona, bijr. „Een Hollandache
Jongen," van den heer Bronings, maken het blad tot een
geliefkoosde lectuur voor het jonge volkje. Daarenboven
hebben de uitgevera weer een prysvraag uitgeachreven, be-
staande in „een duidelijke verklaring van de begrippen armoede
en rijkdom." Het is een gezellig en tegelijk een nuttig
blaadje.
dea morgens ten 10 uur.
(Reeda vroeger in het kort medegedeeld.)
Voorzitter: de heer J. W. Lantzindorffer.
Tegenwoordig 14 leden, zijnde de heeren van Vuuren, Suid-
geest, van Reeuwijk, Dyt, Verkugl, Timmermana, Pruiaaen,
't Hooft, Ran, Biesheuvel, de Breuk, Evelein en Knaap; alamede
de Secretaris. Afwezig de heer Tenaen.
De Voorzitter opent de vergadering met eene toeapraak ter
herdenking van het jaar, dat weldra zal geeindigd zyd, en
goede wenschen uitende by de intrede van het volgende jaar.
De notulen van 29 November 1883 worden vervolgena goed-
gekenrd.
I. Aan de vergadering wordt medegedeeld het navolgende:
a. de Protinciale bladeo van 1883, no. 65 en 71.
b. Brief van Gedeputeerde Staten dd. 21 November 1883,
no. 64, ten geleide der goedgekeurde begrooting voor 1884.
c. het Procesverbaal der op den 4 December 1883 door
Burgemeester en Wethouders gedane opneming van de boeken
en kas van den Gemeente-Ontvanger.
(UtterHJk Woentdag.)
Groote Letters worden naar hare plaatsruimte berekend.
d. het besluit vaa Gedeputeerde Staten dd. 19 December
1888, no. 68, waarbjj beschikt is op het bezwaarschrift van
N. van Egmond, tegen zijnen aanslag in den hoofdelijken
omslag dezer genieente, dienst 1883, en waarbij die aanslag
it verminderd met 9 en vaatgesteld op 31.
A1 hetgeen voor kenniageving wordt aangenomen.
II. Is aan de orde een bezwaarschrift van J. Tijburg, tegen
zijnen aanslag in den Hoofdelijken omslag, dienat 1883.
Van dat bezwaarschrift wordt voorlezing gedaan, en na
korte gedachtenwiaseling genomen het volgende besluit:
De Gemeenteraad van Haarlemitnermeer; gelezen het bezwaar
schrift van J. Tyburg, tegen z(jnen aanslag in den Hoofde
lijken omslag dezer gemeente dienat 1883, ten bedrage van
1,00 voor 5 maanden, (no. 83 van 't kohier, Suppletoir.)
Overwegende dat de aanalag moet geacht worden niet te
hoog te zijn.
Besluit: De aanslag van den reclamant te behouden.
III, IV en V. Aan de orde zijn, de bestekken voor de te
houden aanbestedingen van onderboudswerken aan de Begraaf-
plaatsen, brandspuithuizen, Raadhuis, Seholen, Onderwyzers-
woningen, en de wegen.
Deze stukken, tot onderzoek gesteld geweeat zijnde inhanden
van de Commissie voor de Gemeeotewerken, wordt daaroratrent
uitgebragt het volgende rapport
De Commissie voor de Gemeeotewerken heeft de. veischillende
bestekken van aanbeateding in hare handen gesteld, onderzocht,
en heeft de eer u voor te steUeu:
de begrooting van koaten voor onderhoudiwerken aan Be-
graafplaatsetr, brandspuitbuizer, Raadhuis en wegen goed te
keuren.
Evenzoo te handelen met de begrooting van koaten van de
onderbondswerken aan de seholen en woningen, behoudena
een paar kleine wijzigingen we Ike de volgende werken betreffen.
Aan school 2 word! voorgesteld om eene schoeging te maken.
Uwe vergadering heeft in het vorig jaar bealoten om die
schoeging niet te doen maken, maar de sloot op te schieten.
Aan het laatste is geen gevolg gegeven, en daarom stellen
wy voor deze schoeijing dit jaar niet in het beatek te brengen,
maar eerst eene proef te nemen met het opschieten van de
sloot, tenzij men tot demping kon overgaan en de afaeheiding
met een rasterwerk kon daarstellen.
By het voorslel om eene heining te maken aan school 10
oordeelde de Commissie dat 6en yzeren dwarslegger vol-
doende is.
Eindelyk zgn er een paar kleine berstellingen aan school
5 niet in het beatek opgenomen.
Namens de Commissie,
(get.) Bultman, Voorzitter.
De heeren Bultman en Verkuyl lichten een en ander nog
kortelyk toe, en wordt door den Welhouder van Vuuren de
reden opgegeven waarom in de te maken afaeheiding by school
10 zijn beschreven twee ijzere atangen in plaats van ££n.
Na deze toelichting trekt de Commissie baar voorstel, om
slechts £en ijzeien ataog aan te brengen, in.
Ten opzigte van het schieten eener sloot bg school 2, zooals
de Commissie voorstelt, in plaats van het maken eener schoeijing,
wordt geaproken door de heeren Verkugl, van Vuuren, Bultman
en Knaap; waarbij ook nog wordt besproken het dempen
der sloot.
De vergadering besluit echter om het beachoeijen der aloot
geheel uit het beatek te nemen, en deze zaak aan te houden,
en voort9 nog in het beatek te doen opnemen het doen van
berstellingen aan een goot, de warande en het kelderluik van
school en woning no. 5.
Behoudena deze wijzigingen worden de bestekken goed-
gekeurd.
VI. Komt in behandeling een verzoek van het Hoofd der school
te Abbenea, tot het wegnemen der populierboomen langa het
erf en achoolplein.
Naardien er onzekerheid bestaat hoeveel boomen men ver-
langt te doen rooijen, wordt bealoten deze zaak aan te houden
tot het inatellen van een nader onderzoek.
Via. De Burgemeester atelt voor om te doen rooijen en
daarna te verkoopen de populierenboomeu staande op den dorps-
weg in Sectie J J, van de school tot de woning van den heer
Bugn.
Zulks wordt goedgevonden.
VII. Aan de orde is, het adrea van J. A. Bakker c, a.,
oin bijdrage voor het plaatsen van een lantaarn bij den kruis-
weg, welk adres reeds i9 vermeld in de Dotulen van 29 No
vember 11. no. 7.
Dit adres gesteld geweeat zijnde in handen van de fioanti-
eele Commissie, wordt door die Commissie uitgebragt het
navolgende rapport.
De finantieele Commissie heeft de eer ten aanzien van het
adres van de heeren Bakker c. s. aan den gemeenteraad te
rapporteeren dat zy voorstelt, om, in aanaluitiDg met het be-
sprokene over deze zaak in de vorige raadsvergadering, niet te
treden in het verzoek der adressanten om voor een te plaatsen
lantaarn op den kruisweg bij Aalsmeer eene toelage van/25
uit de gemeentekaa te geven, maar te bepalen dat er voor het
brauden van iedere lantaarn eeue jaarlyksche toelage gegeven
zal worden van 4 en wel onder de volgende voorwaarden,
ala
le dat de reeds geplaatste of nog te plaatsen lantaarns van
goede conatructie zgn en geschikt tot straatverlichting.
2e dat men zorge dat de verlichting goed zij en ten ge-
noege van het gemeentebestuur.
3e. dat de lantaarna gedurende minsteos een half jaar 's
avonds branden van primo Oct. tot ultimo Maart, en wel van
dat het donker wordt tot 'a avonds 11 uur, en onder zulke
bepalingen meer als de raad oordeelen mogt noodig te zgn.
De Commissie meent niet minder dan 4 voor bet bran
den van iederen lantaarn te moeten vooratellen, omdat bij eene
zeer matige berekening, de onkosten vallende op bet branden
van een lantaarn minstens op f 10 komen te staan.
Wil de Gemeenteraad de ingezetenen aanmoedigen om voor
eigen rekening op plaatsen waar zulks kan worden noodig
geacht, lantaarns te plaatsen en voor verlichting te zorgen,
dan zal de voorgestelde toelage van 4 zeker Diet te hoog,
maar misschien wel ruim laag kunnen geacht worden tezyn.
De Finantieele Commissie:
(get.) G. B. 't Hooft,
Com. Dyt.
P. Verkugl.
De heer 't Hooft zegt, dat de Commissie van oordeel is dat
de vroeger genoemde toelage van 3 per lantaarn te laag
is, wanneer men let op hetgeen de werkelyke uitgaven zullen
zijn, en op hetgeen de bestaande lantaarns aan de gemeente
kostende commissie zou dns 4 per lantaarn willen geven,
onder de door de Commissie opgegeven voorwaarden de heer
't Hooft meent voorts dat, indien men het plaatsen van lan
taarns door particnlieren wil aanmoedigen, men eene billijke
toelage moet geven.
De heer Verkuijl zegt wel het rapport der Commissie mrde
onderteekeod te hebben, maar onder voorbehoud er nader in
de Raadsvergadering over te zullen spreken. Spreker acht
eene toelage van 4 te laag, en was van gevoelen dat 5
behoort te worden gegeven, omdat de werkelijke uitgaven
inderdaad veel hooger zijn.
De heer 't Hooft erkent dat 4 te laag is, met het oog
op de kosten; en zegt dat de Commissie haar voorstel in
zooverre wijzigt, dat zij f 5 in plaats van 4 als toelage
wil geven.
Het aldus gewijzigd voorstel der Commissie wordt in stem
ming gebragt, en aangenomen met algemeene stemmen.
De Voorzitter stelt verder voor om aan adressanten te be*
rigten, in antwoord op hnn adres, dat de Raad besloten heeft
om voor elke laDtaarn, en onder de voorwaarden in het rapport
der Commissie omschreven, eene toelage uit de gemeente kas
te geven van f 5, welke toelage zal betaald worden op eene
na afloop ran het jaar in te dienen declaratie, en als het
blijkl dat aan de gestelde voorwaarden voldaan is, een en
ander in te gaan den 1 Januarij 1884.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
De heer Evelein vraagt welke de reden is dat de twee
indertijd te Nieuw-Vennep geplaatste lantaarnpalen hebben
gekoet 80, terwyl de acht lantaarnpalen bg Aalsmeer ge-
plaatst, te zamen slechts ongeveer zooveel kosten.
De Voorzitter en de heer Bultman lichten zulks toe, en
zeggen dat zulks ook wordt veroorzaakt door bijkomende
werkzaamheden, plaatsing, enz.
De heer de Breuk vraagt of het nu ook niet billijk is, om
de toelage te geven voor de lantaarn bg de Oude-Wetering,
en waarom al meermalen is gevraagd.
Men besluit om af te wachten of ook van die zijde aan-
vraag zal worden gedaan.
VIII. Is aan de orde, de wijziging van het besluit tot
verhooging van het schoolgeld voor uitgebreid lager onderwijs.
Asn de vergadering wordt voorgelezen eene missive van
Gedeputeerde Staten vau Noord-Holland, van 12/15 December
1883, No. 67, waarbij wordt toegezonden afschrift van een brief
vau den Minister van Binnenlandsche Zaken, van 6 December
11., en bij welken brief de heer Minister te kennen geeft, dat de
wet op het lager onderwys hem aanleiding geeft de voorge
stelde verhooging van het schoolgeld te Haarlemmermeer niet
aan zyne Majesteit ter goedkeuriDg voor te dragen dat intus-
schen de datnm voor het in werking treden van het raads-
besluit op 1 July 1883 vastgesteld, behoort te worden bepaald