GEMENGDE BERICHTEN.
WEEKBLAD VAN HAARLEMMERMEER. NIEtlWS £N ADVERTENTIEBLAD.
pi. dat bekl. een openbaar bewaarhouder zou zijn. In eene wel-
sprekende peroratie drong de verdediger ten slotte op eene zeer
lichte straf aan.
Beleediging van een scbildwacht.
In den nacht van 20 op 21 November, omstreeks 1 uur,
passeerde J. G. Eckhardt den Dam en koos hij bij voorkeur
zijn weg over de kleine steenen voor's Konings Paleis. De schild-
wacht B. verzocht hem zich te verwijderen, welk verzoek aan-
leiding gaf tot een woordenstrijd, waaraan ook deel werd genomen
door een korporaal M., die Eckhardt krachtig beduidde, dat hij
zijn weg moest vervolgen. E. bleef zich verzetten en zette zijne
beweringen kracht bij door het uiten van scheldwoorden en be-
leedigingen, zoodat hij ten slotte op last van den korporaal^ in
de wacht in bewaring werd gebracht en later door de politie
afgehaald om van het voorgevallen proces-verbaal op te maken.
Dezen week stond hij deswege voor de reehtbank te recht. Hij
beweerde in den bewusten nacht sufferig geweest te zijn, daar
hij van Zaterdag 12 uur aan een stnk had doorgewerkt en onder-
weg iets had gebruikt, zoodat hij eenigszins opgewonden was en
zich niet juist meer kon herinneren, wat hij gezegd heeft. Wei
wist hij, dat de schildwacht met geveld geweer voor hem gestaan
had en toen kan hij wel gezegd hebbenAls ik het geweer
had, zou je wat anders zien". Nadat de beide militairen als
getuigen gehoord waren, requireerde het O. M. wegens beleedi-
ging van een ambtenuar gedurende de rechtmatige uitoefening
zijner bediening (het nieuwe wetboek beschouwt millitairen ook
als ambtenaren) tegen den beklaagde acht dagen gevangeuisstraf.
De kerkelijke quaestie voor den recliter.
Het 0. M. bij de reehtbank te Amsterdam heeft bij
monde van den subst.-offic. van justitie, mr. De Kock, conclusie
genomen in het geding van het classicaal bestuur, doende wat
des kerkeraads is, tegen de heeren Rutgers en Goedhuis. De
eerste exceptie (nietigheid van dagvaarding, daar deze de namen
van de eischende personen niet zou vermelden) achtte het 0. M.
gegrond, daar werkelijk de dagvaarding niet aan de vereischten
van art. 5 Wetboek van Rechtsvordering voldoet. Ook de
tweede exceptie (exceptie van non—qualificatie) achtte het 0. M.
te recht opgeworpen. In de conclusie wordt de verhouding tus-
schen Classicaal Bestuur en Kerkeraad in den breede en ook
historisch onderzocht. De slotsom van het 0. M. is, dat voor het
optreden van het Classicaal Bestuur op de bekende wijze in
geenerlei wet of regleraent eenige steun te vinden is. De con
clusie strekt mitsdien primair tot nietigverklaring vau de dag
vaarding, subsidiair tot niet-ontvankelijk—verklaring van het
Classicaal bestuur als hebbende dit niet geleverd het bewijs
zijner bevoegdheid om te doen wat des Kerkeraads is.
Uitspraak 17 Eebruari.
De volgende aanslag is te Amsterdam gepleegd tegen het
huis van den Procureur-Generaal mr. A. E. J. Jolles.
In den vroegen morgen van Dinsdag 18 dezer werd bij den
heer Jolles, in de Sarphatistraat, gebeld. De meid, denkende
dat het de melkboer was, ging in donker naar beneden en,
opengedaan hebbende, vernam zij van eenige personen, dat een
blaas met petroleum en vele afgebrande lucifers op de stoep
lagen. De heer Jolles, toen dadelijk door de dienstbode geroepen,
bij de voordeur komende, vond de aldaar liggende mat nog
smeulende, alsmede dat de brievenbus, die aan de deur bevestigd
was geweest, aan stukken op den grond lag.
Bij nader onderzoek bleek hem, dat het voorportaaltje hetwelk
door een glazen tochtdeur van het overige gedeelte van de gang
is afgescheiden, evenals de stoep nat van petroleum was. De
heer Jolles bevond tevens, dat op de kokosmat, die voor een
derde verbrand was en nog smeulde o. a. ook een stuk van
een verbrande lap lag.
Vermoedelijk hebben dus de daders de brievenbus, die door
den heer J. den vorigen avond te 11 uur geledigd was, gevuld
met grauw papier en met een oude bonte halsdoek, daarna
door een trechter petroleum in de bus gegoten en vervolgens
daarin den brand gestoken, doch juist op dat oogenblik schijnen
zij onraad bespeurd te hebben, want met achterlating, op de
stoep, van een met petroleum gevulde blaas en den trechter,
die blijkbaar gebezigd was om de petroleum in de bus te gieten,
zijn zij verdwenen.
Een tweede blaas met petroleum is gevonden op een honderd
pas afstand van het huis; het bleek dat beide blazen nog onge-
veer 5 liter petroleum inhielden. Aangezien de gang van marmer
is, bestond er oppervlakkig geoordeeld weinis gevaar voor de
bewoners, doch de brandweer is van oordeeld dat het vuur
enkel gedoofd is, doordien, evenals alle nachten, ook dien nacht
de tochtdeur gesloten was en het vuur alzoo gestikt is door te
weinig ruimte en geringen aanvoer van lucht of tocht. Het
getal aangestoken en op de stoep gevonden lucifers bedroeg
vijftien. De bus was ten deele gesmolten, de deur van binnen
geblakerd.
De laatste dagen las men in sommige bladen advertenties
van een makelaarskantoor te Arnhem, Broerenstraat 5. (Zie o. a.
Nieuio Arnh. Advertentieblad van Maandag jl., waar groote
landgoederen worden aangeboden). In de Prov. Nijmeegsche Crt.
plaatste hij een aanbieding van trouwlustige weduwen en jonge
dames met kolossale vermogens {J 300.000 eu meer). Inlich-
tingen omtreat die dames waren bij hem te bekomen.
Na eene conference met de Arnhemsche politie heeft deze
tnakelaar, een Duitscher, Arnhem en ons land verlaten.
Yoor hen, die in correspondentie met hem zijn getreden, is
deze mededeeling misschien niet van belang ontbloot. Zij weten
nu wat de oorzaak kan zijn, zoo die betrekking mocht worden
afgebroken. {Arnh. Crt.)
Betreffende het ongeluk te Spitalsfield, worden nog eenige bij-
zonderheden medegedeeld, waaruit blijkt, dat er niet de minste
gegronde reden bestond voor een zoo verschikkelijke paniek.
Het rederijkersgezelschap gaf een uitvoering, met een weldadig
doel, welke door omstreeks 500 personen werd bij^ewoond. Een
man en een vrouw stonden buiten te kijven en schreeuwden zoo
hard, dat men in de zaal aan brand dacht. Plotseling riep een
vrouw //brand"! en onmiddellijk drongen alle aanwezigen naar
de deur. In een oogwenk waren twaalf vrouwen, drie jongens,
een meisje en een man doodgedrukt in het verschrikkelijk ge-
drang. Men verdrong elkaar, liep over elkaar heen en betwistte
elkaar den engen uitgang, zoodat het te verwonderen is, dat
niet meer personen het leven Verloren.
Een politie—agent schoot toe op bet rumoer en bevrijdde nog
zeven personen, die hij ernstig gekwetst naar het ziekenhuis
liet brengen. De voorzitter verklaarde, dat hij alles deed wat
hij kon, om de menschen bedaard te houden, maar alle pogingen
bleven vergeefsch. Daarbij kwatn dat terstond het licht werd
uitgedraaid, waardoor de ontsteltenis en de paniek nog toenam.
Spoedig werden wel eenige kaarsen op het tooneel aangestoken,
doch daardoor werd de toestand niet beter, want toen, aldus ver-
haalt een der aanwezigen, zagen wij op het tooneel een verschrik
kelijk gevecht tusschen een aantal menschen, die naar een uitgang
zochten. Het ergste was het gedrang, waar de bezoekers van
de bovengalerij in botsing kwamen met de menschen, die beneden
zaten. Op dit punt kwamen dan ook de meesten om het leven.
Door de tijdige hulp werden n6g een groot aantal personen
bijgebracht. Ze waren slechts bedwelmd en hadden hun redding
alleen te danken aan den politie-agent, die door zijn tegenwoordig-
heid van geest de paniek stuitte.
De politie heeft een onderzoek ingesteld naar de oorzaak van
de ramp.
De Nederlandsche vice-consul te Birmingham heeft de aandacht
gevestigd op eene zich noemende //Conkling Watch Manufactu
ring Company" aldaar. Ocgeveer 200 a 300 brieven, laatstelijk
van het vasteland aan dat adres verzonden, zijn aan het post-
kantoor te Birmingham teruggezonden, daar de zekerheid was
verkregen, dat de zich noemende //Company" door een zwende-
laar wordt vertegenwoordigd.
Ongeveer twintig dier brieven, hier te lande afgezonden en
inhoudende kassiers- of orderbriefjes ten bedrage van ongeveer
30, zijn aan de afzenders teruggezonden.
In De Banier van Woensdag 22 December jl., no. 102, kon-
digt de //Company" onder het opschrift Belangrljk voor iedereen
en het opschrift //Concling Manufacturing Comp.," 55 Almastreet,
Birmingham (Engeland) zilveren en gouden remontoirs ten ver-
koop aan, met vermelding der prijzen en de bijvoeging //Agen-
turen en depots worden op zeer gunstige voorwaarden opgericht".
De genoemde vice-consul meent, naar aanleiding van hem
gevraagde inlichtingen, tegen het zenden van geld of geldswaarde
aan genoemde //Company" te moeten waarschuwen.
{N. B. Ct
melding
van eene
Het Engelsche blad Engineering maakt
medische behandeling per onderzeesche telegraafkabel.
Een dame uit New-York reist door Europa eu wordt ziek in
een Duitsche stad. Haar familie seint dadelijk naar den huis-
dokter te New-York, die het gestel der dame kent, de verschijn-
selen, die zich bij de patiente voordoen, en ontvangt denzelfden
dag per telegraaf raad en recepten.
Daar de ziekte verergert, roept de New-Yorksche dokter de
hulp in van een collega, Ook deze doet zijne vragen per tele
graaf en binnen eenige weken smaakt het tweetal geneesheeren
de voldoening hun patient genezen te hebben.
Zondagavond te 9 ure werden de inwoners te Zandvoort ver-
schrikt door het geklep der brandklok. Er was brand ontstaan
in het onbewoond perceel //Villa Maria" aan den Hoogenweg,
tegenover de gemeenteschool. Ofschoon het onheil zich in den
beginne ernstige liet aanzien, daar de vlammen reeds uitsloegen,
mocht het aan de vereenigde krachtsinspanning van brandweer
en particulieren, geholpen door de ingevailen windstilte, gelukken
de vlammen te bedwingen.
Op de Gedempte Sloot te 's-Gravenhage had Maandagavond
eene verwoede vechtpartij plaats tusschen twee personen, Z en
S., die niettegenstaande hun gevorderden leeftijd (de een is 50
en de ander 70 jaren oud) toch nog in het bezit van goede
t.anden schijnen te zijn. Eerstgenoemde werd den top van een
zijner vingers bijna afgebeten, terwijl het aangezicht van den
laatste op gevoelige wijze met het gebit van zijn tegenstander
kennis maakte. De vechtersbazen werden eindelijk door hunne
vrouwen gescheiden.
Te Philadelphia zijn twee gierigaards, van wie de een millionnair
was, in hunne woning doodgevroren gevonden.
In de brandkast lag veel geld en papier van waarde en het
steenkolenhok was vol.
Toen men de lijken ontdekte, waren beide ongelukkigen reeds
3 dagen dood.
Succi 't zal wel de laatste maal zijn dat we zijn naam
noemen heeft uitgevast en tevens afgedaan. De vasterij
begint Parijs en de wereld, die haar naar de oogen ziet, tever-
velen Succi moest dit tot zijn schade merkende laatste
vastendag, de dertigste, waarvan hij zich zooveel had voorgesteld,
ging onopgemerkt voorbij. En thans wordt zijn naam nog slechts
genoemd, omdat hij procedeert met zijn impressario Lamperti
over de premie van frcs. 15,000, die Succi na afloop der vasten
zou ontvangen.
Lamperti beweert dat Succi zich niet aan de afspraak heeft ge-
houden. Hij had behalve de toegestane levensmiddelen het
water en het wonderdrankje achler den rug van zijn bewakers
nog een fleschje geleegd, vervolgens de eerste maaltijden niet in
het publiek genomen, en ten slotte zich niet in het Edentheater
willen toonen, gelijk hij beloofd had.
Succi heeft toegegeven, dat hij 15 gram opium genomen heeft,
maar rekent dit niet tot de voedingsmiddelen.
Uit proefnemingen in den laatsten tijd in het Parijsche laborato-
rium met honden genomen is gebleken, dat de vasters inderdaad
veel aan het water te danken hebben.
De eene hond, die eten noch drinken kreeg, stierf na 20 dagen
de andere, die drinken mocht zooveel hij wilde, verdroeg een
veertigdaagsche vasten zonder schadelijke gevolgen.
Na dien tijd liet hij zich een schotel soep en een pond vleesch
goed smaken en bleef vroolijk en gezond.
Met dat al is van het vasten het mooie af. Een landgenoot
van Succi, prof. Giovanni Miroglio te Milaan, heeft dat begrepen
en iets anders bedacht. Hij daagt een ieder uit om gedurende
drie maanden weerstand te bieden aan een opklimmende tempe-
ratuur van 25 tot 60 graden.
Hij verzekert deze hitte te kunnen verdragen, dank zij een
wondermiddel, waarvan hij het geheim bezit, en verkaart zich
bereid zich aan deze proefneming in een der hoofdsteden van
Europa te onderwerpen.
In het Fransche departement Finistere zijn drie menschen
ernstig verwond door eene merrie; die door een dollen hond was
gebeten en bij wie zich de verschijnselen rm razende dolheid
hadden geopenbaard.
Gedurende de laatste masnden kwamen in Frankrijk onder-
scheidene gevallen van dolheid voor bij paarden en runderen,
die door dolle honden waren gebeten.
In November alleen werden 2 paarden in het departement
der Vogeezen en het departement Finistere wegens dolheid
afgemaakt en openbaarde zich de ziekte bij 18 runderen, die
daaraan stierven of als daaraan lijdende afgemaakt zijn.
Het aantal honden door dolheid aangetast bedroeg 122, dat
der katten 3.
Zeer groot was het aantal menschen en kinderen door die
honden verwond, waarvan reeds eenigen dientengevolge zijn
overleden.
Het meerendeel der verwonden riep de hulp in van de doctoren
aan de inrichting-Pasteur te Parijs.
Op bleekerijen en boerenwoningen treft men soms uit eene
plank gezaagde, levensgroote, zwart en wit gevlekte ooievaars
aan, die, natuurlijk op 6dn been staande, het geheele jaar door
als windvaan dienst doen. Ook zou men zich de residentie
zonder een ooievaar in haar wapen en een altijd levenslustigen
op de Vischmarkt aldaar, moeielijk voorstellen. Hooger rechten
heeft Nederland, buiten den tijd dat hij als lentebode" optrad,
aan den ooievaar nooit toegekend. Nu vermeldt de N. Br. Crt.
als eene bijzonderheid, dat zich, niettegenstaande de vorst zich
fel deed gevoelen, nog steeds te Lage Zwaluwe een ooievaar
ophoudt. Is de vogel krankzinnig of er op uit zijn goeden
naam allerschandelijkst te bekladden? Want als ooievaars niet
meer wegtrekken, kunnen zij als //lentoboden" toch moeilijk
hnn krediet ophouden. Genoemd blad heeft echter misschien
verzuiind er bij op te geven, dat de vogel in een schuur of
stal verblijf houdt, verzorgd wordt en een gevangen jong is
van dezen zomer Dat zou de zaak wel eenigszins veranderen.
Zoo niet, verwacht dan mettertijd ijsvogels in Augustus.
{I. Crt.)
Uit Jutfaas wordt van 21 Jan. gemeld
Heden namiddag reed de tram VreeswijkUtrecht, die te 1
uur uit Utrecht vertrekt, ter hoogte van het Witte Huis een
meelwagen aan.
Het geval moet zich zod hebben toegedragen. Een molenaars-
knecht uit Utrecht rijdt met eenen zwaar beladen wagen voor
de tram uit. Hij zit er boven op en hoort door het rammelen
van het ijzerwerk aan zijn voertuig het bellen niet van de
achter hem aankomende tram. De machinist denkt, dat de
molcnaar tijdig zal uitwijken; maar dit gebeurt niet en de wagen
wordt door het eerste rijtuig gegrepen.
De voerman springt er af, maar ongelukkig juist aan den
verkeerden kant, zoodat hij tusschen de tram en zijn wagen
bekneld raakt. Nu stopte de machinist natuurlijk uit alle macht,
terwijl het paard met den wagen op hoi gaat.
De voerman had eene belangrqke kwetsuur aan het hoofd,
klaagde over pijn in de armen en kon gaan nog staan. Het
paard werd later gegrepen, maar toen was de wagen nagenoeg
leeg. De zakken lagen langs den weg, enkele heel, andere ge-
barsten, zoodat het meel overal heen stoof.
Een gouden horloge dat voor het raam van een sigarenwinkel
in de Torenstraat te 's-Hage lag ten toongesteld en dat onder
de klanten zou worden verloot, is gestolen.