111
106 -
■IIi
M
a I :!j$
dat land met besehouwen met het oog op de boeren die er
heengian, maar met betrekking tot ben die hier blijven.
Van de uitgestrektheid van het land krijgt men eenig begrip,
al* men nagaat dat bet grondgebied der Vereenigde Staten
van N.-A. byna gelyk ia aan dat van geheel Europa, en ruim
300 maal grooter dan Nederland.
Geen wonder dan ook dat men er allerlei grondsoorten en
allerlei klimaten aantreft, streken waar het land best en stre-
ken waar het alecht is, koortsverspreidende moerassen en drooge
vlakten, lange felle winters in het zuiden, heete zomers met
zware donder en regenbuien in de Staten langs den Atlanti-
sche Oceaan en op gelijke hemelsbreedte aan de kusten van
de Stille Zuidzee, een frisch zomerklimaat zonder onweer of
regen en een regentyd (zonder sueeuw of ijs) die de ontwik-
keling van een weligen planteDgroei verzekert.
Waarlijk een in vele opzigten wondervol gezegend land, dat
binnen eigen grenzen een wereld op zich zelf vormt.
R(jk aan delfstoffen, brengt het zoowel ijzer ah goud en
silver voort, het bezit uitgebreide steenkolenvelden en prach-
tige wouden, millioenen bunders natuurlyk weiland waarvan
een groot deel tot goed bouwland te maken is, bloemen en
vrucbten in oneindige verscheidenheid en, als Europa's voor
raadschuur, zendt het ons katoen uit het Zuiden, vleesch uit het
Zuidwesten en Westen, zuivelproducten en mais uit de Ooste-
lijke en Middelstaten en tarwe uit het Noordwesten, in ont-
zachlijke hoeveelheden.
Evenwel hebben de landbouwers er stelselmatig, en van af
het begin, een roofbouw gedreven, die nog in dezen tijd wordt
voortgezet en zich geleidelijk naar het westen verplaatst, naar
gelang daar nieuwe, meer of min vruchtbare streken worden
in gebruik genomen.
„Ik zeg, „verplaatst", want, niettegenstaande het bek( nde
gebazel over een maagdelijken bodem van onuitputtelijke
vruchtbanrheid, hetwelk door belanghebbenden steeds wordt op-
gedischt als het geldt nieuwe gronden aan den man te bren-
gen, is het al spoedig gebleken, dat een werkelijk niet uitte-
putten grond slechts by hooge uitzondering gevonden wordt,
en dat als overal ook in N.-A. het land bemest moet worden
wil men er op den duur van oogsten.
Het scbijnt evenwel, dat de ondervinding, daaromtrent in
de oudere bebouwde streken opgedaan, nooit in aanmerking
genomen wordt by het in bezit nemen van nieuw land, zoo-
dat het gewone roofbouwstelsel telkens weer is toegepast, na
tuurlyk met hetzelfde overmijdelyke resultaat, dat de ruime
oogsten der eerste jaren al spoedig door telkens afnemende
opbrengsten worden gevolgd.
De ontzettende hoeveelheden, jaarlyks geoogste en uitge-
voerde tarwe, zijn het noodzakelijk gevolg dezer handelwijze
en veeleer te wijten aan de verbazende uitgestrektheden nieuw
land die in cultuur worden gebragt, dan aan de groote vrucht-
baarheid des bodems, d. i. de groote gemiddelde opbrengst
per hectare.
Die opbrengst toch is vrij gering.
De gemakkelijke wflze van grldverdienen trok daarenboven
spoedig de aandacht der kapitalisten, die den graanbouw op
groote schaal gingen dryven (op boerderijen van vijfduiiend
tot vyftienduizend bunders), daartoe in staat gesteld door de
industrie, die op hare beurt van den toeBtand partij trok door
het produceeren van uitnemende landbouwwerktuigen, welke
voor eene zoodanige uitoefening van het bedryf werkelijk
onmisbaar waren.
Overigens is de zaak eenvoudig genoeg.
Is de tijd van ploegen daar, dan worden de Doodige ploe-
gers gehuurd en trekdieren gekocht, om de zooveel duizend
bunders te ploegen, te bezaaijen en te eggen.
Is dat gedaan, dan houden de eigenaren geen personeel in
dienst, behalve de weinige personen voor het toezigt benoo-
digd, totdat de oogsttyd is gekomen.
Dan worden genoeg zelfbinders en dorschmachines in 't
werk gesteld om alles binnen weinige weken te doen aflooptn
en de velden liggen weer verlaten tot aan het begin van een
nieuwe campagne.
Jaarlijks wordt eene hoeveelheid nieuw land onder den
ploeg genomen, en wat geen voldoende oogsten meer oplevert
blyft oogebruikt.
Zoo handelen de groote grondbezitters en de kleine boer
volgt zooveel mogelyk hun voorbeeld.
Van bemesting is geen sprake, wel is het een belangrijk
vrsagstuk hoe de dierlyke uitwerpselen, die toch op elke
boerdery verkregen worden, het gemakkelykst kwijt te raken,
terwyl het stroo in veel gevallen gebruikt. wordt in de stoom-
machines of anders eenvoudig wordt verbrand op het veld.
Do gevolgen van deze handelwijze blijven natuurlijk nooit
uit en komen geleidelyk voor den dag, naarmate het land
slechts langer in gebruik is.
De vruchtbaarheid neemt gestadig af en de tarweoogsten
evenzoo, wisselbouwery moet worden toegepast, kunstmest
worden aangekocht, veehoudery en zuivelbereiding moeten de
gemakkelyke sleur van zaaijen en oogsten vervangen.
Zoo is het vroeger in de Oostelijke staten gegaaD, zoo gaat
het in de Noordwestelijke op dit oogenblik, en het moge de
groote landbezitters en kepitalisten niet deeren, de kleine boer
ziet in zeer korten tyd zijn inkomsten verminderen en alleen
het bytyds verlaten van het zoo gemakkelijke, en schijnbaar
voordeelige systeem, kan hem redden van den ondergang.
Nu ruim een tiental jnren geleden begon de KoloDisatie
van Minnesota en als men de fraaije berigten gelooven mag,
die toen over dien staat de wereld werden ingezonden, dan
was er geen einde aan de vruchtbaarheid zyner tarwegronden.
Van de ernorme opbrengsten per bunder stond de menschheid
versteld, niet in aanmerking nemende dat het beste laud na
tuurlijk het eerst wordt ingenomen en dat zij, die later komen,
zich met overige tevreden stellen.
Het gevolg is dan ook, dat de hooge opgaven der gemid
delde oogsten spoedig dalen en dat, waar vroeger een enkel
stuk land 40 mud per bunder opleverde, de statistiek over
den geheelen staat bewijst, hoe IB mud wordt geacbt te zijn
een goeden oogst en dat menigeen met heel wat minder moet
tevreden zyn.
Zonder daaromtrent in nadere bijzonderheden te treden, kan
ieder landbouwer nagaan, wat er overblijft, als van zoodanige
opbrengst alle onkosten zijn betaald, al komen die kosten niet
in vergelyking met het bedrag, dat hier te lande voor be-
werken en wieden wordt ui'gegeven, waar tegenover echter
staat, dat de loonen daar bijna viermaal hooger zyn.
Dakota en Manitoba zijn nu aan de beurt en ongetwijfeld
zullen eenmaal al die westelyke vlakten een welvarende bevol-
k'ng herbergen en voeden.
De dagen der groote tarweboerderyen zijn dan echter voorby
en, myns inziens, zullen binnen twintig jaren de enorme graan-
uitvoeren van tegenwoordig aanmerkelijk verminderd zijn.
En hoe kan het anders, in een land waar het aantal inwo-
ners jaarlijks met honderdduizenden vermeerdert, evenals dus
het plaatselijk verbruik van alle landbouw-producten, terwijl
de vruchtbanrheid des bodems langzaam maar gestadig afneemt.
De toekomst der boeren, in het noordwesten der Vereenigde
Staten, leidt dan ook ongetwyfeld tot veehouderij en zuivel
bereiding en tot het teelen van zulke landbonwproducten, als
voor plaatselyk gebruik benoodigd zijn.
De meerdere arbeid aan de bewerking van den grond en
da onvermijdelyke bemesting besteed, maken de producten
duurder en dus alleen voor uitvoer geschikt indien de prijzen
stygen.
Dat goed melkvee daar te lande meer en meer gevraagd
wordt, bewijst duidelijk hoezeer de zuivelbereiding er toeneemt
en terwijl de hollandsche bouwboer de drukkende concurrentie
van zyn amerikaanschen college beduidend zal zien vermin
deren, daar kan menig hollandsch veefokker er verzekerd van
zijn, dat de vraag naar best hollandsch vee nog geruimen tijd
zal aanhouden.
Maar dan dient niet te worden vergeten dat aan de over-
zijde van den Oceaan mannen wonen die, eenmaal een bepaald
doel voor oogen hebbende, (zooals nu den invoer en de vere-
deling van ons rundvee) gewoon zijn reuzenschreden te nemen
waar wij den slakkengang gaan.
Want dat niet alleen invoer maar ook veredeling van ons
melkvee hun streven is, bewijst genoegzaam hun onvermoeid
zoeken naar het beste, hun bereidwilligheid om aan de voort-
brengers van dat beste pryzen te betalen, die het aanfokken
van zulk vee zeer voordeelig maken en bovenal, uit de mate
van kennis en bedrevenheid, die'de meesten hunner daarbij
aan den dag leggen.
En nu moge men al jammerklachten aanheffen en ach en
wee roepen over het feit, dat een aantal onzer beste beesten
het land uitgaan, niemand kan tevens ontkennen, dat wy voor
dien tijd in zake veefokkerij een vrij laag stand punt innamen
(getuige de mannelijke fokdieren die toen werden gebruikten
dat de onmiskenbare belangstelling in zake veeveredeling, die
we thans algemeen waarnemen, evenveel te danken is nan de
komst van den Ameiikaanschen veeko iper, als aan de welspre-
kende vertoogen onzer bekwame theoretici of het goede voor
beeld van enkelen.
De Maatschappij van Weldadigheid ontving dezer dagen van
een onkekende, door tusschenkomst van den penningmeester
der Amsterdamsche afdeeling, de aanzienlijke gift van 4500.
Door wijlen den Heer H. W. Blorm, te Amsterdam, is
aan de Maatschappij tot opvoeding van weezen in het huis-
gezin de som van f 1000 vermaakt.
Door de plaatselijke politie te Rotterdam en Den Haag
zijn weder valsche guldens in beslag genomen. Zy dragen den
beeldenaar van Willem II en Willem III en de jaartallen
1848 en 1865.
De boekhouder van de Nederl. Bier-Compagnie op de
Spuistraat te Amsterdam, die na op den 4 dezer de brand-
kast op het kantoor opengebroken en daaruit een somme gelds
ontvreemd te hebben, naar het buitenland onlvlugt was, is
in het gebucbt Nispen bij Roosendaal door de marechauss^es
van de brigade Breda, gevat en gevankelijk naar Amsterdam
overgebragt.
De 42 arbeiders, die bij het ongeluk in de mijn te Schwin-
tochlowitz (Silezie) bedolven werden en die men als verloren
beschouwde, zijn cu, naar men uit Breslau berigt, gelukkig
alien gered. Zij waren 7 dagen in den donkeren mijngang in-
gesloten.
Bij den jongsten hagelstorm te Aschulfy, in het Rus-
schische district Eriwan, zyn zeventig huizen vernield, en ver
loren 40 menschen het leven. Er vielen hagelsteenen zoo groot
als ganzeneijerende rivieren werden in haren loop gestremd
en traden buiten hare oevers. Men schat de schade op 300,000
roebel.
In het najaar zal te Warschau een tentoonstelling van
mooije vrouwen worden gehouden. Er zullen gouden en zilve-
ren medailles en premien worden uitgeloofd.
Men verneemt, dat de post- en telegraafdirecleur ran
IJzendyke, destyds in priestergewaad over Belgie gevlugt, uit
Engeland een brief geschreven heeft aan den Officier van Jus-
titie, meldende, dat hy bij onvangst van dien brief op deu
Oceaan zou zwalken. De vlugteling beschikt over f 25,000.
Een Fransch blad verhaalt van een heldhaftig konijn,
dat in den „Jardin des Plantes" te Parijs aan den „boa
constrictor" als voedsel werd gegeven, maar dat aan die slang
moedig weerstand bood. Het wist door zijn moedigen tegen-
stand en dreigende sprongen den boa zulk een schrik aan te
jagen, dat deze zijn slagtoffer ongemoeid liet en zich in een
hoek terugtrok. Den volgenden morgen vonden de oppassers
de beide dieren nog op dezelfde plaats. Men besloot toen het
konijn, als belooning voor zijn moed, het leven te sparen en
het door een ander te vervangen. Maar de boa was nu zoo
bevreesd, dat hij ook het andere konyn niet durfde aanvallen,
en men moest hem nu ander voedsel, kikvorsch'-n, geven.
Donderdag jl. wachtte een ouderpaar te s'Hertogen-
bosch tevergeefs hun kind uit de bewaarschool te huis.
Na eenige uren, in angst overal zoekende, kwamen zy on-
streeks 9/2 uur op het denkbeeld, by de schooljuffrouw te infor-
meeren, met den gelukkigen uitslag, dat zij hun kind aldaar
vonden. De juffrouw had het kind met een berisping in een
hok opgesloten en vergeten het er uit te halen.
De Haarlemsche Kiesvereenigiag „Eendracht" heeft Mr.
J. Kappeijne van de Coppello candidaat gesteld voor de
Tweede Kamer.
Zekere W. v. V., te Venraij, wist het plakzegel, waarop
voor „voldaan was geleekend, van de betaalde rekening los
te maken en bevestigde het op eene onvoldane rekening, hem
door dezelfde firms aangeboden, met het oogmerk om te doen
voorkomen alsof het bedrag der laatstgenoemde rekening reeds
door hem voldaan was.
Het Hof te s' Hertogenbosch veroordeelde hem wegens dit
feit tot 45 dagen celstraf en twee boelen van /5 0.
Den 26n Oct. treedt sir Moses Montejiore zyn 100a
jaar in. Men wil op dien dag in alle synagogen van Engeland
een bijzonderen dankdienst houden.
- Een jong winkelier te Weenen heeft om klanten te
lokken, voor zijn raam een aankonding geplakt, waarin hij
bekend maakt, dat hij zoo spoedig mogelijk wenscht te huwen
met een meisje of jonge weduwe, die een vermogen bezit van
5000 a 6000.
Het staat nu dag aan dag niet 9til van dames die in den
winkel iets komen koopen, en de stelier van de eigenaardige
huwelijksaanvraag heeft het nu zoo druk, dat hij ieder verkla-
ren moet, niet aan trouwen te kunnen denken.
Twee metselaars aldus verhaalt het Dagblad, aan het
in aanbouw zijnde station te Waspik werkzaam, wilden eens
gaarne Maandag houden. Zij vonden den rijksdaalder dien
zij zamen bezaten echter niet voldoende om den heelen dag
uit te zyn, en kwamen nu overeen, dat de een in een her-
berg zonder ,,Vergunning" eenige klaartjes zou gaan drinken
met den rijksdaalder in den zak, terwijl de ander voor rijks-
veldwachter zou 9pelen. Toen de een goed en wel aan den
Schiedammer gezeten is, komt dan ook de ander bionen, maakt
zich bekend als rijksveldwachter en vraagt aan de tapster
met een doordringenden blik, of zij „vergunning" heeft. Deze
antwoordt huilend van neende man der wet verbaliseert de
tapster en baar klant. Beiden smeeken om het dezen keer
door de vingers te zien, dat zij het niet meer doen zouden,
doch de veldwachter blijft onverbiddelijk, tot de metselaar
op het denkbeeld komt om de macht van het zilver op het
politiehart te beproeven, en na lang bieden en loven
worden zy het eensde bekeurde metselaar en de tapster
zouden ieder een rijksdaalder geven, dan bleef de zaak rus-
ten; beiden betaalden, en de veldwachter vertrok.
De tapster was nog blij dat ze er goed afkwam, en schonk
den klant voor zijn hnlp ook het gelag nog viij en een fooitje
toe en de Maandaghouders konden nu door hun welgeslaagde
opligtery er een luijen dag van nemen.
Men mag aannemen, dat dit dagje later zal blijken duur
gekocht te zijn.
Een hoogleeraar te New-York, Prof. Westbrook, wil
beproeven om 60 dagen lang niets anders dan melk te ge~
bruiken. Hy is nu een eerste liefhebber van dien drank, maar
of hij dat over zestig dagen nog zal zyn, staat te bezien.
Uit Kaschgar (Oosl-Turkestau) meldt men, dat een
groote karavaan, die aldaar verwacht werd, bijna geheel ver-
dwenen is onder een sneeuwlawine, die van het gebergte
stortte.
Voor de eerste maal sedert de registers van den bur-
gerlyken stand te Doesburg bestaan d. i. sedert 1812
is aldaar nu dezer dagen een dame bevallen van drie kinde-
rentwee jongens en een meiBje.
Uit Rome wordt gemeld, dat de kruidmolen te Pontre-
moli Zondag in de lucht gevlogen is. Er werden 30 per
sonen bij gedood en 17 ernstig gekwetst. Eergisteren had
men reeds 20 lyken van onder de puinhoopen te voor-
schyn gebragt. Het nabij gelegen kruidmagazijn, dat 184
centenaars buskruid bevatte, bleef ongedeerd. De eigenaar
der fabriek, Bonzani, kwam zelf bij de ramp om het leven;
zijn deerlyk verminkt lijk is eveneens reeds gevonden.
Een der vele millionairs te New-York, William King,
heeft in zijn testament eene beschikking gemaakt, die „eene
goede voorzorg" wordt genoemd Hij vermaakte aan zijn
geneesheer 1000 dollar, onder bepaling dat de som, zoolang
hij zou blijven leventelken jaren verdubbeld zou worden.
Het tweede jaar zou de geneesheer 2000 dollar ontvangen,
het derde jaar 4000, het vierde jaar 8000, het vijfde 16000,
enz. Voor eenige weken nu stierf William King, ruim tien ja
ren nadat de testamentaire beschikking was gemaakt. De
geneesheer ontving 512,000 dollar.
Een 14-jarige knaap, die te Londen een steen naar
een voorbijkomenden spoortrein gooide, is tot een gevangenis-
straf van 14 dagen en 3 jarige opsluiting in een verbeterge-
gesticht veroordeeld.
Te Boston is een maatschappij op aandeelen opgerigt
onder den naam „electrische gloei-meisjes-verlichting-maat-
scbappij."
De maatschappij stelt zich ten doel om in huishoudingen
dienstmeisjes te verschaffen, die tevens portalen, trappen en
gangen verlichten. Tot dusver moest ieder bij partijen het g<-
heele huis verlichten en bovendien een bediendc nemen, om
aan al de gasten den weg te wijzen. Te Boston is dit nu
niet meer noodig. De ontvangstkamers en de eetzaal zyn hel
der verlicht, r.«ar overigens is het geheele hui9 donker. Digt
bij de deur ziot men een aardig dienstmeisje, dat echter nog niet
gloeit, maar uaauwelijks klinkt de huisbel, of zij brengt de onder
hare kleeren verborgen batterij in werking, en een licht van
100 tot 500 kaarsen verspreidt zich door de breede gangen.
Vlug stapt het meisje voor den gast uit, doet hem de deur
der garderobe open, geleidt hem naar de receptiekamer en
keert, evenals een Johanneskever, op half licht naar baar post
terug, waar zij zich weer in duister hult, totdat weer een
nieuwe gast zich aanmeldt.