BINNENLAND.
LANDBOUW.
WEEKBLAU VAN HAARLEMMERMEER. NIEDWS en ADVERTENTIEBLAD.
Drinkwater.
{L. Ctr.)
Ontueem het yolk zijn mythen en legenden niet, is er eenmaal
gezegd, rnaar helaas, zijn er altijd snuffelaars, ijskoude wezens,
die alios waaraan nog eenige po6zie is, naakt uitkleeden en ons
trachton te bewijzen dat onze helden niets dan gewone burger-
luidjes waren.
Eerst ontnamen ze me Albrecbt Beilingdie is nooit terugge-
komen, zeggen ze. Yervolgens kwam Jan van Scbaffelaar aan
de beurt, de man, dien ik bij het lezen van Oltman's Schaapherder
voor mijn jongensverbeelding zag verrijzen als een wefirgaloos held.
Wat? vrijwillig van den Barneveldschen toren gesprongen? Mallig-
heid," zegt mijn me<3dogenlooze nitpluizer, »ze hebben hem, toen
het al te warm werd in den toren, dood eenvoudig opgenomen
en naar beneden gegooid."
En zoo ontneemt hij me Leiden's bnrgervader, van der Werff,
die volgens hem niet gezegd heeft: »Hier is mijn ligehaam, snijdt
bet aan stukken" enz, maar wel: >Denk jelui dat ik het van
mijn b kan snijden en Hambroek gaat denzelfden weg.
Het nieuwste wat we op dat gebied hadden, de koetsier Kabelaar,
dreigt me nu ook te ontvallen. Eerst vertelt men dat hij de man
is, die de hollende paarden tot staan bracht en Koningin en Prinses
het leven redde, de man krijgt een jaargeld, zilveren lucifersdoozen,
albums, gouden horloges, welgevallig neemt hij alles aan. hij laat
zich stilletjes dorloteeren, en daar komt me nu op eons niemand
minder dan de burgemeester van den Haag, de heer Patijn, ons
vertellen, dat de vorstellijke personen gered zijn door een »van
den wil van menschen geheel onafhankelijke aanrijding in het
Noordeinde". En weg is Kabelaar, en welk een geschikt voor-
wendsel is mij daarmede niet ontnomen, om eens alleen een uit-
stapje naar den Haag te maken, natuurlijk enkel ten einde te vol-
doen aan do behoefte mijn's harten om Kabelaar te gaan zien.
Het is een gek geval voor eommissies, die nog lucifersdoozen
met inscripties of dergelijke in de maak hebben.
Zoo is de Amsterdamsche beurs ook altijd nog in de maak,
of liever was zij maar in de maak.
Tbans loopt er echter een gerucht dat men zich bij de afdeeling
publieke werken, op het gemeentehnis te Amsterdam, begint te
herinueren dat er indertijd sprake van geweest is, dat er misschien
een nieuwe beurs opgericht zou worden.
Zelfs is men er achter gekomen dat er indertijd een plan
van een zekeren heer Cordonnier werd bekroond, dat echter bij de
uitvoering te veel geld zoude kosten.
Men zal er nu eens over gaan denken of dat plan niet zoo te
wijzigen is, dat het voor 2 millioen uitgevoerd kan worden
gelukkig dat de zaak in het minst geen haast heeft en de heeren
op hun gemak aan het uitrekenen kunnen gaan.
Overhaasting is dan ook maar verkeerd, maar gelukkig, zooals
door E. Colonna dezer dagen in het Handelsblad geschreven werd,
wij zijn een bedaclitzaam volk.
Wij drijven die bedachtzaamheid tusschenbeide zelfs zoover,
we wachten met de invoering van iets nieuws soms zoulang, dat
het nog al eens voorkomt dat we het juiste oogenblik voor een
ofander ongebruikt laten voorbij gaan, of achter het net visschen.
Het Indisch leger is een bedroevend voorbeeld van onze over-
dreven bedachtzaamheid, van ons laissez alter, en dat het hoog
tijd, meer dan tijd is, dat er ingrijpende maatregelen ter ver-
betering zonder uitstel moeten worden aangewend, hebben een
groot aantal mannen van naam en aanzien begrepen, en dit in
een adres aan den Koning blootgelegd.
In dit adres, dat door een tal van personen, meest oud-opper en
hoofdofficieren, en ambtenaren is geteekend, wordt er met ernst
en nadrnk op gewezen, dat zoo niet onverwijld, ongeacht de kosten,
afdoende maatregelen ter versterking en opheffing van het Indische
leger en de vloot genomen worden, het einde niet anders kan
zijn dan een smadelijken ondergang van onze Koloniale macht.
Of het adres in staat zal zijn, Regeering en vertegeuwoordiging
wakker te schudden uit den apatischfin dommel, waarin beide
tegenover Indie schijnen te verkeeren Laat ons hopen dat Regee
ring en Kamers, zoodra het werk der Grond wetsherziening waar-
van Hoofkstuk II (troonsopvolging) is aangenomen, ten einde is
gebracht, den noodigen tijd zullen weten te vinden, aan dit levens-
belang voor ons alien, de noodige aandacht te schenken.
De minister van binncnlandsche zaken heeft aan de commissie,
belast met het onderzoek voor drinkwater in Nederland, verzocht
zoodra mogelijk aan hem te doen toekomen een verslag, betreffende
het water dat in iedero gemeeDte wordt gedronken. Ten einde
de voormelde commissie daartoe in staat te stellen, zijn bereids
een aantal gemecntebesturen uitgenoodigd, aan den adjunct-in-
specteur van het geueeskundig staatstoezicht in hunne provincie
in te zenden opgave omtrent kleur, helderheid, reuk en smaak
van a. welwater, pompwater en putwaterb. rivierwater, c.
kanaalwater, en d. sloolwater.
Zooals wij reeds vroeger mededeelden, hebben de Koning
en do Koningin het voornemen, weder een gedeelte van den
zomer te Wildungen te gaan doovbrengen. Thans vernemen wij
dat HH. MM., na hun jaarlijksch bezoek aan de hoofdstad,
ongeveer eene maand op Het Loo zullen vertoeven en dan den
13en Mei naar de badplaats Wildungen vertrekken. Daar zullen
zij verblijven tot half Juli, om dan wellicht een nakuur te
ondergaau in Bad-Kreutb, in Opper-Beiereu, waar de Koningin
in den zomer van 1884 tijdelijk verblijf hield.
Dit Duitschland teruggekeerd, zullen HH. MM. het verder
gedeelte van den zomer op Oranje-Nassauoord en Het Loo door-
brengen. (Bagblad)
Tot lid van de Provinciale Staten van Noord-Holland,
koofdkiesdistrict Haarlem, is bij herstemming gekozen de heer
mi. W. S. van Waterschoot van der Gracht, met 635 stemmen
De heer mr. J. De Clercq van Weel verkreeg 627 stemmen.
In enkele wagons 3de klasse van de Holl. Spoorwegmaat-
schappij, die in de laatste maanden reeds beter (voldoende) waren
verwarmd, zijn thans de zoozeer gewenschte gordijnen aangebracht
ter bescherming tegen de zon. Zooals ons werd medegedeeld zon
het nog slechts een proef gelden. Is dat juist, en is het aan het
reizend publiek gegund te oordeelen over de al of niet doeltref-
fendheid van deze gewaardeerde nienwigheid, dan twijfelen wij
geen oogenblik aan een algemeene waardeering van die zijde.
Werkmansbode
Peru-Guano.
Aan de //Mededeelingen over, en prijscourant van meststoffen
en veevoeder met gewaarborgd gelialte", in het licht gegeven
door de firma Boeke en Huidekoper te Groningen, ontleenen
wij het volgpnde
De nAnglo-Continentale (vroeger Ohlendorff'sche) Guano-
Werke", zoo leest men in genoemde mededeelingen, hebben in
het voorjaar van 1886, een nieuw contract met de Chileensche
regeering gesloten, waarbij hun weder het monopolie is verleend
voor den invoer en den verkoop van Peru—Guano in Europa
en zooals uit de prijzen blijkt, zijn door dit nieuwe contract
de prijzen ook aanzienlijk verlaagd.
Wij vinden hierin aanleiding om op nieuw de aandacht van
heeren landbouwers op deze voortreffelijke meststof te vestigen.
Naast den stalmest, d. i. de uitwerpselen van onze nuttige
landbouwdieren, heeft de Peru-Guano onder alle meststoffen,
sedert den aanvang harer importatie, d. i. reeds langer dan 40
jaren, ongetwijfeld steeds den eersten rang ingenotnen.
Evenals de uitwerpselen van onze landbouwdieren, bevat Peru-
Guano de gezamenlijke voedende stoffen en wel in een voor
de planlen nog beter toegankelijken vorm dan eerstgenoemde
en levert dan ook, alleen gebruikt, een bijkans volkomen mest,
aanstonds geschikt voor de meeste planten en voor bijkans elke
grondsonrt, de vruchtbaarheid des bodems duurzaam onderhoudend.
Dierlijke uitwerpselen en Peru-Guano zijn van gelijken oor-
sprong, slechts met dit verschil, dat de voortbrengers van de
laatste geen viervoeters maar vogels zijn, en dat Guano, gedroogd
en vrij van strooisel, aanmerkelijk rijker aan gehalte is dan
stalmest.
Op grond hiervan moge het vergund zijn, er op te wijzen,
dat het niet juist is en tot verkeerde besluiten moet leiden, als
door velen Peru-Guano eenvoudig met kunstmeststoffen op een
en dezelfde lijn gesteld wordt.
Voor eene juiste waardeering van Peru-Guano is het inte-
gendeel van belang, er nadrukkelijk op te wijzen, dat den land-
bouwer in Peru—Guano een natuurlijk dierlijk product aangeboden
wordt, waarmee hij den akker de voor den wasdom van planten,
belang rijkste en noodzakelijkste voedende stoffen in gepasten,
opneembaren vorm toevoert, en dat Peru-Guano, vooral in ver-
gelijking met zuiver scheikundige meststoffen, het voordeel heeft,
door liaar gehalte aan organische verbindingen gunstig op de
physische eigenschappen (de geaardheid van den grond) te werken,
vooral op ds assimilatie der, in den grond in onoplosbaren
vorm voorhanden, plantenvoedende Stoffen.
Peru-Guano bevat
de stikstof deels in den vorm van salpeterzure zouten, deels
in dien van chloor, zwavelzuur, en phosphorzuur met ammoniak,
deels in organische stoffen, als piszuur, guanine, piszure en zuring-
zure ammoniak;
het phosphorzuur in water en in citraat, maar in het alge-
rneen in den grond oplosbaren vorm
de kali in den vorm van zwavelzure en phosphorzure kali
organische stoffen, 3040 procent; nog
magnesia, kalk, zwavelzuur, enz. bovendien, en dit alles in
eene samenstelling, die slechts in dierlijke uiiwerpselen, maar
overigens in geen zoogenaainde guano's, phosphaten, gnz.
voorkomt.
De stikstof in Peru-Guano werkt niet eenzijdig, als Chili
sal peter, dadelijk bij het brengen in den akker en met hare
geheele hoeveelheid, of gelijk zwavelzure ammoniak na zekeren
tijd, maar ten deele dadelijk (door het in Peru-Guano voorko-
mende salpeierzuur), ten deele gaandeweg gedurende den geheelen
duur der plantengroei, zoodat de plant niet slechts bij het
ontkiemen, bij de wortelvorming en in het altremeen in de
eerste ontwikkeling, maar evenzeer ook in den bloeitijd, bij de
vorming van vrucht, zaad en suiker het noodige stikstofvoedsel
verkrijgt.
Even zoo is het ook gesteld met het phosphorzuur in Peru-
Guano. Het is verreweg het grootste deel ip water en citraat,
in het algeineen echter in wortels en bodem oplosbaar, en
ook de geringe hoeveelheid niet onmiddellijk oplosbaar, phos-
pherzuur komt, tengevolge van hare innige vermenging met
ammoniakzouten en organische verbindingen, volgens de onder-
vinding geheel en al en in betrekkelijk korten tijd tot werkzaam-
beid. Het phosporzuur in Peru-Guano is dus in staat zijn
invloed deels dadelijk, deels gaandeweg te doen gelden.
Wij mo_!Pn den vorm, waarin het phosphorzuur in onze ge-
rnaleu Peru-Guano voortkomt, op grond van praktische ervaring
en in verband met het oordeel van wetenschappelijke autoriteiten
voor den meest gunstigen houden, die naast en behalve het phos
phorzuur der dierlijke uitwerpselen voorkomt.
\oor alien voorjaarsbouw is het minstens even goed als het
in water oplosbare phosphorzuur, in alie superphosphaten uit
andere ruwe giondstoffen bereid, terwijl het voor herfstbemesting
de uitwerking van in water oplosbaar phosphorzuur verre
overtreft.
Dat Peru—Guano in dit opzicht boven alle ar dere kunstmatig
samengemengde handelsmeststoffen de voorkeur verdient, is reeds
meer dan 40 jaren door theorie en praktijk erkend.
Indien desniettegenstaande ongetwijfeld met het toegenomen
gebruik van handelsmeststoffen onder de landbouwers in het
afgemeen de afzet van concurreerende ter bemesting gebezigde
zelfstandigheden in de laatste jaren niet onaanzienlijk toegenomen
is, moet de reden daarvan gezocht worden, zoowel in haren
betrekkelijk billijken prijs als ook hierin, dat sinds langen
tijd geen woord tot aanbeveling van Peru-Guano gesproken
is. Een deel der landbouw-scheikundigen hield zich onledig met
anderen arbeid en onderzoekengen omtrent de werking van nieuwe
aan de markt gebrachte phosphaten, enz., een ander deel dezer
heeren acbtte zeker het nut van Peru-Guano door de honderde
millioenen centenaars, die reeds in handen van de landbouwers
in Europa gekomen waren, zo<5 bekend en gewaardeerd, dat zoo
wel nieuwe vergelijkingen als verdere aanbevelingen overbodig
mochten heeten.
Dat inmiddels andere mestfabrieken en handelaars, den tijd niet
ongebruikt lieten voorbijgaan, om, tot schade der Peru-Guano, voor
tnistmengsels uit superphosphaten en ammoniak en voor Chili—
salpeter, zoomede voor hunne andere stikstofhoudende organische
meststoffen, de meest uitgestrekte propaganda te maken, is even
verklaarbaar als bekend.
\erbeterd werden door het toegenomen gebruik van deze
surrogate!) der Peru-Guano de baanbreekster onder alle
andere handelsmeststoffen de velden van onze landbouwers
in het algemeen niet, en waar soms door gebruik in 't groot
van Chilisalpeter, eene toeneming van de geoogste massa teweeg
gebracht werd, is dit bijkans altijd geschied, ten koste van de
hoedanigheid der gewonnen producten. Zoo kan voorwaar niet
ontkend worden, dat in streken, voor welke hrt bovengezegde
geldt, eene groote verlaging van de gebruikswaarde van sommige
producten, b. v. van tarwe, gerst, suikerbieten, het gevolg was,
de goede roep, die daar van de opbrengsten des velds steeds
was opgegaan, gevoelig geschaad en hun de concurrence op de
wereldmarkt, bemoeielijkt is.
Op S December en eenige volgende dagen heeft het zwaar
gestormd, met een barometerstand zoo laag als zelden wordt
waargenomen. In Januari is er veel sneeuw gevallen met vorst,
grootendeels uit het Zuiden. Februari heeft zich gekenmerkt
door veel zonneschijn, geen regen en windstilte. Dit laats'e is
voor de anders zoo winderige sprokkelmaand, die het dorre hout
uit de boomen schudt, wel oprnerkeb k. Kunnen er dan geen
stormen en Maartsche buien verwacht worden P Zonder twijfel
en vroeg of laat, niet gering. Op zooveel kalmte volgt ruw
weer, gelijk op droogte nattigheid, op een helderen hemel donker-
heid volgt. Nu is de lucbt grauw, griezelig sneeuwkoud, met
N.-O.-wind, die in het voorjaar langer stand houdt dan raenig-
een lief is en waarbij veler verwachting nog al getemperd wordt.
Voor eenige dagen toch gaf men, blijkbaar gestreeld door zoo
veel zonnewarmte, hoog op van de velden met crocussen en
hyaeinthen, waarvan de dekking kon worden weggem men. De
crocus zou haast bloeien en //de koningin des velds" (in het
plantemijk zijn er vele koninginnen), de hyacinth, begon ook al
eenig denkbeeld te geven van de kleurenpracht, die over eene
maand te wachten stond. In gewone taal vermeld, draagt zich
de zaak aldus toe. Van de hybriden-crocussen bloeit er nog
niet een en half April kunnen de hyaeinthen in bloei komen,
maar dan moet het weer bijzonder meeloopeu. Hoe zou dat dan
ook vroeger kunnen? De Relleborus, het zuogenaamae nieskruid,
bloeit nog: anders den van de eerste ranonkels in Januari. Nu
treft men nog een and re ranonke) aan, die pas begint te bloeien
Eranthis hyemaliis, winter—lentebloem, en voor weinige dagen
slechts kwam het sneeuwklokje of vastenavondzotje boven den
grond. Dat is laat en men kan het dan ook wel aan de dorre
weilanden zien dat het lang ioud is geweest, de groeizaamheid
nog komen moet en de boterbloem nog ver in het verschiet ligt.
De Koninklijke bewilliging is verleend op de statuten van
het Noordhollandsch Landbouwcrediet, te Alkmaar, met een
kapitaal van 400,000, in vier serien ieder van 100,000.
Iedere serie is verdeeld in 100 aandeelen van 1000. De eerste
wordt geplaatst voordat de vennootschap in werking treedt, en
het geheele kapitaal moet binnen vijf jaren na de goedkeurin"
der akte van oprichting geplaatst zijn. In die eerste serie word!
deelgenomen door de Amsterdamsche Bank voor 23, door mr.
A. P. de Lange voor 8 en door verschillende personen ieder
voor 2 of 1 aandeel. Benoemd zijn: tot directeur de heer H.
H. Momma B. Jzn., tot commissarissen de heeren mr. F. S.
van Nierop, mr. A. P. de Lange, jhr. mr. P. van Foreest en
J. M. de Sonnaville, en tot leden der commissie van advies, de
heeren S. de Jongh, W. Bos, T. Slagter, F. Groot en J. Zijp.
De winsteu worden in de eerste plaats bestemd tot het doen
van eene uitdeeling aan de aandeelhouders en aan de leden tot
een bedrag van 4 pCt. van hetgeen d )or hen in het boekjaar
gestort is geweest. Indien deze storing geheel of gedeeltelijk
in den loop van het boekjaar heeft plaats gevonden, geschiedt
de uitkeering over de bedragen in den loop des jaar gestort,
slechts voor zoodanig deel als het jaarsgedeelte gedurende het-