RECHTZAKEN. GEMENGDE BERICHTEN. WEEKBLAD VAN HAARLEMMERMEER NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. Verduistering door pcii openbaar ambtenaar. Een ongeluk met de Stoomtram. Ned. Herv. Gemeente. Tot predikant cler Hervormde gemeente in de cellulaire gevangenis nabij Scheveningen is benoemd ds. Dermout, die zijn emeritaat zou aanvragen als predikant bij de Hervormde ge meente te Scheveningen. De predikant J. Langhout te Anjum, als zoodanig te Opheusden beroepen, heeft de ker- keraad dier gemeente de volgende voorwaarden gesteld, waaraan moest worden voldaan om het beroep voor hem aannemelijk te makende ge meente moet uit het Synodaal verband treden, er moet een school voor Christelijk onderwijs gesticbt en de pastorie ver^root worden. De kerkeraad heeft geantwoord, dat aan die voorwaarden niet kan worden voldaan. (N. R. Ct.) R. C. Kerk. Uit Utrecht wordt i. d. 11 Aug. ge- schrevenHedenmorgen had alhier de plechtige wijding plaats van de nieuwe E. C. kerk aan den Heereweg, gewijd aan de H Monica. Deze kerk is gebouwd voornamelijk met het oog op de uitbreiding der parochie van St. Augusti- nus, wier kerk aan de Oudegracht daardoor te klein werd. Na de gebruikelijke plechtigheden der wijding werd eene pontificate mis opgedragen door mgr. P. M. Snickers, aartsbisschop van Utrecht, die daarbij geadsisteerd werd door een groot aantal geestelijken van bier en elders, waaronder ook de pastoor der parochie van den H. Augustinus te Amsterdam W. Hoorneman. Daarna trad als feestredenaar op de pater-prior van het Domi- nicanenklooster P. M. Van Es, die tot teksf had Spreuken 3 Reg. IX3//Ik heb mij deze plaats uitverkoren, opdat mijne oogen en mijn hart daar ten alien tiide wonen." Bij het eii.de der mis werd door den vicaris- generaal Smidt de oorkonde der plaats gehad hebbende plechtigheid afgekondigd, waarbij een aflaat van 40 dagen werd toegekend aan alle aanwezigen. Verschillendestedelijke autoriteiten woonden deze plechtigheid bij. Er wordt te Luik een zonderling proces ge- voerd. De heer Moens, oudheidkuitdige, had aan den heer Hortsmans te Luik een schotel ver- kocht, als zijnde oud Japansch porselein. Kenners, die den schotel gezien hadden, beweerden, dat hij niet oud, maar een modern namaaksel was. De zaak werd voor de rechtbank van Luik gebracht, en de heeren Van Duyse, Poswick, De Marotte en Renart, tot deskundigen benoemd, verklaarden eenparig, dat de schotel modern was. Gevolgelijk werd Moens veroordeeld om zijn schotel voor den koopprijs, 456 franks, terug te uemen. Moens eischte op zijne beurt, dat de heer Han- delaar, van Brussel, van wien hij den schotel gekocht had, dien zou terug nemen. De reeht- bank van koophandel te Brussel stelde drie andere deskundigen aan, Volant, Stroobant en De Brouwere, en deze verklaren nu, dat de schotel meer dan eene eeuw oud en echt Japansch is. Nu heeft Moens een proces tegen de drie deskundigen ingesteld, door de rechtbank van Luik aangesteld, en vraagt hun tien duizend franks schadeloosstelling. Maar die experts blijven de echtheid van den schotel betwisten en houden daarenboven staande, dat zij niet kunnen vervolgd worden, zelfs in- dien zij zich bedrogen hadden, daar het hier eene kunstschatting betreft, en zij vragen daarbij _vijftien duizend franks schadevergoeding, voor liet nadeel door dit proces aan hun goeden naam toegebracht. Mr. De Deyu, van Gent, die in deze zaak pleit, eischt nu, dat er drie nieuwe experts zullen benoemd worden, doch ditmaal onder de ver- maardste mannen der kunst gekozen, om den schotel opnieuw te onderzoeken. Door de zorgen der Londensche politie zijn aan alle groote bankinstellingen te Amsterdam de portretten bezorgd der Londensche dieven, die 't op de Amsterdamsche brandkasten hadden gemunt. Zij zijn John Webster, alias Murray en Stevens, 45 jaar maar toont jonger, lengte 5 voet 4 inch., kleur donker, haar zwart, kaal hoofd, korte donkere knevel, baard groeit sr.el, oogen blauw, moedervlek in den nek, pink van de rechterhand gebrokenkleeding: donkere jas en vest, lichte broek, lage vilten of hooge hoed oedrijvig van aard en cordaat van uiterlijk. George Montague, alias Herney Jones Williams en Jurner, oud 44 jaar, lengte 5 voet 7 inch., kleur gezond, haar bruin, oogen lichtbruin, litteekens aan het ac'nterhoofd en een der pinken. James Bellock, oud 24 jaar, lengte 5 voet 10 inch, kleur donker, haar zwart (kaal hoofd) oogen licht bruin. Litteeken aan den rechter slaap, kleine vingers, linker duim en wijsvinger gekwetst. Kleedt zich goed. Edward Javis, alias Marker, oud 31 jaar, lang 5 voet 3 inch, kleur donker, haar en oogen bruin, blauwe merken op d-n rug der rechter hand en tusschen duim en wijsvinger. De eerste en tweede teen van den rechtervoet geamputeerd. Kleedt zich goed. Thompson (Joseph), alias Bommey of Dommey, Jomes Belay en Zwarte Joe. Is vermoedelijk geen Europeaan. Allen hebben in de Engeische gevangenis straf ondergaan. De heer G. Bakker, geneesheer te Delft, heeft, volgens de I). Crl., eene aanklacht ingediend bij den officier van justitie te Rotterdam tegen de directie van de Nieuwe Rolterdamsche Covrant, wcgens boon en laster, naar aanleiding van een valsch bericht over de vergiftiging van een kind, hetwelk allereerst in genoemd blad werd gepu- bliceerd. 1 oor het Gerechtshof te Amsterdam stond terecht de oud-ontvanger eener gemeen'e nabij Haarlem. Hem werd ten laste gelecht een be- drag van ruiin drie duizend gulden uit de ge- meentekas genomen en ten eigen behoeve aan- gewend te hebben. Daarenboven bekleedde besch. ook de betrekking van waarnemend penning- meester van verschillende polders; na het ver- strijken van den termijn, waarvoor hij aange steld wa-, had hij de betrekking toch blijven waarnemenvoor zijn diensten werd hij gelei- delijk beloond. In April jl. bleek dat de ver schillende kassen niet behoorlijk in orde waren aan ieder ontbrak een bedrag, hetwelk beschul- digde zich toegeeigend en ten eigen bate aange- wend had. Alle de ten laste gelegde feiten werden vol- mondig beleden. Als oorzaak van zijn misstap gaf besch. het navolgende op. In 1879 heeft hij een huis, dat hij grootendeels met geleend geld had gekocht doen verbouwen. Daarvoor moest hij eerst een bedrag van 300 en later nog een som van f 479 voldoen. Het geld ont brak hem, de verzoeking was groot en denude geschiedenis werd wederom nieuw: de openbare kassen, onder zijne berusting, werden aange- sproken. Als gemeente ontvanger had hij een borgtocht gestort ten bedrage van 4000 nominaal 2'/2 pCt. inschrijving Grootboek. Als penningineester der verschillende polders had hij geen zekerheid gesteld, behalve voor een, voor welke hij een borg van f 12000 gesteld had. Na affoop van het getuigenverhoor nam het O. M., bij monde van den adv.-gen. mr. Op ten Noort, zijn requisitoir, strekkende tot ver- oordeeling tot twee jaar celstraf, een boete van 250 en vier boeten van 12.50. De verde- diger, mr. Th. Heemskerk, bestreed op enkele punten het wettig bewijs en drong voor het ove- rige aan op toepassing eener milde straf. Op 20 April jl. vermaakten eenige knaapjes van 7 en tien jaren zich in een weiland te Delft met het plukken van bloempjes. Dit scheen niet geduld te kunnen worden door een man, die de jongens op de vlucht dreef. De jongste hunner, een 7-jarig jongetje, kon echter niet over een sloot van 1 meter breedte springen en bleef daarvoor staan. Op dit kind koelde de man toen lafhartig zijn verbolgenheid, door het knaapje van den grond te tillen, in de sloot te werpen, wederom uit de sloot te heffen en ten slotte met zooveel ruw geweld tegen de kant van den sloot te werpen, dat de knaap niet meer kon opstaan. Geen wonder, het kind had zijn linkerbeentje gebroken. Elf weken bleef het on der geneeskundige behandeling in het ziekenhuis te Delft. Een aanklacht bij de justitie volgde en werd hij voor de rechtbank te 's-Gravenhage gedaagd. Hij verscheen echter niet, zoodat verstek tegen hem verleend werd. Alle getuigen, waaronder de speelkameraadjes van het mishandelde kind, bevestigden de feiten. De subst.-offic. van justitie eischte een half jaar cel. Uitspraak a. s. week. Voor het gerechtshof te Amsterdam werd in hooger beroep behandeld een strafzaak tegen een machinist, in dienst bij de Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij, die op 27 April j. 1. als zoodanig dienst deed op de stoomtram tusschen Beverwijk en Wijk-aan-Zee. Op dien dag geraak- te een kind van twee-en-een-half jaar onder de machine en bekwam daardoor eenige ernstige verwondingen, ton g3volge waarvan het denzelf- den dag stierf. Een onderzoek door het gerecht ingesteld, leidde er toe, dat de machinist in Juni jl. voor de rechtbank te Haarlem moest verschijnen, beklaagl ter zake dat hij op 27 April op de hoogte van de buitenplaats Wester- hout een kind had overreden, ofschoon hij op 50 meter afstand het gevaar, hetwelk het kind dreigde, kon voorzien. De rechtbank oordeelde de aanklacht bewezen en legde den machinist 15 dagen celstraf op. Van die veroordeeling kwam hij in hooger beroep. Voor het hof ver- klaarde hij, dat hij ongeveer 50 meter voor zich een Kind zag loopen, ter zijde van, maar niet op de rails. Er was dus geen gevaar. Hij reed daarom laugzaam verder, gestadig luid bellende. Door een bocht in den weg was het kind daarop een oogenblik aan zijn oog onttrokken, maar op het einde van de bocht bemerkte hij, een tiental meters voor zich het kind op de rails. Onmiddelijk stelde hij alle pogingen in het werk om de locomotief tot staan te brengen. Dit gelukte helaas eerst, nadat het kind overreden was. Het O. M., waargenomen door den adv.- gen. mr. Op ten Noord, meende dat het vonnis der rechtbank onvoldoende gemotiveerd en de schuld van den machinist niet bewezen was. De bekl. toch gaf op dat hij, toen hij voor het eerst het kind bemerkte, nog geen gevaar zag, dewijl het naast de rails liep. Het tegendeel van die opgaaf staat niet vast. De getuigen toch kunnen niet verklaren wanneer bekl. het kind voor het eerst bemerkte. Wei is waar stond het knaapje op de rails toen zij het zagen, maar dat bekl. het toen reeds gezien had, stond z. i. niet vast. Spr. requireerde daarom de vrij- spraak van dien machenist. De verdediger mr. J. R. Boerlage, kon zich me; dat requisitoir ten voile vereenigen. Wie het in de paardenfokkerij zoover kan brengen, dat hij afstammelingen van een of meer der 16 beroemdste Engeische volbloed- hengsten, maar vooral van //Hermit", te koop heeft, zal gewis niet klagen over den ongunstigen tijd, waarin alle handel stilstaat. Men moet erkennen dat er gezonde redenen voor bestaan, want in Engeland waar men zich zoo verbazend ernstig toelegt op de verbetering van het paar- denras, met het menschlievende doel voor oogen om er geld uit te slaan, heeft het voor een paard, misschien behoort men te zeggen, heeft het voor den eigenaar van een paard heel wat te beteekenen indien //Hermit" zijn vader is. De afstammelingen van dezen braven volbloed- hengst hebben op de renbaan sedert 1872 niet minder dan een som van 2,750,000 gulden aan prijzen en premien binnengehaald en daarvan 330,000 g. in het jongst verloopen jaar. Onlangs is een groote veiling gehouden van veulens, jaarlingen, wier vaders worden gerang- schikt onder de 16 beroemdste volbloed hengsten. Gemiddeld genomen brachten zij op 3850 g. Er waren onder die veulens 12 afstammelingen van den beroemden hengst //Hermit" en d /oreen- genomen gingen zij van de band voor 21.500 gl., voor 10 veuleus afstammelingen van //Sterling besteedde men gemiddeld 10.680 g.; voor 4 veulens van //Galopin" gemiddeld 9980 g. en de 20 veulens van //Hampton" gingen dooreen- genomen voor 9860 g. van de hand. De eigenaar van dezen vermaarden stamvader is de heer Henri Chaplin. Uit 's-Gravenhage meldt men ons Dezer dagen heeft te Scheveningen de ont- knooping plaats gevonden van een bijna onge- loofelijke gebeurtenis. Aldaar werd in een klein logement een vreemdeling aaDgebracht, voor wien men 't met 't oog op den toestand zijner geestvermogens geraden achtte de hulp van dr. Van der Mandele in te roepen. Bedoelde vreem deling was naar Scheveningen gestuurd door het Nederlandsche consulaat te Londen, dat hem had overgenomen van een Eng. schip dat uit Melbourne binnen wasgeloopen. Dp beman- ning van het schip had hem meer dood dan levend in zee drijvende gevonden op een stuk wrakhout. Na eene liefderijke verpleging had men uit den drenkeling in oogenblikken dat hij helder van geest was, weinig anders kunnen krijgen, dan dat hij betrekkingen te Schevenin gen moest hebben. Tot dergelijke ontdekking kwam ook de genoemde geneeskundige, die er in slaagde uit zijn mond een naam te vernemen van een geachte familie aldaar. Met die weten- schap toegerust, deed hij onmiddeilijk de noodige nasporingen, die tot de uitkomst leiddeti dat de vreemdeling de zoon was van een te 's-Graven hage wonende weduwe, welke tot die familie in nauwe bloedverwantschap staat. Reeds zeer ge- ruimen tijd had bedoelde zoon, fabrikant en ge- huwd te Melbourne, waarheen hij op jeugdigen leeftijd was vertrokken, de geregelde correspon dence met zijn moeder te 's-Gravenhage ge- staakt. Uit brieven, door haar uit Melbourne outvangen, bleek dat haar zoon op zekeren dag verdwenen en sedert niet was teruggekeerd, Men vermoedde dat hij zou zijn verdronken, daar hij gewoon was zeebaden te gebruiken. De moeder waande dan ook reeds haar zoon verloren en ziet, thans is hij schier door een wonder tot haar teruggekeerd. Door het feit dat hij door een Engelsch schip in voile zee op een stuk wrakhout is gevonden, wordt het vermoeden zekerheid, dat hem bij het baden in zee een ongeval is overkomen, dat hij te Melbourne van den wal is afgedreven, een hem tegendrijvend stuk hout heeft gegrepen en in dien toestuid door den Engelschman is ontdekt. De geredde drenkeling, die door zijn betrek kingen is herkend, verkeert thans nog steeds in een toestand van waanzin, maar dr. Van der Mandele koestert de hoop, dat een bijzondere verpleging hem zijn geestvermogens zal terug- geven. Deze zaak is te Scheveningen het onderwerp van alle gesprekken en bericbteu bij de betrek kingen ingewonnen, bevestigen volkomen de waarheid. De heer G. H., uit Melbourne, j thans, naar wij vernemen, reeds zoover hersteld, dat hij eenige mededeelingen heeft kunnen doen. Hij herinnert zich thans werkelijk, gelijk vermoed werd, op zekeren dag te Portville in de baai van Melbourne een zeebad te hebben genomen, kramp in het been te h-bben gekregen, tezijn weggedreven en een drijvenden balk te hebben gegrepen. Hoe lang hij daarop is blijven zwalken, weet hij niet meer. Wei herinnert hij zich,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1886 | | pagina 3