RECHTZAKEN.
GEMENGDE BERICHTEN.
WEEKBLAD VAN BAARLEMMERMEER.
NIEllWS en ADVERTENTIEBLAD.
Hersteld Evang. Lulh. Kerk.
Beroepen: Te Enkhuizen, dr. Joh. W. Pont, prop, te Amst.
Remonstrantsche Kerk.
Aangenomen: Naar Meppel, door W. M. de ries, te Dokkum.
R. C. Kerk.
De bisschop van Haarlem heeft den heer M. J. A. Lans,
prof, aan het seminarie Hageveld te Voorhout, benoemd tot
pastoor der parochie van O. L. V. Yisitatie te Schiedam. Ook
heeft hij benoemd tot kapelaan te Groenendijk den heer J. Goense,
tot kapelaan te Egmonden den heer J. A. Nieuwenhuys, en tot
kapelaan te Rijpwetering den heer J. S. van Buchem, die adsis-
tent was te Groanendijk.
Een veelbelovend drietal.
Drie jeugdige deugnieten hadden voor de rechtbank voor een
vrij samengesteld feit, af te rekenen. De jongste van dit klaver-
blad, zoon van een beruchten vader hier ter stede, die zich
//anarchist" heet, was de ontwerper van het misdrijf, dat, volgens
de dagvaarding, zich aldus had toegedragenhij had, na af-
spraak met den tweeden beklaagde nit een manufactuurwinkel
in een der nieuwe straten een stuk rood baai gestolen, dat in
een der huizen van verkoop met recht van wederinkoop voor
3 werd verkocht en de opbrengst samen met den tweeden be
klaagde gedeeld, Deze laatste nu bevestigde wel dat het stuk
baai verkocht of beleend was en hij van de opbrengst mede
had genoten, doch ontkende, dat er op een afspraak zou zijn
geweest, om het stuk baai te stelen.
Den volgenden dag had de eerste beklaagde met den derde
een //beetje geloopen" en middelerwijl den tweeden beklaagde
van de Reguliersgracht gehaald. Als vanzelf richtte het drietal
nu zijne schreden weder in de buurt van denzelfden winkel,
waaruit de eerste beklaagde, misschien door een hereditaire zucht
naar rood gedreven, thans een stuk rood flanel kaapte.
De gelegenheid was ook inderdaad aantrekkelijk. Deze goe-
deren stonden, zooals dat bij vele manufactuurwinkels gebruike-
lijk is, in de geopende deur, de voorbijganger behoefde als 't
ware slechts zijne hand uit te steken. Met hun drieen beijver-
den zij zich, het flanel netjes op te rollen, hoewel er, thans
volgens den eersten beklaagde, geen vooraf gemaakte afspraak
had bestaan om het goed te stelen. En toen nu de eerste be
klaagde het corpus delicti had gestolen, leende de derde beklaagde
zijn das om het in te rollen, droeg de tweede bekl. het naar
de Bank van Leening in de Kruisstraat, waar de eerste bekl.,
die stilzwijgend de gevaarlijkste onderdeelen van het misdrijf op
zich nam, het beleende, naar hij ter audientie geloofde onder
den naarn van //Hoefsmid".omdat hij bij een baas was ge
weest die Hoefsmid heette. Hij wenschte voor het flanel f 8
te hebben, doch de bankhouder achtte het slechts 5 waard.
Hij verwijderde zich toen even uit de bank, vroeg zijn twee
kameraden //of het goed was" en deze. vonden het //goed."
Nu erkende de tweede bekl. dat de zaak zich dus had toege
dragen, dat de derde meende, dat hij niet. zijn das had gegeven,
maar deze hem reeds vroeger door den tweede was ontnomen,
evenwel had hij eerlijk zijn deel van de opbrengst gekregen.
Verschillende dezer opgaven werden door de getuigen beves-
tigd, ook door een rechercheur van politie, die den eersten bekl.
reeds van vroeger kende als niet veel goeds en van den tweeden
bekl. wist te vertellen, dat hij //onwillig was om tehuis te blijven."
evenals de eerste bekl.
Deze antwoordde, dat hij niet onwillig was om thuis te blijven,
als hij thuis goed kou leven, waarop de president hem toevoegde,
dat hij het misschien »goed" wilde hebben zonder werken. De
tweede bekl. kwam er ook tegen op, dat h'j een soort zwerver"
zou zijn. Hij werkte bij zijn vader, die kleermaker was, doch
hem geen kleeren wilde geven. In den vorigen zomer is hij
zelfs te Scheveningen kellner geweest bij zijn broer.
Pres. Welnu, dat is ook een //soort zwerVen", dat wil zeggen
in uw geval. Ik bedoel daar niet mee, dat alle kellners zwer-
vers zijn.
De derde bekl., die het meest berouw scheen te hebben, ver-
klaarde aangedian, dat hij niet bij zijn ouders t'huis kon wonen.
Zijne moeder was al van zijn eerste jaar in het gesticht Meer-
en-Berg en zijn vader leefde met een andere vrouw en had twee
groote zonen. //U begrijpt dus wel, dat ik niet bij mijn ouders
kan zijn".
De offlcier van justitie, achtte wat de twee eerste bekl. betreft,
het feit bewezen. Al had de tweede bekl. het stuk baai niet eigen-
handig gestolen, hij vergezelde den eerste toch, zag hem den
winkel binnengaan zonder het stuk goed, er uitkomen met het
stuk en deelde met hem de opbrengst. 't Zelfde geldt ook voor
het feit, met z'n drieen gepleegd. Hoewel het feit van hoogst
emstigen aard is, wilde het Openbaar Ministerie de jeugd der
beklaagden (de eerste en derde zijn 16, de tweede 18 jaar),
vooral van den eerste en derden bekl. in aanmerking nemen
en requireerde voor bet ten laste gelegde feitdiefstal door 2
of meer personen, na vooraf bera*md plan, wat de twee eerste
beklaagden betreft, 2 malen gepleegd, vijf maanden gevange-
nisstraf voor den eerste, zes maanden voor den tweede en vier
maanden voor den derden beklaagde.
Mr. S. Katz, die, ambtshalve, als verdediger van den eersten
beklaagde optrad, ontkende dat door het drietal, na voorafgedane
afspraak en te zamen het misdrijf zou zijn gepleegd. Waar het
O. M. aannam a. dat er alspraak bestond, b. afspraak vooraf,
c. afspraak om diefstal te plegen, daar legde pi. er den nadruk
op, dat dit, wat den eersten bekl. betreft, niet was bewezen.
Deze bekl. toch erkent wel, dat hij heeft gestolen, maar ontkent
hier, ontkende bij den rechter-commissatis, dat hij vooraf had
afgesproken dat hij den diefstal zou plegen Het is dus voor
hem niet bewezen, ook ter terechtzitting niet, dat er afspraak
zou zijn gemaakt. Evenmin is bewezen, dat de diefstal in ge-
meenschap met anderen zou zijn gepleegd.
Geen overleg dus, geen diefstal door meer dan een persoon
hoogstens kan er van eenvoudigen diefstal sprake zijn. Maar
daarvoor is bekl. niet vervolgd; en daar het hem ten laste
gelegde feit niet bewezen is immers hij ontkent te hebben
gestolen na vooraf gemaakte afspraak dient ontslag van
rechtsvervolging te gelden.
Pleiter hing hierbij een donker tafereel op van het 16-jarig
leven van bekl. en zijne verwaarloosde opvoeding en vroeg,
indien de Rtchtbank onverhoopt geen termen mocht aannemen,
den bekl. van rechtsvervolging te ontslaan, dat de eisch van
het 0. M. toch niet mocht worden ingewilligd, doch bekl. naar
een van 's Rijks opvoedingsgestichten mocht worden gezonden.
Mr. Van Westerloo trad ambtshalve voor de twee andere
beklaasden op, sloot zich in zijn verdediging bij zijn ambtgenoot
aan. en vroeg eveneens ontslag van rechtsvervolging.
Na re- en dupliek werd de uitspraak bepaald op a.s. Dinsdag.
De 36-jarige kleermaker K., geboren te's Gravenhage, thans
zonder vaste woonplaats, stond voor de rechtbank aldaar terecht
voor het schrijven van een brief, bevattende bedreiging met
brandstichting, aan den eigenaar van de tent//Het nieuw Pavil-
joen" aan den ingang van het Haagsche Bosch. Deze brief
hield in, dat als de geadresseerde des avonds niet f 25 op een
aangewezen plaats nabij het Ilertekamp bracht, zijn paviljoen
geheel in brand zou gestoken worden. In plaats van geld trof
bekl. op de bestemde plek een rechercheur van politie aan, die
hem naar het politiebureel bracht. Bekl. bekende den brief te
hebben geschreven. Hij zeide, niet naar de afgesproken plaats te
zijn gegaan in de meening het geld werkelijk te vinden, maar
in de hoop, door de politie te worden aangehouden. De vorde-
ring van den subst. offic. van justitie, mr. Hulshoff, strekte tot
veroordeeling van bekl. tot 6 maanden gevangenisstraf. De ver
dediger, mr. J. E. Boddaert, meende, dat geloof moest worden
gestagen aan bekl.'s hewering, dat hij den brief geschreven had
om van de straat te komen en schetste zijn client als geen mis-
dadiger van beroep, doch als een ongelukkig wezen, onbekwaam
om werk te zoeken. Uitspraak a. s. Donderdag.
Ter terechtzitting waren ook, ieder afzonderlijk, gedagvaard
de chef en een blokwachter aan het station van de Holl. IJz.
Spoorwegmij. te Delft, ter zake dat door hun verzuim en hunne
schuld den 16den Maart jl. groot gevaar van botsing tusschen
een trein en een stoomtram bestaan heeft. Beide zaken werden
echter onbepaald uitgesteld wegens het ontbreken van drie ge
tuigen.
De RAMP DER OpERA-CoMIQUE.
Juist in den laatsten tijd zijn van verschillende zijden stem-
men opgegaan om te waarschuwen tegen het brandgevaar, dat
dit slecht gebouwde theater, de tweede muzikale schouwburg
van Parijs, aanbood. Nog den 12 Mei j. 1. heeft de heer Steen-
ackers in de Kamer van Afgevaardigden de aandacht des minis
ters van onderwijs op de zaak gevestigd. Hij meende toen, dat
een eventueele brand minst genomen aan 400 personen het leven
moest kosten. De heer Berthelot stemde volkomen toe, dat zoo
het publiek al minder moeilijk te redden zou wezen, het per3o-
neel aan groot gevaar bloot stond. De ruimte, waardoor het
naar buiten kon komen, was niet meer dan 60 h 80 cM. breed.
De minister wilde dan ook volgaarne verbetering aanbrengen,
maardaarvoor was geld noodig.
Het bleef bij deze bspreking enWoensdagnacht, enkele
dagen dus na de ernstige waarschuwing in het Parlement, is
de schouwburg afgebrand.
Men speelde //Mignon" en was in het eerste bedrijf. Mile.
Merguillier en de hh. Moulierat en Taskin waren met een groot
gedeelte van het korps figuranten op het tooneel en mile. Simonnet
kwam juist op, toen een deel van het boven—decoratief van
Lakme, in de zoldering opgeborgen, op de bovenste gasvlammen
viel en natuurlijk dadelijk vunr vatte.
De schrik was onmiddelijk algemeende artisten, die zich op
het tooneel bevonden, gaven echter van groote koelbloedigheid
blijkt; de heer Taskin sprak het publiek toe om het gerust te
stellen, en werkelijk had zijne koelbloedigheid eenigen invloed op
de verschrikte menigte. De eerste seconden van het vertrek
waren betrekkelijk kalm, maar toen viel bet brandende decoratief
op het tooneel en dit was genoeg om de menigte alle tegen-
woordigheid van geest te doen verliezen. Sauve qui pent! fioe-
velen zijn niet gered? Het is onmogelijk dit thans vier uur
in den nacht reeds te zeggen. Aan de politieposten der
wijk had men straks te zamen 18 lijken binnengebracht; maar
in het brandend gebouw liggen zonder twijfel nog tal van lijken
van personen, die hetzij door den rook bedwelmd, hetzij onder
den voet geraakt en toen voorgoed gebleven zijn. De twaalf
lijken aan een der politiebureux binnengebracht. ladden geen
enkele brandwond; de ongelukken waren of bedwelmd, of onder
den voet geraakt, maar niet verbrand.
IJselijk is de toestand der artisten geweest. Zij konden ner-
gens uit en zochten zich langs het dak te redden. Terwijl uit,
de vensters het vreeselijke vuurlicht kwam, terwijl de ruiten
braken, het hout kraakte en van alle kanten rookkolommen op-
stegen, zag men op het hoogste punt van het dak de schaduwen
van een aantal wanhopigen, aan wie de verbijsterd toeschou-
wende menigte geen hulp wist te bieden. Vijf minuten lang
wist niemand voor de ongelukkigen een anderen uitweg dan dien
van zich naar omlaag te werpen. Gelukkig kwam toen de brand-
weer met hare laddere en heeft aldus de menschen kunnen
redden. Een vrouw werd gered door een brandweerman, juist op
het oogenblik dat zij het bewijstzijn verloor en naar beneden
zou zijn gestort. De muzikanten met een deel van het perso-
neel, dat zich vodr het voetlicht bevond, poogden door een onder-
aardsche gang weg te komen, doch vonden den uitgang gesloten
een geneesheer heeft deze deur toen met een ijzer weten open
te stooten. Een brandweerman verzekerde in een der artisten -
loges vier danseuses te hebben gezien, verbrand en afschuwelijk
verminkt.
De ontzetting onder hen die, buiten gekomen, een bloedver-
want of vriend zochten, was verschrikkelijk.
Uit Wanneperveen schrijft men aan de Asser CI-Een vee-
houder in deze gemeente, wiens vrouw ziek was, bracht eenigen
tijd geleden een nacht wakende bij het haardvuur door, om bij
voorkomende gevallen aan zijn tweede ik de behulpzame hand
te bieden. Om eens goed op zijn gemak te zijn, gaat de man
op de plaat liggen, waar hij weldra in een vasten slaap geraakte
en van de dingen, die rondom hem gebeurden, niets meer ver-
nam. De zoon des huizes, die in dezelfde kamer sliep, werd
wakker, ziet het vertrek geheel met rook gevuld en de kleeren
van zijn vader door het afvallende haardvuur reeds smeulende.
In vesstrooidheid neemt hij den waterketel van't vuur en schenkt
er maar op los, er geen erg in hebbende, dat die ketel kokend
water inhield.
Gelukkig, dat de brandwonden niet gevaarlijk zijn.
Te Nieuwediep is van Amsterdam een, volgens een nieuw
systeem vervaardigde reddingsboot aangekomen, voorzien van
inrichtingen voor oliestorting, welke gisteren vanwege de Noord—
en Zuidhollandsche reddingmaatschappij, in de branding nabij de
Heldersche kust werden beproefd.
De boot voldeed goed, de olie-inrichting echter minder.
Aangaande de ramp, aan de stoombooten //Celtic" en
//Britannic," van de White Star Line, overkomen, worden in een
telegram uit New-York nadere bijzonderheden medegedeeld,
ontleend aan het verhaal van een ooggetuige, den heer Mitchell,
postmeester te Westfield, Ontario, die als paesagier aan boord
van de //Britannic" was. In den namiddag heerschte mist, maar
niettemin was het mogelijk eenige scheepslengten vooruit te
zien. Wij hoorden een mistfluit, doch daar geen schip merkbaar
was, begaven zich alien naar de zijde, in de verwachting
dat het een schoon schouwspel zou zijn, als het naderend
schip dicht bij ons zou voorbijkomen. Plotseling doemde de
//Celtic" op en stuurde rechtstreeks tegen de boegen van de
//Brittanic" in. Het bleek al dadelijk dat de schepen tegen el-
kander zouden stooten, doch er was geen tijd om iets meer te
doen dan den koers van de //Celtic" veranderen, en dit geschiedde.
Het gevolg was, dat de //Celtic" een gat sloeg achter de machine-
kamer van de //Brittannic". Ware het een oogenblik vroeger
gebeurd, dan zou de //Britannic" hebben moeten zinken. Nu
had de opening een wijdte van twee vierkanten voet onder de
waterlijn. De vooruitstekende boeg van de //Celtic" bescbadigde
ook het doodwerk van de //Brittannic," doordien de boeg naar
den spiegel overhelde. Het gelukte aan de //Celtic" zich vrij
te maken zonder averij te hebben geleden en na een tweede
stoot gegeven te hebben, welke echter niets meer dan een te-
rugslag was.
Aan boord van de //Brittannic" heerschte groote verwarring.
Al de booten waren neergelaten, doch bij onderzoek bleek dat
zij niet in gereedheid waren om bij deze onverwachte gebeurtenis
dienst te kunnen doen. De passagiers begonnen onrustig te
worden. De //Celtic" vergezelde de Brittannic naar de haven
en andere booten werden onderweg ontmoet. Vijf man en een
meisje werden of onmiddellijk bij de botsing gedood, of stierven
kort daarna aan de bekomen wonden. De lijken werden in zee
neergelaten. Ongeveer twaalf tusschendekspassagiers kregen letsel
de kajuitspassagiers bleven ongede' rd. Geen der twee schepen
is nog in het dokj zij liggen in de benedenhaven.
Een man, wonende te Diever, in Drente, deed hij de politie
aangifte, dat hij eene tapperij in de Nes, met kaartspelen/HOS
heeft verloren. Een onderzoek is ingesteld, doch de kaartspelers
waren vertrokken en de tapper kon geen namen opgeven.
In bewaring is gebracht een man verdacht van valschheid
in geschrifte en als verdacht van zakkenrollerij een kleedermaker.
De trein van de Oosterspoorweg, die te 6.21 van Amster
dam te Utrecht moest aankomen, kreeg tusschen Hilversum en
Maartensdijk een gebrek aan de locomotief, waardoor hij dicht
bij laatstgenoemd station moest stoppen.
Op verzoek werd uit Utrecht eene andere locomotief gezonden,
die den trein te ruim 7 ure te Utrecht bracht.
Door eenige Nederl. schippers is in een herberg te Lobit
alles stuk gestagen; daarna hebben zij de familie van den kas-
telijn met messen verwond. Toen de Duitsche politie kwain,
waren de woesteliugen gevloden. Op Hollandsch grondgebied
werden zij daarop door onze politie alien gearresteerd.
Een noodlottige schaterlach. Clara Elizabeth Smit, een
pas gehuwde vrouw te Sheffield, zat in hare kamer en zag dat
haar buur, die thuis kwam, niet door de straatdeur kon, dewijl
het slot verdraaid was, en dus door het venster eener slaapkamer
naar binnen moest gaan. Hierover kreeg zij een zoo hevige
lachbui, dat zij plotseling in zwijm viel en kort daarna over-
leed. De dood was veroorzaakt door een beroerte, ten gevolge
van het schateren.