WEEKBLAD YAN HAARLEMMERMEER. N1EUWS- in ADYERTENTIEBLAD. De heer P. B. J. Ferf, Burgeineester van Koog a/d. Zaan en Westzaan, is ook door de kiesver- eeniging Kiesrecht is Kiesplicht, te Koog a^d. Zaan, met 23 van de 24 stemmen, candidaat gesteld voor het lidmaatschap der Provinciale Staten van Noord-Holland (vacature Jb. Vis Pz.) De Gedep. Staten van Gelderland hebben de beslissing van den Raad der Gemeente Hattem, tot toelating van den heer F. A. Schiphorst als lid van den Raad, vprnietigd. Ter verkiezing van een lid der Prov. Staten van Gelderland in het hoofdkiesdistrict Oldebroek, moet herstemd worden tusschen de heeren F. J. Baron van Heemstra, te Hattem, die 233, en N. S. Rambonnet, te Elburg, die 221 stemmen kreeg. Tot lid van den Raad der gemeente Franeker, is de heer S. Lonneman gekozen met 102 van de 175 uitgebrachte stemmen. De heer I J. L. Brou- wers verkreeg 63 stemmen. Inhoudsopgave van No. 5 van het Maandblad tegen de verval- sching van Levensmiddelen en Handelsartikelen. Een zonderling vervalschers-proces. Onderzoek van levensmiddelen en handelsartikelen gedurende de maand November. De koe als medeplichtige der melk-vervalschers. Bevinding van Keurmeesters te Amsterdam. (Maand October). Korte be- richten. Rozijnenwijn. Hygiene en IndustrieDe strijd tusschen Hygiene en Industrie. lets over petro leum. De gevaren van loodwit-verven. Eenvoudig middel om salpeter-zuur in drinkwater te herkennen. Practisch Allerlei. Eikel-cacao, een surrogaat voor koffie en Thee. Vraagbord. KERKELIJKE BERICHTEN. Ned. Herv. Gemeente. Beroepen: naar Yalkenburg G. W. Locher, te Aalst; naar Leiderdorp G. Ylug, te Nijkerk o/d. Yeluwe; naar Mid- lum (Fr.) J. W. Beerekamp, cand. te Barueveld; naarTien- hoven (prov. Utrecht) K. G. M. Westerbeek van Eerten, cand. te Doetichem; naar Lemmer, Eesterga en Follega W. Ringnalda, te Loon op Zand; naar Nieuw-IIellevoet J. M. Rienstra Bzn., te Kwadijk; naar Oldeboorn dr. E. C. Grave- meijer, te Oosthem, Abbega en Folsgavenaar Tricht (toez.) en Cats J. W. Beerekamp, cand. te Barneveld; naar Schalk- wijk (toez.) H. W. Vetliake, cand. te Arnhemnaar Nijega (Fr.) J. Osinga, te Idsegahuizen; naar Hemelum (H. 0. en N.) S. H. B. Begeman, te Obergum; naar Schermerhorn A. J. Meerburg Snarenberg, te Heumen c. a.; naar Bovensmilde F. Hopster, te Welsum. Aangenomen naar Oosterwierum M. Wassenaar, te Pe- perganaar Halle J. L. Pierson, cand. te Zetten. Bedankt: voor Wyckel (Fr.) J. Osinga, te Piaam en Id segahuizen (Fr.); voor Purmerend A. v. d. Water, te Sassen- heim; voor Hoogvliet S. Sleeswijk Yisser, te Oostkapelle; voor Hommers en Jutrijp T. J. Ringeling, te Krimpen aan de Lek; voor Ernst J. A. T. Weiland, te Dongen; voor Wanneperveen A. de Haan, cand. te Weesp; voor Hoogvliet c. a. S. S. Visser, te Oostkapelle voor Wageningen W. Ring nalda, te Loon op Zand; voor Sir-Jansland (cl. Zierikzee) J. L. Pierson, cand. te Zetten; voor Schore en Vlake (Zpe- land) en voor Herkingen J. W. Beerekamp, cand. te Bar neveld; voor Ylissingen F. Kampstra, te Stavoren; voor Dokkum Dr. P. Jz. Proost, te 0. en W. Blokker. Chr. Ger. Kerk. Bedankt: voor Ouderkerk a/d Amstel C. J. Engelbregt, te Waddinxveenvoor Wormerveer J. Keizei, te Landsmeer. BECHTSZAKEN. Te 's-Gravenhage werden in den laatsten tijd verschillende ingezetenen gerechtelijk vervolgd wegens verzuim van tijdige aangifte van de geboorte van hunne kinderen. Bij zulke gelegenbeden bleek dan, dat de meesten den Zondag in den j H' de wet bepaalden termijn van 3 dagen niet hadden mede- geteld. Een dergelijke zaak kwam verleden week voor de I Rechtbank aldaar. De beklaagde Mr. R. M. L., was zelf verschenen. Naar aanleiding van de omstandigheid, dat ook in deze de Zondag was tusschengevallen, werd in de eerste plaats J door hem in het licht gesteld hoe, ja des Zondags de bureaux van den Burgerlijken Stand tot ontvangst van aangiften eenigen tijd geopend zijn, doch dat de Ambtenaar van den Burgerlijken Stand doorgaans zelf niet aanwezig is en het vaceeren niet behoorlijk ter kennis van de ingezetenen wordt gebracht, terwijl in min of meer vertrouwbare gidsen, als het Adresboek en Residentie-Almanak, zelfs aangekondigd is dat de bureaux des Zondags gesloten zijn. Na deze opmerking werd betoogd, dat de geest van ons urgerlijk recht, hetwelk op Zondag alle rechtshandelingen buitenslnit, en de gewoonte der admistratien om Zondags vacantie te houden, tot de consequentie moest leiden, dat ook de Zondag als dag van aangiften voor den burgerlijken stand met werd medegeteld. Het B. W., dat hieromtrent niets bepaalt zou zulk eene regeling niet in den weg staan. Ten laatste werd in verband met de opschriften van de afdeeling in de Gode P6nal, welke het hierbedoelde wanbe- drijf beheerscht, uiteengezet dat, waar in casu aangifte ge- daan is en aangenomen, van geen misdrijf tegen den bur gerlijken staat sprake was, en zeker niet van een wanbedrijf tegen een kind. Yan strafbaarheid kan alleen sprake zijn, wanneer de aangifte na den termijn van 3 dagen niet meer wettig kan geschieden. Maar dit schijnt de beschouwing van het 0. M. niet te zijn, althans de wettigheid der uitgeschreven akte wordt niet betwist. De slotsom van het betoog des beklaag- den was, dat, naar de opvatting van het 0. M. zelf, van strafbaarheid overeenkomstig art. 346 C. P. geen sprake kan zijn. Het 0. M. eischte f 3 boete. Gisteren heeft de Rechtbank uitspraak gedaan. Het vonnis staat stil bij de verdediging, dat de feiten geen overtreding opleveren, en overweegt te dieu aanzien, dat art. 29 van het Burg. Wetboek voorschrijft eene aangifte binnen 3 dagen, en nergens de Zon- en feestdagen voor de berekening van den termijn zijn uitgezonderddat niet gebleken is nalatig- heid van den amtenaar van den Burgerlijken Stand. Trou- wens, gedaagde zelf heeft geen poging gedaan om die te constateeren. Verder besliste de Rechtbank, dat de tijdige aangifte is voorgeschreven zonder onderscheid te maken, of de aangifte verzuimd is om den staat van het kind te verduisteren. Aan den Heer R. M. L. werd mitsdien eene boete van 3 op- gelegd. De Advocaat-Generaal Mr. Gregory heeft in de Woensdag gehouden zitting van den Hoogen Raad geconcludeerd tot verwerping van het cassatie-beroep van B. van Ommeren, te Amsterdam. De Adv.-Gen. geloofde, dat terecht was geoor- deeld, dat het feit viel onder de strafbepaling van art. 1 der wet van 1 Juni 1830, dat hier van geen persdelict sprake kon zijn en dat het bewijs niet door aanwijzingen was ver- kregen. De uitspraak is bepaald op 28 December. Voor het Hof te Amsterdam stond Woensdag terecht Gerar- dus Wilhelmus J., oud 39 jaren, winkelier in fruit en kamer- behanger, geboren en wonende te Utrecht, doch thans in hechteuis, beschuldigd van opzettelijke brandstichting in een gebouw, waarbij het te voorzien was, dat eenig menschen- leven daardoor in gevaar kon worden gebracht. Het 0. M., waargenomen door den adv.-gen. Mr. Op ten Noort, achtte de schuld van besch. wettig en overtuigend bewezen en eischte een tuchthuisstraf van 5 jaren. Uitspraak Woensdag over 8 dagen. De Hooge Raad heeft verworpen het cassatieberoep van J. N., boerenknecht te 's-Gravenhage, tegen een vonnis van het Gerechtshof aldaar, waarbij hij is veroordeeld tot 4 jaren correctioneele gevangenisstraf wegens moedwilligen manslag, gepleegd op den arbeider G. v. S., op de hofstede Cranen- burg nabij den Haag. Het Gerechtshof te s-Gravenhage heeft het vonnis der Haagsche Rechtbank, waarbij de keukenmeid G. M. veroor deeld werd tot 1 maand celstraf, ter zake van diefstal van gebraden vleesch en van een weinig thee, tijdens zij dienst- baar was bij Jhr. Mr. de S. L., wat de straf betreft ver- nietigd, terwijl de bekl. thans verwezen werd tot 14 dagen celstraf. De Hooge Raad heeft uitspraak gedaan in de zaak van den alom bekenden wonderdokter H. Sirie, te Bennekom, die door het Gerechtshof te Arnhem, wegens het onbevoegd uit- oefenen van de geneeskunde, was veroordeeld tot een maand gevangenisstraf. Het vonnis is thans bevestigd. LANDBOUW. Aan het Hoofdbestuur der Hollandsche Maatschappij van Landbouw is door het Bestuur der afdeeling //Leiden en Omstreken" het volgende schrijven gericht: //In de laatste vergadering van de afdeeling Leiden en Omstreken onzer Maatschappij werd door eenige leden de vraag gedaan of het niet op den weg der afdeeling lag om kennis te nemen van de typen, die voor de herziening van de belastbare opbrengst van de ongebouwde eigendommen thans, krachtens art. 19 der wet van den 25en April 1879 Staatsblad No. 89), in de verschillende gemeenten ter visie liggen en die onderling te vergelijken. M ij zijn, als bestuur der afdeeling, na ernstige overweging, tot het besluit gekomen, dat de landbouw zeer zeker alle aanleiding heeft zich zooveel mogelijk op de hoogte te stellen van deze belangrijke zaak, maar dat het weinig nut kan hebben, indien een onderzoek zich bepaalt tot den engen kring van eene afdeeling. Het resultaat van onze overwegingen is geweest, dat het hoogst wenschelijk is ons tot u te wenden met beleefd, doch dnngend verzoek, om van wege het hoofdbestuur het initiatief te nemen tot oen vergelijkend onderzoek van de ter visie gelegde typen in alle gemeenten van de beide provincien, waarin onze Maatschappij is gevestigd. Wij meenen dat deze inmengtng voldoende gemotiveerd wordt door het volgende: Het treurig feit, dat de huurwaarden van den grond sedert den aanvang der herziening jaarlijks is achteruitgegaan en thans aanmerkelijk verschilt met die van de jaren door de wet voor het schatten der belastbare opbrengst aangewezeu, raaakt dat de typen op dit oogenblik geen overzicht geven van den werkelijken toestand. De schatting, die volgens deze typen zal worden gedaan, heeft daardoor een valschen grondslag, terwijl tevens de voordeelen van de herziening, voor bet bepalen van defeite- lijke huurwaarde van den grond, op deze wijze geheel verloren gaan. Eindelijk bestaat de vrees, dat in verschillende districten de tijdsomstandigheden min of meer invloed hebben gehad op het vaststellen der cijfers. De schatting, die volgens de besproken typen zal plaats hebben, zal zeker voor een langen reeks van jaren de grond slag zijn, waarnaar de grondbelasting moet worden betaald, en wij meenen dat de landbouw, nu de gelegenheid bsstaat om zijn gevoelen over deze zaak uit te spreken, ook zijne medewerking moet verleenen om eene schatting te verkrijgen, die over het geheele Rijk zoo gelijkmatig mogelijk is, en ook zijn invloed moet aanwenden om te verkrijgen, dat de schatting alsnog in overeenstemming worde gebracht met de huurwaarden in de jaren, waarin de herziening plaats heeft. Ten overvloede wijzen wij op het feit, dat reeds de Gelder- sche Maatschappij van Landbouw in den door ons bedoelden geest werkzaam is, en geven U in overweging met het oog op het spoedig verstrijkeu van den termijn, waarin de typen ter visie liggen, en die met 14 Dec. a. s. afloopt, bij de Regeering aan te dringen op eene verlenging van dien termijn of althans op het uitstellen van de vaststelling der schalen van schatting, krachtens art. 21 der wet. Hoogst aangenaam zou het ons zijn, indien wij met uwe meening over dit schrijven eenigszins spoedig in kennis werden gesteld, daar wij gaarne in de vergadering onzer afdeeling, op 2 December a. s. te houden, aan de leden mededeeling van onze bemoeiingen zouden doen. Van dit schrijven zenden wij een afschrift aan dezuster- afdeelingeu der Maatschappij, met verzoek hare zienswijze aan u mede te deelen." Men schrijft ons 't Zuiden van Limburg De winterrogge en tarwe staat prachtig te velde en schiet wegens het gunstige weder welig op; veel schade wordt nochtans veroorzaakt door hazen en konijnen, welke hier zeer talrijk zijn. Voornamelijk in de nabijheid van de bosschen vindt men roggevelden, welke geheel door de konijnen zijn afgegraasd; wenschelijk ware het voor den landbouw, dat er in Nederland eene wet werd ingevoerd zooals in Belgie, volgens welke ieder landbouwer het recht bezit, om de schade door het wild veroorzaakt te laten taxeeren, en de houder van de jacht verplicht is deze schade aan den rechthebbende te vergoeden. Een heer in de nabijheid van Aubel (Belgig) heeft dit jaar reeds over de 3000 frankeu hiervoor aan^de boeren uitbetaald. Omtrent de raogelijke uitkomsten van vruchtenteelt op zandgronden, ook op de Veluwe, meldt men uit Benne- kom (gem Ede), dat op een stuk land nabij die gemeente, in 1880 en 1881 voor vruchtenteelt aangelegd, in 1885 voor ruim/4000 aan vruchten zijn verkocht, niettegenstaande de pnjzen van vele vruchten zeer laag waren. Op verschillende plaatsen in deze omstreken heeft men zich de laatste jaren meer op vruchtenteelt toegelegd. In het Zuid-oostelijk deel van Gelderland is het vee, bij gebrek aan gras, grootendeels naar de stal gebracht. Het //elen met vijf bekken//, zooals men dat wel eens noemt, maakfe in weinige dagen een einde aan het grazen. Nu het vee genoegzaam geheel is opgeruimd, komt er weer meer vraag en zijn de pnjzen stijgende; ook is er veel vraa* naar runderen. Het uitgezaaide winterkoren, met name de tarwe, komt goed voor den dag en belooft veel voor het volgene jaar. In geen jaren heeft men in die .streken zooveel last hehad van de muizen als thans. Met groote scharen trekken zij nu het buiten te koud en de voorraad te schraal wordt, naar binnen, waar zij natuurlijk zeer onwelkome gasten zijn. De landbemesting met visch ten onzent van oudsher gebruikelijk is ook als nieuwigheid door een landeigenaar in den omtrek van Stettin toegepast. Hij bemestte verleden jaar 30 morgen aardappelland met haringen, en wel zoo, dat hij bij het poten tusschen iedere twee aardappelen een ha'ring in den grond legde. De uitkomsten waren zoo gunstig, dat hij in dit jaar 100 morgen gronds op deze wijze bemest heeft. Hij gebruikte 7 h 8 ton haringen per morgen. De kosten bedroegen slechts 5 hf 5.50 per morgen, en worden door de overvloedige opbrengst ruimschoots vergoed. Over den smaak wordt niets gemeldt. In Zeeland, vooral op Schouwen en Walcheren, werden voor rekening van Duitsche kooplui in den laatsten tijd tegen flinke prijzen eenige tientallen van jonge paarden aan- gekochtwaarschijnlijk worden zij daar gebruikt als fokdieren. Echter heeft het Zeeuwsche paard geen bijzondere hoedanig- heden dan als kloek werkpaard in zware kleistreken. De verdediger daarentegen, Mr. M. J. van Oosterzee, advo- caat te Utrecht, meende dat de aanwijzingen niet sterk ge- n°eg waren om daaruit schuld af te leiden en concludeerde mitsdien tot vrijspraak.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1885 | | pagina 3