1884.
Vrijdag, 1 Maart.
IVr. 10.
VAN
AAN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD.
Vijf-en-T\vintigste Jaargang.
Gemeenteraad van Haarlemmermeer,
Prijs van het Abonnement:
iu het Jaar
Prijs der Advertentien
van 16 regels 75 Cent, elke regel meer 12'/a Cent
lloofd-Agent en voor dit Weekblad, te Haarlem:
P. VAN CITTERT ZONEN.
Uitvoerig Verslag der Vergadering van
Donderdag 17 Januarij 1884,
w
HAARLEMMERMEER
mmmmwmmmam
Prya van een enkel Nommeb 15 Cent.
AI.EE TOEZENDINGEN, REDAKTIE EN UITGAVE BETREl'EENDE
te adresseren aan VASI IIO.AGA Cu,te Amsterdam.
(UtterlyIt Woenadag.)
Groote Letters worden naar hare plaatsruimte berekend.
de Heeren
Gedeputeerde Staten van Zuidholland hebben den 5 February
jl. een beslissing genomen betreffende het door het Bestuur
van den Polder de Hazerswoudsche Droogmakerij ingesteld
beroep tegen bet beslnit van Dijkgraaf en Hoogheemraden
van Rijnland, tot onthouding van goedkeuring aan de begroo-
ting voor dien Polder voor het dienstjaar 1883. Het beroep
is ongegrond verklaard, met bevel dat het beslnit van Dijk
graaf en Hoogheemraden, waartegen het werd gerigt, volko-
men effect zal sorteeren.
De verkiezing voor een lid van den Gemeenteraad aliiier,
in de plaats van den heer P. de Breuk, zal plaats hebben op
Dingsdag 8 April a. s.
Naar men verneemt zijn op de voordragt voor Hoofd der
School no. 4, te Hoofddorp, geplaatst de heeren:
G. W. Zegers, onderwijzer te Amsterdam.
D. W. Doedens, hoofd der school te Lonneker.
G. Wit, onderwijzer te Alkmaar.
Aan belanghebbenden wordt herinnerd, dat de inschrijving
van schoolleerlingen zal plaats hebben in de eerste schoolweek
der maand Met, eu niet met 1 April, zooals velen meenen.
Alsdan moet worden medegebragt het bewijs van vaecinatie
en, zoo mogelyk, het bewijs van geboorte-inschrijvingen.
Een ruiw anderhalfjarig kind van N. van Lecuwen, A. A.,
Ringdijk, is met beide armpjes in een pot met kokend water
gevallen.
des morgens ten 10 uur.
(Reeds vrocger in het kort niedegzdeeld.f
Voorzitter de Heer J. W. Lantzendorffer.
Tegenwoordig 14 leden, zijnde de heeren Snidgeest, van
Reeuwijk, Verknijl, BieBheuvel, de Breuk, Dijt, Bultman, Ran,
't Hoofd, Pruissen, Timmermans, Knaap, Evelein en van Vuuren
alsmede de Secretaris. Afwezig de heer Tensen.
De notulen van 27 December 1883 worden goedgekeurd.
I. Aan de vergadering wordt medegedeeld het navolgende:
a. de provinciale bladen van 1883, nos. 66 tot 74, en van
1884, no. 3.
b. dat aan A. van de Wateren, op zijn verzoek, door den
heer Commissaris des Konings eervol ontslag is verleend als
Veldwachter, met ingang van 16 Januarij 18 84.
Al hetwelk voor kennisgeving wordt aangenomen.
II. Komt wpder in behandeling: het verzoek van het Hoofd
der school no. 6, tot het rooijen der populieren boomen voor
de school en erf aldaar.
De voorzitler zegt deze zaak nog niet te hebben onderzocht,
maar dat de Heeren van Reeuwijk en Suidgeest er mede be-
kend zijn.
De Heeren van Reeuwijk en Suidgeest deelen mede, dat bet
hnn niet wenschelijk voorkom om al de populierenboomen
voor de school te Abenes weg te doeu; maar wel twee doode
boomen, zoodat gemelde Heeren voorstellen op het verzoek
afwijzend te beschikken.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
III. Is aan de ordehet rapport der Commissie van toezigt
op het Lager Onderwijs, houdende vooratelleu tot verbetering
van het onderwijs aan school no. 4. (Hoofddorp.)
De Voorzitter zegt dat, tengevolge van het beslnit van 27
December 1883, no. 13a, van de Commissie van toezigt op
het lager onderwijs is ingekomen het nevolgende Rapport, het-
welk voor de leden heeft ter lezing gelegen, en waarvan voor-
)ezing wordt gedaan
Haarlemmermeer, 8 Januarij 1884.
De Plaatselijke Schoolcoromissie ontving uwe missive van 27
December II. no. 20a. waarbij zij werd verzocht te onderzoeken
in hoeverre verbetering zou zijn aantebrengen in het onderwijs
aan school no. 4, nu men staat voor de benoeming van een
nieuw hoofd voor die school.
De Commissie ontving die opdragt met ingenomenheid, omdat
haar daaruit bleek, dat de Gemeenteraad zclf verbetering wil
brengen in den toestand van het onderwijs aan gemelde school
en daardoor wegnemen de klagtendie tegen dat onderwijs
zijn gehoord,
Dat het den Gemeenteraad ern9t daarmede is, blijkt der
Commissie ook uit het bij den raad aanhangige plan tot het
bouwen van een afzouderlijk lokaal voor het uitgebreid lager
onderwijs.
De Commissie heeft dan ook, in eene vergadering, die zoo-
wel door den districts- als den arrondissement-schoolopziener
werd bijgewoond, met ernst en nanwgezetheid deze belangiijke
zaak overwogen.
De Commissie heeft zich bij hare bespreking der zaak lalen
leiden dotfr de drie volgende vragen
I. Zal men den tegenwoordigeu toestand bestendigen?
II. Zal men de school voor meer uitgebreid lager onder
wijs opheffen en de school voor gewoon lager onderwijs op
nieuw regelen?
III. Zal men oprigten een afzonderlijke school voor lager
onderwijs en een afzonderlijke school voor meer uitgebreid
lager onderwijs?
1. Zal men de tegenwoordigen toes'/nd bestendigen?
De Commissie heeft gemeend daarop te rooeten antwoorden
le. Neen, omdat de bestaande toestand niet deugt.
Het hoofd der school moet onderwijs geven in Fransch, En-
gelsch, Duitseh en in gewone vakken van lager onderwijs. Die
leerlingen zijn in vele afdeelingen verdeeld, zoodat het hoofd
der school voor zijne rekening heeft 4 afdeelingen Franscb,
3 afdeelingen Engelsch en 3 afdeelingen Duitseh, terwijl de
scholieren dier afdeelingen tevens in de gewone vakken van
Jager onderwijs door hem worden onderwezen.
De overige leerlingen der hoogste klassen met de overige
afdeelingen van het Fransch komen voor rekening van den len
hulponderwijzer.
Het hoofd der school heeft tevens toezigt te houden over
hel onderwijs, in de vier andere localen gegeven wordende.
Bij alle waardeering van den ijver, den goeden wfl en de
bekwaamheid van het hoofd der school, moet de Commissie
zeggen, dat op die wijze van goed onderwijs geen sprake kan
zijn.
2. Neen, omdat de vervulling der vacature van de heeren
Wesseling en Dammes niet zal kunnen plaats hebben zonder
hoogere financieele offers.
Het is ondenkbaar, dat men voor 1500 thans zal krijgeD
een persoon, bevoegd eu geschikt om te staan over eene in-
rigting van onderwijs zooals die thans te Hoofddorp wordt ge-
vonden, en vjor 900 een onderwijzer, met actc van hoofd-
onderwijzer en acte voor de Fransche taal. Voor de laatste
vacature beeft zich, in weerwil der gedane oproepingen, tot
hedeu niemand aangemeld.
De jaarwedden zouden dus verhoogd moeten worden, zonder
daarom nog het onderwys te verbeteren.
II. Zal men dan de school voor meer uitgebreid lager
onderwijs opheffen en die voor gewoon lager onderwijs opnieuw
regelen
Op die wijze zou men zonder twyfel eenige bezuiniging op
de uitgaven voor onderwijs kunnen toepassen, maar zij zou
eene bezuiniging mogen heeten, waardoor inbreuk werd ge-
maakt op 't welbegrepen belang en den bloei der gemeente
aan uwe zorgen toevertrouwd. Immers dan zou niet gezegd
kunnen worden, dat er te Haarlemmermeer voldoeud lager
onderwijs wordt gegeven, zooals art. 16 der wet dat voor-
schryft.
Ook zou door zoodanigen maatregel worden te kort gedaan
aan de behoeften der ingezetenendat toch de behoefte
aan uitgebreid lager onderwijs bestaat, zal wel niet nader
aangetooiid behoeven te wordenuwe vergadering heeft
trouwens die behoelte erkend, door de oprigting der tegen-
woordige school; wanneer dus het uitgebreid lager onderwijs
wegviel, zou er geen voldoend lager onderwijs worden gegeven,
daargelaten nog dat in zoodanig geval door Heeren Gedepu
teerde Staten het oprigten eener school voor uitgebreid lager
onderwjjs wordt bevolen. (zie art. 18 der wet.)
Ook bedenke men, dat in 1884 expireert de termijn van
5 jaren, gcdureude welke aan de gemeente vrystelling is ver
leend van de oprigting eener burgerschool (Middelbaar onder
wijs.)
De vraag doet zich dus voor, of, bij opheffing van het uit
gebreid lager onderwijs, wel op nieuw vrystelling zou worden
verleend van de verpligting tot oprigting eener school voor
middelbaar onderwijs; zeker is zulks aan gegronden twyfel
onderhevig.
Met het oog op een en ander mag alzoo de Commissie ook
deze vraag niet toestemmend beantwoordeu, en moet zij de
opheffing van het uitgebreid lager onderwijs ontraden.
III. Zal men dan tnaken een afzonderlijke school voor
uitgebreid en eene afzonderlijke school voor gewoon lager
onderwijs?
De Commissie beantwoordt die vraag toestemmend, want zij
is van oordeel, dat alleen op die wijze wezenlijke verberering
is aan te brengen.
De Commissie zou de tegenwoordigen school wenschen terug-
gebragt te zien tot eene schooluitsluitend voor gewoon la
ger onderwijs en daarnaast willen oprigten eene schoel voor
uitgebreid lager onderwijs, waarop onderwijs wordt gegeven
In de eerste klasse: aan leerlingen, die daartoe de gewone
school op hun tiende of elfde jaar verlaten, in de gewone
vakken van lager onderwijs en de Fransche taal.
De toelating zon kunnen plaats hebben, indien men dat wil,
na een afteleggen, niet te moeijelijk examen.
In de tweede klasse: aan die leerlingen der eerste klasse,
die zich daarvoor aanmelden.
In deze klasse zon dan tevens een begin kunnen gemaakt
wordeu met het onderwijs in de Duitsche taal.
In de derde klasseaan de leerlingen, die zich daarvoor
aanmelden. Bij die leervakken zou dan nog het onderwijs in
de Engelsche taal en wiskunde kunnen worden gevoegd.
De leerlingen, die de eerste klasse hebben doorloopen zul-
leu dan kunnen overgaan naar eene Hoogere burgerschool, of
wenschen zy dat niet, het onderwijs verder kunnen bijwonen
in de 2de en Sde klassen.
Hoe lang het onderwys in elke klasse zal duren, zou ua-
tuurlijk cuoeten geregeld worden by het te maken leerplan en
moet alsdan worden besproken.
Door hoeveel leerlingen eene zoodanige school zou bezocht
worden, is vooraf niet met zekerheid te bepalen; maar de
Commissie meent dat het niet overdreven Is, waeneer men de
eerste klasse raamt op 20 leerlingen, de tweede op 8, de derde
op 6, te zamen 34.
De Commissie meent, dat de doelmatigheid en het nut eener
zoodanige school al dadelyk in het oog springeu, en daarvan
goede resultaten zijn te wachten. Zij heeft dan ook vrij-
heid gevonden eene zoodanige regeling aanteraden en wenscht
nu nog aan te toonen, dat de kosten der beide inrigtingen niet
belangrijk hooger zullen zyn, dan die der tegenwoordige school,
en in geen geval van dien aard zijn, dat daarop de uitvoering
zou behoeven af te stuiten of dat die te drukkend zouden zijn.
De tegenwoordige organisatie kost:
1 Hoofd 1500, 1 onderwyzer /900, 1 onderwijzer/ 700
en 3 ouderwijzers a /650 of 1950; te zamen 5050.
De nieuwe organisatie zou kosten:
De school voor gewoon L. O.
1 Hoofd 1200 1 onderwijzer met hoofdacte 900 en
4 onderwijzers met hulpacte 2600, te zamen 4700, dus
350 minder.
De school voor Uitgebreid Lager Onderwys: 1 Hoofd met
2 bijacten 1600, vergoeding voor gemis van vrije woning
400, 1 onderwijzer met 1 of 2 bijacten 1000, te zamen
3000.
Gaat af: 80 °/0 van het rijk 900.
Schoolgeld: 20 leerlingen le klasse a 20 of 400, 8
leerlingen 2e klasse a 80 of 240, 6 leerlingen 8e klasse
a f 45 of 270, te zamen 1810, de lagere school kost
f 350 minder, alzoo 2160.
Zoodat de nieuwe inrigting eene meerdere uitgaaf vordert
van 840.
Hierby zij opgemerkt, dat de uitgaven voor tractementen
niet te hong, maar toch zoo zijn geraamd, dat men verwach-
ten kan daarvoor flink, geschikt personeel te kunnen krijgen.
De kosten zullen du9 niet kunnen tegenvallen.
Voorts dat buiten berckening gelateu zyn de kosten van
onderhoud van gebouwen, schoolbehoeften, vuur en licht, eu
omdat die kosten ongeveer gelyk zullen zijn aan het than9
daarvoor uitgegeven wordende bedrBg.
Natuurlijk zullen de kosten van onderhoud eenisrszins hooger
zijn door het te bouwen locaal voor |uitgebreid onderwijs, maar
aangezien de Raad toch reeds tot den bouw van dat loeaal
had besloten, behoeven de uitgaven daarvoor niet te worden
gesteld op rekening der nieuwe organisatie, omdat de tegen
woordige organisatie daarmede toch zou zijn belast geworden.
Uwe Commissie gelooft ook te weten, dat, als het te bou