RECHTZAKEN. GEMENGDE BERICHTEN. WEEKBLAD VAN HAARLEMMERMEER NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. Zaak Doiuela Aieuweuhuis. ziJ Uw bericht toch houdt in, dat bij mij be denkingen bestonden tegen het verboor zelf; terwijl de Yoorzitter eischte, dat ik alvast be- ginnen zou met het verhoor te ondergaan, om eerst daarna, als bet ondergaan was, op te geven, waarom ik bet niet ondergaan kon. Ik stelde de prealabele quaestie, en de oor- zitter eischte, dat ik eerst de behandeling der quaestie zou laten afloopen, om daarna pas te gaan onderzoeken, of ze op die wijze behandeld worden mocht. Bij mij bestond bedenking tegen de coinpe- tentie van de Synode om in dit stadium van het proces de beklaagden te hoorenen de Voorzitter eischte, dat ik alvast beginnen zou met mij te laten hooren, om daarna, zooveel noodig, aiijn bezwaar tegen de competentie der Synode in te dienen. Kortom, ik mocht protesteeren tegen mijn inscheping, als ik eerst maar ingescheept en aan de overzij aan wal gezet was. Bij gewonen logischen gedachtengang zou het dus eer omgekeerd dienen te heeten Dr. Kuvper kon natuurlijk met zulk een spannen van de paarden achler den wagen niet meegaan, en de Synode //weigeide." Op mij persoonlijk maakte deze min heusche bejegening van den Voorzitter dan ook een hoogst pijnlijken indruk. Niet om wat er voor mijzelven stuitends in lag, maar om het droevige feit, dat de eenige gelegenheid, die in dit langgerekte proces voor- kwarn, om wellicht door persoonlijke gedachten- wisselihg een wortel der bitterheid weg te nemen, in een Kerkelijke Vergadering op zoo weinig ernstige en zoo onbroederlijke wijze werd afge- sneden. Bedenkingen moet men altoos kunnen inbren- gen, ook tegen de formeele zijde van een pro cedure. Acht de rechter ze van geen beteekenis, dan stapt hij er over been. Maar het aanhooren van bedenkingen is altoos plicht. En van een prealabele quaestie te zeggen Aanhooren wil ik u, maar eerst als het verhoor, waartegen ge juist protesteert, afgeloopen is, dient voor elken logischen denker of een absur- diteit te heeten, of is erger nog: //een met den beklaagde gegekt." U dankzeggende voor de plaatsing van deze toelichting, Amsterdam, Uw dw. dienaar, 17 September 1886, KUYPER. Het hof te 's-Gravenhage deed Donderdag uitspraak op het hooger beroep van Domela Nieuwenhuis veroordeeld tot 1 jaar celstraf en 50 boete wegens smaad op den Koning en beleediging van den commissaris Stork. Het publiek was talrijk, de politie goed ver- tegenwoordigd. De beklaagde was niet ver- schenen. De voorzitter mr. Eranqois, las het arrest voor, dat ongeveer aldus is gemotiveerd Overwegende voor zoover aangaat het eerste punt van aan- klacht, dat bij het beroepen vonnis op grond van de daarin opgenomen bekentenis van bekl. in verband met de verklaringen van get. Ipen- burg wettig en overtuigend bewezen is ver- klaard, dat bekl. is de schrijver van het sub 1 c opgenomen artikel //De Koning kornt". .0. dat bekl., die bekentenis ter terechtzit- ting van het Hof heeft teruggenomen, nadat get. Boelen verklaard had de schrijver te zijn van het artikel waaruit volgens bekl. volgt dat bekl. de schrijver niet is; 0. dat het hof de vraag of die intrekking der erkentenis op aannemelijke gronden berust, ontkennend beantwoordt. 0., dat de bekentenis van bekl., dat hij het stuk geschreven en het manuscript van zijn hand was, gepaard is gegaan met de ontwikkeling van zijr.e bedoelingen en verwerping van de hem toe- geschreven bedoeling om den Koning te smaden, te hoonen en te beleedigen. 0. Dat aan de openbare terechtzitting voor- afgegane instructie, waarin bekl. meermalen is gehoord, hij steeds dezelfde verklaring aflegde en bepaaldelijk den 26enMei, nadat den 21en Mei te voren rechtsingang in persoon tegen hem was verleend, dezelfde erkentenis aflegde met deze omschrijving zijner bedoeling: Met het schrijven had ik de bedoeling den toestand te kennen te geven die op het oogenblik bestaat en die door velen met mij wordt veroordeeld. Ik ben republikein en tegenstander van het constitutioneel toningschap, dat m. i. een onding is. In het stuk wilde ik te kennen geven dat niet gebleken is van zooveel liefde van het Kon. Huis voor het Ned. volk om van geestdrift te kunnen spreken. 0. dat door een en ander de overtuiging bij het Hof dat bekl. is de schrijver en geen ander, volkomen vaststaat en niet geschokt wordt door de verklaring van get. Boelens. 0. Dat het Hof alzoo niet aannemelijk ver- klaart de voor de terugtrekking der bekentenis aangevoerde gronden. O. Yoorts dat het Hof wat aangaat het le punt en wat aangaat het 2de punt der aan- klacht zich volkomen vereenigt met de uitspraak van den eersten rechter en diens gronden en motieven overneemt; rechtdoende enz.; doet de ingesteide appellen te niet; bevestigt het vonnis der reehtbank; beveelt, dat dit geheei en volkomen gevolg zal hebben en veroordeelt bekl. in de kosten van het hooger beroep. Naar wij vernemen is door den veroordeelde cassatie aangeteekend. Ruim een jaar geleden had te Huissen een min of meer tragisch-komische kerkhof-scene plaats. Bij het zoeken naar 't graf van zekere X., verkeerde men omtrent de ligging daarvan in 't onzekere. Toen was dit te vergeven, omdat het kerk- hof ruim 700 jaren in gebruik geweest en daar- door in een toestand van overvolheid geraakt was, terwijl een nauwkeurige aanduiding der graven door genommerde paaltjes ontbrak. Sedert is deze doodenakker gesloten en een nieuwe, buiten de bebouwde kom der gemeente, in ge bruik genomen, waar alles behoorlijk is geor- dend en voor verwarring geen vrees behoeft te bestaan. En zie, bij eene kortelings plaats ge- had hebbende begrafenis, gepaard met het ge- bruikelijk ceremonieel, bespeurde de dienstdoende geestelijke, toen hij aan het graf was genaderd, dat dit in eene verkeerde klasse was gegraven en dat dienzelfden mnrgen ook reeds een ander lijk ten onrechte daarin was bijgezet. Wat te doen? De plechtigheid kon en mocht natuurlijk niet worden verbroken en alles liep op de ge- wone wijze af. Daarna liet de pastoor den dood- graver bij zich komen en onderhield hem ern- stig over zijne groote achteloosheid, welke ver- maning onzen ouden Piet, zoo noemt men hem in de wandeling, erg scheen te hebben getrof- fen. Zonder er althans om te denken, of dit al dan niet geoorloofd was, besloot hij zijn verzuim zoo goed mogelijk te herstellen en, met zijn zoon ter assistentie, groef hij een nieuwen grafkuil, thans op de plaats waar zulks behoorde. Daarna heropende hij de ten onrechte gebezigde groeve, haalde er de beide lijkkisten uit en bracht ze in het versch gedolven graf over. Meer door toe- val dan door opzet, kwam dit feit ter kennis van de rechterlijke macht en bij 't voorloopig verhoor, dat Piet hierover onderging, zou hij hebben gezegd//Och, ziede meneer, ik dog niet, da'k er kwaod an dee, en doojen waeten d'r joa niks van of." Onlangs ston l hij te Arnhem voor het ge- pleegd vergrijp tereht en werd door de reeht bank eene boete van f 10, subsidiair 3 dagen gevangenisstraf tegen hem geeischt. {Arnh. Cl.) De zaak kwam in het kort liierop neer: in het nommer der Wageningsche Courant van 29 April kwam een ingezonden stuk, met de letter G. onderteekent, voor, waarin zekere H te Wageningen verschillende ondeugden werden ten laste gelegd. Een klacht werd namens den heer A. P. Haas te Wageningen die zich met dat stuk had be- doeld gezien, ingesteld, die vervolging van de zijde van het 0. M. ten gevolge had gehad. De uitgever der Wageningsche Courant had steeds in de instructie en ook nog ter terechtzit ting geweigerd den schrijver van het stuk, met de letter G. aangeduid te noemen, en werd nu mitsdien daarvoor aansprakelijk gesteld. Beklaagde werd door mr. Reilingh, advocaat te Wageningen, verdedigd, terwijl mr. Philip Haas, uit Amsterdam, namens den beleedigde kwam, om de door dezen aangevraagde civiele vordering nader toe te lichten. Na afloop van het getuigenverhoor werd door het O.M., door den substituut-off. mr. baron Yan Lynden waargenomen, tegen beklaagde eene geldboete van f 250 geeischt. Uit verschil lende omstandigheden meende het O.M. het be- wijs te kunnen putten, dat, hoewel de persoon in het ingezonden stuk slechts als H was aangeduid, hiermede wel degelijk voldoeude een bepaald persoon was bedoeld. Namens den beleedigde werd daarna door mr. Ph, Haas uit Amsterdam de civiele vordering nader toegelicht. Als zoodanig was gevraagd eene geldboete van f 100, verlof om aanplakking van het in dezen te wijzen vonnis te Wageningen, en de opneming eener verklaring in het vonnis dat de daad honend en beleedigend was. In een uitvoerige pleitrede kweet de verdedi- ger van beklaagde zich van zijne taak hij achttte dat hier geen bepaald persoon voldoende was aangeduid; er waren in Wageningen tal van personen wier naam met een II. begon. Plei- ter concludeert ten slot.te tot niet-ontvankelijk- verklaring van de vordering van het O. M., subsidiair tot vrijspraak van den beklaagde. Na re- en dupliek werd de uitspraak in deze zaak op Dinsdag a- s. bepaald. (A. C.) dit moesten wegnemen. Gedurende de reis ver- anderde de Czaar verscheidene malen vantrein; op de stations waren de vensters gesloten. Uit den trein van den Ned. Rijnspoorweg zijn te Elten 17 pakketten, bestemd voor Am sterdam, Rotterdam enz. geworpen, die eene waarde van ruim /4000 inhielden, waaronder vele gouden sieraden. Alles is naar Zevenaar overgebracht, terwijl een nauwgezet onderzoek is ingesteld. Woensdag werd in een talrijk bezochte te- Techtzitting der arrondissementsrechtbank te Arnhem de zaak behandeld tegen den uitgever der Wageningsche Courant. op Eene bijzonderheid uit het leven van vorst Bismarck wordt door de Figaro megedeeld. De vorst had eene nieuwe woning betrokken, waaraan het ongemak was verbonden, dat er van de bovenverdieping geen schelkoord liep naar de vertrekken der bedienden, beneden. //Er moet een bel worden aangebracht", zeide de vorst tot den eigenaar van het huis. //Daaromtrent is niets vermeld in het huur- contract," antwoordde deze. //Ge kunt wel op uw eigen kosten een bel laten maken." //Goed, ik zal mij erin schikken," hernam de hooge huurder. Den volgenden morgen wordt de eigenaar die hetzelfde huis bewoonde, opgeschrikt door een luiden knal. Hij haast, zich naar de vertrekken van vorst Bismarck en vindt dezen bezig met het laden van een pistool. //Yerontrust u niet," zeide de vorst. //Bij gebrek aan een bel, ontbied ik voortaan mijn bedienden op deze wijze." Dienzelfden dag kwam de bel in orde. Yolgens een te Weenen ontvangen telegram uit Krakau werden bij de jongste reis van den keizer van Rusland de meest buitengewone maat- regelen voor zijne veiligheid genomen. Dagen voor zijn aankomst te Warschau werd in allerijl het doodvonnis voltrokken aan een nihilist, die eenige dagen te voren veroordeeld was. Langs de geheele spoorbaan, waarover de keizerlijke treinen stoomden, waren soldaten geplaatst. Toen de treinen naderden, maakten die militairen zich gereed vuur te geven op ieder, die trachten mocht dichtbij te komen. Er waren drie treinen een voor de keizerlijke familie, een voor de bagage en een voor spoorwegarbeiders, die, in- geval eenig gebrek aan den trein mocht ontstaan, Te Berlikum is de machinistleerling Jan Eranken, die bij aankomst van zijn tram den wissel moest verleggen, doch struikelde, door de machine van de uit tegenovergestelde rich- ting aankomende tram gegrepen en zoodanig aan het hoofd verwond, dat hij weldra overleed. De pleiziertrein, van 's-Hage naar Arnhem teruggekeerd, is ter hoogte van Gouda tot stil- stand gebracht door het gebruik van de nood- rem, boven de passagierswagen aangebracht. Het onderzoek bracht aan het licht, dat door een pleizierreiziger 3e kl. aan den draad was getrokken, tengevolge waarvan de trein stopte. In de wagens was een twist ontstaan tusschen eenige passagiers en een mede-reiziger. De personen, die het middel om den trein te doen stilhouden had aangewend, werd niet op den weg gezet, vermoedelijk wegens den twijfel of zijn daad was aan te merken als het noodeloos maken van alarm. Yan Terschelling wordt gemeld: De exploitatie van het wrak der Lutine ver- keert sedert een paar dagen in min gunstigen toestand, daar het zand zo6 vloeiend wordt, dat de pas gezogen kuilen spoedig weer vol loopen. Hetgeen in deze dagen is bovengebracht, beteekent voor zoodanige onderneming nog zeer weinig. Het zou dan ook zeer wenschelijk zijn, dat men spoedig alle beschikbare middelen in 't werk stelde, om de schatten uit de diepte te halen. Eveneens is het zeer noodig, dat die offlcieele gegevens kunnen verstrekken omtrent de gezonken schatten, vooral wat het bed rag daarvan betreft, zulks doen, aangezien nieuwe maatregelen en nieuwe toestellen vrij belangrijke kosten zouden veroorzaken, die men zich zeker niet kan getroosten als de te bergen schatten niet zeer groot zijn. Aangaande het verhaal in de Zwolsche Ct. van een meisje uit Baarn, dat eenige rozen uit een tuin had ontvreemd en daarvoor door de Utrechtsche reehtbank was gestraft, door haar eenige jaren naar een Rijks-opvoedingsgesticht te zenden, deelt de Baarnsche correspondent der N. B. C. mede, dat dit verhaal minder treffend wordt wanneer men den toestand van het ge- zin kent. De moeder heeft verleden jaar de gemeen- schappelijke woning voor goed verlaten, nadat zij al jaren lang van zich had doen spreken. De vader, een onbesproken man, is natuurlijk iederen dag op zijn werk en dus van huis. De opvoeding der kinderen wordt geheei ver- waarloosd, zoodat het voor het meisje waarschijn- lijk een geluk is, dat zij naar een opvoedings- gesticht gaat. Bij de Maandag te Medemblik gehouden jaarlijksche harddraverij, waaraan 15 bekende dravers deelnamen, werd de prijs behaald door den bruinen ruin JDibbels van den heer Bierrna te Oldenbiltzijl, pikeur A.Siderius; Iste premie bruine bles Amator, van J. Lukeboer te Zijde- wind, pikeur K. De Wit; 2de premie zwarte ruin Willern de Berde, van C. De Graaf te Winkel, pikeur J. Koster. Een inwoner eener provinciestad zendt naar Amsterdam een vrij lijvigen brief, waarin eenige papieren van geen bijzondere waarde. Hij voor- ziet het couvert met drie lakken en werpt het gefrankeerd in de brievenbus. De postbeambte vindt den brief, ziet de drie lakken en vermoedt dat de afzender van plan is geweest den brief

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1886 | | pagina 3