1884.
Vrijdag, 19 September.
Nr. 58.
V A N
AAN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD.
Vijf-en-Twintigste Jaargang.
Prijs van het Abonaement:
m bet Jaar6.
Prijs der Advertentien
Hoofd-Agenten voor dlt Weekblad, te Haarlem:
P. VAN CITTERT ZONEN.
Gescliiedenis van den Aardappel.
\WiW
I1AARLEM1IERMEER.
Pry's van een enkel Nommer 15 Cent.
AXLE TOEZENDINGEN, EEDAKTIE EN UITGAVE BETREFFENDE
te adresseren aan VAN BONGA C°., te Anasterdana.
Viteriyk Woenadag.)
van 1—6 regels 75 Cent, elke regel meer 12'/t Cent,
uroote Letters worden naar hare plaatsruimte berekend.
de Heeren
Ds. C. Haltink, te Nieuw-Venuep, heeft twee beroepen ont-
vangen, te wetennaar Ameide en naar Dieren.
BURGERLIJKE STAND.
Aangegeven van 10—16 Sept. 1884.
GLBORLN. Clazine, doehter van H. Lieuwes en J. Zevenhui-
z®n- Albert, zoon van II. Vonhoif en G. Gadaen. Anna Ma
ria, doehter van K. Zomer en M. Tol. Karel Simon, zoon van
1- Engel en D. Lewis. Johannes, zoon van H. van Dam en
A. Boukes. Dirk, zoon van M. van Tol en T. van Tol.
Corstiaan, zoon van A. de Regt en C. Visser. Adriana Antonia,
cochter vail 1. Klomp en A Dekkers Dirkje, doehter van P.
ey en A Glas. Maria, doehter van A. Jansen en J. Goulooze.
^ar'a> oud 3 maanden, doehter vau M. de Zwarte
1? tt I?8, Hendgrika Steinrath, oud 43 jaren, geh. met
Aerkmjl. Maria Tol, ond 38 jaren, geh. met K. Zomer.
Adriana, ond 3 maanden, doehter van J. van der Zwaan en
A. Borgkamp Hendrik, oud 3 maanden, zoon van Johs. Meijer
en M. Makkenze. Aagje Schoon, oud 38 jaren, geh. met P. Wink.
Johannes Irauciscus, oud 22 maanden, zoon van P. van Poecke
en H. Potheuzen. Cornelis Steevens, oud 48 jaren, geh. met
A. C. Bus.
ONDERTROUWD. J. Bledderwijk met C. van der Beek.
J. Kuipers met G. Kamlade.
GEH UTS D- G. Luijt met L. tViisman. C. van der Zw-an
met J. W. Wijsman.
Agenda vo.or de Vergadering van den Gemeenteraad
van Haarlemmermeer, op Donderdag 25 September
1884, des morgens ten 10 ure, ten Raadhuize.
1. Ingekomen stukken en mededeelingen. 2. Aanbie-
ding der Begrooting voor 1885. 3. Idem der Begrooting
voor het Burgerl. Armbestuur voor 1885. 4. Bestek voor
de aanbesteding van petroleum en turf. 6. Idem voor de
aanbesteding van scboolbehoeften. 6. Verandering in de
grenzen van de geneeskundige armenwijken. 7. Brief van
den heer Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, in
zake het telegraafkantoor. 8 Bezwaarschrift van P. Z.
Zijlmans, tegen zyoen aanslag in den hoofdelyken omslag.
Maandag morgen, toen de 17-jarige zoon van de wed.
L. van der Zon, nabij het Hoofddorp in het land met een
paard, bespannen voor een boerenwagen, aan 't mennen was,
ging het. paard op hoi, met het gevolg, dat de voerman er
af tuimelde en zijn schouder uit 't lid viel.
Den 11 dezer is het. huis, bewoond door A. Sterk, aan
den Lijnden, C Nr. II, voor de helft afgebrand.
De inboedel is grootendeels gered.
Te Hoofddorp heeft zich eene commissie gevormd, tot op-
rigting van een school met den bijbel.
Tot president is voorloopig gekozen de heer N. W. Warn-
steekertot secretaris, de heer H. Eogel.
De Burgemeester van Sloten, te Sloterdijk, verzoekt inlich-
tingen omtrent de identiteit van een lijk van het mannelyk
geslacht, uit de Haarlemmertrekvaart nabij Amsterdam opge-
haald. Vermoedelijke ouderdom 30 jaren, middelbare lengte,
gezet, blond haar, rossige baard en knevel; gekleed in zwart
lakensche jas, zwart kamgaren vest, geruite bukskin broek,
laarzen pas gehalvezoold en hoefijzers onder de hakken. Op
het lyk is gevonden een witte zakdoek gemerkt C. M.
In den Houtrakpolder zijn Zaterdag-arond nclit korensehelven,
de opbrengst van 9 hectaren land, een prooi der vlammen
geworden. Zij behoorden bij de boerdery van Mr. van Tien-
hoven, bewoner G. Kamp. Waarschijnlijk is de brand ver-
oorzaakt door de locomobile, die bij de in werking zynde
dorschmachine haar dienst deed. Het verbrande was ver-
zekerd by Beurs-polis.
Het rooyen der vroege aardappelen schrijft men aan de
Leidsche Ct. heeft de volgende uitkomsten opgeleverd. Bij
eene uitgebreide teelt, een ruim besehot, geen of enkele zieke
knollen, geen handel dan voor het binnenland, lage prijzen
en weinig verdienst.en bij hooge lendhuur. Engeland had geen
behoefte tn zal het in vervolg van tijd wel tooDen zonder
Nederland aardappelen te kunnen verbouwen, die best voldoen,
misschien nog beter dan Nederland voorgaf te kunnen leveren.
Irankryk was zelden van ons gediend, waarbij de Franschen
dan ook op verre na niet znlke „aardappelenbuiken" zijn, en
Duitschland, dat altoos nog in den aardappel zit, zou gaarne
wel van zijne groote knollen willen overdoen, als wy maar
behoefte toonden. Dat gebeurt ecbter in geval de ziekte
zooveel overmagt heeft gekregen op den oogst, dat wij bij
ouze naburen ter markt moeten gaan, tot eer der Hessen,
Saksers en Wurtembeigers zij het gezegd, meestal met goed
gevolg.
Hoe nu de Zeeuwsche boeren omtreht hun beroemde Brielscbe
jammen zullen te spreken zijn, zal dfe volgende maand lee en.
Door din laatsten regen is er wel w»t ziekte in den laten
aardappel ontstaan; de prijaen zullen derhalve wel stijgen, en
dat maakt den boer vaBthoudend. Als bij nu maar geleerd had
dat vasthoudendheid doorgaans op scbade uitloopt. Onwillig
ora tegen eene, naar zijne meening, te lage markt te leveren,
bedenkt by dat het voorjaar nog ver af is, boudt zich doof,
kuilt zijn voorraad en nu zal Jan en alleman wel op zijn
jammen aanvallen. Mis gerekend. In het geheel zweert niet
iedereeri zoo meer bij den Brielschen jam, dat was den boer
door het hoofd gegaan. Het voorjaar komt, aardappelen in
overvloed, pakhuizen vol, maar de kuilen behooren tocb wel
eens losgemaakt te wordeD. Zoo gezegd zoo gedan en ziedaar
de voorraad verrot of juist nog geschikt om voor de zwijnen
te worden geworpen.
Het is te wenschen dat de late 'aardappelen door deu^de-
lijkheid en smaak zullen uitmunten. Wat den vroegen aard
appel betreft, hij is zonder onderscheid goed, maar hooger
lof komt hem niet toe. Of men zich bepaalt bij Stegerhoekjes,
Bergsche gelen, Graafjes, „Roodpetten en Blauwpetten"
lllauwjassen zijn er nog niet onder deze aardvrucht), duin-
zandaardappelen, die ook weer huo afzonderlijke benamingen
zullen hebben, er liepen heel wat knollen onder, die van
binnen vochtig zijn en op den schotel niet breken, tot groote
verbazing van den verhandelaar, en zulks te meer omdat de
vroege aardappelen zooveel droogte gehad hebben.
De landbouwer W. Bierma, te Olde bildtzyl (het Bildt),
neemt dit jaar eene proef op groote schaal met den verbouw
van de bekende zonnebloem (helianthus annuus) en wel met
het oog op de zaden, welke zeer rijk zijn aan olie, en de
bastvezels welke een soort van bennep opleveren.
Is door deskundigen bet verschijnse] meermalen besproken,
dat appel- of pereboomen soms tweemaal per jaar bloeijen
en de reden daarvan opgegeven, te Midden-Beemster heeft
ditzelfde verschijnsel zich verder uitgebreid, en wel bij twee
pereboomen welke meermalen per jaar twee keer gebloeid
hebben, doch nu zelfs dezen zomer tweemaal vrucht gezet
hebben. Aardig is het thans aan denzelfden boom byna vol-
wassen vruchten te zien, en daarnevens peren, die nog maar
half volgroeid zijn. Beide boomen beloven, al is bet geen
ruime, dan toch dubbelen oogst, en zouden voor boomkwee-
kers een groot veld van onderzoekingen en nasporingen
kunnen zijn.
De ijmkers te Oud-Zevenaar zyn zeer tevredende bijen
hebben op de heide bij Oosterbeek een pracbtig gewin ge-
maakt. De pryzen van de nieuwe honing zyn niet hoog; de
kooplieden bieden voor het nieuwe gewin honing 16 a 17
cent per half kilo. De ijmkers willen ecbter voor dien prijs
niet leveren.
Het hooigewin is in de Krimpenerwaard ditmaal zoo voor-
deelig geweest, dat men voor het hooi niet meer dan /ll.50
per 500 kilo kan bedingen.
Als een bewijs dat te Loosdrecht nog prima qualiteit paar-
den worden gefokt, kan dienen, dat door den heer V., land
bouwer aldaar, is verkocht een zwarte hengst van nog geen
jaar oud voor 450.
1L. Tapper, landbouwer te Baflo, heeft een verlies geleden
dat den veehouders tot voorzichtigheid moet aausporen. Een
7-tal jonge beesten werd verweid en op Brabantsehe klaver
gebragt. Nanwelijks had het vee er een paar uur gegraasd
of de eigenaar kreeg de tijding thuis, dat er twee v"an zijne
dieren dood in 't land lagen. Toen men er kwam, slortte
juist een derde ter aarde, terwijl nog twee niet wel bleken te
zijn. Door 't aanwenden van gepaste middelen evenwel ge-
lukto let deze twee te behouden. Dat het vee van witte
klaver de zoogenaamde „blas" of „wind" kan krygen, schijnt
onder de landbouwers algemeen bekend te zijn, doch van
roode klaver heeft men niet of zelden die ondervinding.
Uit lerseke wordt "bet volgende geschreven
„De aardappelen, die in deze buurt voor een goed deel
reeds gerooid zijn logenstraffen gelukkig de ongunstige ver-
wachtiugeu, die men gedurende de droogte omtrent de opbrengst
en na ilen regen omtrent bet doorgroeien er van koesterde
kwaliteit en kwantiteit zijn zeer bevredigend. De pryzen zijn
dan ook niet hoog; zy loopen van /1.60 tot/1.75.
„De suikerbieten, die voor een deel volwaasen en tot rooijen
geschikt zijn, geven eveneens tegen de verwacbting in reden
tot tevredenheid.
„De uijenoogst, hoewel niet bepaald ongunstig, is tocb
minder goed. Evenwel met uitzonderingen, want een akker
van ongeveer '/6 HA. bracht niet minder dan 100 H.L. op."
De graanoogst is in de Noordelijke provincien geheel afge-
loopen. De rogge levert een geringe opbrengst. als gevolg
van de zoo gevreesde roest. De aardappelen geven niet mild
en zijn hier en daar doorgegroeid.
Naar het gevoelen van deskundigen, is sinds 1830 een
honingjaar als 1884 niet beleefd. De korven zitten op som-
mige plaatsen aan den grond vastgekleefd, en men heeft daarin
gaten gemaakt, opdat de bijen verder naar beneden kunnen
werken, wijl er geen „opzetsels" meer in voorraad zyn. Er
Z^.D. ^orven, die 36 a 60 K. G. wegen. Het gewin is nu
geeindigd. He voorraad honing is zoo buitengewoon overvloe-
g' dat de P.riJ'ZHn 2% gedaald zijn. Deze honing is nog
zeer gewild, dewijl de biimenlaiidscbe van vroeger verbruikt is
en de buitenlandscbe minder gretig genomen wordt.
Uit Washington wordt aangaande dc uitkomsten van den
landbouw in Noord-Amerika gemeld:
Het maandelyksch rapport van het Departement van Land
bouw is verschenen. Daarin wordt het volgende medegedeeld
e stand van de katoen is niet zoo gunstig als in Augustus
omdat de droogte scherper was. In Texas is de gemiddelde
stand 82 ya. Komt er geen vorst, dan zal de oogst goed zyn.
De wintertarwe staat zoo goed dat men meer dan een gewo-
nen oogst kan verwachten, en de hoedanigheid laat nieta le
wenschen over. De uitkomsten van den oogst der voorjaars-
tarwe zijn nog al niet ten voile bekend. De totale opbrengst
zal waarschijnlijk 500 miilioen schepels zijn. De gemiddelde
stand is 98, tegen 83 in het vorige jaar. De stand der
mai's is beter dau sedert 1800 het geval was. Het gemiddelde,
94, doet een totale opbreogst van 1800 miilioen schepels ver
wachten een oogst die alie voorafgegane oogsten overtreft. De
gemiddelde stand van de haver is 94, van de garst 97, vau
de rogge 96, van de aardappelen 91, van de tabak 94.
Uit Rilland Bath (Zeeland) schrijft men „Het delven van
de w.nteraardappelen is in vollen gang. Men heeft byna ban-
den te kort om dien „oogst der armen," in te zamelen. In
net algemeen valt de opbrengst mee, zoowel in hoeveelheid
als in hoedanigheid der knollen. Gemiddeld wordt er 25 a
30 L. per oude roe gedolven, d. i. 170 a 180 Hectoliter
per Hectare. Hoort men van sommige streken van doorgroei,
bier zyn de aardappelen al sedert eenigen tijd afgestorven."
(Vervolg en Slot, zie No. 3 5.)
Tegenwoordig wordt de aardappel over de geheele wereld
gekweekt, van Hammerfest in Lapland, de noordelijkste stud
der aarde, tot in Nieuw Zeelandin het tropiscbe Z.-Amerika
zoowel als ia het Zwitsersche Alpenlandhy overschrydt zelfs
de grenzen van de kultuur der granen, zoodat men zelfs eene
varieteit op IJsland kan kweeken. Hieruit blijkt wel hoeveel
waarde men aan dit voedingsmiddel hecht; het heeft even-
wel lang geduurd eer een zeker wantrouwen, dat men tegen
dezen knol koesterde, in zooverre geweken was, dat het volk
er zich van bediende. Nog heden zijn enkele menschen zeer
gekant tegen zijn gebruik als voedsel, en als een der heftigste
tegenstanders van den aardappel kan men onzen dichter
Bilderdijk noemen.
Zooals boven reeds gezegd is, ontving Italie denkelijk den
aardappel uit Spanje, en verspreidde hij zicb verder van daar
over Duitschland. Dit zou men ten minste uit den naam moe
ten opmaken. De aardappelen, door de Duitsehers Kartoffeln,
Toffeln of Kartiiffeln geheeten, worden nog tot 1775 in de
akten van de Preussische Domanenkammer Tartuffel genoemd.
Deze naam komt waarschijnlijk van het ItaliaaDsche woord
Tartufli, dat even als deszelfs verkleiningewoord Tartuffoli,