GEMENGDE BERICHTEN.
WEEKBLAD VAN HAARLEMMERMEER. NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
Engelschman in een naburig huis was gebracht, waren de be
klaagden mede tegenwoordig en trachtten zij nog de gewonde te
mishandelen, door hem bij den baard te trekken; terwijl zij ten
slotte met 35 cents belooning voor hunne hulpvaardigheid
den aftocht bliezen.
Spoedig na de mishandeiing werden de beklaagden, op aan-
wijzing van een der getnisjen, aangehouden en ter beschikking
van de justitie gesteld. De beklaagden bleven ontkennen. Het,
O. M. bij monde van mr. graaf Scliimmelpenninck achtte het
bewijs van schuld wettig en overtuigend bewezen en reqnireerde
tegen ieder der beklaagden 1 jaar gevangenisstraf, met aftelling
der preventieve hechtems van 3 maanden.
Mr. Munzebroek, voor den tweeden beklaagde optredende achtte
diens schuld in geenendeele bewezen en concludeerde tot vrijspraak
Hoewel bij den dood van de bewoonster der Bagijnestraat te
's-Gravenhage, bijgenaamd de aVuurduivelin", ernstige geruch-
ten de ronde deden, als zoude aan den dood dezer vrouw ge-
welddadigheid niet. vreeind zijn, en het overlijden zijn toege-
schreven aan het overinatig gebruik van sterken drank, bracht
het gerechtelijk onderzoek niets aan het licht dat tot staving
van die geruchten aanleiding gaf, en werd de echtgenoot van
de vrouw, die zich tijdens dat onderzoek in verzekerde bewaring
bevond, daaruit ontslagen. Werd echter bewezen dat de dood
niet was toe te schrijven aan mishandeiing door den echtgenoct,
er rezen uit het onderzoek toch genoegzame bezwareu tegen
dezen, als zoude hij zijne huisvrouw, kort vo<5r haren dood,
lichamelijk letsel hebben toegebracht.
Voor dit feit stond hij voor de rechtbank terecht, beklaagd
op den 9 November zijne huisvrouw nioedwillig op het hoold
te hebben geslagen en op den grond getrokken of geworpen te
hebben.
De beklaagde ontk-nde wijlen zijne vrouw tegen het hoofd
te hebben geslagen, maar bekende haar een klap op de rechter-
wang te hebben toegebracht, waarna zij van den stoel is gegle-
den. Daarna heeft hij niet meer geslagen.
Het openbaar Ministerie, waargenomen door mr. baron De
os an Steenwijk, vorderde vier maanden gevangenisstraf.
De verdediger, mr G. Landsberg, wees op versch llende ver-
zachtende omstandigheden en concludeerde tot het opleggen
eener ligtere straf.
Uitspraak over acht dagen.
Te Londen is een muziekonderwijzer, die zich twaalf gulden
voor het halve uur liet betalen, op heeterdaad betrapt, toen
hij den kostbaren ring van een zijner leerlingen, dien zij voor
het spelen ter zijde had gelegd ongemerkt in den zak wilde
doen glijden.
Reeds herhaaldelijk hadden de gezinnen, waar hij les gaf, er
over geklaagd dat zij telkens kleine kostbaarheden misten; maar
alle nasporingen waren tot dusver vergeefs geweest. Thans is
ten huize van den kunsienaar een gansche collectie gestolen
voorwerpen gevonden.
Twaalf honderd vrouwen, verbonden aan de Staats-sigaren-
fabrieken te Marseille, hebben het werk gestaakt.
Zij klagen over de sleehte kwaliteit der tabak, waar-
door haar werk zooveel zwaarder wordt en over het beheer van
den chef barer afdeeling.
Daar de directeur der werkplaatsen doof bleef voor hare
grieven, gingen zij in oplocht naar den prefect, die haar beloofde
als bemiddelaar te zullen optreden.
De twaalf honderd vrouwen wandelden daarop in gesloten ge-
lederen door de straten. De orde bleef echter ongestoord.
Te Londen had in 1798 de verloving plaats van miss Mathilde
Johnson met den luitenant der garde Hong. Kort daarop stierf
haar aanstaai.de echtgenoot en zij trok zich terug ophaarland-
goed. Daar maakte zij haar testament, waarbij zij 15 000 aan
het militair hospitaal legateerde, terwijl zij voor zichzelve een
grafmonument liet vervaardisren, met haar naam en sterfjaar
(de laatste cijfers oningevubl) en het onderschrift//gestorven
aan een gebroken hart." Miss Mathilde Johnson is dezer dagen
overleden in den gezegenden ouderdora van honderd zes jaar.
Gewoonlijk beroept men zich op profetieen wanneer zij ver-
vuid zijn. Het zij ons geoorloofd, in slrijd daarmede, eene
profelie in herinnering te brengen, die totaal fiasco heeft ge-
cnaakt.
In het begin van het jaar werd iedereen, die aan voorspel-
lingen hecht, an.rst en schrik aangejaagd door een latijnsch
versje, waarin verrneld werd, dat wanneer Paaschdag viel op
Sint Marcus, Pmksteren op St. Antonius, enz. de wereld ach
en wee zou roepen.
Het samenvallen van die kerkelijke feestdagen had in 1886
plaats. Dit jaar is nu voorbij en er is niet meer ach en wee
geroepen dan m andere jaren.
Het goede en kwade woog weder tegen elkander op.
Het kan geen kwaad om er eens op te wijzen, dat voorspel-
Imgen, even als voorgevoelens, kunnen falen. AmhCrt.)
Het legioen van eer is dezer dagen geschonken aan den be-
roemden Algerijnschen leeuwendooder Ahmel Ben Ahmar.
Gedurende de laatste 26 jaren heeft hij den staat een grooten
dienst bewezen door tweehonderd leeuwen te dooden. Men schat
de waarde vaD hetgeen een leeuw jaarlijks aan schapen en vee
verslindt op 10,000 frcs., zoodat, onderstellende dat de door
Ahmed Ben Ahmar gedoode dieren geraiddeld 10 jaar zouden
leven, de leeuwendooder zijn land een verlies van twintig mil-
lioen frcs. bespaard heeft. Waarlijk, het ridderkruis beloonde
vaak mindere verdiensten 1
't Was avond en hij moest naar huis, naar vrouw en kind.
Snel staple hij van de tram en liep met verhaasten sfap voort.
't Scheen hem toe, dat hij acntervolgd werd. Hij luisterde. Ja
't was zoo. Hij stond st.il. de andere ook. Hij versnelde zijn
pas, ook zijn rervolger liep vlugger. In zijn verbeelding zag
hij een revolver op zich gericht of wel een mes, dat werd ge
trokken.
Hij besloot zich zekerheid te verschaffen en liep een straat
om. De voetstappen volgden. Hij keerde op zijn schreden terug,
steeds honrde hij zijn vervolger. Eindelijk keerde hij zich om
en de man, die hem had gevolgd een forschgebouwde kerel
stond voor hem. Wat moet je? Waarom volg je mij?
Nu, ik moet zeggen, mijnheer, dat, je een rare manier
hebt om naar huis te gaan. Ik moet in de ***straat zijn en
toen ik den conducteur van de trarti naar den weg vroeg, zei
hij, dat ik n maar moest volsren, want dat u daar ook woonde.
Maar u loopt den kortsten weg niet naar ik bespeur.
[Zw. Cl)
Het onjniste gerucht, dat czaar Alexander den Duitschen
milifairen attach^, kolonel Vil lean trie, zou hebben doodgeschoten,
hpeft aanleiding gegeven tot een uerechtelijke vervolging, inge-
steld tegen de Potsdammer Nachrichte, welke het gerucht in
de wereld bracht. De czaar zelf heeft er zich zeer vroolijk over
gemaakt. Hij noodigde den kolonel terstond aan ziin disch en
begroette hem lachend met de woorden//Wel kolonel, hoe
gaat het u, nadat ik u heb doodgeschoten?"
Domela Nieuwenhuis zal zijne straf ondergaan in de cellulaire
gevangenis te Utrecht.
Signora Lncietta Silvestri, eene jonge, schoone vrouw, is
sedert twee jaar de echtgenoote van een hooggeplaatst ambte-
naar te Milaan. Het paar leefde zeer gelukkig, en Silvestri
prees luide de deugden zijner Lucietta, maar de buurvrouwen
begon deze vreedzame echt te verdrieten, en meer en meer deden
lasterlijke praaties de ronde.
Anonieme brieven werden den heer Silvestri toegezonden,
waarin hem werd medeg-deeld, dat, zijne jonge vrouw hem be-
droog en in zijn toorn dreigde hij haar alles openbaar te zullen
maken. Gelukkig slaagde Lucietta er in, zich van alle blaam
te zuiveren, maar de hartstochtelijke Italiaansche zon nu ook op
bloedige wraak.
Ze noodisjde de dames Marie Lorni, Elize Pietro, Gizela
Randoni en Magdalena Grazie, het viertal, waaraan zij de ver-
storing van haar huiselijk geluk weet, op koffip-visite.
Toen de dames ieder een kopje hadden geledigd, verhief zich
de gastvrouw van haren zetel en sprak, vrij naar Lncretia Borgia,
het volgende: //Geen van ulieden zal levend dit huis verlaten,
ge zijt alien tezamen vergiftigd; in uwe koffie was arsenicum!"
Een ootzet'end gejammer ging nu onder de dames op, twee
vielen er flauw en de twee anderen, die verstandiger waren,
liepen naar den dokter. Deze verklaarde, na nauwkeurig onder
zoek, dat gepn vergiftiging had plaats gehad. De apotheker had
de wraak/uchtige dame in plaats van de gevraagde arsenicum
soda gegeven.
Niettemin kwam mevrouw Silvestri voor de rechtbank, be-
schuldigd van poging tot moord. De vier dames eischten een-
stemmig de wdoodstraf". Intusschen hield de advokaat der be-
schuldigde een zoo schitterend pleidooi, dat zij werd vrijge-
sproken.
Nadat door verschillende winkeliers te Arnhem aangifte bij
de politie was gedaan, dat zij door zekeren Weerdenburg en
diens vrouw, kooplieden in fruit, wonende in de Akkerstraat aldaar,
waren opgelicht,, is hedenmorgen door de politie aldaar eene
huiszoeking gedaan, evenals bij zekeren Teunissen, mede koop-
man in fruit enz. wonende in de Oostpeterstraat, wiens vrouw
aan genoemde praktiiken had deelgenomen.
Bij deze huiszoeking zijn de verschillende door die personen
opgelichte voorwerpen voor den dag gekomen, als: schoenwerk
voor man, vrouw en kinderen, wollen goederen enz. terwijl
Weerdenburg, diens vrouw en de vrouw van Teunissen zijn
gearrestperd en in •,-voorloopige bewaring gesteld. Onder voor-
geven de goederen op zicht te nemen, wisten zij de winkeliers
te bewegen hun deze mede te geven. Lieten deze later om hun
goed, dat natuurlijk niet teroggebracht werd, vragen, dan kregen
zij ten antwoord dat het op de week door hen gekocht was.
(A. C.)
Een Sluwe oplichtee.
Voor de Amsterdamsche rechtbank verscheen gisteren Jan
Mensinga, geboren te Leek bij Groningen, 31 jaar oud, van
beroep varensgezel. Deze beklaagde had in de maar.d November
jl. Weesp en Naarden met zijne tegenwoordiglieid vereerd en
eenige inwoners aldaar beetgenomen. Vier verschillende feiten
waren hem ten laste gelegd en werden op de zitiiug onderzocht.
I. In den avond van 19 Nov. jl. vervoegde beklaagde zich bij
Cornell's Rison te Weesp. Hij beweerde Veensira te heeten en
gepeusioneerd Indisch ambtenaar te zijn. Op het Oogenblii was
hij tegen een week loon van f 5 iu dienst van den heer Goedhart,
aannemer bij den Oosterspoorweg, Vrouw Rison antwoordde
toestemmend op bekl.'s vraag, of men hem als kostganger wilde
aannemen; inderdaad, iemanu die zoo goed zijn brood had,
moest bepaald solide wezen. De nieuwe kostganger vroeg zijn
hospita een kleinen dienst; zij had daar een horloge liggen. Of
hij het niet van haar leenen mochtp Hij had er geen en 't was
zoo pleizierig te kunnen antwoorden, als de heeren op het
werk eens vroegen hoe laat het was. De goedhartige vrouw
gaf het uurwerk af ende kostganger verdween er mede.
Het werd later in zijn bezit gevonden. Naar de herkomst gevraagd,
zeide hij tegen den rechter-commissaris, dat hij het in Genua
gekocht had.
II. In den avond van 20 Nov. jl. vervoegde de bekl. zich
bij den logementhouder Dirk Van Rooyen te Naarden. Hij gaf
zich uit voor Koos Van der Heijden en was onderbaas bij den
onder no. 1 bedoelden aannemer Goedhart. En zijn qualiteit
bewees hij behoorlijk; hij droeg nl. een maatstok van 2 M. lengte
bij zich, zooals onderbazen gewoonlijk doen. Het doel van zijn
komst was de aanwerving van 25 werklieden voor een werk
aan de Gooische Stoomtram, dat door den heer Goedhart aan-
genomen zou zijn.
Het spreekt van zelf, dat men zulk een man gaarne als com-
mensaal opnam. Hij logeerde er dan ook een nacht, maar ver-
zuimde tot heden toe zijne verbetering te betalen.
III. Op denzelfden 20sten Nov. klopte de bekl. ook aan bij
zekeren Pieter Vuist te Naarden. Hij deed er een heel verhaal.
Hij was nl. onderbaas bij den aannemer Goedhart, van wien
hij nog twee weken loon, ad. f 9, te goed had. Voor dien
heer Goedhart moest hij 25 werklieden aannemen, ten behoeve
van een werk aan de tram. Ieder werkman kon bepaald op
1.50 per dag rekenen. Als Vuist hem wilde hclpen bij het
aannemen der werklieden, dan zou hij hem bet postje van put-
baas be/.oruen. Wat graag, zeide Vuist; van die gnnstige stem
ming maakte bekl. daarop gebruik, om 50 cent van hem te
leenen. De arme man wierf volgens de afspraak de werklieden
aan en had, zooals men begrijpeu zal, heel wat te verduren,
toen de menschen bemerkten dat zij bij den neus genomen waren.
IV. Tenzelfden dage verscheen bekl. ten slotte bij den bakker
Jan Veenendaal te Naarden, wien hij de levering beloofde van
het voor de werklieden noodige brood. Van den bakker, die
tevens in sigaren doet, wist hij zonder betaling 20 cent sigaren
te krijgen.
Niet'egenstaande veertien getuigen bekl's schuld staafden,
loochende hij alles beslist. Het O. M. waargenomen door den
heer Baud, wees er op, dat de bedragen, die bekl. had ontvan-
gen, betrekkelijk aanzienlijk waren met het oog op de omstan
digheden van de lieden, die ze kwijt raakten. Het feit dat bekl's
vergrijp van zeer brutalen aard was en dat hij reeds onder tal
van andere namen door het geheele land heen, oplichtingen ge-
pleegd had, gaf spr. aanleiding een jaar gevangenisstraf te eischen.
De toegevoegde verdediger mr. W. Boot dong hier en daar iets
af op de qualificatie /roplichLerijen verzocht overigens een
ligtere straf.
In het Dagbl. van Ned.-Indie lezen we: Tot welke bijgeloo-
vigheid sommige lieden, zelfs die den titel van Europeaan vo/ren,
in staat zijn, bewees dezer dagen zekere W., die geloof sloeg
aan het verhaal van een Chinees, dat deze de gaaf bezat om
geld te doen aanwassen. W. moest in verschillende open bakjes
hoven op een kast, in ieder een muntstuk of een bankbiljet van
verschillende grootte, van cent tot f 100 toe, deponeeren, en
dan met den Chinees der avonds rondrijden langs de huizen van
rijke Chineezen, en langs de verschillende speelplaat*en, waar
de Toovenaar zijne spreuken prevelen en zijn gebaren zou maken
len gevolge waarvan van ieder der plaatsen de muntstukken en bank-
bilj-tten zich voegen zouden bij die tehuis in de open bakjes op
de kast, Hoewel bijna ongeloofelijk, men verzekert ons, dat W.
de tnebereidselen maakte en den tocht begon.
Bij de speelplaats op Glodok stapte de Chinees uit den wagen,
en mengde zich onder het publiekhij moest de tooverij daar
van meer nabij verrichten; maar zijn plan was blijkbaar om
met alien spaed naar W.'s huis te gaan en daar het geld uit
de open bakjes te halen. W. echter begon achterdocht te krijgen
en zoodra hij zijn vrieud niet meer zag, sprong hij uit den
wagen, liep in de richting waar hij den toovenaar had zien ver-
dwijnen, en, meenende hem te zien, klampte hij een Chinees
aan, dien hij beschuldigde hem te hebben bedrogen. Dit was
echter een vieemde Chinees, die als antwoord hem een slag om
de ooren gaf, waardoor, W. in zooverre tot bezinning kwam, dat
hij met alle vaart naar huis reed, en daar nog voor den toove
naar aankwam en zijne collectie muntstukken en bankbieljetten
nog ongeschonden weervond.
(let geval is een variatie op de meer gewone grap, om iemand
wijs te maken, dat, als hij u een bankbiljet geeft, en gij dit
in een doos sluit, die doos in een gesloten kamer zet en daar
in geen zes weken naar omkijkt, hij het vijftigmaal vermenig-
vuldigd zal vinden. Het bankbiljet steekt men in zijn zak, sluit
een ander papiertje in de doos, en gebruitt de zes wken, om
voorgoed zich uit de voeten te maken.
Ook zeer gewoon is het geloof aan het beweren, dat iemand
een toovermiddel heeft om dorre blaren, oude vodden, spaanders
hout in goud te doen veranderen. De geloovigen geven dan
een voorschot van eenige guldens. Oulangs was er hier een
inlander, die met grobaks de huizen rondreed om trommels
gevuld met voor de verandering in goud bestemd vuiluis op
te halen.
Onder de van wege de politie te Alkmaar gepubliceerde lijst
van gevonden goederen, komt ook voor een na afioop van de
laatste kaasmarkt aldaar gevonden stapel kaas.
■muAmUsttk 09 vj-M-hnWooVfc-'V