GEMENGDE BERICHTEN.
WEEK BLAD VAN HAARLEMMERMEER.
NIECWS- en ADVERTENTIEBLAD.
Hij was de held van de reeds vroeger medegedeelde inbraak
ten huize van den generaal-majoor, inspecteur der genie Krom-
hout, in de Balistaat hier ter stede, in welk tijdelijk onbewoond
perceel deze jeugdige avonturier door overklimniing in den tuin
en het uitbreken van twee raampjes gekomen was en duchtig
huisgehouden had.
Den 27sten Juni toch trof de dienstbode van den generaal de
kamers van het huis in geheel ontredderden staat aan. Kasten
waren opengebroken door bijlslagen en sabelhouwen, het cylinder-
bureau van den generaal was eveneens geforceerd, terwijl de
inlloud op den grond lag uitgespreid; niets stond bijna op zijn
plaats, en de toiletartikelen van mevronvv waren geducht aan-
gesproken. Later bleek, dat gouden noch zilveren voorwerpen
outvreerr.d waren doch miste men verschillende onderkleeding-
stukken, zakdoeken, schoenen enz., welke voorwerpen gedeeltelijk
in het bezit van den jongen gevonden werden, toen hijopstraat
door een hoofdagent van politie op goed geluk was aangehouden,
aangezien de politie, door eenige kenteekenen, vermoedde dat
de inbraak door een jongen moest. zijn gepleegd.
Bekl. bekende ter terechtzitting volmondig het hem ten laste
gelegde. Op de vraag hoe hij tot de daad gekomen was, ant-
woordde de knaap, dat hij slechts in den tuin penige rozen had
willen plukken en, door nieuwsgierigheid gedreven, het huis door een
der bewuste raampjes was binnengekomen. Op een waschtafel vend
hij een flesch staan, welker inhoud hij Leg dronk, ten gevolge
waarvan hij zoo raar in 't hoofd werd, dat hij niet meer wist
wat. hij deed, Geen wonder, de jongen had niets meer of minder
opgedronken dateen halve flesch brandewijn met Spaan-
sche zeep.
In dien opgewonden toestand vernielde hij alles wat onder
zijn bereik kwam, speelde piano en begaf zich eindelijk te bed.
Ook ontdeed hij zich van zijn vuil lijfgoed en frok ander liimen-
goed, waaronder dames-kleedingstukken in plaats van het zijne
aan. Hij bleek zich ook te hebben ingesmeerd met een wondzalfje,
dat hij voor pomade aanzag en het.welk hevige hoofdpijn ver
oorzaakte.
Van den k naap werd getuigd, dat hij bekend stond als een
onverbeterlijk straatslijper, en zijne ouders, die zoo goed voor
hem waren, veel verdriet deed. Zooals later zal blijken, kwam
echter omtrent de moeder van bekl. juist aan het licht dat de
gezindheid jegens haar stiefkind niet van de beste was.
De officier van justitie mr. E. Z. L. vui der Kemp, meende,
dat, waar de feiten wettig en overtuigend bewezm waren, de
eenige vraag hier was of bekl. heeft gehandeld met oordeel des
onderscheids. Die vraag meen le de officier moest bevesti-
gend beantwoord worden, daar de inbraak en diefstal met overleg
zijn gepleegd; de siimme antwoorden die bekl. gaf aan den
hoofdagent, die hem in het bezit der ontvreemde voorwerpen
aanhield, de wijze waarop hij zich van het verder gestolene had
weten te ontdoen, o. a. door eenige voorwerpen onder veil valschen
naam naar de bank van leening te brengen, dat alles wettigde,
naar spr's. oordeel, de overtuiging, dat de knaap wist wat hij
deed. In het belang van de maatschappij maar meer nog in dat van
den jongen zelf, achtte het Openb. Mill, 't noodig hem voor
geruimen tijd aan de samenleving te onttrekken, tot welk einde
hij tegen bekl. 4 jaren gevangemsstraf vorderde.
Mr. J. Hanekuyk, die bekl. ambtshalve verdedigde, bestreed
ten sterkste, dat dit 14-jarige kind gehandeld had met oordeel
des onderscheids. Zijn client was tot de overklimming in den
tuin gekomen, nadat eene dienstbode aan de Laan Copes van
Cattenburgh, aan wien hij, door honger gedreven, een stulc brood
had gevraagd, hem een boterham beloofd had als hij haar eenige
rozen bezorgde. Begeerig dit loon te verdienen, g ng hij op
rozenroof uit en bezocht, eenmaal in den tuin zijnde, uit nieuws
gierigheid het huis.
PI. vroeg of het ruwe geweld, waarvan de kamers in het
huis getuigden, de gewone omstandigheden zijn, waaronder een
dief van heroep te werk gaat? PI. ontkende, dat. de knaap wist
dat hij een strafbare daad. verrichtte.
Volgens ingewonnen informatien werd de knaap voorldurend
door zijne stiefmoeder misliandeld, aan welke bejegening bekl. zich
door straatslijperij, meestnl des nachts, traclitte te onttrekken.
Pleiter concludeerde, dat de rechtbank den knaap geen straf zou
opleggen en refereerde zich overigens geheel aan haar oordeel.
Voor de arrondissements-rechtbank te Haarlem was o. a.
gedagvaard zekere Jan Bakker, schippeisknecht te Zaandam, om
zich le verantwoorden voor zijn aandeel in de oproerige bewe-
gingen, die op den 25sten Juni 11. te Oostzaan hebben plaats
gehad. De aanleiding daartoe zal men zich herinnereu. In den
vroegen morgen van dien dag hadden twee polilie-agenten een
aldaar woneiiden visscher, Hottentot, betrapt op visschen met
verboden viscbtuig en dat tuig in beslag willen nemen. Hotten
tot had zich daartegen zoodanig verzet, dat de gemeenteveld-
wachter Heinhuis volgens opgave ter zelfverdediging, eenige revol-
verschoten op hem gelost en hem gedood had. Vooral's avonds,
toen een paar honderd man uit Zaandam en omstreken naar
Oostzaan waren gekomen, ging het aldaar zeer levendig toe en
hadden de uit Amsterdam en Zaandam gezonden Rijksveldwaeh-
ters veel moeite om de orde te bewaren. Het brandpunt der
beweging was het Raadhuis, waar Heinhuis zich voor de woede
van het volk schuilhield. Bij die gelegenheid nil zou de be-
klaagde Bakker den burgemeesler van Oostzaan, den heer Smart,
die zich onder het volk had begeven om tot kalmte aan te sporen,
hebben beleedigd en bovendien de menigte hebben aangezet om
het Gemeentehuis in brand te steken en Heinhuis in stukken te
snijden.
De substituut-officier van justitie, our. E. M. von Baumhauer,
meende, deze gelegenheid te moeten aangrijpen om te verklaren,
dat het hoofdfeit van dien dag niet aan het oordeel der recht
bank zou worden onderworpen. Eene nauwkeurige instruct,ie
toch had aangetoond, dat de opgave der politieagenten, dat zij
ter zelfverdediging hadden gehandeld, volk omen waar was. Hein
huis had slechts gedaan wat bij doen moest, zoodat iedere blaam,
die op hem geworpen mocht zijn, ongerechtvaardigd was. De
feiten, aan Bakker, die niet ter terechtzitting verschenen was,
ten laste gelegd, achtte ZEA. uit het gehouden onderzoek vol-
komen bewezen. Met het oog op de omstandigheden, waaronder
zij waren Igepleegd, meende hij veroordeeling tot drie maanden
gevangenisstraf te moeten eischen. De uitspraak is op aanstaan-
den Dinsdag bepaald.
Dezer dagen bad op de Belgisch-Luxemburgsche grens een
gevecht plaats tusschen Belgische en Luxemburgsche werklieden,
die aan den nieuwen spoorweg arbeidden. 's Zaterdags bad de
betaling van bet weekloon plaats gehad en 's Zondags werd veel
gedronken. Maandags begonnen eenige mannen een huisje af te
breken, dat als cantine was ingericbt, en de werklieden, die
zich er binnen bevonden, te mishandelen. De strijd werd hevig
en ds politie werd geroepen om de orde te herstellen. Toen deze
verscheen waren deuren en vensters reeds uitgerukt, de kleeren
verscheu'd, de hoofden bebloed en neuzen en oogen bont en blauw
geslagen. Op het zien der gendarmen, die slechts twee in getal
waren, keerden de woestelingen zich tegen hen en vielen hen aan
met houweelen en ijzeren staven. Een der werklieden zekere Clavier,
45 jaar oud, die slechts sedert vijf dagen in die s»reek was
aangekomen, stelde zich aan het hoofd der bende. Hij lichtte
zijn spade op oin er den gendarme Daman het hoofd inee te
klieven, doch deze loste op hetzelfde oogenblik een revolver-
schot, waardoor de belhamel dood neerviel. Een tweede kogel
doorboorde de zoldering. Een der oproermakers verbrijzelde met
een houweel den arm van Daman. De gendarmen werden op
de vlucht gedreven en tot aan het nahurge dorp door de razende
bende vervolgd. Twee werklieden hebben zulke zwaren wouden
bekomen, dat men voor bun leven vreest. De overigen zijn over de
Belgbehe grens gevlucht.
De kleine Held.
Dr. Ernst Brand, de bekende arts uit Stettin, behandelt
al zijne typhuspatienten met koud water. In bet //Deutsche
medizinische Wochensehrift" heeft hij eene reeks opstellen gewijd
aan de uitkomsien, welke hij in de laatste jaren heeft verkregen.
Daaruit blijkt ten duidelijkste, dat de behandeling met koud
water steeds de meeste hoop geeft op een gunstig verloop der
ziektedr. Brand heeft van de 342 thyphuslijders. welke hij
als huisarts behandelde, slechts 1 persoon verloren, en hij laat
zich door geene zwarigheden afsclirikkeri, overal deze behandeling
toe te passen. Ten bewijze, dat zelfs de arrnoede geene onover-
komelijke hinderpaal is, verhaalt hij de volgende roerende ge-
schiedenis, die verdient in uitgebreider kring bekend te worden.
Den 14n Juli 1875 werd dr. Brand geroepen in de nauwste
straat van Stettin, de Splittgasse, bij een kind van zes jaar,
dat typhus had. Het gezin woonde vier trappen hoog in twee
nauwe vertrekjes. Een oud, doof, gebrekkig moedertje, de groot-
moeder van een zwak knaapje van elf jaar, die er echter zeer
verstandig uitzag en een dergelijk meisje van twaalf jaar, waren
de eenige personen, welke de zieke kinderen verpleegden; de ouders
waren buitenshuis aan den arbeid. //Ik zeide," zoo verhaalt ons
dr. Brand, //aan de beide kinderen wat hun zusje scheelde, en
drong er op aan dat men haar naar het kinderziekenhuis zou
brengen, omdat de ouders haar niet verplegen konden en de wo-
ning niet geschikt was tot verblijf voor een zieke.
Daarvan wilde de knaap echter niet hooren. Hij verklaarde
met een besiislheid, die onwillekeurig indruk maakte, dat zijn
zusje niet naar het kinderziekenhuis mocht gaan; het kleine
ventje verlangde, dat zij met koud water zou worden behandeld
en daarom had men mij en geen ander geroepen. Dit geval ver-
maakte mij; toch deed ik hem opmerken, hoe moeilijk de be
handeling, het opnemen der temperatuur en het baden was.
»Dat komt er alles niet op aan", antwoordde het knaapje, ,/zegt
u ons maar precies wat mijn zusje en ik te doen heb
ben, en u zult over ons te vreden zijn." En werkelijk ik
was tevreden. Nooit werd er een kind beter opgepast dan dit
kind uit de arbeidende klasse verpleegd werd door zijn elfjarig
broertje en twaalljarig zusje. Zij kreeg geregeld een bad, de
temperatuur werd opgenoinen, het voedsel werd haar toegediend
en alles behoorlijk opgeschreven, en dit ging zoo nacht en dag
door. Weken lang kwam het knaapje niet uit de kleeren. On-
gelukkiger wijze kreeg ook op het einde van Juli de zuster
de typhus, en had een temperatuur van 41° C. Nu iiad hij
er twee te baden en op te passenEn nu gebeurde er iets,
dat bijna zonder voorbeeld is, dat, het knaapje zelf den 8n Au
gustus ziek werd, en niet naar bed ging, maar met een tempe
ratuur van 40° C. zijn zuster en zich zelf alle drie uur baadde,
en zich slechts d<s nachts tusschen de baden wat rust gunde.
Gelukkig was het bij hem slechts een lichte aanval. Den 20
Augustus verliet hem de koorts en zijne beide zusjes op den 25sten."
De naam van den kleinen held is Erans Witte en hij is
tegenwoordig boekdrukker.
Dr. Brand heeft de boekjes, waarin de aanteekeningen van de
drie zieken werden gehouden, zorgvuldig bewaard. Wei een
school) herrinneringsblad aan zijn gezegenden werkkring.
In het begin dezer week heeft zich aan het strand voor het
Kurhaus een geval voorgedaan, dat ook ter waarschuwing van
het publiek alleszins vermHdin? verdient. Drie zoogenaamde
heeren deden een rijtoertje op de paardjes, die aan het strand
worden verhuurd. De bekende koppigheid van die dieren be-
rokkende 't drietal veel moeite en een daarvan werd zelfs uit
het zadel geworpen. Gedienstige geesten om een evenmensch
te helpen zijn er altijd en onze zandruiter werd ter been geholpen
door een net gekleed jongmensch, een Duitscher, die, gelijk later
met de kennismaking met het edele drietal, dat te Amsterdam
thuis behoort, bleek, naar eene plaats zocht, daar hij op het
oogenblik zonder werk was. Of hij bij deze gelegenheid zich
heeft laten ontvallen dat zijn beurs goed voorzien was, of wat
andere omstandigheid het drietal handelend deed optreden, is
niet met zekerheid mede te deelen, maar na de hartelijke kennis
making was men 't spoedig er over eens, in een van de tentjes-
aan den duinvoet een weinig rust te nemen en na eenige ver-
pozing zich een wein.ig te vermaken met kaartspel. Men raadt
reeds dat de Duitscher in handen van zoogenaamde kwartjes-
vinders was gevallen, die echter thans een gansch andere me-
thode in practijk brachten. Zij lieten hun slachtoffer niet win-
nen, terwijl twee van hen slechts met hem speelden en de
derde zich verontschuldigde dat hij niet mededeed omdat hij
eenigszins ontsteld was van den val. Hij bepaalde zich echter
tot het geven van raad, met dit gevolg dat de Duitscher honderd
gulden kwijtraakte. Iloezeer de politie van een en ander niet on-
kundig bleef en zelfs den belangloozen raadgever in verhoor
heeft gehad, schijnen er geen termen te zijn gevonden een ver-
volging in te stellen, daar 5t tweetal trouwens zich hals over
kop uit de voeten had gemaakt en de raadgever beweerde die
lieden niet te kenrien en toevallig te hebben ontmoet.
Men schrijft uit Grave i. d. 23 Juli: Nadat lieden mor
gen te 10 uur per telepraphisch bericht de tijding ontvangen
was, dat twee sujetlen in den nacht van 22 op 23 Juli uitde
gevatigenis te s-IIertogenbosch waren ontsnapt, zette de kapt.
commandant der kon. mardchaussee zoo spoedig mogelijk alle
posten uit, ter opsporing van deze twee misdadigers; de eerste
was J. M. Schiffers, van Amsterdam, wegens diefstal gevangen
gezet; de tweede, M. van der Linde, de beruchte //Mie Mik",
die vodr ongevejr 10 jaren op zoo'n gruwelijke wijze twee kinderen
te Reek, van waar hij herkomstig is, vermoordde. Beidenzijn
nog lieden te 7 uur door de ijverige nasporingen onzer mare-
chaussee gevat in de gemeente Cassel en alhier onder hetnad-
huis gevangen gezet, ten einde morgen vroeg naar s-Ilertogen-
bosch weder overgebracht te worden.
Twee jongens, een van 17 en een van 13 jaren, waren
op de heide, nabij Someren (Limb.) aan het heiturf verzamelen,
welke zij op een kruiwagen naar huis brengen moesteu.
De jongste moest aan een touw, voor den kruiwagen ge-
spannen, trekken, en daar het nog al warm was, zeide hij onder-
weg vermoeid te zijn en een weinig te willen rusten. De oud-
ste wilde echter hiervan niet weten en spoorde zijn broeder tot
trekken aan, en toen daaraan geen gevolg gegeven werd, gooide
hij hem met een turf, die ongelukkigerwijze op de hoogte van
den buik raakte, hetgeen bijna oogenblikkelijk den dood veroor-
zaakte. Naar men zegt, moet het geneeskundig onderzoek
aan het licht gebracht hebben, dat er eene bloedstorting uitde
mild moet hebben plaats gehad, waardoor het niet anders kon
of de dood moest oogen blikkelij k volgen.
De dader, die gevankelijk naar Roermond werd gebracht, is
weer op vrije voeten gesteld.
Bij de Zondag te Leeuwarden op het terrein der IJsclub
gehouden wedrennen, georganiseerd door den heer Oscar Carre,
was een talrijke menschen—rnassa opgekomen.
De heer Carre had de wedloopen bijzonder aantrekkelijk voor
de Eriezen weten de maken door ook eene echt nationale hard-
draverij er bij te doen houden.
Tien paarden namen daaraan deel. De prijs van 150 werd
behaald door Dibbels, van den heer E. Bierma, te Oudebildtzijl
de premie van 50 door Friso van den heer T. Velstra, te
Leeuwarden.
Zaterdag-, Zondag- en Maandagavond ging het er in de
volkszaal van het Leger des Heils vrij luidrnchtig toe. Eenige
opgewonden lieden deden Zaterdagavoud alle mogelijke moeite
om de bijeenkomst te verstoren door gejoel en getier. Zij vielen
de sprekers herhaaldelijk op ruwe wijze in de rede. Ten slotte
moest de sterke arm te hulp worden geroepen oin de belhamels
te verwijderen. Zij giugen onder den uitroep: wij komen te-
rug!" hun weg. Inderdaad kwamen zij terug, des ochtends, des
raiddags en des avonds en toen vooral was het schandaal groot.
Zij ontzagen zich niet om staande de vergadering jenever te
drinken, hetgeen hun dadelijk werd belet.
Gisterenavond begon het lieve leven opnieuw, niettegenstaande
de stafkapt. Tyler meedeelde, van den commissaris van politie
te hebben vernomen dat, indien met getuigen kon bewezen wor
den, dat personen de bijeenkomst hadden verstoord, er tegen
hen proces-verbaal zou worden opgemaakt. Werkelijk is dit
dan ook tegen twee personen geschied. Ook buiten de zaal
was 't woelig.
Twee aanzienlijke dames zijn in het magazijn du Louvre
te Parijs op heeterdaad betrapt, terwijl zij behalve de
gekochte waren, ook andere zaken wilden medenemen. Bij
een onderzoek in het huis, door haar bewoond, bleek, dat zij
in verschillende winkels voor meer dan 15,000 frank aan goe-
deren gestolen hadden. De zaak zal waarschijnlijk geschikt wor
den. De eene dame is een vorstin en vermogend en de andere
haar gezelschapsdame, die eveneens vaii gegoede voornatne fa-
milie is.
-