IIA A1 L EMME11MEE li. NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. Bij i Homier Moort een Bpepel. 27e Jaargang No. 45. Zaterdag 6 November 1886. VAN Aan Landbouw, Gemeente- en Polder-Belangen gewijd. PLAATSELIJKE BERICHTEN. Abonnementsprijs J. II. de BUSSY, Rokin 60, Amsterdam. Prijs der Advertenti'en van 1--G regels 75 Cent, elken regel meer 121/s Cent. WEEKBLAD Per jaar, met Bijvoegsel franco per post. 6. zonder Bijvoegsel ii 3. Enkele Nommers 15 Cent. ALEE TOEZENDINGEN, It ED ACT IE EN UITGAVE BETREFEENDE te adresseeren aan den Uitgever Hoofd-Agent: P. VAN CITTERT ZONEN, te Haarlem. Groote Letters naar plaatsruimte. Abonnementen en advertentien worden aangenomen door alle boekhandelaren, postkantorenbrievengaarders en postboden. Door den Gemeenteraad van Haarlemmermeer is het navolgende adres verzonden inzake het Telegraafkantoor aldaar. Aan de Tweede Kamer der Staten Generaal. Geeft eerbiediglijk te kennen. De Gemeente raad van Haarlemmermeer, hetgeen volgt Nogmaals zich genoopt voelende de aandacht der Kamer te bepalen bij de handelingen der Regeering met opzicht tot het telegraafkantoor te Hoofddorp (Haarlemmermeer), brengt adres- sant hetgeen is voorafgegaan in herinnering. In 1871 heeft het Gemeentebestuur de ver- plichting op zich genomen, om gedurende tien jaren bij te passen wat de opbrengst van voor- meld telegraafkantoor mocht blijven beneden het bedrag der kosten, door de toenmalige Regee ring bepaald op 600. Na afloop dezer tienjarige garantie met Ulto December 1881 door den Minister opnieuw tot bijpassing van bet tekort over 1882 aangesproken, heeft het Gemeentebestuur dat geweigerdwaarna het deswege door den Minister met opheffing van het telegraafkantoor bedreigd, bij adres tot de Tweede Kamer zich gewend heeft. Deze heeft toen bij besluit van 15 Mei 1884 ver- klaard, dat haar de opheffing van het telegraaf kantoor door de beweegredenen, daarvoor door den Minister opgegeven, niet gerechtvaardigd voorkwam. In weerwil daarvan is de Minister voortge- gaan onder dezelfde bedreiging dezelfde garantie te vorderen, wel niet meer gelijk aanvankelijk uit kracht van Art. 4 van het Kon. Besluit van 17 Aug. 1870, St. bl. no. 153, maar om de letter van de uitspraak der Kamer te eerbie- digen, onder mededeeling dat nu eene garantie gelijk aan die, welke vroeger krachtens voormeld art. 4 gevraagd was, gevorderd werd. Tot dezen eisch van garantie voor de toe- komst, bepaalde zich zelfs de Minister niet; bovendien vorderde Zijne Exc. betaling van de tekorten over de jaren 1882, 1883 en 1884. waarvoor bij gemis van een garantieverbintenis na afloop van de eerste geen enkele grondslag bestond. De onrechtmatigheid van die laatste aanspraak werd bij de beraadslaging in de Tweede Kamer op 13 en 14 April 1886, waartoe een nieuw adres van den Raad aauleiding had gegeven, door geen der sprekers in twijfel getrokken, door twee leden, die overigens de handelingen der Regeering in bescherming namen, de Hee- ren van der Sleijden en Roel, zelfs uit- drukkelijk erkend, en door den Minister langer met geen woord betwist. Ten slotte werd door de Kamer het vertrouwen uitgesproken, dat in afwachting van eene door den Minister aangekondigde organieke regeling betrekke- lijk de vestiging en instandhouding van tele- graafkantooren in minder aanzienlijke gemeenten, de beslissing ten aanzien van dergelijke bestaande kantoren inmiddels zou worden aangehouden. De onbetwistbare zin dezer conclusie was, dat de Kamer, zonder in 't minst over de strekking der toekomstige organieke regeling zich uit te laten, hlle vo6r de afkondiging van die regeling tegen sommige gemeenten aange- wende of nog aan te wenden maatregelen en dwangmiddelen afkeurde. Deze regeling, bij Kon. besluit van 15 Sep tember vastgesteld, is voor de gemeenten, waarop zij wordt toegepast, nog veel nadeeliger dan die van 1870, z6o omdat de raming van kos ten van instandhouding van een telegraafkan toor zonder eenige verklaarbare reden van f 600 tot f 800 is verhoogd, als omdat de opbrengst der telegrammen, welke in mindering van de kosten te brengen is, in weerwil vandejongste verhooging van het telegramtarief op 30 centen per telegram gesteld blijft. Nogtans meent de Raad dat het thans niet op zijn weg ligt hierbij langer stil te staan, of het besluit in algemeenen zin te beoordeelen, en bepaalt hij zich er toe de in dat besluit ver- scholen, tegen de Gemeente Haarlemmermeer in 't bijzonder gerichte bepalingen aan te toonen. Luidens art. 1, zal tot de opbrengst van de gegarandeerde telegraafkantooren, welke ad 30 cent per telegram in mindering van de kosten komt, mede gerekend worden de opbrengst der telegrammen, bij naburige telegraafkantoren binnen zekeren afstand afgezonden of uit het buitenland ontvangen. Yooral voor Haarlemmermeer was dit naar billijkheid een vereischte, omdat de opbrengst van het kantoor te Haarlemmermeer (Hoofd dorp) zeer verminderd is door de latere op- richting van een telefoonkantoor te Aalsmeer, tengevolge waarvan de voor Aalsmeer bestemde en van Aalsmeer afkomstige depecbes, hoewel steeds over het kantoor Hoofddorp loopende. alleen omdat zij niet als vroeger per bode maar per telefoon tusschen Hoofddorp en Aalsmeer worden vervoerd, thans niet meer als telegram men van Haarlemmermeer beschouwd worden. Nu is echter de gunstige bepaling van Art. 1, van het jongste besluit beperkt tot den omtrek van 5 kilometers, zoodat het telefoonkantoor van Aalsmeer gelegen op 5.5 K.M. afstand van Hoofddorp juist er buiten valt. Bij art. 3 al. 1 en 2 worden de in art. I voor nieuw te vestigen kantoren gegeven voor- schriften toepasselijk verklaard op de kantoren, vroeger op den voet van het Besluit van 1870 gevestigd, met dien verstande, dat voor deze bestaande kantoren luidens alinea 3 de kosten van instandhouding tot het oorspronkelijk over- eengekomen bedrag (volgens het Besluit van 1870 f 600) en niet tot f 800 aan de gega randeerde gemeenten in rekening zullen gebracht worden. Aan deze vrijstelling van verhooging van de garantie is evenwel bij dezelfde alinea 3 de zonderlinge voorwaarde verbonden, dat de gemeente tot 1 Januari 1887 moet betaald hebben, niet wat zij verschuldigd, maar wat van haar gevorderd is, hetgeen tengevolge moet hebben, dat de gemeente Haarlemmermeer gedwongen wordt op verbeurte van eene boete van f 200 per jaar in het vervolg te betalen de na den afloop harer tienjarige garantie van haar door den minister zonder eenigen wettelij- den grondslag of eenig recht gevorderde Sup- pletien over 1882, 1883 en 1884. Langs den omweg dezer bijzondere voorwaarde of boete bedreiging, en door het geven van terugwerkende kracht aan een besluit van 1886 wordt mitsdien executoir verklaard een eisch, indertijd op grond van een bestaande verplich- ting zoo het heette, en dus privaatrechtelijk gedaan, welke ware hij in rechten ingesteld door den burgerlijken rechten boven alien twijfel zou zijn ontzegd, een eisch welke den 14en April naar het eenstemmig gevoelen van de leden der Tweede Kamer, ook van hen die overigens den minister steunden, als onrechtmatig behoorde te worden losgelaten. Duidelijk is het tevens, hoe op deze wijze miskend werd de zin van het toen gevallen besluit der Kamer, dat in afwachting van de aangekondige organieke regeling, geen nieuwe beffingen wegens bestaande kantoren ten laste van de Gemeenten gedaan behoorden te worden, miskend omdat nu toch onder den dwang van een achteraan bedreigde boete eene heffing ge daan wordt, wat Haarlemmermeer betreft over de jaren 1882, tot en met 1886, toen op haar het besluit van 1870 niet meer, en dat van 15 September 1886 nog niet toepasselijk was. De adressant meent hiermede genoeg te hebben aangetoond dat het besluit van 15 September 1886, schijnbaar alleen van organieken aard, inhoudt eenige in 't bijzonder voor de gemeente Haarlemmermeer geschreven bepalingen, bestemd lo. om haar te dwingen zekere ten onrechte van haar gevorderde sommen gelds te voldoen, 2o. om buiten haar credit te houden de op brengst van een bijkantoor, waarvan de exploi- tatie de kosten van het kantoor Hoofddorp, dus het debet van Haarlemmermeer, verraeerdert. Of dit overeen te brengen is met den aard van een organiek besluit zal adressant niet uit- maken; doch hij aarzelt niet het gevoelen uit te drukken, dat in dit opzicht het besluit van 15 September 11. indruischt tegen den regel, dat aan wetsbepalingen geen terugwerkende kracht bchoort te worden gegeven, tegen den zin van het besluit der Tweede Kamer van 14 April 1886, en tegen den toen in haren boezem door tal van leden uitgedrukte en door niemand weersproken meening, dat bij gemis van ver- bindtenis tot garantie de gemeente Haarlemmer meer na uit. Deeember 1881 geenerlei bijpas sing wegens het telegraafkant. meer schuldig was. Om al deze redenen verzoekt adressant dat de Kamer gelieve te verklaren dat het besluit van 15 September 1.1. ten aanzien van Haar lemmermeer onbillijke, met den zin van het besluit der Kamer van 14 April 1886 niet over- eenstemmende gevolgen moet hebben. 't Welk doende: De Gemeenteraad voornoemd, (get.) Lantzendorffer, Voorzilter. (get.) D. Eggink, Secretaris. Haarlemm., 28 Oct. 1886. Den lien November e.k. van 311 uur zal eene verkiezing plaats hebben van twee Notabelen der Herv. gemeente Haarlemmermeer. De gewaarmerkte stembiljetten wit briefje, in plaats van den heer Bos, aftreding 1887, Groen briefje, in plaats van den heer Bolke- stein, aftreding 1891, zullen verkrijgbaar zijn bij den koster A. Schout. Maandag avond werd te Hoofddorp tijding gedaan dat op den Hoofdweg voor GG 11 het lijk lag van een manspersoon. Dadelijk werden maatregelen genomen, en de voerman vertrok al spoedig met paard en wagen, vergezeld van belangstellenden, om het lijk te halen. Nadat de doodgraver driekwartier uurs gewacht had om 't lijk in ontvangst te nemen, kwam de tijding dat het was weggeloopen en aan den hoek Sloterweg bij M. een hart-ver- sterking zat te gebruiken. Den 30en October 's morgens ten 6 ure is voor 2 derde afgebrand de boerderij van de familie Gevers v. Endegeest, in huur bij G. J. J. Geertzema, Hoofdweg JJ 11. Het bewoonde gedeelte, het zomerhuis, de bergen met koren, twee schuren en de meeste gereedschappen zijn behouden gebleven. De oorzaak is onbekend. De woning was verzekerd in de Arnhemsche, het koren en de gereedschappen in de Oudewatersche maatschappij. De nieuwe spuit van Hoofddorp deed voor het eerst dienst, en voldeed goed. De heer R. van Hoofddorp is aan den Ben- nebroekerweg met paard en karretje in een sloot geraakt zonder schade te beloopen. De eerste danscursus bij C. R. aan de Lijnden is met eene kloppartij besloten. Zekere A. v. d. W. te Abenes is bekeurd wegens dronkenschap, nachtelijk burengerucht en het toebrengen van slagen aan twee personen met de kolf van een geweer.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1886 | | pagina 1