GEMENGDE BERICHTEN.
WEEKBLAD VAN HAARLEMMERMEER.
NIEUWS- en ADVERTENT1EBLAD.
De Justice, het orgaan van den heer Clemenceau levert de
volgende oinwerking van de zaak Sclinaebele.
Men schrijft 1889. De voorbereidende werkzaamheden voor
de wereldtentoonstelling zijn afgeloopen. Men wacht de vreemde-
lingen. De minister Lockroy zendt zijn coilega's in het buiten-
land eene uitnoodiging oin de gebouwen der tentoonstelling in
oogenschouw te komen nemen.
Bismarck laat eerst niets van zich hooren, inaar komt na
een tweede uitnoodiging persoonlijk te Parijs.
Wanneer hij echter voor het Duitsche Gezantschapsgebouvv
is gekomen, treden twee personen in kielen gekleed op hem toe,
vragende of zij Bismarck voor zich hebben. Nauwelijks heeft
het bevestigend antwoord weerklonken, of de kerels grijpen hem
bij de kraag en sleuren hem mede. Maar Bismarck is voor
geen kleintje vervaard. Met zijne krachtige armen slingert hij
zijn aanranders van zich af en vlucht hij in het gebouw van
het Duitsche gezantschap.
De twee Franschen achtervolgen hem echter ook daar en al
roept Bismarck dat hij zich op Duitsch grondgebied bevindt er
helpt niets aanhij wordt gebondeu en meegevoerd naar het
politiebureau der sectie. Daar speelt hij op tegen den commissaris.
Wat of dit wel moet beteekenen0 Hij was te Parijs gekomen
voor dienstzaken, zijn collega Lockrov had hem uitgenoodigd.
Hij kon den brief toonen; 't betrof de tentoonstelling
De commissaris lachte ondeugend en zeide: Alles best moge-
lijk; maar ik voer eenvoudig de beveleu uit van den rechter
van instructie. Overigens behoef ik u wel niet te zeggen, dat
uw verleden alles behalve fraai is. Ge zijt een paar dagen ge-
leden veroordeeld wegens hoogverraad en men zoekt eveneens
den veldmaarschalk Moltke. Speel nu maar niet den verbaasde,
dan kan uwe zaak slechts schaden. Ge hebt nog kort geleden
van het spreekgestoelte verklaard, dat het onmogelijk was met
Frankrijk in vrede te lever.. Een ander maal hebt. ge het uw
plicht genoemd de revolutionaire hartstochten zoowel in het
binnen— als buitenland te bedwingen. En ge hebt uwe woorden
door uwe daden toegelicht. Ge hebt een oorlogsbegrooting voor
zeven jaren laten goedkeuren. Ook is bekend dat gij troepen
op onze grenzen bijeentrekt. De rechterlijke macht heeft hierin
een geval van hoogverraad gezien. De Fransche kanselarij heeft
wellicht vergeten 1J hiervan in kennis te stellen, doch dat is een
quaestie van vorm, wat wij noemen de //modaliteit" uwer inhech-
tenisneming.
En hiermede werd Bismarck achter slot en grendel gebracht.
Den volgenden morgen ging er een kreet van verbazing in
Europa op.
Ieder was echter overtuigd dat Bismarck binnen 24 uren
weer op vrije voeten zou worden gesteld en groot was dan ook
de verbazing toen men zag, dat de zaak vijf, zes, ja zeven
dagen slepende werd gehouden door enquetes en tegen-enquetes.
De geschiedenis verklaart niet hoe het einde was.
In het bosch bij Eschweiler werden eenige dagen geleden
nieuwe aanplantingen gedaam, waarvoor de bodem zekere he-
werking moest ondergaan. Bij het omspitten van den grond
kwamen vele blinkende voorwerpen aan het licht, recht gave
Brabanlsehe muntstukken uit de 17e eeuw, geslagen onder
Albertus en Elisabeth.
Sedert eenige dagen bevindt zich te Rome, waar vele autori-
teiten hem een hartelijk welkom bereidden, de bekende Frederik
Douglas, de eenige neger, die lid van den Senaat is in de
Yereenigde Staten. Hij is verrukt over Rome, dat hij in alle
richtingen doorkruist. en wekt bij die tochten de algemeene
aandacht door zijn in het oog vallend uiterlijk. Hoewel niet
prkzwart, is zijne huid toch zeer donker, terwijl het sneeuwwit
van haar en baard daarbij zonderling afsteekt. Ieder is vol
behngstelling om den man te zien, die zooveel bijgedragen
heeft tot de afschaffing der slavernij, en zijne levensgeschiedenis
is weer op aller lippen.
Hij werd in het graafschap Talbot in Maryland geboren, als
slaaf en zoon van slaven. Zijnen vader heeft hij nooit gekend;
zijne moeder, van wie hij als kind gescheiden werd, omdat men
haar aan eenen anderen meester in de buurt verkocht, kwam
dikwijls des nachts stil over de velden aansluipen, om haren
lieveling even te omhelzen. Op tienjarigen leeftijd leende zijn
eigenaar hem aan eenen bloedverwant bij Baltimore, en toen hij
de zonen van zijnen nieuwen patroon zag schrijven en lezen,
rustte de jonge neger niet, vddr hij zich die kundigheden ook
eigen gemaakt had. Weer werd hij verkocht, en eindelijk kwam
hij in handen van eenen zekeren Convey, die den naam had
van alle slaven handelbaar te kunnen maken, wat beteekende,
dat hij ze als beesten behandelde.
Een poging tot vluchten had erge mishandelingen voor hem
tengevolge, maar een tweede maal slaagde hij er in naar New-York
te ontkomen. Het was in Sept. 1838; hij telde toen 22 jaar.
Een jonge negerin vergezelde hem op dien gevaarvollen tocht,
en werd zijne vrouw. Te New-York nam hij den naam Douglas
aan en leefde er eenigen tijd als sjouwerman. Van daar ging
hij naar New-Bedford, waar hij des daags in het arsenaal werkte
en des nachts studeerde. Hoe langer hoe duidelijker stond zijn
doel hem voor oogen: de slaven bevrijden. Hij hield bijeen-
komsten, die druk bezocht werden, en schreef populaire opstellen,
die even druk gelezen werden. Op Verschillende plaatSen sprak
hij, nadat hij in 1841 door de Maatschappij tot afschaffing van
den slavenhandel tot haren afgevaardigde benoemd was. Hij
bezocht ook Engeland en wekte overal de levendigste sympathies
Het eerste geld, door hem met zijne conferentien verdiend, zond
hij aan zijnen vroegeren eigenaar Convey. Van toen was zijn
naam gevestigd. Hij werd de boezemvriend van Brown en Lincoln
en zag den 18en Dec, 1865 zijnen hoogsten wensch vervuld,
toen de wet werd uitgevaardigd, die voorgoed een einde maakte
aan den slavenhandel. Sedert dien tijd houdt hij zich met een
ander ideaal bezignl. de redelijke vrijheid der negers, hunne
opvoeding en beschaving.
Douglas woont te Washington te midden zijner familie,
bestaande uit eene vrouw, vijf zonen en twintig kleinkinderen.
Zijne eerste vrouw is gestorven, zijne tweede gade, die hem nu
op deze Europeesche reis vergezelt, behoort tot het blanke ras.
Welk een ruime markt Engeland is, kan opnieuw blijken
uit de volgende officieele opgaven. Zij betreffen den invoer van
builenlandsch ooft en vruchten in 1886, in ronde cijfers ge-
nomen. Van de Europeesche Staten is Duitschland beneden aan
de lijst met een bedrag, in franken berekend, van 2,405,000;
dan volgen Portugal met 3,275,000, Belgie met 3,780,000,
Nederland met 5,315,000, Italie en Turkije met 19,800,000,
Griekenland met 42,500,000 en Spanje met rond 50 millioen
fr. Zelfs het verwijderde Noord-Amerika voerde voor 12 mil
lioen fr. aan ooft en vruchten derwaarts.
Spanje staat boven aan de lijst, maar Frankrijk maakt betere
prijzen voir zijn artikelen in 't algemeen en bovenal te Londen.
Hiertoe draagt in de eerste plaats bij de goede qualiteit en de
zorgvuldige, netle verpakking; daarop wordt vooral te Londen
eveuveel gelet als op de hoedanigheid der waar.
Onlangs drong een Franschman de woning binnen van
maarschalk Bazaine, die te Madrid woont, en wondde hem met
een dolk aan het hoofd. De man streed als vrijwilliger bij het
beleg van Parijs. De capituliatie van Metz maakte toen zulk een
diepen indruk op hem, dat hij sedert dien tijd het plan opvatte
zijn vaderland te wreken en Bazaine te vermoorden. Dit plan
wilde hij nu ten uitvoer brengen, doch het mislukte, daar hij den
maarschalk slechts een onbeduidende wond toebracht.
De winkelier, bij wien Pranzini het mes heeft gekocht waar-
mede hij den drievoudigen moord in de Rue de Montaigne te
Parijs zou hebben gepleegd, is pevonden. Deze man, zekere
Hamon, legde de volgende verklaring af:
//Eenige dagen voor de misdaad, zeide Ilamon, heeft een sterk
gebouwd man met goede manieren, raijn magazijn bezocht en
naar een vrij zwaar mes gevraagd. Ik liet hem er verscheidene
zien, die hij langeu tijd onderzocht. Eindelijk koos hij een dolk-
mes en betaalde zonder af te dingen den prijs. Daarop ging hij
heen. Hij had een vreemde uitspraak."
//Zoudt gij hein herkennen?" vroeg de rechter.
//Wel zeker", antwoordde de getuige.
De rechter liet daarop Pranzini in zijn kabinel brengen, die
door Hamon herkend werd als de man, die het dolkmes in zijn
magazijn gekocht had. De bediende van Hamon en de vrouw
van dezen herkenden Pranzini evenzeer. Toen de beschuldigde
hun verklaringen tegensprak, zeide de messenkoopman//uw
uitspraak alleen zou voldoende zijn om alien twijfel weg te nemen,
indien er bij ons nog eenige twijfel bestond".
Na deze confrontatie, werd door Hamon aan de justitie een
mes verstrekt dat gelijk was aan dat hetwelk Pranzini bij hem
gekocht had.
Dr. Branardel verklaarde, na het onderzocht te hebben, dat
de moord met een dergelijk wapen gepleegd was. De punt van
het mes past bovendien precies in de zeventien gaatjes, welke
in het hoofdkussen van het vermoorde meisje gevonden zijn.
Den volgenden dag werd Pranzini naar de kamer in de Rue
de Montaigne gebracht, waar de moord gepleegd is. Hij was
kalm en bleef ook thans weer ontkennen.
Het vermoeden echter, dat hij zonder raedeplichtigen den
moord begaan heeft, krijgt door elk verhoor nieuwen grond.
Daarenboven wordt hij thans ook nog verdacht van den moord
in de Rue Caumartin. Twee juweliers hebben in Pranzini den
man herkend, die eenigen tijd geleden de sieraden van het
slachtoffer bij hen trachtte te verkoopen.
Volgens eene mededeeling van Dr. Werner Siemens in den
Mectrotechnischen Verein bezit de keizer van Rusland de grootste
en prachtigste inrichting voor electrisch licht in zijn winterpaleis
te Petersburg. Sedert eenigen tijd zijn alle vertrekken in dit
gebouw, aan de oevers der Newa gelegen, met 12,000 gloei-
lampen verlicht, terwijl op de binnenplaaisen en op het aan het
paleis grenzende groote plein 56 booglampen zijn geplaatst. De
machines voor deze groote inrichting zijn geplaatst in de kelder-
ruimten en omvatten 8 stoommachines van ongeveer 2500 pkr.
die met inbegrip der reservemachines 26 dynamo's drijven. De
geheele inrichting is in weinige maanden door de ineenieurs van
het winterpaleis, onder medewerking der firma Siemens en
Halske te Petersburg, aangelegd. Deze firma voorziet eveneens
de geheele Newsky-Prospect en de Morskoy, de belangrijkste
en sierlijkste straten van Petersburg, met electrisch booglicht,
terwijl zij de aanliggende huizen met gloeilicht bedient. Wat
electrische verlichting betreft, neemt dan ook St. Petersburg wel
de eerste plaats in onder alle steden der wereld. Ing
Op het oogenblik is er weer reden te gelooven, dat
Pranzini een medeplichtige heeft gehad.
Wat toch is geschiel?
Tengevolge van een woordenwisseling met zijn vrouw, werd
eergisteravand een koopvaardij-kapiteih M., die in de rue Montaigne
te Parijs woont, door de vrouw, die een revolverschot op hem
loste, aan den rechterarm gewond. De1 vrouw werd daarna in
hechtenis genomen.
Kort daarop ontving de rechter van instructie Guillot van
den koopvaardij-kapitein M. een brief waarin deze den magistraat
verzocht bij hem te komen. De heer Guillot, die dacht, dat
het eenige mededeelingen betreffende den anval op M. gepleegd
gold, begaf zich onmiddelijk naar diens woning.
De rechter zag echter vreemd op, toen de heer M. hem eenige
mededeelingen betreffende den drievoudigen moord deed.
Op den dag der misdaad was M. des ochtends tusschen zes
en zeven uren uitgegaan, toen hij een koetsier aanriep, die voorbij
reed en die telijkertijd door twee personen aangeroepen werd,
welke in de nabijheid van het huis der misdaad op het trottoir
stonden te wachten.
Beiden schenen grooten haast te hebben en verwijderden zich
snel toen de koetsier aan M. de voorkeur gaf. M. was dadelijk
getroffen door de zonderlinge houding dier beide personen, maar
had geaarzeld daarover te spreken, omdat hij er tegen opzag in
zulk een crimineele zaak te worden gemoeid.
Toen de rechter hem een portret van Pranzini toonde, herkende
M. dezen terstond voor een der twee personen, dien hij dien bewusten
ochtend in de nabijheid van het huis der vermoorden gezien had.
De Sport raeent met zekerheid te kunnen mededeelen, dat
bij het Bestuur der Geldersche harddraverij en Renvereeniging
het voornemen bestaat dit jaar in stede van hare Pinkstermeeting,
op dienzelfden dag een Concours Hippique te Arnhem uit te
schrijven.
Te Abbenbroek is de schuur en het wagenhuis, behoorende
bij de boerenhofstede van L. Spoon, geheel door brand vernield.
Het woonhuis bleef gespaard, doch eenig vee kwam in de vlam-
meu om. Oorzaak onbekend. Alles was verzekerd.
In den nacht van 23 op 24 April is inbraak gepleegd in
een graanpakhuis op den Kinderdijk te Middelburg. De dieven
hebben met geweld de brandkast van het kantoor opengebroken
en daaruit het aanwezige geld, bestaande in bankbiiletten, goud
en zilver, ter waarde van 450 ontvreemd. De politie doet
ijverig onderzoek, doch is de daders nog niet op het spoor.
Van i724 April zijn te Deventer aangegeven drie ge-
vallen van typhus. Geen enkele persoon is aan de ziekte overleden.
Onlangs kwam te Grave een jongmensch, die zich voor-
deed als iemand, die om huiselijke twisten de ouderlijke woning
verlaten, maar bij zijne meerderjarigheid een aanzienlijk vermo-
gen te wachten had. Door zijne geslepenheid wist hij velen voor
zich in te nemen, en toen hij verklaarde een meester op de viool
te zijn, en daarmede verschillende eeremedaiiles behaald te hebben,
bood men hem eene viool te leen. En waarlijk, door zijn sna-
renspel misleidde hij de lieden en men stelde hem eenig geld
ter hand, dat hij eerst weigerde, maar later aannam.
Telken avond verscheen nu de violist in een of ander koffiehuis,
ten einde zich te doen hooren, tot dat hij op een morgen ver-
dwenen was, de geleende viool met zich nemende, waarschijnlijk
naar Duitschland.
Na ingewonnen information is gebleken, dat hij heette Jean
Baptist Cuvilier, een persoon, die reeds te Gent ter zake van
landlooperij en oplichterij kennis met de gevangenis moet hebben
gemaakt.
Niet de polderjongens, maar de arbeiders uit Holten hebben
dezer dagen het werk aan den spoorweg Deventer-Wierden
gestaakt. De polderjongens gedragen zich alien uitmuntend. Hun
gedrag wordt over de geheele lijti geroemd.
Aan de Stadhouderskade te Amsterdam is opgehaald het
in staat van ontbinding verkeerend lijkje van een pas geboren
kind van het vrouwelijk geslacht.
Een winkelier op het Damrak te Amsterdam bracht ter
kennis der politie dat twee hem onbekende personen in zijn
winkel een dreigbrief hadden neergelegd van den volgenden
inhoud: //wanneer gij ten 9 ure van avond geen/lOOneerlegt
dan moet u heden nacht voor de gevolgen wachten." Nauw-
lettend toezicht is door de politie aanbevolen.
Woensdagnacht werd in verschillende woningen aan de
Middellaan te Watergraafsmeer inbraak en diefstal gepleegd.
De inbrekers, die vrij woest te werk zijn gegaan, hadden eerst
eenige werktuigen uit //Linnaeus" gestolen. Onder anderen wordt
een gouden horloge vermist.
Manlief was gaan Maandaghouden en vergat b'j het zien van
eenige meisjes, die nabij den Zoutkeet te 's Gravenhage op de
maat van een draaiorgel vroolijk aan het dansen waren, dat
zijne vrouw hem met het maal wacht. 't Vrouwtje gaat eindelijk
eens kijken waar haar echtgenoot blijft en vindt hem lustig
aan den dans. Er tusschen in te vliegen, der schoone een oor-
vijg toe te dienep en manlief bij, den kraag te pakken was het
werk van een oogenblik.
Toen de vertoornde vrouw'zich verwijderde, was haar laatste
woord tot een buurvrouw//Och die mannen van tegenwoordig,
zoo kan ik er wel twee aan". (Fad.)
Een echt wonderkind. De 9-jarige pianist en componist
Josef Hofmann (geboren te Krakau, zijn vader is orkestdirecteur
van de opera te Warschau), is thans te Parijs, na te Berlijn en
te Kopenhagen te hebben geschitterd. Hij speelt de zwaarste
stukken van Liszt, Gfaopin en Rubinstein, de concerten van Beet
hoven etc., en Rubinstein verklaarL dat hij op zijn 14e jaar
niet z;oo ver was als de 9-jarige knaap.