NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
Btj Hit Inner Mint een flpepil.
FEUILLETON.
27e Jaargang No. 12.
Zaterdag 20 Maart 1886.
VAN
Aan Landbouw, Gemeente- en Polder-Belangen gewijd.
PLAATSELIJKE BERICHTEN.
BUITENLAND.
DE BEELDHOUWER
Abonnementsprijs
J. H. DE BISSY, Rokin 60, Amsterdam.
Prijs der Advertenti&n
HOOFDSTUK III.
11)
WEEKBLAD
IIA A IILEMMEEMEER.
Per jaar, met Bijvoegsel franco per pott.
i, xonder Bijvoegsel n n
Enkele Nommers 15 Cent.
6.-
ALLE TOEZENDINGEN, BEDACTIE EN UITGAVE BETREFFENDE
te adresseeren aan den Uitgever
Hoofd-Agent: P. VAN CITTERT ZONEN, te Haarlem.
van 1—6 regels 75 Cent, elken regel meer 121/* Cent.
Groote Letters naar plaatsruimte.
Abonnementen en adoertentien worden aangenomen door alle boekliandelarenpostkantoren, brievengaarders en postboden
Het aandeel dezer gemeente in de ligting
1886 der nationale militie bedraagt 44 man
zoodat vermoedelijk No. 89 het hoogste zal zijn
dat met Mei a. s. zal worden ingedeeld.
Het aantal gevaceineerden in deze gemeente
bedraagt 298.
In de afgeloopen week is zekere D. v B. op
ergerlijke wijze mishandeld door S. v M. en D.
0. om reden hij dijksgronden gepacht had, die
zij liever hadden willen hebben.
Bij J. Doets, aan den Spaarnwouderweg
B 26, zijn na verbreking van afsluiting vier
kippen gestolen
Den 11 Mei moet eene verkiezing plaats
hebben van drie leden der Proviuciale Staten
in het hoofdkiesdistrict Haarlem.
OnderlrouiodP. Schrier en M. C. Griekspoor,
wed.C. J. Bax en A. v. EgmondP. v. Rijn
en L. Kluijt; D. Tanis en M. Labrijn.
GelrouwdW. F. Hartman met J. Hendriks
C. v. d. Bergh met C. Fiipse.
GeborenHendrikus, zoon van C. J. v. d.
Putte en J. M. RuigrokDauiel, zoon van J.
Walraven en E. KooiLucia, dochter van J. M.
v. Veen en J. Kouwenberg; Elisabeth Catharina,
dochter van J. v. Rijn en C. Visser; Geertje,
dochter van S. Blok en A. Engel; Johannes,
zoon van J. v. d. Hoist en J. M. Gedaen.
Levenloos Geboren: 1 kind van J. Balk en
G. Bruin.
OverfedenJohan, oud 6 weken, zoon van
D. Jonker en T. Heinis; Johanna Jacoba, 5
weken, dochter van H. Rinek en E. C. Arends
Franciscus Cornelis, oud 12 weken, zoon van
J. Wijfjes en J. C. D'haene; Aletta Antonetta,
oud 3 dagen, dochter van D. van Wijk en A.
A. Branderhorst; Hendricus David, oud 6 maan-
den zoon van C. Markwat en J. C. v. Bentem;
Eldert Kool, 63 jaar, geh. met P. Schilling;
Apolonia van Zwet, 74 jaar wed. C. van Zeijl.
ENGELAND.Over Gladstone's plannen ten opzlchte
van lerland begint een en ander bekend te worden,
en indien de mededeelingen van de Standard juist
ziju, blijkt het dat Gladstone met geen halve maat-
regelen voor den dag komt. De bij Louder heden
komen in hoofdzaak hierop neer:
Te Dublin zetelt een Iersck Parlement, dat uit
slechts eene enkele Kamer bestaat.
lerland blijft vertegenwoordigd bij het Parlement
te Londen, naar verhouding van zijne bijdrnge tot
de inkomsten des Rijks. Aangezien het daarin voor
ongeveer 3 millioen pd. st. deelt, zou het dertig
afgevaardigden zenden naar het Engelsch Parlement,
waar het thans door 105 leden vertegenwoordigd is.
Het Iersche Parlement zal het toezicht hebben
op de politie des lands, maar deze voortaan niet
van vuurwapenen voorzien zijn. Het Parlement
te Dublin zal met volledige wetgevende volmacht
worden bekleed, behoudens de volgende beperkin-
genhet mag niet beslissen over de tolrechten op
Engelsche producten welke in lerland ingevoerd.
worden; evenmin mag het met vreemde mogend-
heden onderhandelen; ook mag het de lands-in-
komsten niet gebruiken tot onderstand van gods-
dienstige corporatien.
Verder zou het groote landbezit onteigend worden
waarvoor men berekent eene som van 100.000.000
pd. st. noodig te hebben; het land zou dan tegen
geleidelijke tegemoetkoming onder de kleine boeren
verdeeld worden.
Het eerste gevolg van deze ingrijpende plannen
is een kabinets-crisis. De heeren Chamberlain
en Trevelyan, schijnen rooral op laatstgenoemd
punt niet met Gladstone te kuunen medegaan, en
hebben hun ontslag aangevraagd, dat echter door
Gladstone nog niet is aangenomen. Hij verzocht
den heeren nog eenige dagen op hun post te blijven,
en zal trachten door omwerking van het ontwerp
aan hunne wenschen tegemoet te komen.
Het valt niet te betwijfelen of de plannen van
Engeland's eersten minister zullen een geweldigen
tegenstand ondervinden bij een groot deel van het
Engelsche volk, en nl gelukt het Gladstone, zijne
voorstellen door het Lngerhuis te doen aannemen,
dan kan men bijua met zekerheid voorspellon dat
het Hoogerhuis zijn veto over de zaak zal uitspreken.
Dan zal den drang der omstandigheden misschien
leiden tot eene hervorming van het Hoogerhuis,
eene hervorming die toch slechts eene kwestie
van tijd is.
In Soudan heeft weer eens eene sohermut-
seling plaats gehad tusschen eene afdeeling foura-
geurs van het garnizoen van Soeakira en de Arabieren
uit het kamp in de Hasheen-vallei. Het gevecht
dat niet veel om het lijf schijnt gehad te hebben,
liep ten slotte in het voordeel der Engelschen af.
De beer Drummond Wolff en Moekthar
Pacha kunnen het over het Egyptische bezettings-
leger maar niet eens worden.
Engeland had voorgesteld de grenzen door Egyp
tische troepen te doen bewakeu, doch Moekthar
Paeha heeft daarop geantwoord dat deze daartoe
volstrekt niet in staat zijn.
Na de ondervinding gedurende de laatste jaren
met de Egyptische soldaten opgedaan, zal dit ant-
woord van den Turkschen gemnciitigde wel niet geheel
onverwacht zijn geweest. De grontste deugd toch
welke zij tot heden aan den dag legden, bestond
in buitengewoon hardloopen van den vijand af!
De keus welke het gouveruement gedaan
heeft voor den openstaanden post van chef der
Londetsche politie, heeft velen niet weinig ver-
baasd.
Daartoe is n.l. gekozen Sir Charles Warren, thans
te Soeakim, voorzeker eene flink vechtgenoraal, doch
een man die toch waarschijnlijk van politie-zaken
even veel af weet, als de meeste generaals, zeggen
weinig of niets.
Aangezien er echter eene bezoldiging van 2000
pond sterling aan verbondeu is, zal het verstand
misschien wel komen met de betrekking.
De London Gazette meldt dat, ingevolge eene
overeenkomst met Nederland, van 1 April aan-
staande af een pakketpust tusschen beide landen
wordt ingevoerd. Het port voor pakketten tot drie
pond is 1 sh., van drie tot zeven pond 18 pence.
In de vergadering van deelhebbers in de
Bank van Engeland, Donderdag gehonden onder
voorzitterschap van den gouverneur J. P. Currie
bleek dat de netto-winst over het met 28 Febr. ge-
einigde halfjnar 706,859 heeft bedragen. terwijl
op dien datum de zoogen. rest op 3,722.997
stond. Er werd hesloten, 4J percent dividend over
het half jaar uit te keeren, waarna de rezt 3.031,729
blijft. In 1884/85 bodroeg voor beide semesters
het dividend 5 pet.
Nog steeds achteruitgang in de cijfers van
Engelands in- en nitvoerhandel, vooral in de eerste.
Iu de maand Februari bedrneg de waarde ran
den uitvoer 16.384.000, of 466.000 2J
pCt. minder dan in Febr. 1885. De waarde van
den invoer bedroeg 26.621.000 of 2.586.000
8J pCt. minder dan in Februari 1885.
DUITSCHLAND. Spoedig komen nu de kerke-
lijke wetten iu het Hcerenhuis ter tafel, en het zal
dus weldra blijken of men ook daar geneigd is met
Bismarc'ks coucessies aan de Curie genoegen te
nemen.
Tegenover de belangrijke concessies door de Re-
geeriug gedaan heeft men echter aan eene hoofd
zaak vast gehnaden n.l. dat de paus genoegen neme
met de bekrachtiging dor benoemingen van geeste-
lijken door den Staat Anzeigepjlichten het beroep
op den Staat voor geestelijken, die uit hun ambt
zijn ontzet.
Het voorstel der regeering betreffende het
graven van een knnaal van Dortmund naar de
Beneden-Ems, d. w. z. naar de haven te Ems, is
bij het Huis van Afgevaardigden ingediend. De
onkosten voor den aanleg worden geraamd op
58.400,000 mark. Met het werk zal eerst een nan-
vang worden gemaakt, wanneer de gemeenten, welke
er belang bij hebben, den grond kosteloos hebben
afgestaan of een bijdrage tot bestrijding der onkoi-
ten hebben verleend.
uit het Engelsch van
HUGH CONWAY.
Het was eene groote opoffering voor mevrouw
Cathcart om het overige van de season te moe-
ten missen.
Echter kon zij door het nog kortelings gele-
den overlijden van den heer Herbert toch niet
veel uitgaan, en voor alles was bet noodig te
zorgen dat de toekomst van Eugenie op bevre-
digende wijze verzekerd werd. En dus besloot
zij maar dadelijk zich op te offeren.
D. i. de tyd waarin de ariitocratie te Londen ver-
toeft en bals en andere feesten gegeren worden.
»Ik zal met u op reis gaan, Eugenie, mits
ge me belooft de vrouw van Sir Ralph te
worden."
//Ik kan niets beloven," antwoordde zij, //Maar
ga met me, tante".
Drie dagen later vernam Gerald Leigh dat
Eugenie met hare tante op reis was gegaan,
en hij begreep dat met haar alle hoop vervloog.
Hij wist tenauwernood meer wat hij deed. Hij
ging zelf naar James Herbert en had het ge
noegen uit den mond van dien miinheer te ver-
nemen dat diens zuster, en Gerald's liefde, zoo
goed als verloofd was met Sir Ralph Norgate.
Dit nieuws deed hem niet bijzonder san;
misschien had hij wel iets van dien aard ver-
wacht.
Ofschoon hij van 's morgens tot 's avonds in
zijn atelier vertoefde, gingen er weken voorbij
zonder dat hij werkte.
Eindelijk rees hij uit zijne verdoving op, nam
een model aan, en begon met koortsachtigen
ijver te werk en.
Van den morgen tot den avond behandelde
en vervormde hij de sinedige klei en, hij had
zijne bedrevenheid niet verloren. Ilet werk vor-
derde en vorderde totdat de klei ter zijde werd
gezet. en een fraai blok wit marmer de plaats
in het midden van het atelier innam in afwach-
ting van gevormd te worden tot het beeld
waarmede Gerald zou trachten de eerste stap
te doen op het pad van den roem.
HOOFDSTUK IV.
Het was in het begin van Mei. De Acnde-
mische Tentoonstelling was sedert een week ge-
opend tijd genoeg om de verslaggevers
der dagbladen gelegenheid te geven het publiek
te vertellen wat er te bewonderen viel.
Hoe vreemd het ook klinke, dit jaar waren
alle critici eenparig in hun boogsten lof over
een beeldhouwerk en men voorspelde den maker
eene schitterende toekomst.
De meerderheid van de go6 gemeente die
hare kwartjes of guldens aan den ingang be-
taalt, geeft weinig om standbeeldenen dus
moet een beeld dat de algemeene aandachttrekt
of zeer sehoon, of zeer opzichtig zijn in
den regel is dit laatste het geval.
No. 1460 van den Catalogus echter trachtte
niet de aandacht te trekkeu door goedkoope
sentimentaliteit of eene op effect berekende be-
handeling.
Het was niets dan het luchtig omhulde beeld
van een schoon meisje, in den eersten bloei
der jonkvrouwelijkheid. Zij was voorgesteld, snel
voorwaarts stappende. De armen waren uitge-
strekt als om iemand die haar naderde bet welkom
toe te roepen, misschien te omhelzen. Haar ge-
laat werd door een verrukkelijken glimlach
verlicht.
De bevalligheid, de ligth id en het leven dat
het beeld als ingeblazen scheen, hielden elken
voorbijganger staande. De plooien der draperie,
de houding van elk wel afgerond ligchaamsdeel,
gaven de dadelijke indruk van iemand die zich
snel beweegt, en men kon bijna niet gelooven
dat zij gedoemd was s eeds in die zelfde hou
ding te blijven staan. De algemeene bemerking