Rijnlani
1884.
Vrijtlag, 8 February.
Nr. 6.
VAN
AAN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD.
Vijf-en-Twintigste Jaargang,
Prijs van het A.bonnement:
in het Jaar
Hoofd-Ageiiten voor dit Weekblad, te Haarlem:
P. VAN CITTERT ZONEN.
BURGERLIJKE STAND.
Aan gegeven van 30 Jan.5 Febr. 1884.
Prijs der A-dvertentiein.
van 1—6 regels 75 Cent, elke regel meer 12/2 Cent
[lAARLEMMERMEER.
Prijs van een enkel Nommer 15 Cent.
de Heeren
De vergadering van ingelanden van Rijnland, waarin de
Commissie, in de bijeenkomst van 26 Maart 1881 benoemd,
liaar praeadvies zou uitbrengen over de vraag, of de instelling
van een nieuw waterschap, waardoor de Noorder Lekdijk, althana
ten deele, ten laste van Rijnland zal komen, in Rijnland'8 be-
lang is, is Zaterdagmiddag te 's Gravenbage gehouden.
Door den Voorzitter, den heer P. P. Hubrecht, werd mede-
deeling eedaan van al hetgeen de commissie, overeenkomstig
het haar in Maart -1881 gegeven mandaat, had verrigt ter
uitvoering van de toen genomen besluiten. De pogingen, by
de provincien Noord- en Zuid-Holland aangewend om wijzi-
gingen te doen aanbrengen in Rijnland's reglement, met het
doel aan ingelanden regt van beroep op den Koning te ver-
zekeren tegen de besluiten van Rijnland's bestuur, alsmede
om de bepalingen daarin nopens de openbaarheid der verga-
deringen van Rijnland's bestuur uit te breiden, hadden gefaald.
Ofschoon het adres der commissie aan de Staten van beide
provincien was gerigt geweest en daar het een gemeenschappe-
lijke zaak gold, welligt ook eene gemeenschappelijke behan-
deling hadde geeischt, hadden de Staten van beide provincien
afwijzend op het verzoek beschikt, die van Zuid-Holland op
een uitvoerig preadvies van hunne Gedeputeerden, dat nog
voor de openbare beraadslaging door den heer Hubrecht was
beantwoord en nadat een nader verslag eener commissie uit
de Staten was uitgebragt.
Eveneens waren de pogingen der commissie mislukt om
zamenwerking te verkrijgen met de besturen der belanghebbende
groote waterschappen omtrent de instelling van een nieuw wa
terschap van belanghebbenden bij den Noorder-Lekdijk. Allen
hadden op dc uitnoodiging tot het committeeren van eenige
leden ter gezamenlijke bespreking der zaak in zeer beleefde
termen om verschillende redenen geantwoord daartoe geen aan-
leiding te vinden. Toch was de arbeid der commissie niet
geheel vruchteloos geweest. Op haar verzoek aan Rijnland's
bestuur, om inzage te mogen nemen van alle archiefstukken
op deze zaak betrekkelijk, had dat bestuur wel verklaard dat
het archief daaromtrent niets bevatte, maar tevens de gedrukte
notulen toegezonden van de vereenigde vergadering, waarbij
ook de gevoerde correspondence.
In die briefwisseling komt o. a. een adres voor door de Be
sturen van Rijnland, Amstelland en den Lekdijk Bovendams,
op 12 Mei 1879 tot de Regering gerigt, waarin zij zieh wel
beklagen, dat door de brochure van Mr. Hubrecht: ..Holland
in last," hun pogingen waren verijdeld, om door heffing van
een buitengewonen omslag van f 10 voor elken bunder ge-
zamenlijk in de kosten der verhoogiug van den Noorder-
Lekdijk te voorzien, maar waarbij zij in even zooveel woorden
de voorzeker merkwaar.lige verklaring afleggen, dat zij het in
beginsel volkomen met dien schrijver eens zijn, dat het Rijk
de verhooging van den Noorder-Lekdijk behoorde te bekos-
tigen, toen deze noodzakelyk was geworden door de dijks-
verhooging van den Zuider-Lekdijk, waartoe de Regering toe-
stemming had gegeven.
De Voorzitter vestigde de aandacht op deze verklaring van
de drie grootste der bij de zaak betrokken waterschappen,
opdat dit door Rijnland's ingelanden, die alzoo voor een bui
tengewonen omslag van /10 per bunder bewaard bleven, in
goede herinnering mogt bewaard blijven en evenzeer in de
toekomst, als welligt Rijnland's ingelantjen opnieuw zouden
gedwongen worden bij te dragen in het onderhoud van niet
tot hun waterschap behoorende dijken, men zich zou herinneren
dat de besturen van Rijnland zelf en van de twee andere
groote waterschappen dit in beginsel volkomen hebben afge-
keurd.
Nadat alzoo de pogingen tot zamenwerking waren mislukt,
had de commissie zelve de vraag overwogen, of instelling van
een nieuw waterschap raadzaam ware te achten, en de con
clusion waartoe zij na rijp overleg is gekomen, zijn neerge-
legd in het praedvies, dezer dagen te 's Gravenbage in druk
verschenen en algemeen verkrijgbaar gesteld.
Daar geen der aanwezigen nadere inlichtingen verlangde,
werd besloten, nadat een der hoofdingelanden van Rijnland
zijne goedkeurende stem had gemotiveerd, het rapport aan den
Koning toe te zenden, en bij begeleidend adres aan Z. M.
waarvan afschrift zal worden gezonden aan elk der beide Ka-
mers van de Staten-Generaal te verzoeken tot bevordering
van het. belang, dat Rijnland en drie provincien hebben bij
het voortdurend ook in de toekomst afdoend waterkeerend ver-
ALLE TOEZENDINGEN, REDAKTIE EN UITGAVE BETREFFENDE,
te adresseren aan VAN BONGA C°.te Amsterdam.
Uiterl{JH Woenadag»
mogen van den Noorder-Lekdijk, al datgene te verordenen en
te doen tot atand brengen wat strekken kan tot:
a. betere verdeeling van het door den Boven-Rijn aange-
voerde hoog opperwater;
b. wettelijke regeling der hoogteverhouding van de dijken
der waterschappen tusschen wier grenzen de vjjandelijke rivier
haar loop neemt;
c. krachtige voortzetting der werken voor versnelden en
verruimden afvoer onzer rivieren naar zee.
Door de meeste der aanwezige ingelanden werd hun hand-
teekening op de adressen gevoegd bij die der leden van de
commissie. Het verder ter teekening leggen van die adressen
werd niet noodig geoordeeld.
Agenda voor de Vergadering van Hoofdingelanden
van den Haarlemmermeerpolder, op Woensdag
den 13 Februarij 1884, des morgens ten 10
ure, in het locaal van Staats te Haarlem.
1. Mededeelingen. 2. Vaststelling van het Kohier van
Omslag; dienstjaar 1884. 3. Voorstel van het Dagelyksch Be
stuur, tot heffing van opstalregten. 4. Praeadvies van het
Dagelijksch Bestuur op het verzoek van A. L. Dijserinck tot
begrinding van Veldweg.
Het gelal ingeschrevenen voor de Nationale Militie in deze
gemeente, ligting 1886, bedraagt 151.
Stephanus Becker, van wien men onlangs schreef dat hij
vermist werd, is naar men zegt, teregt. Hij moet zijne vrouw
die blind is eenvoudig hebben achtergelaten, en zich te
Beverwijk ophouden.
GEBOREN: Trijntje, dochter van J. Gladpootjes en J. Bakker.
Margje, dochter van K. Nederveld en J. K. Buurman.
Willemina, dochter van P. Bier en M. Smit. Christina, dochter
van C. le Clercq en C. van Hoist. Antonius, zoon van A.
Jongeneelen en G. Harding. Nicolaas Gosewinus, zoon van
E. Struik en G. Vergeer. Pieternella, dochter C. van Tilburg
en A. Jongeneelen. Arnoldus, zoon P. v. d. Beek en H. van
Drunen. Jacob, zoon van W. Houveling en C. Koenekoop.
Anna Catharina, doehter van W. Aarts en A. M. v. d. Linden.
Cornelis, zoon van M. Sandifort en E. van Wijngaarden. Wil-
helmina, dochter van P. J. Biemans en E. Duurhout.Wilhelmina,
dochter van J. Goede en W. v. d. Roemer. Cornelis, zoon
van K. Smit en G. Bruin. Maria, dochter van J. P. Ackermann
en G. Yerbeek.
LEVENLOOS GEBOREN: 1 kind van G. Niesing en C. van
Leeuwen.
OYERLEDEN: Anna Maria Katrina Boelens, oud 75 jaren
wed. C. Petri. Urias, oud 21 maanden, zoon van J. Dekker en
J. van Lempt. Jacob Zweegman, oud 63 jaar, (wednr.) van
L. de Kleer. Antje Cornelia, oud 8 jaar, dochter van A. Louw
en C. Siebeling. Aaltje, oud 4 jaar, dochter van A. Elsingaen
K. Brouwer. Jacobus Cornelis, oud 5 weken, zoon van J. Flipse
en J. de Vos.
ONDERTRO UWDG. Kors met C. Mostaard.
GEHUWD: Geene.
Agenda voor de Vergadering der Hollandsche Maat-
schappij van Landbouw, Afdeeling Haarlemmermeer,
te houden|op Dinsdag 12 February 1884, 's voor-
middags ten 10 uur, ten huize van den heer
Sistermans, te Hoofddorp.
1. Ingekomen stukken. 2. Behandeling van de punten
van beschryving voor de buitengewone Algemeene Verga
dering. 3. Bespreking van wijzigiug der wet van de Holl.
Maatschappij van Landbouw. 4. Behandeling der vraag:
,,Wat kan de Afdeeling doen by gelegenheid van de Interna
tionale Landbouwtentoonstelling, te houden in 1884 te Am
sterdam." 5. Verloting om niet onder de tegenwoordig
zijnde Leden.
TeleursteUingDe familie Swaabe, die verleden Vrijdag voor
kindereu bij Halfweg eene acrobatische voorstelling gaf, zou
dicnzelfden avond eene voorstelling geven ten huize van de
wed. Stapel, te Nieuw-Vennep. Een tamelijk groot publiek
was opgekomeu, maar tot ieders teleurstelling lieten de acro-
baten op zicb wachten. Men besloot dus zich onderling maar
wat te vermaken. Een muzikant werd ontboden en zoo werd
Groote Letters worden naar hare plaatsruimte berekend.
de avond doorgebragt tot 's nachts half £t:n. De reden van
het wegblijven der familie Swaabe is tot heden nog niet bekend.
Evenals op vele andere plaatsen, hebben eenige ingezete-
nen van Gieten het plan opgevat om eene landbouwvereeni-
ging op te rigten. Het bestuur is reeds gekozen en verscheidene
landbouwers hebben deelgenomen.
Een winter als dien wij thans beleven, geeft natuurlyk weer
aanleidiDg tot het opbalen der herinneringen aan zachte winters
uit vroeger en later tijd. Eenige daarvan deelen wij mede.
1186 en 1414 bloeiden de boomen in Jannsri. In de vorige
eeuw kwamen tien tachte winters voor. De 16e 17 en 18e
eeuw hadden te zamen 31 zachte winters tegen 74 bijzonder
strenge. Een buitengewoon zachte was die van 1795 1796;
toen stond de thermometer slechts een zeer enkele maal onder
het vriespnnt. In Engeland stonden toen in Januari de dop-
erwten reeds een voet boven den grond, en te Weenen bloei
den in die maand de amandel- en kerseboomen.
Blijkens de nu verschenen 8e aflevering van bet „Eriescb
Rundvee-Stamboek" zijn van af de oprigting in 187 9 tot
heden 1698 koeijen en 338 stieren ingeschreven.
De verschillende veranderingen, door verkoop enz. ont-
staan, zijn in de druk verBpreide afleveringen van het stam-
boek niet geregeld bijgekouden, omdat niet alle veehouder*
van dergelijke veranderingen aangifte doen.
Bij de thans verschenen aflevering is daarom een lyst ge
voegd van al het op 1 Januari 1884 aanwezig vee bij de
leden, voor zoover opgaaf ODtvangen, en daaruit blijkt, dat ei
op dat tijdstip aanwezig waren 1025 koeijeu ,en 112 stieren.
De waarschuwing reeds vroeger tot de veehouders gerigt,
om het beste fokvee, ook al is dat tegen aanzienlijke prijzen
toch niet aan buitenlanders te verkoopen, had dus alle redeu
van bestaan.
De maatregel, door het bestuur genomen, om het Stamboek
met 1 Mei a. s. te sluiten, heeft tengevolge gehad dat het
ledental tot 600 is geklommen en reeds meer dan 1000
nieuwe aanvragen tot opname ingekomen zijn.
Aan het verslag over 1883 van den Laudbouwproeftuin t»
Deventer wordt het volgende ontleend:
De weersgesleldheid in 1883 was hier voor het nemen va»
proeven niet zeer gunstig. De opbrengst van rogge en aard-
appelen zou zeker beter geweest zyn, indien de gewassen niet
erg geleden badden van de buitengewoon strenge nachtvorsten
in Mei. De aardappelen vroren in de nachten van 20 tot 21 Mei
otaal af, terwijl zij bovendien veel te lijden badden van de langdu-
rige droogte in Juni en Juli. Dit in aanmerking genomen, is de
uitkomst der proefnemingen met deze zoowel als met eenige andere
akkerbouwgewassen nog bevredigend te noemen. De weinige regen-
dagen in Mei, Juni en Juli scheneu toch nog genoeg vocht voor de
genoemde gewassen aan te brengen, terwijl dematige warme en
vruchtbare nazomer zichtbaar aan de aardappelen en vooral ook aan
de mangelwortelen zeer veel goed deed. Nadeeliger werkte
het gebrek van regen en warmte in den voorzomer op de
tuinbouw- en eenige andere gewassen, waarvan er velen tot
in het laatst van Juli zeer treurig stouden en ettelijke totaal
mislukt zijn. Eveneens werkte de groote koude droogte in
den voorzomer, die met harde winden gepaard ging, nadeelig
op de bemestingproeven.
Aardappelen. Er zijn dit jaar weder eenige nieuwe varieteiten
beproefd, die in verschillende landbouwbladen waren aanbevolen.
Dewijl echter van bijna alle slechts een klein aantBl poot-
aardappels ontvangen werden, zyn thans nog geene gevolg-
trekkingen aangaande de opbrengst te maken.
De kleine Fransche verscbeidenheden, ten vorigen jare reeds
vermeld, waren uitstekend van qualiteit, doch zijn niet ruim
van opbrengst.
De Magnum bonum levert veel op, het is echter gebleken,
dat ze op zwaarder grond dan dien van den proeftuin veel
beter van smaak is.
Volgens den regenmeter der Rijkslandbouwschool is gedurende
de maand Januari j. 1. te Wageningen 84' m.M. regen gevallen,
tegen 48 m.M. in dezelfde maand van het vorige jaar.
Te Fredriksoord is blijkens den regenmeter aldaar 98' m.M.
regen gevallen, tegen 39 m.M. in diezelfde maand van het
vorig jaar.