GEMENGDE BERICHTEN.
WEEKBLAD VAN HA ARLEMMERMEER,
NIEUWS- en A D VERTENTIEBLAD.
dionkenscliap. De cognacflesch was ook bijna lees?. De dienst-
bode bleef bet onder die omstandigheden geraden achten een oogje
in 't zeil te bouden. En werkelijk, ze had gelijk, want de man
maakte een handbeweging precies alsof liij iets in zijn zak stak.
Ze sprak hem er over aan en sloot, opdat hi] niet wegloopen
zou, den winkel; en zoo werd dan de man, die als bewaarder
dienen moest, zelf bewaard. Later kwamen de overige huis-
genooten thuis. Zij klaarden de zaak spoedig op; eenige voorwerpen
had bekl. achter de canape verborgen, een doopsluier en een stuk
servetgoed had hij nog in zijn zak. De polilie, gewaarschuwd,
zond een rechercheur, die hem aanhield.
Bekl. kon zich van het gebeurde niets herinneren. Hij was
zoo dronken geweest, dat hij niet wist wat hij deed. Degetuigen
beaamden dit; bekl. was h.i. zoo erg beschonken, dat men hem
't gebeurde met kon aanrekenen.
l)e debatten gaven tot eenige niet onaardige vragen aanleiding.
Het O. M., waargenomen door den subst. off. mr. Schimmel-
penninck, meende dat bekl. niet schuldig was aan diefstal rnaar
aan verduistering. De guederen waren in beslag genocaen en
aan de heerschappij van de eigenares onttrokkende bewaarder
was z. i. houder, d. i. had die goederen in zijne macht. De doop
sluier enz. was dus niet weggenomen, maar verduiaterd. Wat
de dronkenschap aangaat, meende spr. dat deze niet van zoo
hevigen graad kon geweest zijn dat alle bewustzijn hem ontbrak.
Trouwens, dat bekl. niet zoo heel eerlijk was, bleek hieruit, dat
hij de cognac had ontvreemd en opgedronken. Requisitoir 2
maanden gevangenisstraf ter zake van verduistering.
Mr. Bruijn, door het Bureau van Consultatie toegevoegd,
betoogde bij pleidooi het navolgende:
Jo. Dat'de feiten op zichzelf niet bewezen waren en dat 2o.
gesteld, zulks ware wel het geval, toch geen veroordeeling wegens
verduistering kon volgen, omdat in de dagvaarding ten laste was
gelegd//het wegnemen van goederen ten nadeele van den eige-
naar, met het oogmerk zich die wederrechtelijk toe te eigenen"
d.w.z. diefstal en niet verduistering; 3o. dat de bewaarder houder
van de in beslag genomen goederen zijnde, ten voile bevoegd is
die binnen het perceel te verplaatsen en zich alleen en eerst dan
aan verduistering schuldig uiaakt, wanneer hij bij het eind van
het beslag der goederen niet uitlevert; en 4o. dat bekl. wegens
dronkenschap niet toerekeningsvatbaar was.
Daarna stond terecht E. H. Bloem, van beroep kruiersknecht,
oud 31 jaar, wonende te Amsterdam. In den avond van 22
Januari jl. kwam bekl. langs de Raamgracht, waar voor het
kantoor van eene firma een aan deze toebehoorende baal met
karpetten lag. Beklaagde die de kans schoon zag, nam er der-
tien stuks uit en bood dieuzelfden avond er eenige te koop aar.
zekeren Verheggen. Deze was een eerlijk man en kreeg dus
dadelijk achterdocht toen bekl. een veel lageren dan den ge-
wonen winkelprijs vroeg. lntus?chen, hij kocht er een paar,
maar legde den bekl. een quitantie voor, die deze met den naam
van Bogaard onderteekende. Bij diefstal en valschheid in ge-
schrift liet bekl. het echter niet. In diezelfde dagen vervoegle
hij zich aan het pakhuis der firma Klijn de Jong, door wier
pakhuisbediende hij zich op een valschen naam een kist met
blik deed afgeven. Waar de gestolen karpetten bleven, bracht
de politie spoedig uitmaar van het blik werd geen speor meer
gevonden. Bekl. zeide, dat hij het in 't water geworpen had.
Die verklaring bleek echter vermoedelijk onjuist te zijn, daar
het der politie ook na zorgvuldig visschen en dreggen, niet, ge-
lukt was iets te vinden. Overigens werden alle feiten door bekl.
erkend. Het 0. M. requireerde 1 jaar en 6 maanden gevange
nisstraf. De verdediger mr. P. H. Scholten meende dat de ge-
I pleegde valschheid niet strafbaar w as, omdat er geen mogelijk-
heid van nadeel bestond; overigens had men z. i. hier niet met
verschillende delieten maar met een voortiiezet misdrijf te doen.
Pleiter drong ten slotte op eene lichte straf aan.
Bij breed gemotiveerde sententie van het hoog militair gerechts-
hof is Vrijdag uitspraak gedaan in de zaak tegen J. H. Soeterman,
dienende als kanonnier-milicien bij de 2e batterij van het 3e
regiment veld-artillerie te 's Bosch, beklaagd van oplichting.
Bekl. had zich in April 1885 aan den sedtrt overleden agent
in remplafanten W. Stuijver, te 's Hertogenbosch, voor eene
geldelijke belooning verbonden, om in dienst te treden als nummer-
verwisselaar voor A, H. A. Scheffer, loteling der gemeente
Gennep. Een dienstplichtig loteling uit de gemeente Meeritter
(bekl/s geboorteplaats) was echter v/rr den dienst afgekeurd,
en daarvoor was Soeterman persoonlijk dienstplichtig, zoodat
zijn nummer voornoemden Scheffer niet meer vrij maakte.
Ofschoon dit wetpnde, had Soeterman toch, onder het overleggen
eener schriftelijke verklaring van een notaris, om zijne bewering,
dat, hij nummerverwisselaar was, ingang te doen vinden, zich
als zoodanig voorgedaan; in die verklaring gaf de notaris n.l.
te kennen, dat bekl. zich als nummerverwisselaar door A. H A.
Scheffer had verbonden; de weduwe van W. Stuijver heeft hij
door die middelen bewogen, hem 50 ter hand te stellen in
mindering van het loon van nummerverwisseling, ofschoon het
doel der verwisseling niet bereikt was.
Bij vonnis van den krijgsraad in het 2e militaire arrondisse-
ment was bekl. en gedetineerde, op grond dat hij zijne hoedanig-
heid van nummerverwisselaar verloren had, tot zes maanden
gevange: isstraf veroordeeld.
Het hof vernietigde Yrijdag het vonnis van den krijgsraad
sprak den bekl. van het hem ten laste gelegde vrij, en gelastte
zijne onmiddelijke invrijheidstelling.
Het hof besliste, dat de beklaagde de hoedanigheid van num
merverwisselaar niet verloren had, dat wel is waar zekere Stok-
broek, die een bger nummer dan beklaagde getrokken had, na
zijne infiienststelling was afgekeurd, tengevolge waarvan het
oorspror.kelijke vrije nummer, dat Soerstermans getrokken had,
voor don dienst was opgeroepen, maar dat het niet meer was
het nummer van Soestermans, maar dat van Scheffer, uit de
gemeente Gennep, met wien beklaagde zijn nummer, dat nu
dienst.^plichfig was geworden, verwisseld had dat nu Scheffer wel
is waar weder een nummerverwisselaar gesteld had, maar Soeter-
mans daardoor niet had opgehouden nummerverwisselaar voor
Scheffer te zijn; waaruit volgt, dat Soetermans, hoezeer bekend
met de omstandigheid, dat de houder van zijn oorspronkelijk
nuinMer voor den dienst was opgeroepen, geen valsche hoedanig
heid had aangenomen, toen hij onder vertooning van eene ver
klaring, hem afgegeven door den notaris, voor wien de akte van
numijnerverwisseling verleden was, van de wed, W. Stuijver in
mindering van zijn contract f 50 gevraagd en ontvangen had;
ook had hij geen listige kunstgrepen aangewend om die geld-
som ,.e bekomen.
In deze zaak was de vorige week door Mr. N. E. van Nooten
geplei en tot vrijspraak geconcludeerd. U.D.)
Hoibrde men in de laatste jaren in het Westerkwartier ge-
lukkr weinig meer van heksen en spoken, dezer dagen deed
zich "er toch nog zulk eene geschiedenis voor en wel op de
WaEden, gemeente Grijpskerk, overigens eene der verlichtste
plelTes der provincie. Bij den landbouwer B. aldaar verdwenen
kle;t dingstukken, huiseliike voorwerpen enz. voor en na op zeer
gel eimzinnige wijze. Bezocht, iemand die woning en liet hij stok
of hoed in een onbewaakt oogenblik alleen, dan kon hij zeker
zijn, dat men ze na lang zoeken uit een bedstede of ander zeer
verborgen hoekje weer te voorschqn haalde. Vooral wanneer
het hoofd des huizes wilde uitgaan, was steeds zijn schoeisel
zoek. Zelfs wanneer men 's middags aan tafel, met gesloten
oogen en bovendien weggescholen achter de pet. een stichtelijk
woord sprak, waren inmiddels zeer geheimzinnig lepels en vorken
verdwenen. Van diefstal kon geen sprake wezen, want altijd
werden, na lang zoeken, de voorwerpen overal, zelfs uit de
hanebaiken, teruggevonden. De oorzaak was niet teontdekken.
Men was ten einde raad, en vreeze en beving kwam over de
huisgenooten, Het spookte! De hulp van een duivelbanner
uit Friesland werd ingeroepen. Hij kwam. Hij achtte den
toestand zeer bedenkelijk. Met veel //hokus pokus" onderzocht
hij deuren en vensters, kisten en kasten en bestreek ze met,
onaangenaam riekende zalven. ;t Scheen die stank //den booze
niet kon verschrikkenalt.hans de toestand bleef ongeveer de-
zelfde. Den predikant bii de Christel. Geref. Gemeente werd
toen verzocht te komen, om zoo mogelijk raad en bijstand te
verschaffen. Na vooraf gewaarschuwd te zijn om zich vooral
niet, van stok, jas en hoed te ontdoen, toog zijn eerwaarde der-
waarts, den gegeven wenk goed in acht nemende. Ook hij
kon geen voldoend licht in deze duisternis doen opdagen.
Ons begrip was veelal te kortzichtig om alles wat er zoo al
in de geeslenwereld oraging, voldoende te begrijpen. Bovendien,
a's God den booze losliet, dan zou die ook wel tot alles in staat
zijn. Daarom kon zijn eerwaarde ook niet beter doen, dan
den bevreesden bewoners aan te raden gedurig te bidden
//Heere! verlos ons van den booze." Of die raad ook nog niet
krachtig genoeg was, of wel dat de bewoners dien niet nauw-
keurig genoeg opvolgden, zeker is het, dat het spoken bleef.
En zie! Een kuiper uit G. moest noodwendig eenig werk aan
de boerderij verrichten. Al spoedig waren ook hem op de eigen
geheimzinnige manier zaag, boor, enz. ontfutseld. Niet aan
heksen en spoken geloovende, zwoer hij bij kris en kras. dat hij
de voorwerpen wilde terughebben. Misschien heeft hij stilletjes
een oog in 't zeil gehouden; althans de man kreeg ten slotte
een der dochters van den huize zoover, dat ze hem de voor
werpen van uit een verborgen hoekje weer ter hand stelde.
Het raadsel was opgelost. Wat echter die lieve Eva van nog
geen 20 zomers bewoog om zoodanig te handelen, blijft almede
een raadsel. //Men" zegt, dat de vader, naar het oordeel der
lieve schoone, niet recht christelijk genoeg leefde, en dat ze
hem nu op deze wel ietwat zonderlinge manier trachtte tot be-
keering te brengen. (Prov. Gr. Ct.)
Een schoonzoon van Vanderbilt heeft te Londen voor het
sommetje van 2,400,000 gd. meubels gekocht, die aan Maria
Antoinette behoorden.
In e n pakhuis van de Spandauer bierbrouwerij te Berlijn
werden Maandag door eenige arbeiders de daar gedurende den
winter geborgen meubels voor den dag gehaald om naar den
schilder gebracht te worden. Onder tafels en stoelen vunden
zij daar het lijk van een sedert zes weken verdwenen grenadier,
Obermeyer genaamd. Hij was uit vrees voor straf uit de kazerne
ontvlucht en waarschijnlijk in bedoeld pakhuis doodgevroren.
Te Marchiennes, zuidelijk van Charleroi, is in de pletterij
van Brison een vreeselijk ongeluk gebeurd, waardoor ,3 personen
gedood en 35 gewond zijn, van welke 12zeerzwaar. Omstreeks
400 werklieden zijn door deze ramp van hun werk beroofd.
Door het barsten van een 80,000 KG. zwaren excentriek werd
een tweede van 35,000 K.G. zwaarte en eene der stoommachines
vernield, terwijl de ijzereu pilaren, waarop het dak rustte, als
hout doorgesneden werden, met het gevolg dat een deel der
fabriek instortte en ougevetr 50 personen onder ijzer en puiu
bedolven werden. De ramp heeft ontzettende ontsteltenis teweeg-
gebracht.
De stoomboot Patagonia, van de Pac. Steam Navigation
Companv is te Lissabon aangekomen met de geredde passagiers
van de Kapunda, de Engelsche stoomboot, welke onlangs op de
Braziliaai.sche kust door een hotsing met de Ada Melmore
verongelukte. Volgens hun inededeelingen geschiedde de sclnp-
breuk onder deze omstandigheden.
De eerste officier stond op het dek op wacht: Het was nog
geen zes uur en nog donker. Alle lichten van de Kapunda
brandden helder, maar de Ada Melmore had geen licht, zoodat
de bemanning der Kapunda deze bark eerst een oogenblik voor
de botsing in het gezicht kreeg. De Ada Melmore trof de
Kapunda juist in de flank. De laatste kreeg een groot lek,
lie]) vol water en zonk binnen drie minuten, zonder dat er tijd
was een enkele boot in zee te brengen.
Negen van de mannen, die nu te Lissabon aankwamen,
sprongen terstond op de Ada Melmore over, terwijl zes anderen,
die op een stuk van de mast, in het water dreven, een orage-
keerde boot van de Kapunda bemachtigden. Zij slaagden er in deze
boot te doen kantelen en roeiden toen naar de Ada Melmore.
De eerste officier werd later door een der uitgezette booten van
de Ada Melmore, opgenomen, nadat hij een uur in het water
had rondgedreven. De gezagvoerder zonk met de boot en kwam
niet meer te voorschijn.
De geredden werden van de Ada Melmore gebracht aan boord
van het Eransche schip Ulysses, dat hen naar Bahia bracht,
Zij schrijven het ongeluk toe aan het verzuim van de Ada Melmore,
die haar lichten niet had ontstoken.
De Kapunda was een ijzeren schip van 1095 tonnen en had
aan boord 279 landverhuizers en een bemanning van 40 koppen.
De boot kwam uit Londen en was bestemd voor Freemantle in
Australia. Alles ging goed aan boord tot 20 Januari, toen de
botsing met de Ada Melmore, een met erts geladen bark, plaats
vond.^Van alle opvarenden zijn deze 16 mannen de eemgen,
die er het leven afbrachten. Hiervan behooren 9 tot de beman
ning en 7 tot de landverhuizers. De overige 303 personen, die
aan"boord waren, waaronder alle vrouwen en kinderen, kwamen om.
De Ada Melmore werd ook zelve geducht beschadigd. Het
vaartuig werd daarom op de Mexicaansche kust door de beman
ning verlatej, nadat deze het eerst op strand had laten loopen.
Aangaande den in het Pruisische grensdorpje Tudderen, bij
Sittard, op zekeren Schorgers gepleegden rnoord, verneerat men
nog het volgendeZekere P., 's morgens omstreeks 11 uur aan
Schorgers een kerkbriefje willende brengen vond de huisdeur
eventjes geopend, doch door een tafel gebaricadeerd. Hij stak het
briefje door den opening en ging achter het huis om. De achter-
deur geopend ziende, trad hij, door nieuwsgierigheid gedreven,
binnen, en bemerkte tot zijn schrik dat 8., alleen met een
hemd gekleed, midden in het vertrek met krampachtig gebalde
vuisten in een bloedplas op den grond lag. Het armzalig
huisraad lag her- en derwaarts in stukken in het rond. In de
nabijheid van het lijk bevouden zich een dorschvlegel, een
snoeimes en een pook, aan het boveneinde van een hamer voor-
zien. Uit het door de justitie ingesteld onderzoek bleek, dat den
armen 70-jarigen man vier gapende wonden aan het hoofd en
tal van kleine verwondingen over het lichaam zijn toegebracht.
Verder bracht het onderzoek aan het licht, dat de vermoorde
zelf de deur geopend en zich wanhopig verdedigd moet hebben.
Van den moordenaar is intuschen tot dusverre geen spoor te
ontdekken; evenmin kan men bevroeden, wat de aanleiding tot
misdaad is geweest.
Uit Odessa vordt de volgende vreeselijke misdaad gemeld:
Twee jonge nihilisten, in dienst van een rijk landeigenaar,
Goroszelo gemaamd, te Yelissavetgrad, hebben hun meester, diens
vrouw, acht kinderen en verscheidenen bloedverwanten gedood
en hebben zich daarna met een gestolen waarde van 800,000
roebel uit de voeten gemaakt. De moordenaars werden te Odessa
gegrepen, juist toen zij aan boord van een vaartuig naar Turkije
wildeu ontvluchten.
In het dorp E. in Drenthe zou onlangs een jeugdig paar
trouwen. Voor den ambtenaar van den burgclijken stand
gekomen, stond de bruidegom links van den bruid. Op het
verzoek zich om te keeren plaatsten beiden zich met den rug
naar d n ambtenaar. {A. Crt.)
Men leest in de N. Pott. Ct:
//Het schijnt, dat ook te Rotterdam het volk zelf den verkoop
op de openbaren straat van het socialistische blaadje Pecht voor
Allen en de schotschriften uit denzelfden koker wil beletten.
//Toen Zaterdagavond omstreeks 10 uren een rondventer van
dat blad zich op de Hoogstraat vertoonde, vormde zich een
zoodanige oploop achter hem, dat hij door de politie in bescher-
ining werd genomen en geescorteerd moest worden. Nadat hij
in dit gezelschap door de Lamsteeg geleid was, zette hij het
bij de Louibardstaat als een haas op een loopen, achtervolgd door
eene meuigte menschen die hem echter spoedig uit het oog
Verloren.
Later op den avond hoorde men een troepje jongens op de
Hoogstraat zingen het uit Amsterdam overgewaaide lied-. Hop,
hop, hop! Hang de socialisten op."
Een Engelsch Industrieel heeft een voorwerp uitgevonden van
bijzondere wansmaak, bestemd als hulde aan koningin Victoria
bij gelegenheid van haar aanstaand jubild. Het is nl. een tour-
nur met muziek, die, zoodra de draagster gaat zitten, het God
save the Queen doet hooren. De uitvinder heeft echter een
kleinigheid over 't hoofd gezien: nl. dat geen Engelsche man of
vrouw het volkslied ooit anders dan staande aanhoort; maar de
toumure zwiigt zoodra de dame oprijst.