BINNENLAND. LANDB0UW. WEEKBLAD VAN H A A R LEMMERM EE R NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. Zij, die er nog aan getwijfeld mochten hebben of de overgroote meerderheid van het Nederlaudsche volk nog wel Oranjegezind is, zullen j 1 Zaterdag hun laatsten tvvijfel hebben zienverdwijnen. Over het geheele land, tot in de kleinste geineenten is's Konings zeventigste vorjaardag met de grootate opgewektheid gevierd, en naast optochten en andere feestelijkheden heeft men niet vergeten largesse te doen op ruimen schaal. Geld, levensmiddelen en brandstoffen werden op tal van plaatsen aan minder door de fortuin bedeelden nitgereikt, en hoewel in de hoofdstad de eigpnlijke feesten tot 'a Konings komst in April waren uitgesteld, is men er in het betoonen van gehechtheid aan ons Vorsteuhnis niet achterwege gebleven. Van 's Konings verjaardag heeft men tevens gebruik gemaakt om ten behoeve der kinder-vacantia kolonies een driedaagsche Fancy-fair te honden, die uitstekend geslaagd is, en naar wij ver- nemen niet minder dan circa 55000 boeft opgebracht. De liefdadigheidszin schijnt onder den druk der tjjden, Goddank, nog niet verloren te zijn gegaan. Bijna was er op 's Konings geboortedag een ongeluk gebeurd, waardoor die dag als een der noodlottigste uit onze historie geboekt had moeten worden. De Koningin maakte n.l. dien dag met Prinses Wilhelmina een rijtocr in een met twee paarden a la Daumont bespannen rijtuig toen de vnrige beesten van het een of ander schrikten en op hoi sloegen. De postiljon werd afgeworpen, en in vliegende vaart renden de paarden langs het Noordeinde, totdat zij, gelukkig voor dat er verder onheil was aangericht, door een dapper koetsier, met name Rabelsiar tot staan werden gebracht. Hoewel, zooals te begrijpen valt, zoowel H.M. als de ir'nses hevig outsteld waren, werd de rit echter kort daarna voortgezet, thans in een open rijtuig, dat van den bok gereden werd. Dat de geestdrift er na het voorgevallene niet op verminderd was, laat zich gereedelijk begrijpen. Reeds is in den Haag eene beweging op touw gezet om Ril- belaar S moedige daad op gepaste wijze tebeloonen, terwijl de Koning hem een levenslange jaarlijkscho toelage van 5. heeft toegestaan. Daarentegen zijn de beido ongelnkspaarden doodgeschoten. De feesten liepeu overigens in alle plaatsen zonder stoovnis af, hoewel er van nit Rotterdam een laaghartige poging is gedaan, om overal in den lande ontsteltenis te verspreideu en de feesten te doen mislukken. De N. R. Ct. deelde daaromtrent het volgende mede »Meu heeft de laagheid gehad, een valsch bulletin door het land te verspreiden, inhoudende de tijding, dat Z. M. de Koning plotseling overleden zou zijn. Het bulletin is in eene massa exemplaren uit onze stad per post verzonden, geheel of gedeeltelijk onder kruisband, aan bepaalde personen geadresseerd. Het was gedrukt in eenen rouwrand, en bovenaan stond gedrukt Bulletin van de Nieuwe Rotterdammer Courant. Geheel de vorm was er op aangelegd om te misleiden, blijk- baar met de bedoeling om in het feest, dat met zooveel opge- wektheid door het Nederlandsche volk werd gevierd, stoornis te brengen. Uit Breda wordt ons gemeld, dat het bulletin aldaar Zaterdag 11. omstreeks 10 V2 werd outvangen er in handen van de justitie is gesteld. Ongetwijveld zal ook hier ter stede, waar de daders schijnen te schuilen, een gestreng onderzoek door de justitie worden ingesteld." Tot ons leedwezen schijnt de jnstitie hierin nog niet geslaagd to zijn, hoewel men zonder veel moeite kan nagaan uit welken hoek die wind gekomen is. Door de Directie der A. R. Crt is /200 uitgeloofd voor het ontdekkeu van den dader of daders. Toch is de feestdag te Amsterdam de aanleiding geworden dat aldaar weder balddadigheden en ongeregeldheden hebben plaats gehad. Nu is echter het blaadje omgekeerd en moeten de Sociaal- democraten het gelag betalen. Reeds in den avond van den 19n weiden bij een paar bekende Sociaal-democraten de ruiten in geworpen, en do laatste avonden trok een joelende volksmenigte met Oranjevlaggen door de stad, onder het zingen van het klassieke refrein Hop hop hop (bis.) Hang de socialisten op Een koffiehuis op het Waterlooplein, waar de socialisten bijeen- komen, had het reeds Maandagavond hard te verantwoorden ge had, en in den afgeloopen nacht heeft daar een geregeld gevecht plaats gehad, tusschen de socialisten, die zich er zich verschanst hadden en de Oranjeklanten Toen het eindelijk gelukt was een deur open te breken, vielen er uit het koffiehuis ettolijke schoten, waardoor een persoon uit de menigte gewond moet zijn geworden. Er volgde natuurlijk een geweldig tumult; aanvallers, aange- vallenen en politie tuimelden en rolden doorebn, totdat ten slotte de Oranjemaunen na het koffiehuis half afgebroken te hebben, de overhand behielden. Een twee-en-dertigtal personen, waaronder 5 politieagenten hadden kwetsuren opgeloopen, en verscheidene socialisten zijn gearresteerd. Het is te hopen dat de autoriteiten met kracht zullen weten op te treden, onverschillig wie de aanleggers of schuldigen zijn. Tegenstanders van Algemeen Stemrecht zullen opmerken dat het volk, dat toont soms zoo weinig eerbied te hebben voor de wet, nog in do verte niet rijp is voor Algemeen Stemrecht, en bij de behandeling der Kiesvoorstellen, zal het een wapen te meer zijn in de handen van hen, die nitbreiding willen bestrijden. De beraadslagingen over de Grondwots-voorstellen zijn nog steeds gaaude, en blijkt er uit dat de rechterzijde eerst de kies- wet zou willen herzien om dan door een nieuwe Kamer te doen beslissen over de Grondswcts-herziening. De meerderheid heeft echter anders beslist en de amendementen in dien zin van de heeren Keuchenius en Lohman verworpen, waarna hoofdstuk I aan de orde is gekomen. Bij de te Haarlem gehouden verkiezing voor een lid der Provinciale Staton van Noord-Holland, zijn uitgebracht 1002 geldige stemmen, n.l op de heeren mr. J. de Clercq van Weel 453, mr. W. S. J. van Waterschoot van der Gracht 449 en P. Verkuijl 96 stemmen. Alzoo herstemming tusschen de twee eerstgenoemden. De minister van financiim maakt bekend, dat de rentebe- taling alleen over het halfjaar verschijnende op 1 Maart 1887, zal geschieden in het lokaal van de Grootboeken der Nationals Schuld, van Dinsdag 1 Maart 1887 tot en met Vrijdag den 4den dier maand. Vervolgens zullen van Maandag 7 Maart 1887 tot en met den 15den Jcli daaraanvolgende, op alle werkdagen (met uitzondering van den Zaterdag) de bureelen geopend zijn tot het voortzetten van deze rentebetaling en van die over de nog verschuldigde halfjaren. Tevens worden, overcenkomstig art. 19 van het koninklijk be- sluit van 18 Mei 1'818 (Staatsblad no. 24), voor de tiende of laatste maal opgeroepen de nog niet opgekomen rechthebbenden op de renten verschenen op 1 September 1882. waarvan de be- taling, ingevolge koninklijk besluit van 25 October 1855 Stuats- blad no. 125), zal blijven opengesteld tot en met den laatsten Augustus 1887. De arbeiders van de firma H P. Gelderman Zoon, te Oldenzaal, 750 in getal, ontvingen op 's Konings 70en verjaardag van huDne patroons ieder een spaarbankboekje met eene inschrij- ving van f 5. Voor in ieder boekje leest men »Ik heb er altijd prijs op gesteld, dat het mijne arbeiders goed gaat en dat zij door zuinigheid en overleg in hunno behooften vborzien. Er zijn velen, die dat kunnen en zelfs nog aardig be- sparcn, en die dat niot doen, zijn dikwijls m verlegenheid. Thans sparen ongeveer 250 arbeidors en 500 doen het niet; de eersten hebben het goed, de laatsten veelal slecht. DaaTom verzoek ik u dringend om wekelijks minStens tien cent in de spaarkas der fabriek gedurende een geheel jaar te laten staan, en wie dat doet ontvangt van mij vijf gulden, die nu reeds ingeschreven worden. »Ik geloof dat gij, eenmaal aan het sparen zijnde, daarmede zult voortgaan, en iederen cent tweemaal zult omkeeren alvorens gij hem eenmaal onnut uitgeeft. De rust en het gelnk van uw geheele leven is daarmede gemoeiddaarom dan flink begonnen ik zal er op toezien en hoop, dat na jaren de meesten uwer mij nog dankbaar zullen zijn voor deze opwekking." H P. Gelderman. Multatuli. Op denzelfden dag waarop de vorst, tot wien hij zich richtte als tot den »meer dan Koning en Keizer, Sultan van het Rijk van Insulinde," te midden zijner feestvierende onderdanen zijn 70e geboortedag vierde, overleed op vreemden bodem, de man die deze onsterfelijke woorden gedicht heeft. Op 67 jarigen leeftijd overleed n. 1. te Nieder-Tngolsheim E. Douwes Dekker, een man die een geheel eonige plaats zal inneraen in de geschiedenis onzer letterkunde, maar vooral ook in de geschiedenis onzer kolonien. Op circa 18 jarigen leeftijd vertrok Douwes Dekker met zijn vader, een Koopvaardijkapitein, naar Java en werd al spoedig aangesteld tot adjunct- commies ter secretarie waar hij echter slechts een korten tijd verbleef. Reeds spoedig werd hij overgeplaatst naar Sumatra's Oostkust, waar zijn eenig gezelschap bestond uit een vier- of vijftal Europeanen, die in ontwikkeling en beschaving verreweg beneden hem stonden. Daar begon hij dan ook de autocratische en meesterachtige manieren aan te nemen, die hem later bij zoo velen gehaat zpudon maken, en toen hij naar Java terngkeerde ging hem dan ook de roep van »een lastig man" te zijn, reeds vooraf. Intusschen klom hij op tot den rang van assistent-resident, welke betrekking hij in onderscheidene afdeelingen bekleedde, hot laatst in Lebak. Hoe hij zich in dien tijd vertrouwd maakte met het leven der inlandsche bevolking, met hunne zeden en gewoonten, met de onderdrukking en afpersing waaraan zij, ten minste toen ter tijde, van de zijde der Inlandsche hoofden bloot stond, leert ons zijn nooit volprezen werk Max IJavelaar dat, zooals in do Kamer werd gezegd, een rilling door het land had doen gaan. Toch hadden zijn geschriften niet dadelijk die gevolgen welke Multatuli er zich van had voorgesteld, en dat hem dit bitter stemde, daarvan drageu zijn tallooze werken overvloedig de sporen. De pen, hetzij hij poBsie of proza schreef, met meesterhand voerende, met een opvergelijkelijk kernachtige stijl toegerust en een volkomen meesterschap bezittende over de taal, heeft hij zijne landgenooten vaak de scherpe tuchtroede doen gevoelen, daar waar het gold hun tekortkomingen of dwaasheden onder het oog te brengen. En weeden vermetele, die het waagde met hem in het strijd- perk te treden, zonder volkomen geharnast en tot den strijd toegerust te zijn. Geen fout in de wapenrusting ontging tijn blik, en hij aarzelde niet het zwaard der logica en der satire daarop met verdubbelde kracht te doen nederdalcn. Wat wonder dus dat hij naast de velen die hem als de Meester" vereerden en vereeren, nog meerdere vijanden telde; trouwens het valt niet te ontkennen dat hij bij al zijne groote talenten de slechte eigenschap had van niemand te dulden naast zich of boven zich, en b.v. de room van een Thorbecke hem een doorn in het oog was. Dat Multatuli met zijne werken op verschillend gebied een ontzaglijken invloed heeft nitgeoefend, zal alleen ontkend worden door hen die ziende blind en hoorende doof zijn. Veel van wat in de Max Eavelaar door den genialen schrijver werd aangegeven als wenschelijk, nuttig, noodzakelijk en menscholijk, wordt thans in praktijk gebracht. Wij zeggen menschelijk want ding stond bij Multatuli voor alles op den voorgrond, dat is wees goed. Wanneer ge de een of andere handeling tegenover uw evenmensch verricht, zorg dan dat ge na de volbrenging kunt zeggen: dat is goed van mij gedaan." Dat Multatuli zelf niet altijd volgens dien gulden regel handelde, wie zal het ontkennen, maar dat is immers zuiver menschelijk, en hij heeft zich nimmer voor iets anders willen laten doorgaan. Douwes Dekker behoort thans aan de historie, en die zal hem weten te oordeelen, beter dan zijne tijdgenooten, zooals de historie dat steeds doet. Maar ddn ding is ontwijfelbaar, n.l. dat, afge- scheiden van zijne menschelijke gebreken en tekortkomingen, zijn figuur zich daarboven zal verheffen, als een zon op voile middag- hoogte, in welks schitterende stralenrjjkdom zich, zoolang de Nederlandsche taal gesproken wordt, oudere en jongere van dagen zullen komen koesteren en verlustigen en leeren denken. GrONDWETS-HERZIENING. Bij de voortgezette beraadslagingen over de Grondwets-herziening kwam aan de orde art. 1 van hoofdstuk 1 luidende: Art. 1. (Omschrijving van de proviucien, waaruit het Koninkrijk in Europa bestaat), wordt thans voorgesteld aldus: Het Koninkrijk der Nederlanden omvat het grondgebied in Europa, benevens de kolonien en bezittingen in andere werelddeelen." Hierop was door -de heer de Ranitz en Hartogh als amendement voorgesteld om in plaats van grondgebied te lezen Rijk, terwijl de heeren Viruly Verbrugge het artiKel aldus wilde redigeeren: /'Het grondgebied van het koninkrijk der Nederlanden bestaat uit het rijk in Europa en de kolonien en bezittingen in andere werelddeelen". Beide amendementen werden zeker verworpen en de regeerings- lezing aangenomen met 57 tegen 14 stemmen. Wat art. 2 betreft was door de Regeering voorgesteld dit aldus te lezon: //De wet kan provincien en gemeenten vereenigen en splitsen, en nieuwe vormen. //De grenzen van het Rijk, van de provincien en van de gemeen ten kunnen door de wet worden veranderd. De heeren De Beaufort en Verniers van der Loeff stelden voor alinea 2 te doen luiden„De grenzen van het Rijk en van de provincien kunnen door de wet worden veranderd," en er bij te voegen deze nieuwe alinea: z/De grenzen van de gemeente kunnen worden veranderd volgens regels door de wet te stellen." Na eenige discussie werd dit amendement eveneens verworpen en wel met 68 tegen 8 stemmen en het art. ongewijzigd goedgekeurd. Bij art. 3 werd door de Regeering voorgesteld dat wel alien die op het grondgebied van het rijk vertoeven bescherming zullen ge- nieton, doch vreemden niet in gelijke mate als ingezeteneu. Dit artikel lokte een vrij breede gedachtenwisseling uit. Door de' heeren de Ranitz en Hartogh was bij amendement voor gesteld de gelijke bescherming te hand haven, terwijl bovendien nog eenige andere amendementen werden ingediend. De discussies over dit art. werden echter niet tot een eind gebracht en verschoven tot Maandag e.k. De op de in 1884 te Amsterdam gehouden internationale landbouw-tentoonstelling opgedane overtuiging, dat de veredeling van het paardenras in ons land geen gelijken tred heeft gehouden met 't gem in andere landen daarvoor is gedaan, en dat wij, bij deze vergeleken, niet zijn vooruitgegaan, had het hoofdbe- stuur van de Friesche maatschappij van landbouw, op srrond van het ingewonnen advies van het bestuur van het Paarden- stamboek, doen besluiten, gedurende de jaren 1887, 1888 en 1889 keuringen van hengsten en merrien te houden en daarvoor prernien ter aanmoediging besch'ikbaar te stellen. Daarvoor was jaarlijks noodig/2500. De Prov. Staten kenden daarvoor een jaarlijksch subsidie van /2000 toe. Namens het hoofdbestunr is thans door eene commissie een //reglement, hondende bepalingen voor de keuringen van hengsten en veulendragende merrien met veuleti in Friesland" vastgesteld. De keuringen van hengsten wordep in twee rubrieken gescheiden, een voor tnlandsch en den voor b.uitefilandsch en gekruist ras. Door het bestuur van het Friesch rundvee-stamboek is opnieuw onder de aandacht der leden gebracht, dat het zoogenaamd op- knappen of mooi maken" der hoornen, 't geen vooral bij stieren niet zeldzasm is, wordt afgekeurd en dat in geen geval de hoornen van ingeschreven stieren zullen worden herbrand, indien blijkt, dat ze zijn opgeknapt, Ook het gebruik van het hoornijzer om aan de hoornen eene bepaalde richting te geveu, wordt outraden. Wij vestigen de aandacht van liefhebbers van schoon Neder- 1 andsch rundvee, op de verkooping, te houden den 24sten Maart a.s. op de Java Hoeve te Halfweg bij Amsterdam. Zelden wordt zulk eene gelegenheid aangeboden om puike en volkomen exem plaren te bekomen. Deze feefokkerij wordt opgeruimd door den heer Bauduin, ten gevolge van het overlijden van zijn schoonzoon, in leven administrateur dezer ondememing.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1887 | | pagina 2