LANDB0UW. KERKELIJKE BERICHTEN. I WEEKBLAD VAN HAARLEMMERMEER NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. Tweede Kamer. r-""i"--.-ii i i irrffiTn™ - 9BBSSS - ~~iT de hand gedane boulevard- en plantsoenplaunen geen verdere notitie te nemen. Echter zal noch het bekroonde, noch een der andere, op de indertijd uitgeschreven prijsvraag ingezonden beurs-ontwerpeu worden uitge- voerd, omdat de beurs der Amsterdammers, die anders blijkens de jongste feesten nog vrij goed gevuld is, de groote uitgave daarvoor niet kan velen. Maar, zeggen B. W., maak je maar niet ongerust, hoor. Yoor de kleinigheid van /'l,800,000 leveren vrij je een beursgebouwtje piekfijn van binnen en Amsterdamsch deftig van buiten, met colonnades, toreutjes enz., met en benevens de onmisbare restauratie, waaraan waarschijnlijk de «vergunning" wel niet onthouden zal worden. De erentfeste vaderen in Amstels burgerraad moeten dat zaakje nu maar eens zien te klaren, want het wordt meer dan tijd dat die steenen doodkist op den dam verdwijne. Het groote feit in de Nederlandsche Journalistiek der jongste week is de optreding van den heer Erederik van Hogendorp als Directeur- Hoofdredacteur van het Dagblad van Zuid-Holland en 's Gravenhage, bij welke gelegenheid hij in een kort woord o. a. mededeelt dat alle geruchten omtrent voorwaarden, die hem gesteld zouden zijn geworden, uit de lucht gegrepen zijn. Hij hoopt dat zijne getrouwen uit de zonnige dagen der „Haagsche omtrekken" hem getrouw zullen blijven en roept den stoun en de wel- willendheid in van het publiek. Yoor een ander bekend personage, den heer Domela Nieuwenhuis, heeft men ook de welwillendheid, n.l. die des Konings ingeroepen, doch naar wij vernemen is het verzoek om gratie, gewezen van de hand. Met 40 tegen 19 stemmen is door de Tweede Kamer aan- genomen, het wetsontwerp tot verlenging van den diensttijd voor de militie te land, lichtiug 1882 en de zeemilitie der lichting 1883. Vooraf was met 52 tegen 3 stemmen goedgekeurd het on twerp tot uitstel der periodieke verkiezingen tot 30 Augustus. Op de lijst der hoogstaangeslagenen in 's Rijks directe belas- tingen in de provincie Noord-Holland, is jhr. J. B. van Merlen te Heemstede, met. een som van 6424.24 de hoogste, de heer W. Th. Esser te Amsterdam, met een som van 796.17 de laagste. In de te 's-Gravenhage gehouden vergadering vau afgevaardigden van katholieke kiesvereenigingen uit Noord- en Zuid-Holland is de Provinciale Bond vau kiesvereenigingen uit genoemde provincien geconstitueerd en een voorloopig bestuur benoemd, bestaande uit de heeren mr. O. J. A. Heydenrijck, T. C. B. ten Hagen en H. Mulder te-Gravenhage, A. Op de Laak te Noordwijk en P. J. Baaymakers te Nieuwer-Amstel. Ter aanvulling van het hoofdbestuur van het Nut zijn door de commissie ad hoc de volgende voordrachten gedaan1. Vacature Van Diggelenmr. A. Bloembergen Ezu. te Leeuwarden en dr. W. P. Ruijsch te 's-Gravenhage; II. Vacature Quack: prof. G. A. van Hamel te Amsterdam en mr. W. H. K. Mouthaau, id. Nederl. en Indischf, Tuinbouw-Maatsciiapfij. Als vervolg op het vroeger door ons over bovenstaande zaak ge- plaatste bericht, kunnen wij nog mededeelen dat door de heeren A. L. G r o t h e, M. V o u t e, D. G C. Held ring en E. J. Voute een circnlaire verspreid is waarin een en ander omtrent het plan tot oprichting der „Ned. en Indische Tuinbouw-Maatschappij" wordt bericht. „Nu men in onzen archipel," zoo lezen wij in (.e circulaire «nieuwe bronnen van welvaart zoekt, moet in de eerste plaats de aandacht gevestigd worden op de belangrijke winsten welke beliaald kunnen worden, door aan planters en particulieren de bloemen, zaden en planten te leveren, welke men tot nu toe bij buitenlanders be- stellen moet. Op grond van deze overwegingen heeft de mede ondergeteekende E. J. Voute, te Zeist, verschillende plaatsen in Java bezocht, vanwaar hij planten heeft medegebracht. De ondervinding dus opgedaan heeft hem in de overtuiging versterkt, dat er behoefte is aan eene Maatschappij, die op Java het kweeken van zaden, bloemen, cultuur- en sierplanten, zich tot doel zou stellen. Ondergeteekenden wenschen zulk eene onderneming tot stand te brengen door de Nederlandsche en Indische Tuinbouw-Maatschappij op te richten. Zij stelt zich ten doel het exploiteeren der gunstig bekende bloem en boomkweekerij, die door den heer E. J. Voute wordt inge- bracht, op voorwaarde dat hij tot Directeur van de nieuwe Maat schappij worde aangesteld en het drijven van den liandel in zaden, bloembollen, sierplanten en alle tot het vak van tuinbouw behoorende artikelen. Op Java zal eene filiaal kweekerij worden opgericht, waarin bloe men en sierplanten van tropische en gematigde luchtstreken worden gekweekt en geacclimateerd, terwijl een proeftuin daaraan verbonden de eigenaars van cultuur-ondernemingen niet alleen in staat zal stellen zaden voor hunne ondernemingen, doch ook kleine planten te ver- krijgen van alle soorten, welke zij op hunne ondernemingen verlangen. Over de resultaten verkregen met verschillende kunstmeststoffen en hunne aanwending zullen inlichtiugen verkrijgbaar zijn. Van het voor bovenstaand doel benoodigde kapitaal f 150.000 werd reeds voor 45.000 deel genomen, terwijl voor het resteerende in aandeelen van f 1000 plaatsing gezocht wordt." Een nieuwe Asperge. Men bericht de ontdekking, in de steppen van Akhal-Tekizvan een nieuwe soort Asperge, die botanisch nog niet onderzocht en be- schreven is, maar waarvan wordt gezegd, dat de stengel (de eetbare vleezige wortelknop) een lengte van vijf a zes voet en de dikte van een mans-arm bereiktEen asperge zou aan tien Bussische soldaten tot een goed maal verstrekken! Indian werkelijk blijken mocht, dat deze nieuwe soort, in alle opzichten, van smaak, geur en gehalte, kan wedijveren met onze oude geliefkoosde asperge, dan zal deze het in de toekomst zeker hard te verantwoorden hebben. Er is echter wat meer wetenschap noodig, tot ongerustmaking van onze asperge-kweekers. A1 wat aan asperge-smaak herinnert, mag daarom nog geen aanspraak op den naam van asperge maken en in dit geval eischt de identiteit nog bevestiging. Natuurboter en kunstboter. Een lezenswaardig werkje is te Leipzig bij den uitgever H. Matthes verschenen over het vraagstuk der Kunstboter. Schrijver is dr. R. Wollny, beeedigd scheikundige, die vroeger (188085) hier te lande in het vak werkzaam is geweest en nu aan het publiek zijne ervaringeri en gevoelens op dat gebied meedeelt. Hij hehandelt eerst het ontstaan der kunstboterlabrieken hier te lande. Hij vermeldt daaromtrent dat reeds vodr 1870 hier te lande een kunstboter werd vervaardigd, waarbij met behulp van melk, vet en olie geringe botersoorten werden z/verbeterd", om als Hollandsche boter op de Engelsche markt te worden gebracht, Toen later de oleomargarine in den handel kwam, verdween de natuurboter, om welker everbetering" het eerst te doen was, althans voor de mindere soorten allengs meer en meer uit het fabrikaat, zooals blijkt uit een beschrijving die dr. W. van de vervaardiging geeft, welke afwisselt naar gelang van de soort, den smaak van het publiek eh ook van het jaargetijde. Voor vijf jaren bestonden hier te land ongeveer 60 fabrieken van kunstboter, waarvan 15 groo'tte, die elk ongeveer 100 werk- lieden bezig houden en gemidddld 10.000 KG. daags afleverden. De winsten waren zo6 gt'oot, dat in een dorp van Brabant, waar de drie grootste fabrieken bestaan, den van deze aan de drie broeders van zeer burgerlijke afkomst, die haar gesticht hebben, een vermogen van 5 A 6 millioen zou hebben verscbaft. Een tweede fabrikant, een boterkooper, die met 50,000 opgeriomen geld begon, heeft in 10 jaren ongeveer 3 h. 4 millioen verdiend. De derde die ook met weinig begon, is schier even rijk geworden. //Geven deze uitkomsten", zegt [dr. W., //een treffende getuigenis van hun flinkheid en zaakkennis, welke ik uit eigen waarneming slechts bevestigen kan, tevens moet erkend worden dat de enorme winsten grootendeels behaald zijn ten koste van de natuurboter, zij 't ook langs den wettigen weg". Schier alles ging naar Engeland. De verpakking en merken gelijken op die van de natuurboter uit verschillende landen, maar in de factuur wordt het product als Kunstboter aangegeven. De fabrikant levert het als zoodanig en laat het verder aan de handelaars over, of zij het al dan niet onder dien waren naam of als natuurboter aan den man brengen. In Nederland, zegt de schrijver, bestaat bovendien geen octrooiwet; de concurrence is er volgens de wet volkomen vrij. [Als hij er bijvoegt dat ons land geen bescherming van fabrieks— en handelsmerken kent, is hij echter niet goed ingelicht.] Bovendien is de fabrikant door de groote hoeveelheden melk en natuurboter, die hij voor zijn product behoeft, een beste afnemer van de melkboeren, en dat heeft in Nederland geruimen tijd de nadeelen voor den boterhandel niet zoo sterk doen geveelen. Thans echter is ook hier te lande een beweging in gang. Dat alle kunstboter, die uit ons land naar Engeland trekt, daar als natuurboter wordt aan den man gebracht, gelooft de schrijver niet; maar met de betere soorten is het stellisr groo tendeels wel het geval, en dat maakt dit fabrikaat tot den ge- vaarlijksten concurrent van alle landen, die de Engelsche markten van natuurboter voorzieD. In Duitscliland heeft men, wegens de strengere wetgeving, zich meer toegelegd op de vervaardiging van kunstboter, zonder toevoeging van natuurboter, ter vervanging der slechte boter soorten, die vooral in het Zuiden worden gebruikt. Allengs is men echter ook daar den weg der Hollandsche fabricatie opge- gaan en gaat men bij Holland in de leer. De schrijver behandelt de samenstellirig van kunstboter zijn gewichtige verschillen met natuurboter ook wat de voedingswaarde betreft, waarover hij zich zeer voorzichtig uitlaat. Zeer opmer- kelijk is een ervaring, die hij in zijn eigen laboratorium heeft opgedsan. Hij had daar twee monsters van natuurboter en een van kunstboter op geheel gelijke schaaltjes laten staan. Deze monsters wekten den snoeplust op van een muis, maar, wonderlijk genoeg, driemaal achtereen was wel van de natuur boter, maar niet van de kunstboter gesnoept. De eerste werd toen dichtgedekt, maar den volgenden ochtend werd de kunst boter onaangeroerd gevonden, ofschoon het muisje duidelijke sporen van zijn bezoek had achtergelaten. Den volgenden dag vond men weder de natuurboter, die intusschen onbedekt was gelaten, verminderd. En zoo ging het door: zelfs de ranstigste natuurboter werd verorberd, maar de fijusle kunstboter liet he diertje staan. Zoo wist het instinct bij een dier en de dieren zijn in de keus van hun voedsel stellig wijzer dan de menschen nauwkeurig melkvet van kunstbotervet te onderkennen. Wij kunnen den schrijver niet in zijne uiteenzettingen volgen, maar stippen van dit gedeelte nog slechts aan, dat hij voor kinderen en zwakke personen natuurboter gsschikter acht. Toch meent hij, dat de kunstboter mits op deugdelijke wijze zonder bijvoeging van natuurboter vervaardigd, recht van bestaan heeft en het gebruik van dierlijk en plantaardig vet voor de voeding een groote toekomst heeft. Hij is echter zeer tegen de kunstboter, die vervaardigd is door vermenging met natuurboter, omdat daardoor het meeste bedrog wordt gepleegd en de verbruiker, ook wanneer hij het als kunstboter koopt, in de meening wordt gebracht, //dat de goede eigenschappen aan het surrogaat zijn toe te schrijven, terwijl zij grootendeels van de bijgevoegde natuurboter afkomstig zijn." Om de misbruiken in den boterhandel tegen te gaan wat in het belang vau een eerlijke concurrentie vereischt wordt, acht de schrijver vier middelen noodig: 1° Het kunstproduct moet een naam dragen, welke alle vergissing onmogelijk maakt: die naam moet niet zijn kunst boter, noch een andere waarin het woord boter voorkomt. De schrijver wil het spijsvet noemen. 2°. De kleuring van kunstboter moet worden verboden. Oorspronkelijk is de kleur fraai wit, evenals van reuzelde gele kleur komt eigenaardig toe aan de natuurboter, en behoort voor deze te worden voorbehonden. 3°. De kunstboter vervaardigd door vermenging van vet met natuurboter, moet worden verboden 4°. Er is een toezicht van de raedische politie noodig op de ingevoerde margarine (wegens nadeelige gevolgen die het vet van ziek vee kan hebben) en eveneens op het vee dat binnens- lands geslacht wordt. Geen van deze maatregelen meent hij, zal den eerlijken fabri kant noch den onbemiddelde benadeelen; alleen het belrog zal worden beteugeld. Wij kunnen de lezing van dit werkje (50 bladzijden) zeer aanbevelen. Te Utrecht werd de algemeene vergadering gehouden van het Geuootschap voor Landbouw en Kruidkunde. Tot voorzitter werd gekozen de heer C. J. Hacke van Mijnden, van Loosdrecht. De vraagwat is beste en goedkoopste wijze om van de klei- gronden een grootere opbrengst te verkrijgen, werd ingeleid door den heer De Boer, die in hoofdzaak wees opde wenschelijkheid a. den ondergrond dieper los te maken dan tot dusver geschied b, de rijenteelt meer toe te passen. Naar aanleiding hiervan gaf bn. Van Hardenbroek als drie voorname factoren aangoede afwatering, deugdelijke grond- bewerking en goede bemesting. Verder wees Spr. op het groote belang, om voor goede zaaigrauen zorg te dragen. Nadat over deze onderwerpen nog door verschillende heeren debat was gevoerd, werden ten opzichte van het eerste punt de volgende stellingen door de vergadering vastgesteld. 1°. Diepploegen verdient aanbeveling. 2°. Het gebruik van eene zaaimachine en het op rijen zaaien evenzeer, met dien ver- stande evenwel, dat met de verschillende omstandigheden, die zich kunnen voordoen, rekening worde gehouden. 3°. Als wenschelijk wordt aangenomen de meerdere verbouw van hakvruchten, aard- appelen, bieten enz., ten einde beter het onkruid te kunnen ver- wijderen. Vervolgens werd door den heer Schober ingeleid het vraagpunt Wat is de voordeeligste wijze om zandgronden te ontginnen? Hieromtrent werd betoogd a. dat het wenschelijk is, eerst dennen- bosschen aan te ieggen; b. de noodzakelijkheid, om de gronden, waarin het zaad uitgestrooid of de jonge dennen geplant zullen worden, flink diep om te werkenc dat hoogelijk afgekeurd moet worden, vooraf plaggen te steken van heidegrond, die in aan- merking komt voor boschcuituur. De juistheid dezer meeniug werd nog nader uiteengezet door baron Taets van Amerongen. Na eenig debat nam de vergadering de wenschelijkheid aan a. bij ontginning van heide- en schrale zandgronden dennen te pooten, en h. door diepe losmaking de productiviteit van den bodem te verhoogen. Eindelijk werd door baron Van Hardenbroek de vraag gesteld Waarom de minister van oorlog geen subsidie verleent aan de provincie Utrecht voor hengstenkeuring? Hierop werd door den Voorzitter geantwoord, dat op een in 1886 daartoe strekkend verzoek door den minister van oorlog geantwoord is, dat het systeem van subsidie alleen wordt toege- past in die provincien, waar de kans gunstig is, voor de remonte geschikte paarden te kunnen koopen. Utrecht verkeert echter niet in die conditie. Naar aanleiding hiervan werd het hoofdbestuur gemachtigd om, wanneer er eenige mogelijkheid bestaat op een gunstig resul- taat, zich nogmaals tot voornoemden Minister te wenden met hetzelfde verzoek. Woensdag is te Rotterdam eene vergadering gehouden van landbouwers en belangstellenden in den veehandel, met het doel maatregelen te beramen tot herkrijging van den vrijen invoer van ons vee in Engeland. De vergadering werd bijgewoond door de voornaamste veehouders en handelaars uit verschillende streken van Zuid-Holland. Met algemeene stemmen is besloten, aan de commissie, die het initiatief voor deze vergadering had genomen, op te dragen een adres te dier zake aan den minister van binnen). zaken te overhandigen, en verder geschikte maatregelen te nemen, om ondersteuning voor gemeld doel te verkrijgen van verschillende personen en corporation. Aan deze commissie werd verder over- gelaten, zich voor de haar opgedragen werkzaamheden meerdere personen toe te voegen. Ned. Herv. Gem. Beroepen te Lichtenvoorde J. J. Sanders te Loenen (Veluwe) te Oudemirdum G. Klaarhamer te Montfoort; te Cats A. Veen- huysen te Nederhorst-den-Berg; te Wilnis C. P. N. Pikaar te Overschie; te Groningen S. D. van Veen te Dedemsvaart; te Roswinkel (Dr.) J. Doorenbos te Oosterbierum (Fr.); te Buurze (gem. Haaksbergen) H. T. Barbas, te Hollandscheveld te Diemen (cl. Amsterdam) Ph. Peter te Serooskerke (cl. Middelburg); te Aalsum c. s. J. v. d. Weide te Windesheim. Aangenomen naar Koekange (Dr.) door T. de Lang te Assen naar Wirdum door J. L. Speckman te Gasselter-Nijveennaar Stolwijk door L. A. van Langeraad te Nieuwveen; naar Koe kange (cl. Meppel) door T. de Lang emer. pred. te Assennaar Yenhuizen door ds. Visser te Ursem.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1887 | | pagina 2