LANDBOUW.
KERKELIJKE BERICHTEN.
RECHTZAKEN.
WEEKBLAD VAN HAARLEMIvIERMEER NIEUWS- en ADVERTRNTIEBL AD.
i\a den Gouden Reg-en de Klimop.
De oogsten der wcreld.
Ned. Maatschappij voor Tuinb. en Plantk.
Boterverkoop.
overeenkomstig het voorstel van Gedep. Staten van
Noordholland. De Minister is echter uiet gekant
tegen elke grensverandering tusschen de genoemde
gemeenten, en hij is bereid daartoe mede te werken,
wanneer dit noodig mocht zijn om eene behoorlijke
afscheiding tusschen beider gebied te verkrijgen.
Enquete.
De minister van binnenlandsche zaken heeft aan
Gedeputeerde Staten der provincieu de volgende
qansckrijving gericht
„Ik bob de eer de tusschenkomst van uw college
in te roepen, ten einde zoo spoedig als u doenlijk
zal zijn, de volgende opgaven te verkrijgen, ten
behoeve van de commissie uit de Tweede Kamer
der Staten-Generaal, tot het houden eener enquete
betreffende werking en uitbreiding van de wet van
19 September 1874 Staatsblad no. 130) en den
toestand van fabrieken en werkplaatsen
„lo. een afschrift ot afdruk van de plaatselijke
verordeningeu, krachtens art. 82 der wet van 17
Augustus 1878 (Staatsblad no. 127) vastgesteld;
„2o. eene opgave van het aantal jongens en
meisjes, die in 1885 in elke gemeente uwer pro-
vincie vodr het t.waalfde jaar de openbare of bijzon-
dere dagschool voorgoed hebben vorlaten, alsmede,
voor zoover dat bekend is, het aantal van diegenen
onder deze kinderen, welke dat deden, ten einde op
eenigerlei wijze arbeid te gaan verrichten.
z/Bij het verzamelen dezer opgaven zullen de
hoofden der openbare scholen en naar ik vertrouw
ook die der bijzondere scholen, indien zij daartoe
bijzonderlijk worden uitgenoodigd, den gemeente-
besturen wel behulpzaam willen zijn, ten einde
die gegevens zoo volledig mogelijk te verstrekken."
Voorts werden ten aanzien van onderscheidene
nijverheidsinrichtingen nog eenige bijzondere opgaven
gevraagd, als het getal der arbeiders (mannen,
vrouwen en jongens en meisjes beneden 18 jaren)
het aantal werkuren dezer verschillende categorieen
van arbeiders, met vermelding in hoever door
elke categorie ook des nachts en des Zondags gear-
beid wordt en het aantal paardenkrackten der aan-
wezige stoomwerktuigen.
Ook de K. K. Kiesvereeniging „Becht voor
Allen" in het kiesdistrict Arnhem, heeft besloten,
bij de a. s. verkiezing voor een lid der 2e Kamer
(vacature V. d. Sleijden) geen candidaat te stellen.
Het hoofdbestuur der Vereeniging ter bevor-
dering van Fabrieks- en Handwerks-Nijverheid in
Nederland heeft besloten circulaires te verspreiden,
om deelneming te vragen in de oprichting van
een fouds voor wedstrijden van handwerkslieden.
De deelneming zal kunnen geschieden in eens of
jaarlijks. De titel van oprichter wordt verkregen
door eene storting van f 100 in eensdie van
beschermer door eene jaarlijksclie bijdrage van f 25
die van begunstiger door een van 10, en die van
lid door een van 5.
Onder bovenstaand opschrift schrijft W. het
voigende in Sempervirens:
Men schijnt het er op toe te gaan leggen
om onze oude, meest gewaardeerde planten in
discrediet te brengen. Eenigen tijd geleden
werden de vergiftige eigenschappen der zaden
van den Gouden Regen opgesomd, en men
kwam zelfs hier en daar tot de conclusie dat
die boom, die ons in de lente met zulk een
rijkdom van bloesem verheugt, uit de tuinen
geweerd inoet worden, ofscboon bet wel nie-
mand, ook geen kinderen in de gedachten zal
komen die zaden op te eten. Nu is zoo waar
de Klimop aan de beurt. Niet genoeg dat men
dezen onschatbaren klimheester ondeugden toe-
dicbt, waaraan hij volkomen onschuldig is, aan
welk valsch begrip Vader Cats zeker bij het
volk niet weinig voedsel heeft gegeven, maar
men komt met de verzekering dat de zwarte
bessen vergiftig zijn, hetwelk reeds door Plinius
en Matthiolus moet beweerd zijn; de eerste zou
zelfs gezegd hebben dat die bessen de inenschen
die ze eten gek maken. Dit kan wel wezen,
want eigenlijk moet hij die ze gaat eten reeds
gek zijn.
Als men bij de Ouden te rade gaat, zal men
nog wel meer dergelijke zaken kunnen verne-
men, en als men dan de scheikunde te hulp
roept, zal deze mogelijk sommige van die be-
schuldigingen bevestigen. Nu, kwaad kan dit niet,
als men maar geen vijand ziet in een houten
soldaat, zooals mij eens gebeurde.
Hare bessen mogen vergiftig zijn of niet, de
klimop zal er ons niet minder lief om blijven.
Ilet Hoofdbestuur van de Maatschappij //Tot
Nut van 't Algemeen" heeft aan de besturen
der departementen een uitvoerig schrijven ge
richt, dat o. a. in zijn geheel is opgenomen
in de N. Rott. Ct. 5 Nov., 2e bl. Daarin
wordt de aandacht gevestigd op een benioeiing,
waaraan sedert een grooter of kleiner aantal
jaren eenige departementen (te Loppersum, Oude
Pekela, Uithuizen, Veendam en Wildervank)
een deel van hunne krachten wijden. Deze
bemoeiing bestaat in het verstrekken van tuin-
grond tegen matigen pachtprijs aan arbeiders,
opdat dezen in hun vrije uren aardappelen en
groenten kunnen telen voor de behoefte van
hun gezin.
De minister van staat, minister van binnen
landsche zaken, gelet op Zr. Ms. besluit van
7 November 1886 (Staatsblad No. 179)
heeft goedgevondenmet ingaug van 17 No
vember 1886, art. 1 en 2 van het aangehaald
koninklijk besluit toe te passen op de gemeenten
Clinge, Grouw, Kapelle en Rilland-Bath, uit
of naar welke gemeenten mitsdien het vervoer
van schapen en versche huiden, onbewerkte wol,
klauwen, vleesch, mest en afval van schapen
en het houden aldaar van schapen mark ten en
openbare verkoopingen van schapen verboden is.
Uit Zevenwouden schrijft men d. d. 15 Nov.
Het veevoeder, spurrie en knollengroen, is
dit jaar overvloedig. Het melkvee is grootendeels
op stal gezet, hoewel er nog veel gras in de
weilanden is. Zelden of nooit was er zooveel
vee voor de slachtbank als thans. Daar er wei
nig aftrek naar 't buitenland is, zijn de prijzen
dalende. In de vorige week is er door de huur-
boeren veel vee verkocht, omdat met 12 No
vember de huur moest worden betaald. De
eigen-erfde boeren, die hun vee voor de tegen-
woordige lage prijzen niet willen missen, zetten
ze op stal, daar er hooi in overvloed is en ze
hopen in 't vooojaar betere prijzen te kunnen
bedingen.
In Sempervirens schrijft S. te Arnhem //Tegen
een muur, naar het zuiden gekeerd, doch door
schaduw van huizen en boomen slechts een
gedeelte van den dag door de zon beschenen,
heb ik drie wijnstokken. Van die drie heehtten
zich van den westelijken drie ranken aan een
groepje breed uitgegroeide en hoog opgeschoten
struiken en Meidoorn-varieteiten. Ik zorAte dat
zij niet afgesneden werden en liet haar de vrij-
heid. Zij slingerden zich door de struiken en
vertoonden er zich niet buiten. Dit jaar werd
toevallig ontdekt, dat zij er, geheel in verborgen
zonder dat een zonnestraal ze bereikt had, een
menigte geheel rijpe trossen droegen. De moe-
derstam om mij zoo eens uit te drukken
heeft er geen een.
Wie weet of, als men deze cultuurwiize op
grooter schaal beproefde, geen goede uitkomsten
te verkrijgen zouden zijn. Ook hier toont zich
de natuur sterker dan de kunst.
De groote hooiverzendingen in de omstreken
van Kampen zijn afgeloopen. Veel vlugger dan
vorige jaren ging dit jaar de groote massa, die
telken jare daar verhandeld wordt, van de hand.
Tal van scheepsladingen werden naar Holland
verzonden, vooral van 't Kampereiland, waar
het hooi om zijn uitmuntende qualiteit het meest
aftrek vindt. Aan de hooipersen heerschte wei
nig drukte.
Luidens het jaarlijksch te Parijs in het licht
verschijnende werkDe oogsten der wereld, is
de opbrengst van den tarweoogst in Prankrijk
veel geringer dan verleden jaar. Hetzelfde is
het geval met de gerst. Met de rogge is het
beter gesteld en de haver is althans even goed
als in het vorige jaar. De behoefte aan invoer
laat zich schatten voor de tarwe op circa 18
millioen quarters en voor gerst en mout op
circa 1% mill. De oogst in Rusland wordt ge-
schat voor de tarwe op een overschot van 2J£
millioen tschetwert, dat is veel minder dan
verleden jaar. In Amerika wordt op grond van
de jongste ber'ichten de tarweoogst op 470
mill, bushels en het overschot op 90 mill, bus
hel geschat. De tarweoogst van Italie bedraagt
54 mill, hectoliter; dat land zal alzoo weinig
of geen tarwe behoeven in te voeren. Het
bedrag van den oogst in Duitschland is van
dien aard, dat de behoefte aan invoer in 1886/87
van 3 a 5 mill, quarters minder zal zijn dan
in het vorige jaar. In Zwitserland blijft de oogst
beneden het bedrag van verleden jaar, en Belgie
en Nederland zullen insgelijks dit jaar meer
invoeren. Dit geldt ook voor Spanje. Indie
heeft voor den invoer van tarwe in 1886/87
meer dan 1 millioen ton disponibel. Engeland's
behoefte aan invoer wordt voor de tarwe op
25 millioen centenaars geschat. De beschikbare
voorraad in Oostenrijk-Hongarije wordt voor
tarwe geschat op 2 mill, hectoliter, voor gerst
op 4 en voor haver op 1 mill, hectoliter.
Order de prijsvragen door de Nederl Maats.
ter bevordering van Nijverneid uitgeschreven,
komt o. a. voor
De Maatschappij looft haar Gouden Medalje
uit voor een beknopt en duidelijk gesteld Hand-
boek voor het kweeken, het aanleggen en de
behandeling van plantsoen en bloemen in de
openbare wandelplaatsen en langs de wegen,
mede met het oog op de verfraaing onzer ge
meenten en tot voorlichting der gemeentebe-
sturen en van alien, aan wie het toezicht op de
openbare wandelplaatsen is opgedragen.
Antwoorden vodr 30 September 1887.
Burgemeester en Wethouders van Amsterdam
hebben aan den gemeenteraad voorgesteld, om
op verzoek van genoemde Maatschappij van 1
Dec. 1886 tot 1 Mei 1887 te harer beschikking
te stellen een deel der terreinen achter het Rijks-
museum, ten einde daarop eene algemeene ten-
toonstelling van tuinbouwvoortbrengselen te
houden.
Eenigen tijd geleden had de zesde afdeeling
van de Eriesche Maatschappij van Landbouw en
Veeteelt aene commissie benoema ter beantwoor-
ding van de volgende drie vragen
lo. Is de tegenwoordige vrij algemeen ge-
volgde wijze van verkoop van boter op de ver
schillende markten wel in het belang der Erie
sche boeren
2o. Hoe moet die verkoop, zou het belang
van den Erieschen landbouwer meer op den
voorgrond treden, zijn geregeld?
3o. Wat is er aan te doen, wat kon er aan
gedaan worden, om den gewenschten toestand
te doen ontstaan, of althans te bevorderen, dat
de tegenwoordige toestand geleidelijk worde ver-
anderd in de goede richting?
Die commissie heeft thans een uitvoerig rap
port over de zaak uitgebracht, waarvan de slot-
som is, dat de eerste vraag ontkennend moet
worden beantwoord. Op de tweede vraag luidt
het antwoord dat door medewerking der plaatse
lijke besturen of wel door sa men werking der
Kamers van Koophandel en Eabrieken en het
hoofdbestuur der genoemde Maatschappij beee-
digde sorteerders behooren te worden aange-
steld, opdat, wat gelijke waarde heeft, gelijk
geld opbrenge. Op de derde vraag antwoordde
de commissie, dat de hulp van het hoofdbestnur
dient te worden ingeroepen, ten einde bij de
verscheping van boter des zomers door het
gebruik van ijs eene zoo laag mogelijke tempe-
ratuur van het ruim van het schip, waarin de
boter wordt vervoerd, worde verkregen op de
wijze als dat bij het vervoer van Normandi-
sche boter schijnt plaats te hebben, en voorts
te helpen bevorderen, dat eenige boeren zich
vereenigen om bij wijze van proef, van 3 tot
6 maanden, hunne boter op boven omschreven
wijze te trachten te verkoopen, en eindelijk de
noeming van een sorteerder op zich te nemen.
Ned. Herv. Kerk.
BeroepenTe Zwartsluis J. Wieten (eBroek
op Langendijk; te Arnemuiden cl. Walcheren),
E. Fortuin te Barendrecht; te Aalsmeer, A. van
Veelo te Klundert; te Garderen A. Van Veelo
te Klundert; te Harderwijk D. T. Meinsma te
Hantum en C. Verhagen te Ee (Fr.)te's-Gra-
vemoer, N. Jolles te Noordwijkerhoutte Melis
en Marienkerke (cl. Middelburg) en te Elburg
E. Eisma te Bennekom te Nijkerk op de Veluwe
J. W. H. Kalkman te Monster; te Zoutelande,
J. v. d. Bergen te Cortgene; te Veenhuizen
A. S. Van Eerde te Morrha en Lioessens; te
Zwartsluis W. De Lange te Kerkwijk; te Ra-
venswaaij J. G. Deur, cand, bij het prov. kerk-
bestuur van Groningen.
Aangenomen Naar Jutrijp en Hommerts door
A. Jonker te Tjerkgaast.
Bedankt: Voor Hedel door A. Van Veelo te
Klundert; voor Wadenooien (bij Tiel) door S.
T. Heringa, te Renesse; voor Vlissingen door
J. Th. De Visser te Almeloo.
Chr. Ger. Kerk.
BeroepenTe Hillegom, W. Groeneveld te
Bruinisse.
Bedankt: Voor Waddingsveen, door O. Los
te Sleeuwijk.
Evang. Lulh. Kerk.
Beroepen: te Wildervank en Veendam, J.J.
L. Duyvendak, prop, te Amsterdam.
In den nacht van 11 op 12 September jl.
bevonden zich verscheidene personen in een her-
berg te Berkenwoude, tijdens ter plaatse kermis
werd gehouden. Onder deze bezoekers bevond
zich ook zekere W. Ooms, die twist zocht en
daarom door G. Vonk, 25 jaar oud, arbeider
van beroep, uit de herberg werd geduwd. Ooms,
hierover vertoornd, kwam weder binnen en
bracht Vonk met zijn mes eene verwonding
aan de linkerhand toe, waarop hij uit de her
berg vluchtte, achtervolgd door Vonk. A1 spoedig
werd Ooms in een weiland tot staan gebracht
door S. Van Vliet, die hem mede uit de her
berg was achtervolgd. Middelerwijl kwam ook
Vonk daarbij, die, in woede ontstoken over de
hem toegebrachte verwonding, Ooms talrijke
verwondingen met een mes toebracht aan hoofd
en aangezicht. Ooms werd later door de politie
gevonden en overgebracht naar zijne woning,
waar hij den volgenden dag overleed.
Vonk had zich Zaterdag voor de rechtbank
te Rotterdam te verantwoorden en werd beschul-
digd van het toebrengen van zwaar lichamelijk
letsel, dat den dood ten gevolge heeft gehad.
Zeventien getuigen, waaronder drie als deskun-
digen, werden gehoord. Tal van bezwarende
aanwijzingen werden ten laste van bekl. aange-
voerd. Zoo o. a. hadden getuigen gehoord, dat
bekl. had gezegd: dat hij zijn mes kwijt was.
Later was een mes gevonden, dat ook aan zekere
kenmerken door getuigen als soortgelijk mes
werd herkend als bekl. gewoonlijk bij zich droeg.
Getuige Van Vliet verklaarde dat de verwon
dingen Ooms door bekl. waren toegebracht. Ook
de deskundigen, die met de lijkbeschouwing
waren belast geweest, verklaarden eenstemmig,
dat de verwondingen, welke zij bij den verslagene
hadden waargenomen, waren toegebracht met
een scherp snijdend werktuig; dat die wonden
sterke verbloeding hadden te weeggebracht, en
dat deze verbloediug den dood ten gevolge had
gehad.
Bekl. ontkende Ooms te hebben gesneden
hij had zelfs geen mes bij zich gehad.
Het O. M. het woord erlangende, was van
oordeel, dat de schuld van beklaagde aan het
hem ten laste gelegde volkomen was bewezen.
De verklaring van get. Van Vliet, die in deze
eene ondergeschikte rol had gespeeld, kon
meende het O. M. geheel achterwege blijven,
daar er aanwijzingen genoeg waren voor bekl.