1884
Vrijdag, 22 Februarij.
Nr. 8.
Vijf-en-Twintigste Jaargang.
VAN
AAN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWJJD.
JPrijs van het Abonnement:
in het Jaar6.
Prijs der -Advertentien
van 16 regels 75 Cent, elke regel meer 12Cent
IIoofd-Agenten voor dit Weekblad, te Haarlem:
P. VAN CITTERT ZONEN.
BURGERLIJKE STAND.
Aangegeven van 1319 Febr. 1884.
Zijn de Diereu nicuwsgierig?
Prjjs van een enkel Nommer 15 Cent.
ALLE TOEZENDINGEN, REDAKTIE EN UITGAVE BETREEEENDE
te adresseren aan VAN BONGA C0., te Amsterdam.
WJiterl\jh Woensdag.)
Groote Letters worden naar hare plaatsruimte berekend.
de Heeren
GEBOREN: Anna, dochter van W. van Gerven enC. Smakman
Hendrik, zoon van W. P. Mens en N. Kempenaar. Trijntje,
dochter van P. Liefhebber en A. Boogaard. Johannes, zoon van
J.J. van Rijn en A. Onnes. Trijutje, dochter van P. Braakman
en A, Stolwijk. Geertje, dochter van W. Slikker en C. Benjamin.
Hendrikus, zoon van A. Wijtkamp en G. Spel.
OVERLEDENCornells Kos, oud 46 jaar, gehuwd met A. van
der Ham. Aagje Duringshof, 55 jaar, gehuwd met P. Boor.
Willem, 2 maanden, zoon van J. Vreeken en E. Maarse. Leen-
dert, 3 dagen, zoon van T. van der Maas en C. Kieviet.
ONDERTROUWD: P. Van der Spek met N. Lievaart. J.
Struik met D. Van Rijswijk.
GEHUWD: Geene.
Agenda voor de Vergadering van den Gemeenteraad
van Haarlemmermeer, op Donderdag 28 Februari
1884, des voormiddags ten 10 ure, in het
Raadbuis.
1. Ingekoraen stukken en mededeelingen. 2. Brief van
den heer P. de Breuk, waarbij hij bedankt als Raadslid.
3. Reclamatie in zake hondenbelastiDg van J. Pater. 4. Uit-
loting van aandeelen in geidleeningen. 5. Voorstel tot
het in erfpacht nemen van een gedeelte grond ler vergrooting
van het terreiu voor school n°. 10. 6. Bestek voor den
bijbouw van een lokaal aan school n°. 4. 7. Benoeming
van stembnreaux voor de verkiezing van een Raadslid.
8. Benoeming van eene onderwijzeres voor school n°. 9.
Voordragt: Mej. J. F. Rappold, te Zwolle.
Tot Gemeente-Veldwachter te Haarlemmermeer is benoemd
Jan Visser, Agent van politie te Haarlem.
38 sollicitanten hadden zich aangemeld.
Voor hoofd van school n°. 4 te Hoofddorp liebben zich
zes sollicitanten aangemeld.
Tot waarnemend hoofd der school n°. 4 is benoemd en in
functie getreden de heer P. Stevens van Zeijst.
De zangvereeniging: „Excelsior" gaf Donderdagavond, ten
huize van J. de Vries, te Hoofddorp, eene uitvoering.
Ongeveer een paar honderd personen gaven van hunne
belangstelling blijk.
In den avond van 10 dezer, terwijl er bruiloft werd ge-
houden ten huize van H. Dekker, wonende nabjj de nieuwe
brug te Haarlemmermeer, zijn aldaar op het erf zes personen
gekomen, die verlangden biunengelaten te worden en sterken
drank verzochten.
Na weigering en na herbaald verzoek om heen te gaan,
zijn zij tot balddadigheden overgegaan, door met een stok te
slaan an met een mes zoodanige verwondingen toe te bren-
gen, dat heelkundige hulp is moeten worden ingeroepen; trap-
pen, schoppen, het inslaan van glasruiten etc.
Naar men zegt, zouden de schuldigen genaamd zijn J. v. d.
Bosch, J. Ophem, A. Touw, F. v. Strien, M. en P. West-
broek, waarvau sommigen beschonken waren.
In den zuid-oosthoek van Groningen, waar de winter al
even weinig merkbaar is dan in andere streken van ons land,
staat de rogge het voornaamste graanproduct aldaar
prachtig te velde. „Veel te mooi voor Februari", zeggen
mannen van kennis. Men begint ook reeds hier en daar
een lapje gronds met aardappelen te bepooten, hetwelk niet
veel bezwaar oplevertdaar de beide laatste jaren het be-
W1JS geleverri hebben dat, al vriest het loof er ook af, de
veibouw nochtans zeer goed kan worden. Zelfs zijn er boeren
die, als de vorst het niet doet, met de schoffel de boven den
giond uitkijkende aardappelblaadjes afsteken, om daardoor meer
kiacht aan den knol te geven. Kvcnwel kan bij strenge vorst
de aardappel zelf aangetast worden dan is hij verloren.
Overigens gaat de scheepvaart met turf geregeld voort, als
waren we in den herfst, terwijl de turfhoeveelheid in het
Compascuum, Weerdinger en Vallerveen tot zeer vaste prijzcn,
aanmerkelijk opkort.
Sedert eenige dagen is de stoomwatermachine aan den
Amstelveenschen weg met goed gevolg in werking en maalt
het overtollige water van het Willemspark in den Schinkel.
Uit Ursem (Noord-Holland) meldt men ons, dat proeven,
welke aldaar genomen zijn met het inkuilen van veevoeder,
goed ges'aagd zijn. Alleen de geur van het gras had veel door
deze bewerking verloren; daarentegen werd het door het vee
met graagte gegeten en de melk-opbrengst was aanzienlijk
termeerderd.
Wij zijn nog niet van den winter af. Hoe zacht hij tot
dusverre geweest rnoge zijn, hij zal, volgens de weerkundigen,
ons nog zijn strengheid doen gevoelen, zonder genade voor de
onvoorzichtige bloesems en uitspruitsels die zich reeds ver-
toonden. Prof. Reis, te Mainz die onlangs een voordracht
over dit onderwerp hield, voorspelde op wetensohappelijke
gronden, dat wij in dezen winter nog koude en sneeuw zul-
len krijgen. Ook de theorie der zonnevlekken spreekt voor
die voorspelling.
Waar bltjven de Veldmdizen?
De Genthiner Anzeiger doelt mede, dat veidmuizen des nrchts
in gaten gevallen, welke voor liaar geboord waren, zonderling
toegetakeld waren. Sommige waren zonder ooren, zonder staart,
van anderen was alleen de romp over, terwijl de groote en
krachtigste ongeschondcn bleven. 'nToen dit verschijnsel nader
werd onderzocht, bevond men, dat sommige muizen op hare
kameraden aanvielen en ze verslonden. Meestal ving dit op-
vreten bij de ooren aan en het duurde maar kort, of de slacht-
offers gaven elken tegenstand op en slierven onder de tanden
van hunne zusters. Om dit feit nog beter te kunnen vast-
stellen, ving een landbouwer een dozijn veidmuizen, zette die
in een pot, wanruit ze niet kunden ontkomen en gaf haar geen
voedsel. 't Duurde maar weinige uren, of er ontstond een
algemeen gevecht. Des anderen daags waren reeds vier stuks
dood en anderen mat en gewond. Op den derden dag leef-
den nog twee, die bezig waren hare makkers, evenals in de boor-
gaten, te verteren na eenige dagen was er wederom eene dood
en de laatste, zwaarste en krachtigste stierf op den achtsten
dag. De vraatzucht der muizen is groot, Een der grootsle
verslond in een dag twee halve muizen, waarvan zij alleen de
bovenhelften verteerde. Muizen kunnen slechts zeer korten
tijd zonder voedsel leven. Het blad besluit: Geen muizen-
plaag duurt dau ook lang, want tegen den winter brengt de
honger ze in 't naauw en verslinden zij elkander.
De buitengewoon zachte wecrsgesteldheid beeft ook haar
invloed op de bolgewasaen doen gelden. In geen jareD heb
ben de Hiacinthen, Croeussen, Tulpen, enz. zich zoo vroeg-
tijdig ontwikkeid als dit voorjaar. De kweeker ziet dit met
leede oogen aan, want hij is genoodzaakt de bollen van hun
dek te outdoen, terwijl, evenals verleden jaar, Maart nog zoo-
veel koude kan geven. De vorst dezer dagen ingevallen, was
daarom zeer gewensclit, daar hierdoor de te spoedige groei
eenigszins tegengehouden werd.
De Vereeniging het „Rundveestamboek voor Noord-Holland"
teit reeds 60 leden.
In het stamboek voor stieren zijn tot dusverre 2, in dat
voor koeien 110 stuks ingescbreven.
Gedresseerde kippen zijn sedert eenigen tijd in de Folies
Bergeres te Parijs te zien. Een troep hanen en hennen
voert daar op de maal der tr.uziek een aantal ingewikkelde
dansen uit. Zij begrijpen blijkbaar goed, wat ze doen moeten
en zij schijnen in hun nieuwen werkkring recht in hun schik
te zijn.
De hennen zullen, onder al die geieerdhtid, het eijeren leg-
gen wel vergeten.
Het terrein, waar de tuinbouwschool te Frederiksoord zal
komen te staan, wordt in orde gemaakt; dagelijks worden
bouwstoffen aangevoerd, terwijl in den timmerwinkel het bout-
werk gereed wordt gemaakt. Zooals bekend is, zijn de kosten
dezer school buiten bezwaar van de kas der Maatschappij van
Weldadigheid; ze worden door een menschenlievend landge-
noot gedragen.
Nadat door gezondheids commission het schadelijke en door
landbouw-vereenigingen het on prof ijtel ijke van het veer, bran-
den in Duitschland is aangetoond, beeft de Landhuishondkunde
door proeven bewezen, dat bij een andere bewerking meer
voordeel van dien veengrond kan verkregen worden. Terwyl
onze hooge veenen jaar in jaar uit gebrand en geboekweit wor
den totdat ze dood gebrand zijn, is men over de grenzen ons
de baas een veeneigenaar aldaar legde een biok groot 12 en
een half bunder droog, door sleuven, en kreeg, na egalisatie
tegen eene bemesting van 3 centenaars (a 50 kilo) kanit en
1 cent, bakergnano phosphaat, per morgeu 15 schepels haver
benevens uitstekend met gras doorgroeid stroo (1 schepel is
hectoliter). Na verdere bemesting, ook met compost, en
bezaaiing met zaaigras, thimothee en klaver, brengt de morgen
grond 1 l/2 a 2 dubbele voeren zeer goed booi op.
Nu in de meeste lakken van nijverheid, en ook op het
gebied van den landbouw, drainering, irrigatie, enz., werklui-
gelijke kracht meer en meer de dierlijke kraclit vervangt, en
ook in de plants van zwaren handeuarheid wordt anngewend,
verdient elke verbeterda toepaesing van bet stoomvermogen,
algemeene belangstelling. Wij vestigen daarom de aandacht
op het Westinghouse stoomwerlctuig van de Westinghouse ma
chine Compagnie, dat beknoptheid, duurzaamheid en zuinigheid
vereenigt. Uitsluitend hoofdagent voor Nederland en Kolonien
is de heer F. E. Averill, te Delft, bij wien alle inliohtingen
te verkrijgen zijn. Het Westinghouse stoomwerktuig vereenigt,
volgens 't geen wij er van vernamen, duurzaamheid en zuinig
heid, en neemt bijzonder weinig plaats in. Een machine van
70 a 80 paardekracht, b. v., beslaat slechts eene vloerruimte
van 54 bij 88 Eng. duim en is 76 Eng. duim hoog, met
iubegrip van het vliegwiel Zij kunnen ook op zolders gesteld
worden en zijn ook voor verpiaatsbare kracht dienstig. Moge
dit weinige voidoende zijn om belanghebbenden op te wekken
zich met den heer Averill in betrekking te stellen.
Men heeft aan het schaap a's voornaamste eigenschap de
zachtaardigheid toegekenil, zoo heet het in bovengenoemd stukje,
voorkomende in het fransche tijdschrift: Magazin Piltoresque.
„Zachtaardig gelijk een schaap," hoort men dikwijls zeggen,
doch het is een oDgegronde uitspraak, 't Is waar, het schaap
is geen vreeselijk dier; het heeft, om dit te zijn, noch de
gestalte, noch de kracht, noch de noodige wapenenhet begeert
slechts gras voor zijn voedsel. Toch kan men niet ontkennen
dat het tot woestheid geneigd is. Dikwijls ziet men dat in
eene kudcle, twee schapen door eene plotselinge woede worden
aangetast; met gebukten kop stormen zij op elkander los,
terwijl het geluid van die herhaalde stooteu op de als staal
harde koppen van verre kan worden gehoord; waarbij men
zich verwonderen moet dat zij dat kunnen uitstaan. Wan-
neer men een van die dieren wil naderen om het zonder kwade
bedoeling te betasten, dan i3 het niet vreemd, dat het, gelijk
de geit, deze gemeenzaamheid met een stoot beantwoordt.
Doch een der bedangrijkste eigenschappen van het karakter
van het schaap is de nieuwsgierigheid. Het is nieuwsgieriger
dan de koe, die het meer is dan het paard. Wanneer gij een
weide doorgaat waar zich een schaap bevindt, zal het't hoofd
opheffen en u een oogenblik aankijkenen wanneer het ontdekt
dat het niets te vreezen heeft, dat gij met hem niets te doen
hebt, zal het met grazen weder beginnen. Zoodra een koe u
ziet verschijnen, zal zij zich naar u toe keeren, zal zelfs vooruit
komen en n strak aanzien; staat gij stil, dan zal zij ook on-
bewegelijk blijven staan, in dezelfde houding, in dezelfde onbe-
paalde beschouwing, nog meer verbaasd dau oplettend. Hare
gewaarwordingeD zijn blijkbaar langzaam, onbepaald; zij is
ongerust, ze tracht te onderzoeken wat gij zijt, wat gij van haar
wilt, en dat vindt zij niet. Wanneer gij iiw weg gaat vervolgen
en gij, na eenigen tijd geloopen te liebben, u omkeerl, dan
zal de koe nog altijd met opgeheven kop op haar plaats staan,
steeds naar u kijkertde.
Het schaap schijnt nog trager bij bet onderzoek van on-
bekende verschijnselen; het ondervindt moeijeljjkheden om die
op te lossen. Zijn nieuwsgierigheid houdt niet op, omdat het
er niet toe komen kan die te bevredigenhet verwondert
zich altijd, omdat bet nooit begrijpt. Wij hebben er meer-
malen de proef van genomen lerwijl wij met een boek in de
hand op een grasheuveltje zaten waar schapen graasden, zagen
wij dikwijls een van die dieren ons langzaam en voorzichtig
naderen, op eenigen afstand staan blijven, en dan gedurende
een kwartier, een half uur, zonder van zijn plaats te gaan
zonder een enkele beweging te maken, den nieuweling aan
kijken, aan welke vreemde verschijning zijn oog niet gewoon was.
Bij deze langdurige beschouwing had het niets geleerd,
want den volgenden dag kwam hetzelfde schaap terug en
verdiepte zich in dezelfde beschouwing van onzen persoon,
in de overdenking van hetzelfde raadsel.
Elk nieuw voorwerp, zelfs het onbezielde, wekt de nieuws
gierigheid van het schaap op: een ingeslapen hond b. v. die
niet dezelfde is als die welke hen bewaakt en dien zij kennen,
een mol gedood door den stok van een voorbijganger, een
haas getroffen door het lood van den jager en die in een
greppel gestorven is. Het schaap volgt het voorbeeld door
andere schapen gegeven; van daar ongetwijfeld het spreekwoord
AARLEMMERR1EE