LANDBOUW.
KERKELIJKE BERICHTEN.
WEEKBLAD VAN HAARLEMMERMEER. NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
De bosschen en de regen.
De Staatsconrant van 3 Juli bevat een ko-
ninklijk besluit van 29 Juni 1886, wnarbij, op de
voordracbt van den Raad van Ministers van 25
Juni te voren, wordt bepaald, dat do buitengewone
vergadering der Staten-Generaal zal worden geopend
in eene vereenigde zitting der beide Karaers op
Woonsdag 14 Juli e. k., te 1 uur des namiddags.
Na liet bestrooien van politie agenten met ge-
malen peper, bet verwekken van oploopen en het aan-
plakken van oproerigebiljetten, heeft een der socialis-
tan het thans gebracht tot een moordaanslag.
Zondag jl. terwijl Domela Nieuwenhuis in do zaal
van het volkspark te Amsterdam een toespraak hield,
loste de socialist Geel bijnaaboutportanteen revolver-
schot op den commissaris van pclitie Stork, die
alleen door snel het hoofd af te wenden, aan deze
ellendige moordaanslag is ontkomen. De dader werd
voordat hij nogmaals kon vuren, door eenige agen
ten en rechercheurs overmeesterd, en ondauks het
verzet van een deel der aanwezigen in arrest
ebracbt.
Bij het uit elkaar jagen van de menigte met
sabel en stok, zijn verscheidene personen gewond
geraakto.a. bekwam een colporteur van Recht voor
Allen een belangrijke hoofdwonde.
Een der redacteuren van de Nieuwe Gids, de
heer F. van der Goes, behalve hiermede zich ook
onledig houdende met assurantie zaken, en die een
brochure heeft geschreven waarin hij partij kiest
voor Domela Nieuwenhuis, is op de van ouds
bekende manier van de Amsterdamsche beurs
gedrongen.
Door de vertegenwoordigers van Engeland.
Duitschland, Frankrijk, Belgie en Nederland, die
onder voorzitterschap van mr. E. N. Rahusen, drie
woken lang te 's-Gravenhage bijeen waren om de
drankverkoop op de Noordzee te regelen, zijn zeer
belangrijke besluiten genomen. Het verkoopen aan
visschers, die met visch, zeilen, touwwerk of iets
bun schip toebohoorende den storken drank betaleu,
wordt bijzonder streng gestraft. De verkoop van
audere artikelen dan sterkeu drank is enkel geoor-
loofd op zee aan schepen die daartoe vergunning
bekomen hebben. Deze vergunning wordt ingetrokken
zoodra meer sterken drank dan een kleine hoeveel-
heid aan boord gezonden wordt.
De kruisers der verscliillende mogendheden zul-
leu als politie op zee de wet doen eerbiedigen.
Overtreders der wet staan in hun eigen land terecht.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
te Amsterdam heeft aan den minister van water-
staat, handel en nijverheid een adres gezonden,
waarin zij hare bezwaren kenbaar maakt tegen de
verhooging van het tarief voor binnenlandsche
telegrammen, dat cp 7 Juli in werking kwam en
hem dringend verzoekt ten spoedigste van dien
maatregel terug te komen.
Op 63jarigen ouderdom is te 's-Hage over-
leden de heer G. du Ry van Beest Holle, oud-
Oost-Indisch hoofdambtenaar, laatstelijk resident
van de Padangsche Bovenlanden.
Uit het Westland sclirijft men, aan het
11. DaghlaA
Gaf de kruisbessen-handel op Engeland onbe-
vredigende uitkomsten, met de aardappelen is
't tot heden nog treuriger gesteld. De zg. kanen
(Amerikanen), die hoofdzakelijk voor onze over-
zeesche buren worden geteeld, vinden geen aftrek,
Wei is er van tijd tot tijd een vraagje, maar
dan komt er zooveel aanbod, dat de prijzen
onmiddellijk dalen. Men bestreedt thans 60 ct,
voor 't kinnetje: een prijs, die in anderejaren
eerst aan het einde van de campagne, als het
beschot natuurlijk zooveel grooter is, als een
minimum werd beschouwd, Doch de kanen
moeten weg, want zij kunnen niet, evenals de
Engelsche aardappelen, welke voor het binnen-
land bestemd zijn, eenigen tijd worden opge-
legd, Bovendien moet voor de tweede vrucht
worden gezorgd, zal het land niet geheel rente-
loos blijveilOp het gelaat der Westlanders
is dan ook het hop, hop, hopniet te lezen en
toch kunnen die sleehte uitkomsten niet auders
dan in 't belang zijn van de hop, voor welker
teelt men over 't algemeen hier nog weinig
sympathie gevoelf. Vrijdag is er weder een
sunenkomst van belanghebbenden bij een proef-
neming; 't is te hopen en voor het Westland
en voor den welstand zijner bewoners, dat deze
vergadering grootere belangstelling inoge onder-
vinden dan de voorafgaande.
Uit Zevenwouden schrijft men
De voorraad gras is hier zod groot, dat de
boeren zich niet kunnen herinneren, ooit meer
hooi gewonnen te hebben. In weerwil van dien
grooten voorraad hebben de verhuurde hooi-
landen meer opgebracht dan in 1885, daar men
verwachtte dat 't getal belangstellenden niet
groot zou zijn, omdat ieder volop hooi krijgt.
Ook de maden leveren overvloedig. De bnek-
weit, die door de nachtvorst en het aanhoudend
gure weder vrij wat had geleden, begint zich
te herstellen. De rogge belooft een voordeelig
beschot. De schorshandel is afgeloopen ofschoon
de opbrengst dit jaar beneden de verwachting
was, viel de prijs nog al mee. In den hout-
handel gaat weinig omgroote koopen ge-
hakt hout staan op de walien der kanalen te
wachten op verscheping. De veestapel is gezond.
Met de bijen staat bet niet gunstig. De aardap
pelen staan voordeelig; schapen en lammeren
zijn laag in prijs. Naar melkvee is veel vraag.
Men schrijft uit Amerongen
Omdat in den laatsten tijd de tabaksteelt,
die hier het voornaamste middel van bestaan
vormt, door verschillende oorzaken zeer geringe
voordeelen oplevert, zoodat zelfs de kosten door
de opbrengst niet goed kunnen gemaakt worden,
is men nog steeds op middelen bedacht om deze
hooge zandgronden meer productief te maken.
Sommigen hebben daartoe de tabak door erwten
vervangen, anderen leggen zich toe op de bes-
senteelt. Meer en meer begint hier ook de aan-
dacht te trekken de aspergeultuur, waarmede
de heer J. Versteegh voor eenige jaren begon-
nen is en die door hem jaar op jaar wordt
uitgebreid. De uitkomsten door die cultuur
hier verkregen zijn zeer gunstig.
Hoewel hierbij, zoowel als bij de tabak de
uiterste zorg en vooral ook practische kennis
worden vereischt, heeft men toch veel minder
te duchten voor de wisselvalligheden van het
weder, waaronder in de eerste plaats de hagel-
slag behoort.
Daardoor kan in enkele minuten aan de hoop
der tabaksplanters den bodem worden ingeslagen.
In Gelderiand en Overijsel leveren sommige
wei- en hooilanden een bij mensehenheugenis
niet gekenden voorraad gras en hooi op. Daarbij
wordt het hooi prachtig gewonnen. Al mislukt
de tweede snede ook, zal er nog overvloedige
voorraad van hooi voor den winter zijn. Reeds
nu dalen de prijzen. De vette kalveren zijn
zoo laag in prijs, dat in sommige gedeelten van
Twente de boeren het der moeite niet waard
achten, die voor de tegenwoordige prijzen te
verkoopen. Zij slachten en verkoopen die daarna
onderling.
Blijkens bericht van den consul der Neder-
landen te Parijs, is het grenskantoor van Beau-
rieux (Nord) opengesteld voor den invoer in
Frankrijk, na keuring, van paarden, ezels, run-
deren, schapen, geiten en varkens.
Het voorkomeude op bl. 316 van tie bid. Mercuur.
van 19 Juni jl. en een opstel van den heer Btihler
in de Schweizeriache Bauzeitung (verkort weergegeven
in de Deutsche Weltpost van 26 Juni) gaf ons aan-
leiding het een en ander over dit onderwerp na te
slaan en er de aandacht op te vestigen hoe uiteen-
loopend de meeningea hieromtrent zijn.
Het vraagstuk is tweeledig: vooreerst of de
uitroeiing van bosschen den regenval doet afneraen,
met audere woorden, regent het meer boven bos
schen dan boven het vrije veld; ten and ere welke
is de iuvloed die bosschen hebben op de afstrooming
vau het gevallen water?
Onder de voorstanders van het eerste punt telt
men von Humboldt en Boussingault, die
zich daartoe beroepen op het meer van Araqua
in Venezuela, dat ten gevolge van de ontwoudingen
opdroogde en 22 jaar later toen het bekken er omheen
op nieuw begroeid was zijn ouden waterstand terug
kreeg. Doch dit bewijst nog niet dat do regenval
daardoor toenam, hoogstens kan men er uit afleiden
dat de bosscheu de afvloeiing van het water bevor-
deren J) en dus minder water in den grond doen
trekken.
De heer Valles beweert dat het in bewoude
streken zelfs minder regent en beroept zich op de
sedert 1689 te Parijs verrichte regen-waarnemingen
die op eene toeneming wiizen, iets wat te Milaan,
la Rochelle, in het Rhone-bekken en elders ook is
waargenomen, niettegenstaande overal thans minder
bosch aanwezig is dan vroeger. Latere opgaven
spreken echter weder van 3 tot 9 pCt. meerderen
regenval boven bosschen, die in Frankrijk waarge
nomen zou zijn terwijl men er in Baden niets van
bespeurd heeft. 2) De soort van bosschen zal daarbij
mede een groote rol spelen, zooals blijkt uit de
tegenstelling der bewouding van Oost-eu van West-
Java door Woeikof ter sprake gebracht s), ter
wijl ook Pechuel-Losche regenwouden en gale-
rijwouden onderscheidt 4).
Nauwgezette waarneming zal daarom op een be-
paalde plaats moeten uitmaken of onder al de
factoren die den regenval beheerschen de aanwezig-
heid van bosch er een van merkbare grootte is.
Omtrent het tweede punt acht B ii h 1 e r het
onjuist om de overstroomingen die af en toe in
Enropa plaats hebben te wijten aan voortgezette
outwouding. De uitgestrektheid bosch is sedert de
13de en 14de eeuw in West- en Midden-Duitsch-
land en Zwitserland niet belangrijk verminderd en
volgens een door hem aangehaald werk van Son-
klar (»Von den Ueberschwemmungen," Weenen
1883) komen overstroomingen tegenwoordig feitelijk
niet in grooter mate voor dan vroeger.
De voorstanders van bewouding zeggen dat de
humuslaag en de boomwortels het intrekken van
het water in den bodem bevorderen en dat het aldus
meer wordt opgehouden dan in het vrije veld, terwijl
de tegen partij juist beweert dat de losgemaakte
bouwgrond het vocht beter opneemt.
Volgens prof. Ebermayer wordt 25 pCt. van
het water dat op een bosch neerkomt door de kro
nen der boomen opgevangen en prof. Biihier die
23 tot 26 pCt. opgeeft is het daarmede eens
maar volgens eerstgenoemde trekt van het ove-
rige nog 75 pCt. in den grond en komt er dus
slechts 183/4 pCt. tot directe afstrooming terwijl volgens
den laatsten het dek van halfrottende bladereu onder
het geboomte het indringen tegengaat en er bij
groote regens van 100 en 200 m.M. slechts respec-
tievelijk 2 a 6 en 1 a 3 pCt. wordt teruggehouden.
Beide zijn het eens dat de verdamping in een
bosch geringer is dan op het vrije veld. Daar
volgens B ii h 1 e r in een woud minder water op den
bodem terecht komt en er minder indringt, terwijl
tegenover geringe verdamping een grooter verbruik
voor de vegetatie staat zal de invloed gering zijn.
Deze meening wordt door den Hoofdingenieur B el-
grand gedeeld, die vau herwouding weinig ver-
wacht voor het regeleu van den waterafvoer der
stroomen 5).
Hoe onzeker de invloed van bosschen ook is
meent de Lagrene toch twee punten te mogen
vaststellen.
le. Het ontginnen van boschgronden, aevolgd
door bebouwing van den grond doet den waterstand
in de naburige meeren en vijvers dalen en zal dus
vermoedelijk ook de hoogwaterstanden verminderen.
Ter ondersteuning van die stelling wijst hij op de
hoogte der wassen van de Seine te Parijs die sedert
1600 steeds zijn afgenomen. De gemiddelde hoogte
van deze is ondanks een kleine toeneming van den
regenval geweest als volgt:
van 1601-1650 8.34 M.
1650-1700 8.03
1701-1750 7.77
1751-1800 6.83
1801-1851 6.47
2e. De met bosch bedekte grond is minder
onderhevig aan uitspoeliug door het afstroomende
water en het is daarom voordeelig om hellende
terreinen met slecht doorlatenden ondergrond te be-
planten ten einde de teelaarde er op terug te hou-
deu. Ook B ii h 1 e r erkent den nuttigen invloed
van wouden uit dit oogpnnt doch dit nut strekt
zich alleen uit tot de zeer sterke hellingen in berg-
terreinen, want de meer viakke terreinen, die vooral
in Zwitserland meer en meer door weiland zijn
ingenomen, vinden in den samenhang der graszoden
voldoende bescherming.
Het brongebied van Rijn en Jar dat nog be-
woud is bedraagt niet meer dan J/io van het geheele
stroomgebied dezer rivieren en daarom vindt laatst-
genoemde het oen dwaling als de overstroo
mingen dezer rivieren worden toegeschreven aan
slecht boschbeheer in Grauwbunderland en dat is
maar gelukkig, want bij het gebrek aan veevoeder
in Zwitserland zou er niet aan gedacht kunnen
worden om een deel der bestaan de weiden met
bosch te beplauten.
In Indie zal men bij de behandeling van het
vraagstuk tevens dienen te letten op het opmerke-
lijk verschil in harde en zachte regenbuien, want
net is een bekend feit dat bijv. onverharde kieiwe-
gen door de eerste veel minder worden bedorven
dan door de laatste. Waar de bosschen dus de kracht
van den meestal voorkomende slagregen brekeu en
het water met minder geweld op den bodem doen
neerkomen bevorderen zij de absorptie daarin en
deze wordt bovendien minder dan in Europa belet
omdat de laag van rottende bladeren er meestal
minder dik is. {hid. Mercuur
Zie de Lagrene Cours de Navigation Interleave le.
deel bl. 20.
2) Indische Mercuur 1885 bl. 498 le. kol.
3) Id. bl. 629, 3e. kol.
4) Id. bl. 621, le kol.
5) de Lagrene' I: 22.
Door het prov. kerkbestuur van Friesland zijn
ds. G. H. "Van Kasteel en de kerkeraad van de
Ned. Herv. gemeente le Kollum voor den tijd
van vier weken als zoodanig geschorst. De
volgende zaken hebben daartoe aanleiding ge-
geven
In het begin van 1885 diende de dochter
van den heer mr. J. Witteveen, burgemeester
van Kollumerland en Nieuwkruisland, haar attest,
bij den genoeu>den kerkeraad in, ten einde als
lidmaat der gemeente te worden ingeschreven.
Op grond van twijfel omtrent hare instemming
met de XII artikelen des geloofs, maakte de
kerkeraad bezwaar aan haar verzoek te voldoen.
De heer W. beklaagde zich hierover bij het
Klassikaal Bestuur van Dokkum en verzocht
alsnog inschrijving, doch zonder gevolg. liet
prov. kerkbestuur vernietigde echter in hooger
beroep de uitspraak van het Klassikaal Bestuur
en gelastte den kerkeraad, mej. W. als lidmaat
in te schrijven. Daar aan dien last niet werd
voldaan werd door het prov kerkbestuur aan
het kerkbestuur opgedrag^n om, zod de inschrij-
ving nog niet had plaats gehad, den kerkeraad
te gelasten, het alsnog binnen veertien dagen
te doen. Deze verkkarde, na de lastgeving te
hebben ontvangen, op den ingeslagen weg te
zullen voortgaan, tenzij mej. W. instemming
betuigde met de genoemde XII artikelen. Door
het prov. kerkbestuur werd alsnu opnieuw tot
viermalen toe aan het Klassikaal Bestuur opge-
dragen, alle pogingen aan te wenden, om den
kerkeraad van zijn dure verplichting te over-
tuigen en aan de uitspraak van het prov. kerk
bestuur gevolg te geven, en of het van plan
was, de zaak nu volgens de bepalingen van het
reglement vau kerkelijk opzicht en tucht te
behandelen en af te doen. Het Klassikaal Bestuur
weigerde echter aan de opdracht te voldoen en
verklaarde ten slotte geen vrijheid te gevoelen,
af te wijken van zijne tot nu toe gevolgde ge-
dragslijn dat de kerkeraad zich gebonden achtte,
om te gehoorzamen aan de uitspraken van Gods
woord, en het zich werkelijk bezwaar vOnd, den
kerkeraad te noodzaken, tot de inschrijving van
mej. W. over te gaan of in diens plaats de
inschrijving te doen. Als uiterste poging zond
het prov. kerkbestuur nog een cOmmissie naar
den kerkeraad, om hun tot de inschrijving van
mej. W. te bewegen, doch't was alweder vruch-
teloos.
Op grond van een en ander zijn de genoemde
predikant en kerkeraad schuldig verklaard aan
verznim en vergrijp in de uitoefeniug van hunne
kerkelijke betrekkingen en in waarneming van
hunne kerkelijke bediening en ambten voor den
tijd van vier weken geschorst, ponder verlies 1
van tractement, met bepaling, dat de schorsing
ingaat op den dag, waarop deze uitspraak kracht i
van gewijsde zal hebben verkregen.
Het kerkelijk conflict in Amsterdam.
Het prov. kerkbestuur van Noord-Holland
heeft uitspraak gedaan in de bekende tuchtzaak.
Het heeft de voorloopig geschorste kerkeraads-
leden vervallen verklaard van hunne kerkelijke