B1NNENLAND. WEEKRLAD VAN HAARLEMMEJRMEER. NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. BELGIE. Zoowel Luik als tie geheele omlig- gende streek verkeert op dit oogenblik iu een zeer gevaarlijken toestand. Sedert jl. Vrijdag zijn de mijnwerkers iu liet uitgestrekte kolenbekken vau Luik begonnen den arbeid te staken en bebben de ongeregeldlieden in de stad een aanvang genomen met de viering van den verjaardag der Parijsche commune. Tal van fabrieks arbeiders en mijnwerkers uit de omliggende plaatsen trokken naar Luik, en richtten, o. a. in de Rue Leopold eene geweldige verwoesting aan. Hevige botsingen tusschen troepen en politie en de oproermakers hadden plants en er vielen een aantal gewondeu en eenige dooden. Hoe ernstig de toestand is kan blijken uit bet feit dat in het onrustige district reeds een troepen - macht van 6000 man bijeen is getrokken, terwijl er nog voortdurond versterking aankomt. Te Brussel bleef bet tot nog toe rustig, doch tegeu morgen zou aldaar volgens la Nation, door de anarcbisten een monster-meeting belegd zijn. Naar men verneemt zou door een Engelscb syndicaat aan de Belgiscbe Begeering 100 millioen francs zijn aangeboden, voor den aanleg van een kanaal vau Brussel naar de Noordzee. Behalve de ongeregeldheden in en bij Luik, heeft er,ook een dynamiet aanslag plaats gehad op den spoorweg bij bet station Hasselt. Door de vegers voor aan de locomotief werd een pak met 35 dynamiet-patronen op zijde gescboven en toen de machinist wilde onderzoeken wat bet pak bevatte werden hem 3 vingers verbrijzeld. Hoewel niet verergerd blijft de toestand over bet algemeen hoogst zorgelijk. TURKIJE. Omtrent de Turksch-Bulgaarsche overeenkomst is men nog maar niet tot eeustem- migbeid kunnen komen. Vorst Alexander weigert volstandig te berusten in de bepaling waarbij bij voor 5 jaar benoemd wordt tot Gouverneur van Rumelie; hij verlangt levenslange benoeming, en biertegen verzet zich de Bussiscbe Begeering. Door de Ttaliaansche Begeering zou nu de vol- gende formule voorgesteld zijn„Het algemeen be- stuur over Bumelie wordt opgedragen aan den vorst die over Bulgarije regeert". Ook met Griekenland is de zaak nrg niet in het reine gebracht. De Griekscbe Begeering scbijnt haren eiscb, vergrooting van gebied, maar niet te willen laten vallen, en voorloopig nog voldoende fondseu te hebben om het leger en de vloot op voet van oorlog te houden. Den 22n stevende de vloot de haven van Salamis uit, zonder dat men weet waarheen zij zich heeft begeven. AMEBIKA. Naar luid van een telegram uit New-York heeft het congres de openbaarmnking gelast van de correspondentie, in den laatsten tijd gevoerd tusschen den heer Bayard en den Ameri- fcaansche gezant te 's Gravenhage, over den aanslag van Petroleum in Nederland en zijne kolonien en den uitvoer van tabak uit die landen naar de Ver- eenigde Staten. Bijzonderbeden zijn tot heden nog niet bekend In New-Pork is weder eens een dier schan- dalen aan het licht gekomen waardoor die stad langen tijd berucht is geweest. De heer Jaehne, n. 1. schepen en lid van het gemeentebestuur van New-York, is gearresteerd, onder beschuldiging zich te hebben laten omkoopen tot begunstiging der eischen van den Broadway- spoorweg. Hij zou bekend hebben daarvoor 20,000 dollars te hebben ontvangen, en andere schepenen hebben aangewezen, die insgelijks voor hetzelfde doel geld ontvingen. Volgens het rapport der heeren Wells, Fargo hare zijn lippen op haar mond en rilde toen de woorden. //Leven of dood", weder in hare ooren schenen te klinken. Kon zij het verledene maar ongedaan maken En waarom eigentlijk niet! Snel als de blik- sem doorkruiste die gedachte haar breinWat stond haar in den weg behalve de valsche goden voor wie zij de knie gebogen had? Wettelijk was zij nog vrij en Gerald was in dezelfde stad. Wat gaf zij om hare vriennden en kennissen Door het doen van een stouten stap kon zij alles nog herstellen. Indien zij morgen- neen op het oogenblik naar Gerald ging met de bede haar tot zich te netnen en haar te behouden, trots de gansche wereld, dan wist zij dat hij zulks doen zoude, want hij zou haar vergiffenis schenken. Hera zou haar daad niet roekeloos of onvrou- welijk voorkomen. In zijn oog zou zij altijd even hoog staan, en wat deed het overige er toe? Morgen konden zij mijlen ver weg zijn, en Co. bedroeg de goudproductie over 1885 in Amerika Doll. 26,393,756 en de zilverproductie Doll. 44,516,599, beide ongeveer Doll. 1 millioen meer dan over 1884. De minister van financien lieeft aan de Tweede Kamer eenige inlichtiugen gegeven op de adresseu van suikerraffinadeurs te Amsterdam en Delfshaven, om wijziging der wettelijke 'oepalingen nopeus den accijns op de suiker. De Minister merkt op, dat de adressanten op den voorgroud stellen, dat het beginsel der wot, accijnslieffing naar het gehalte, geene aanleiding heeft gegeven tot onoverkomelijke bezwaren. Zij verzoeken dan ook slechts wijziging der genoemde wet op twee punten. Vooreerst be- weren zij dat de korting van 1% pCt. op het wet telijk gehalte van ruw suiker bij art. 3 toegestaan, wegens het verschil tusschen dat gehalte en het practisch rendement, behoort te worden verhoogd. In de tweede plaats wenschen zij verandering der belasting op bastaard. Wat het eerste punt betreft, acht de minister het niet twijfelachtig, dat de wet bij art. 3 eene kor ting heeft willen verleenen, dooreen genomen toerei- kend tot dekkiDg van het verschil tusschen het wettelijk gehalte en het practisch rendement. Uit het reeds ingediende wetsonderwerp blijkt, dat de minister hoewel op eenigszins andere gronden dan die der rafiiuadeurs, gezind is om aan bun wensch tegemoet te komen, en wel door toekenning eener kortingsverhooging van 1 pCt. voor de koloniale suikers. Hiermede zijn de adressanten echter niet tevreden en verlangen, behalve verhooging der kor ting voor rietsuiker van I1/? pCt. tot 21/2 pCt. bovendien nog eene afzonderlijke korting van U/g pCt. voor beetwortelsuiker er van 21/3 pCt. voor rietsuiker. Bestaat er in de gegeven omstandig- lieden voldoende reden om nog eene extra-korting voor riet- en voor beetwortelsuiker toe tekennen? Gold het, eene onbillijkheid in de wetgeving weg te nemen, de Minister zou niet terugdeinzen voor een offer van de schatkist, dat hij pi. m. op 750,000 'sjaars berekent. Maar naar 'sMinisters meening is het bewijs van die onbillijkheid door de raffina- deurs niet geleverd. Het blijkt dan ook, dat hun eigenlijk streven is in de verlangde extra-korting een tegenwicht te vinden tegen de protectie hunner mededingers in het buitenland. De moeilijke toe stand waarin onze rafflnaderijen op dit oogenblik verkeeren, wordt ook dezerzijds betreurd, maar die toestand is hoofdzakelijk het gevolg van de mede- dinging welke het Nederlandsch fabrikaat op dc Engelsche markt wordt aangedaan door Ameri- kaansche suikers. En tegen de bescherming waarvan deze mededinging het gevolg is, zou de Neder- landsche belastingwet geen voldoend gewicht in de schaal kunnen leggen. En wat het tweede punt betreft wijst de Minister er op, dat bij het reeds ingediende wetsontwerp voor de buitenlandsche bastaard eene regeling wordt voorgesteld, waardoor de belasting met pi. m. /4 per 100 kg. zal stijgen. Yoor de gronden van dit voorstel verwijst de Min. naar de memorie van toelichting. Uit de memorie blijkt ook, waarom niet kan worden getreden in net verzoek van adressanten om verhooging van afschrijving bij uitvoer van bastaard. De discussien over art. 194 van de Grond- wet zijn in de Tweede Kamer in vollen gang, en er schijnt eenige kans te bestaan dat die verschil- leude partijen door wederzijdsch iets toe te geven ten slotte nog tot een compromis zullen komen. Tegenover het voorstel der rechterzijde is thans door de liberale leden, de heeren de Beaufort, van Houten, Kist, Mees en de Banitz, voorgesteld art. 194 als volgt te lezen Het geven van onderwijs is vrij, behoudens het het heerlijke dan Gerald's vrouw te zijn, zou wel opwegen tegen hetgeen de wereld van haar gedrag zou zeggen. Zij besloot het 1e doen. Met koortsachtige haast ontdeed zij zich van hare kostbare klee- ding en trok een eenvoudig toilet aan. Zij zette de eenvoudigste hoed op die zij kon vinden, sloop de trap of en was op straat voor- dat zij tijd had gehad om weder tot besluiteloos- heid te vervallen. Het hart bonsde haar in den boezem. Zij wenkte een huurkoetsier en liet zich naar Geralds atelier rijden. Onder weg be- dacht zij dat het niet zeer waarschijnlijk was op dezen tijd van den dag een artist te liuis te vinden; toch besloot zij haar tocht voort te zetten. Snel liep zij naar Geralds deur, en klopte zacht op de deur, doch ontving geen antwoord. Zij durfde niet langer buiten blijven staan wachten. De gevolgen van haar overijlde daad begon nen in hare verbeelding geweldige verhoudingen aan te nemen. Nog een minuut en zij moest toezicht dor overheid, en bovendien, voor zoover het middelbaar en lager onderwijs betreft, behoudens het onderzoek naar de bekwaamheid en zedelijkheid des onderwijzershet een en ander door de wet te regelen. De inrichting van het openbaar onderwijs wordt door de wet geregeld. Het lager onderwijs wordt zoodanig ingericht, dat voor ouders, voogden of verzorgers de gelegen- heid niet ontbreke, om de kinderen, die onder hunne macht zijn of aan hunne zorg zijn toever- trouwd, in het genot te stellen van voldoend lager onderwijs, waarbij hunne godsdienstige overtuigin- gen niet worden gekrenkt. De Koning doet van deu staat der hooge-, mid- delbare- en lagere scholen jaarlijks een uitvoerig verslag aan de Staten-Generaal geven. In eene jl. Zaterdag te Utrecht gehouden vergadering van aandeelhouders in de Ned. Rijn- Spoorwegmaatschappij, werd door de Directie o. a. den uitslag medegedeeld der ouderhandeliugen met de Begeering, betreffende de verlenging der concessie. In haar verslag wijst de Directie er op dat de minder voordeelige uitkomsten der exploitatie, eens- deels te wijteD zijn aan den algemeen gedrukten toestand en anderdeels aan de vertraging der onder- handelingen met de Begeering, tengevolge van de onzekerheid omtrent de exploitatie der lijn Amers- foort - Kesteren. Van de uitkomst der onderhandelingen met de Begeering zegt het verslag het volgende /,Vnn de gedrukto omstandigheden, waarin onze maatschnppij zich bevond bij het voortzetten der onderhandelingen met het Bijk, werd intusschen door de ministers van waterstaat en van financien, wat hun van het standpunt der Begeering niet euvel kon worden geduid, gebruik gemaakt, om tegenover de gewenschte voorziening nopens den duur onzer concessie zoo gunstig mogelijk voor- waarden te bieden. Zoo hebbe onze Maatschnppij al aanstonds afstand te doen van alle schadeloos- stelling uit 's Rijks kas, waarop zij ingevolge hot bepaalde bij art. 66 tweede zinsnede der wet van 9 April 1875 Staatsblad n°. 67) thans voor het miust aanspraak heeft tot uit. December 1898 moet zij bovendien op hare kosten de wagenruimte leveren, noodig voor het vervoer van de brieven- malen en van de ambtenaren met het ovorbrengen daarvan belast, waartoe zij onder de bestaande con cessie niet is verplichtzal zij op haar rollend materieel bij naasting eene afschrijving hebben te gedoogen op den prijs der aanschaffing, welke meer dan een derde van dien prijs kan bedragen moest zij behalve na te mehlen premie, voor het geval van naasting, afstand doen ten behoeve van het Bijk, van al wat zij, na kwijting harer schulden, bleek meer aan waarden over te houden dan 100 pCt.kan deze naasting nu ten alien tijile geschieden, zonder eenige andere schadeloosstelling dan een premie van een percent van het maatschap- pelijk kapitaal voor elk jaar dat het tijdstip, waarop dit plaats grijpe, verwijderd is van 1 Mei 1919 zal eindelijk onze maatschappij, zoo lang zij met de exploitatie blijft belast, vnn het oogenblik waarop de overeenkomst in werking treedt, aan het Bijk hebben uit te keeren de helft van hetgeen er in eenig jaar voor aandeelhouders meer aan winst zou oversckieten dan vijf percent. Verder is in de overeenkomst nog bepaald dat de Staats-spoor en de Ned. Rijnspoor, volgens vaste bepalingen op elkanders banen libre parcours zullen hebben. Ondanks de hoogere eischen der Begeering raadde de Directie toch aan de overeenkomst goed te keuren, dat ten slotte dan ook met 1201 tegen 2 stemmen plaats had. Dingsdag jl. liield de Kiesvereeniging Bur ger pligt te Amsterdam, eene buitengewoon Selang- rijke vergadering. de pick verlaten om er nimmer meer terug te keeren. Zij draaide de kruk om en ging het atelier binnen. Nu had Eugenie zoo ongeveer het plan ge- vortnd om wanneer ze zich tegenover Gerald bevond, tot hem te gaan en enkel te zeggen //Gerald, hier ben ik." Het overige zou zij aan hem overlaten, want zij was er van overtuigd dat hij haar ondanks haar zwakheid en trouwe- loosheid alles zou vergeven. Gerald was niet in het atelier. Het gas was half neergedraaid, en de klei figuren langs de muur, zagen er spookachtig uit. Maar al was Gerald niet in het atelier, daarom was er toch wel iernand. Op een lage rustbank bedekt met een Oostersch kleed lag een vrouw in diepen slaap. Toen Eugenie in later jaren bij zich zelf aan dat oogenblik dacht, kon zij haar gevoel alleen beschrijven door de oude verge- lijking dat het geweest was alsof er haar een zwaard door de ziel ging. Zij keerde zich om ten einde de plaats le ontvlieden. maar werd Daarin toch word het debut over het Atjeh-vraag- stuk, in eene vorige vergadering door den oud- luitenant kolonel van het N.-I. Leger J. J. W. E. V erstego ingeleid doch om het vergevorderde uur gestaakt, voortgezot. Nadat de voorzitter, de heer M r. A. .T. E.Jo lies, de vergadering geopend had met eene inleidende rede waarin hij kortelings den algemeenen toestand schetste, verkreeg de heer Verstege het woord en zette nogmaals met gloed en overtuiging de zaak uiteen en drong aan op een euquete. De Oud-Kolonel dei MarineVan derHeggen, Spies, in Atjeh zaken geen vreemdeling, ver- klaarde het met den heer Verstege geheel eens te zijn en drong evenals de heer de Baadt aan op het nemen van krachtige maatregelen. De gep. vice-udmiranl Jhr.F.de Casembroot, wenschte dat er eene oorlogsleening zou gesloten worden en een expeditie-corps van 5000 man naar Atjeh zou gezonden worden om aan den langdu- rigen strijd eens en voor altijd een einde te maken. De kapitein de Wijs betoogde dat, wilde men daarginds goede soldateu hebben, men het Indisck leger uit het Nederlandsche moest corapleteeren, terwijl de heer Iloogenboom eene algemeeue beweging in het land op touw wenschte te zetten om tot een krachtiger optreden aan te dringen. Met het denkbeeld eener euquete kon de heer Willeumier zich niet vereenigeu, eon volgende spreker, de heer Perelaer wel. De vergadering die zeer drtik bezocht was en o. a. door een groot aantal Indische officieren ook uit andere plaatsen werd bijgewoond, nam ten slotte met Algemeene Stemmen de volgende motie aan De Kiesvereeniging Biirgerpligt van oordeel; dat de legemcoordige stetling door het Neder landsche gezag in Atjeh ingcnomen, niet tot het be- oogdu doel: de onderwerping van Atjeh geleid heeft; dat de langdurige oorlog met Atjeh van de schatr kist zoo groote opofferingeti en van het Ned.-Ind. leger zoo groote inspanning eischt, dat de spoedige beeindiging van dien oorlog is een zaak van het hoogste nationaal belang en van volstrekte noodzakelijkheid draagt harer commissie van bestuur op, zich U wenden tot de regeering met het dringend verzoek dat zoo spoedig mogelijk zulke maatregelen worden getrof- fen, als noodig zulilen zijn om wederom krachtig op te treden, den Atjeh-oorlog inderdaad te doen eindigen en Atjeh voor goed aan Nederland te onderwerpen. Waartoe de wijze van handelen tegenover Atjeh leidt, en welk lot de bloeiende tabaks-ondernemiu- gen op Sumatra's Oost-Knst missehien te wachten staat, blijkt genoegzaam uit hot volgende. Door de Indische bladen was medegedeeld dat Ajehsche benden waren verschenen in het Laug- katsche. Volgens een telegram door de Begeering ontvan gen, zouden echter de berichten hieromtrent in de Deli Courant, zeer overdreven zijn. Slechts een onderneming, Glen Bervie, had eenige geringe schade en was de plantage Gebang niet aangevallen. Hieruit blijkt echter duidelijk dat de Atjehnezen wel degelijk in die streken hunne verschijning hebben gemaakt. In de Woensdag jl. gehouden algemeene vergadering van stemgercchtigde aandeelhouders der Deli-Maatschappij werd verslag uitgebracht over het afgeloopen boekjaar, waaruit de aanhoudend bloeiende toestaud der onderneming blijkt, Het dividend over het oogstjaar 1884 werd bepaald op 107V2 pC';- Het reserve-kapitaal is thans ge- klommen tot f 1.497,950.33 en werd de voorge- stelde statutenwijziging, om het reservekapitaal tot op twee millioen gulden te verhoogen, aangenomen. door een onweerstaanbaren aandrang overwel- digd. Ondanks alle gevaar moest zij de slaap- ster zien. De waarheid was dat zij nu ter prooi was aan een tweede hartstoeht, welke somrnige zeggen dat sterker is dan de liefde. Zij sloop de kamer door en keek naar de slaapster. Zelfs bij het laag brandende gas moest zij erkennen dat zij op eene schoonheid neerzag waarbij zij zelf achter- stond. De vrouw kon ongeveer vijf jaar ouder zijn dan Eugenie, en hare bekoorlijkbeden waren in hare voile ontwikkeling. De diepe warme tint der wangeri, de lange zwarfe wimpers, de zacht gebogen fijn geteekende wenkbrnuwen, duidden een zuidelijke afkomst aan. De voile wellustige gestalte, de fraai gevormde ronde armen, de roode lippen, de zachte melkwitle hals voor dit alles moest het hart van een man smelten als sneeuw voor de zon. Eugenie, die haar minnaar zocht, vond in zijn plaats deze vrouw Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1886 | | pagina 2