KERKELIJKE BERICHTEN. RECHTZAKEN. GEMENGDE BERICHTEN. WEEKBLAD VAN HAARLEMMERMEER. NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. van de ontwikkeling van den smaak voor en dientengevolge ook van den handel in de Hol- landsche bolgewassen in Noord-Amerika. Op het veld heerscht overal de grootste be- drijvigheid. Het groenland werd in ecu paar weken van eene kale, dorre vlakte in een groen grastapijt veranderd. Voor vele veehouders is dit eene groote uitkorast, want de hooischuren werden ledig. Ofschoon de hoeveelheid gras nog gering is, loopen hier en daar toch reeds kop- pels jong vee en ook wel enkele melkkoeien buiten. De graangewassen, die op eene doelmatige wijze aan den grond werden toevertrouwdheb- ben den langen winter best doorstaan. Enkele stukken, die bezaaid werden toen de bodem veel te nat was, zijn z66, dat de boer niet weet wat hij doen moet: omploegen of laten staan. Het koolzaad, dat geheel plat op het veld lag, begint flink te groeien, en al is het wat achteriijk, dat wij zasjen was gezond en kan de schade nog gemakkelijk te boven komen. Het vooruitzieht voor den landbouw is dus nog zeer gunstig wat den plantengroei aangaat. In den tuin is alles ook wat achteriijk. De jonge groenten zullen laat aan de markt komen, tenzij het voorjaar nog buitengewoon zacht weder mocht gevendan zijn een paar weken spoedig ingehaald. De vruchtboomen beloven in de Haarlemmermeer niet zooveel als verleden jaar; vooral de pereboomen hebben over 't geheel weinig vrnchtknoppen. Een enkele dirkjespeer maakt daarop een gunstige uitzondering. De appelboomen zijn grootendeels goed van ontwik- kelde bloesems voorzien LC Ned. Herv. Gemeenle. Beroepen te Oldeboorn S. Dijkstra te Hoo- geveen; te Wierden J. Vonk te Dalfsente Schipluiden J. Laughout te Anjum te Lopik M. J. Bouman van de Meern nabij Utrecht; te Moerdijk H. G. Kleijn te Wijngaarden; te .'Sommelsdijk W. llingnalda te Loon op Zand. Aangenomen naar Arkel door H. Van Veen Jr. te Wadenooien naar Tzum door K. Fernhout te Buitenpostnaar Linschoten door G. B. Boomer te Blauw-Kapelnaar Utrecht door G. llingnalda te Oldenbroek. Bedanktvoor Berg-Ambacht door H. Doorn- veld te Staphorst; voor Ridderkerk door S. Dijkstra te Hooogeveen voor Maassluis door C. P. N. Pikaar te Overschie; voor Bathern door H. G. Braam te Diedam; voor Nieuw— Helvoet door J. A. T. Sperna Weiland te Dongen voor Steenwijk door W. F. Bliiggel te Nijkerk voor Valkenburg door D. J. Karres, te't Woud; voor Oostrum en Jouswier door J. A, W. Woldringh, te Driesum. Christ. Geref. Gemeenle. Beroepente Emrnen J. Van Mantgem te Harderwijk. Aangenomen: naar Dedemsvaart door J. Offringa te Wezep (bij kampen). Twee jeugdige beschuldigden, de eerste 17 jaar de tweede 14 jaar oud, stonden terecht voor het Gerechtshof te Amsterdam. Een liunner kameraden had tijdens de afwezigheid zijner ouders, 's avonds te 11 uur, een kast openge- broken, welke in de woonkamer van zijne ouders stond en daaruit weggenomen een blikken trom mel waarin lagen een bankbiljet van honderd gulden, een muntbiljet van tien gulden, een paar Milaneesche loten en een spaarbankboekje, verder verschillende gouden en zilveren voor- werpen en geldswaarden voor nog ongeveer f 4-00. Hij begaf zich met die buit tezamen met den oudsten beschuldigde naar het Wester- hoofd, waar de jongste zich bij hen voegde die op hun verzoek de trommel met den inhoud in het water wieip en het geld evenals de meeste andere zaken in bewaring nam. Zij brachten den nacht in een slaapstede in de Pieter Jacobstraat door en P. betaalde voor logies en vertering 75 cents voor alien te zamen Den volgenden dag gingen zij naar Zaandam waar door P. voor den jongsten hesch. een zilve ren horloge werd gekocht. Zij spraken in Amsterdam terruggekomen af om samen naar Rotterdam te gaaD. De jongste beschuldigde ging echter naar zijne ouders terug, die al het meegebrachte onmiddelijk ter beschikkirig van de politie en de bestolen stelden. P. en G. werden aan het station aangehouden. De hoofddader kon, daar diefstal ten nadeele van de ouders niet strafbaar is, niet worden vervolgd; alleen de twee andere jongens stonden terecht, en erkenden in hoofdzaak hetgeen was ten laste gelegd. De vader en de moeder van den dader als getuigen gehoord, verklaarden dat zij nagenoeg alles terug hadden de trommel was later opgevischt en hun in ongeschonden staat ter hand gesteld; zij konden niet zeggen of en hoeveel geld zij nog vermisten. De ambtenaar van het O. M. meende, dat de feiten bewezen waren en de tweede besch. met oordeel des onderscheids had gehandeld. Zij moesten z. i. op grond van het slot van art. 380 C. P. als de daders worden beschouwd. Hij requireerde voor den oudsten besch. 4 maanden en voor den andere 3 maanden celstraf. De verdediger van den oudsten besch. mr. Benjamins betoogde, dat, nu de bestolenen niet konden verklaren dat zij nog geld misten, niet gezegd kan worden dat het bewijs was geleverd, dat de besch. iets van het gestolene geld hadden ontvangen de verdediger van den tweeden besch. mr. Simons, vroeg de vrijspraak van zijn client, daar het bestaan van oordeel des onderscheids niet was gebleken. Beide verdedigers drongen in elk geval aan op een lichtere straf, daar de besch. reeds twee en halve maand in preventieve hechtenis hebben doorgebracht, zonder dat liuns inziens eene aannemelijke reden voor die voor- loopige vrijheidsberooving pleitte. De uitspraak werd bepaald op Woensdag 5 Mei. De ontrouwe bediende van de Amsterdamsche bank J. Conard, stond voor het gerechtshof te Amsterdam terecht. Besch. was tegen eeu salaris van aanvankelijk f 1000. later tot f 2000, vermeerderd, geduiende 18 jaren aan de bank werkzaam ge- weest. In de 3 laatste jaren had hij ten einde diefstal van coupons te bedekken, tot een bedrag van ongeveer f 15000, allerlei valschheden in de boeken gemaakt. en doen maken, en het zoo aangelegd dat ontdekking zoo goed als onmo- gelijk was. In Januari van dit jaar begon men argwaan te krijgen, een onderzoek volgde, besch. vluchtte naar Den Bosch, waar hij trachtte zich van kant te maken, hetgeen echter mislukte. Zeven getuigen werden gehoord. Met het oog op de volledige bekentenis van besch. en de wijze waarop hij getracht had de geleden schade te vergoeden (De Amsterdamsche Bank heeft 13000 vau het haar ontnomene terug ont vangen), eischte het O. M. (waargenomen door mr. Jolles) wegens a. diefstal van een loonbe- diende ten nadeele van zijn meester, b valsch- heid in geschriften van koophandel c het des- bewust gebruik maken van die valsche ge schriften, met toepassing van verzachtende omstandigheden een celstraf van twee jaren. De advocaat van den besch., mr. N. A. Calisch, bestreed de aan de misdrijven gegeven quali- ficatie en wees op tal van omstandigheden, die het toepassen van een geringe straf wettigden. Na repliek van het O. M. en dupliek van den verdediger werd de uitspraak bepaald op3Meie.k. Tot de huisnijverheid behoort allerwege in Europa sedert een lange reeks van eeuwen het breien van sokken en kousen. Ieder is het tevens bekend, dat sedert een 30-tal jaren breimachi- nes en later fabrieken van gebreide artikelen niet tot de zeldzaamheden behooren. Minder alge- meen weet men, dat onder de regeering der aloude Pharao's van Egypte het breien daar te lande alom in practijk werd gebracht, want men droeg er korte kousen, 't geen wij heeten sokken. De naalden daarbij gebezigd, waren echter dikker, zwaarder van stuk dan de hier gebruikte, zoodat het brijsel niet zoo dicht was, hetgeen vermoedelijk aan niets anders moet worden toege- schreven dan aan 't klimaat, dat een luchtiger bedekking vorderde dan dat van Europa. Spelden in grootte en vorm, zooals wij thans gebruiken, zijn uitgevonden te Neurenberg in 'l begin der 16e eeuw en in zwang gebracht in dien tijd. Hetgeen deze tak van nijverheid thans beteekent, laat zich hiernaar beoordeelen. Dagelijks vervaardigt men in Engeland 54 mil- lioen stuks spelden, in Frankrijk 20 en de overige 4 millioen in andere staten van Europa. Berekent men het aantal bewoners van Europa op 340 millioen dan verbruikt men gemiddeld genomen ieder hunner vier stuks spelden per dag. Bij de te Vincennes nabij Parijs gehouden international harddraverij is de tweede prijs behaald door de Biegawoy, van den heer P. Kolkman, Dordrecht. In de strafkolonie te St. Vincent de Paul nabij Montreal (Canada) waar ongeveer 1000 veroordeelden zijn opgesloten, is een gevaarlijk oproer uitgebroken. Op een vooruit afgesproken signaal overweldigden de boeven op de plaats de wachters en boeiden hen. Zestien der bewa- kers werden achtereenvolgensonschadelijkgemaakt waarna bezit genomen werd van de gevangenis Gewapend met de pistolen der bewakers, over- vielen zij den directeur Laviotte, die eveneens werd geboeid. Toen wapenden zij zich met hetgeen zij konden vinden en trokken naar de poorten om dezen te openen. Negen met geweren gewapende wachters hielden de muren bezet. De boeven naderden, terwijl zij de gevangen direc teur voor zich hielden. ,,Stoor je niet aan mij, jongens" riep de moedige man de soldaten toe „doe je plicht en geef vuur op de schavuiten". De soldaten aarzelden, doch gaven vuur, toen de directeur dit bevel herhaalde. De boeven beantwoorden het vuur en trachtten den muur met eeu ladder te beklimmen. Carriveau, een Fransch Canadees, was het eerst boven, maar werd terstond door een^kogel in het hoofd getrof- fen .Een felle slrijd volgde, doch de geweren behielden de overhand op de pistolen. De direc teur Laviotte werd 'door vier kogels getroffen en ernstig gewond. Van de muiters werden er zestien neergeschoten, totdat zij ten laatste moes ten wijken en een toevlucht zochten in hunne cellen. De wachters volgden hen en sloten de deuren achter hen dicht. De geheele strijd had twee uren geduurd. De heer J. Hingston heeft eene reis gemaakt om de wereld, en de beschrijving daarvan te Londen het licht doen zien. Over Java is hij in vcrukking. Een avontuur, dat hem te Bata- via overkwam vertelt hij als volgt: Het was avond en donker, toen ik naar het Hotel des hides terugkeerde. De huizen lijken op elkaar als twee druppels water. Ik meende het hotel voor me te zien, tikte den dos-a-dos- voerder op den rug en reed het erf op. Het diner was gereed, ik legde mijn helmhoed en stok op een stoel in de voorgalerij en nam plaats tusschen de 12 of 15 menschen, rond de tafel gezeten. Het viel me niet op dat het andere menschen waren, dan met wie ik 's ochtends gerijsttafeld had. Zij keken elkaar veelbetee- kenend en glimlachend aan; de eene of andere aardigheid in het llollandsch, dacht ik, dus voor mij onverstaanbaar. De schotels werden rondgediend als in het hotel, ik zag geen verschil. De dames waren, zooals gewoonlijk, in het wit gekleed. Ik at met sinaak en veel, maar dronk alleen water; de bediende presenteerde me wijn, maar daar ik dien niet had besteld en dus aan eene vergissing moest gelooven, bedankte ik. Na het eten stond ik op en ging in de voorgalerij zitten als iemand, die het plan heeft in stilte te genieten. Een heer van leeftijd kwam naast mij zitten. Ik had hem aan het hoofd der tafel gezien, waarschijnlijk dusdelogementhouder. Hij sprak een weinig Engelsch, en zeide me dat hij hoopte, dat het eten me had goedge- smaakt. Ik antwoordde bevestigend. Was ik lang te Batavia? Twee dagen slechts. Ging ik nog verder Ja naar Samarang en Soerabaja. Op welke wijze De volgende week met den eerst vertrekkenden stoomer. Hoe was ik geko- meri Langs Japan, China, Cochin China en Singapore. Waar had ik mijn intrek genomen te Batavia Wel hier in het Hotel des Indes No. 7 O, dan begreep hij hethet Hotel des Indes was een half dozijn huizen verder. Ik was in het huis van een gastvrij gentlemanly-planter verzeild geraakt, die zich met mijn vergissing geamuseerd had. En ik had geen spijt van deze vergissing, want hij vertelde me veel, dat mij later te pas is gekomen. Aan het politie-commissariaat van de Oudenbrug zag men Dinsdagmiddag een onbeheerd gevonden vet varken opbrengen. Het beest dat door eenige politie-dienaren bij de ooren gevat was verzette zich als een gewoon arrestant onder een oor- verdoovend schreeuwen, hetgeen uit den aard der zaak niet weinig den lachlust opwekte van het publiek. De Haagsche correspondent der Prov. Gr. Courant vertelt het volgende //Met een tram kwam ik door de Wagenstraat, toen op eemaal door een juffrouw met een kind gewenkt werd, dat het tramrijtuig zou ophouden. De conducteur geeft er gevulg aan, en de juffrouw komt, zonder zich veel te haasten, met haar kleintje aan. Zij helpt het ventje inklimmen, en reeds bied ik de behulpzame hand om ook hare dikheid te helpen, als het mensch zegt „Dankie meneer, Jantje moet maar even zijn oome goeien dag zeggen, dien we daar justement in de tram zagen zitten." En Jantje gaf oome, die binnnen zat, een zoen, ging toen weer terug naar moeder en het tramrijtuig mocht weer verder rijden." Een wedren heeft te Dnblin plaats gehad tusschen een man op stelten en een tramwagen. Een acrobaat- uit het paardenspel had gewed sneller te loopen dan de tramcar van Stephens- green tot Rathmines rijdt. Hij liep op stelten van 20 voet lang en stapte midden in den stad den tramwagen triomfelijk voorbij. Doch vlak voor de universiteit struikelde hij over een hoop steenen in de drukke straat en zijn val was groot. De toonkunstenaar Lablache leed somwijlen aan erge verstrooidheid. Toen hij zich te Napels bevond, werd hij bij den Koning geroepen. In de wachtkamer verzocht hij den hoed te mogen ophouden, omdat hij zoo warm was. Een kwar- tier daarna werd hij bij den koning ontboden. In zijn verstrooidheid dacht hij er niet meer aan, dat hij den hoed op het hoofd had en greep naar den eerste den beste, die hem voor den hand kwam. Zoo trad hij bij den Koning binnen, die, zoodra hij hem zag, luid begon te laggen. Lablage vroeg onthutst: //Mag ik vragen wat de vroolijkheid van uwe majesteit zoo opwekt? //Waarde Lablache", antwoordde de Koning, //zeg mij toch eens welke van de beide hoeden de uwe is, die, welken ge in de hand hebt of die welken ge op het hoofd hebt!" //Ah, maledettoriep Lablache, terwijl hij in komiesche wanhoop den hoed van het hoofd afrukte, //twee hoeden zijn te veel voor een mensch, die geen hoofd heeft!" En de Koning lachte nog harder. Het bestuur van de Nederlandsche, cricket- bond heeft, naar de Sport meedeelt aangaande

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1886 | | pagina 3