BINNENLAND. LANDBOUW. KERKELIJKE BERICHTEN. WEEKBLAD VAN HAARLKMMERMEER. NIEITWS- en ADVERTENTIEBLAD. Ned. Zuid-Afrikaansche Spoorweg-Maatschappij. Met bekwamen spoetl heeft het Ministerie gezorgd dat de wetten tot het in overweging nemen van de voorgestelde wijzigingen in de grondwet in de Siuats-Courant werden opgenomen en de verkiezino-en dus tijdig konden plaats hebben. Bij Koninklijk beslnit van 13 Augustus werden de Eerste en Tweede Kamer, tegelifk met de sluiting der gewone zitting op 17 dezer ontbonden, en zongen dan ook heden de beide takken onzer voiksvertegenwoordiging, in Yereenigde zitting, hun zwanenzang. Namens Z. M. las de Minister Heemskerk het Koninklijk besluit der ontbinding voor, en ongetwijfeld mag zijne Excellence met vol- doening op het tot stand gekomene terugzien. Ondanks alle parle- mentaire klippen en moeilijkheden heeft de premier de voorstellen tot Grondwets-herziening de eerste haven weten te doen bereiken, zonder dat er in het door hem yoorgestelde ten slotte eenige ingrij- pende wijziging is gebracht. Den len September e.k. zullen de kiezers voor de 2e Kamer, den Sen dier zelfde maand die voor de le Kamer geroepen worden de nieuwe uitverkorenen te kiezen, en thans is men overal met het voorbereidende verkiezingswerk druk bezig. Enkele nieuwe namen hoort men noeinen, doch grootendeels zijn het de oude mannen, voor zoover zij zich herkiesbaar stelden, die vveder aanbevolen worden. Volgens het Alg. Hdbl. zou de Amsterdamsche afgevaardigde, de heer Jhr. Rutgers van Rozenburg bij de aanstaande verkiezingeu niet in aanmerkiug wenschen te komen. Mocht dit waar blijken dan zou dit zeer te betreuren vallen, en de Tweede Kamer een lid missen, dat zicli deed kennen door zijn kundige adviezen, vooral ook op waterstaats-gebied, en die, wanneer door ons deftige parle- mentaire fatsoen, de discussies al te zeer droigden te verwateren, wat meerdere spirit in de vergadering wist te brengen, zij het door een woord, dat niet precies aan alle eischen van het parlementarisme voldeed. Wij zullen echter maar hopen dat de heer R. v. R. niet uit de lueede Kamer heengaat, evenmin als dr. Mezger Amsterdam verlaat. Want dit laatste heugelijke nieuws is werkeliik een feit. Wei was de heer M. in onderhandeling met den bankier Schiff over de oprichting van een Sanatorium te Wiesbaden, doch zooals de heer M. meldt heeft ten slotte zijn vaderlandsch gevoel de overhand behouden over de schitterende aanbiedingen, welke hem gedaan werden. Ongetwijfeld kunnen wij Amsterdam met het bohoud van den Europeesch vermaarden dokter geluk wenschen en zullen stadsbestuur en ingezeteneu, zich stellig niet onbetuigd laten, waar het geldt te toonen, hoezeer zij het blijven van den heer Mezger op prijs stellen. Amsterdam s ligging^ is niet zoo gunstig, en de puuten van aantrek- king zijn er niet zoo talrijk, dat wij het verlies van een der voor- naamste niet zouden gevoelen. Betretlende de algemeene vergadering van aandeelhouders in de Ned. Zuid-Afrikaansche Spoorwegmaatsch., Zaterdag alhier gehouden, kunnen wij mededeelen dat 1950 aandeelen vertegenwoordigd waren, reeht gevende op 84 stemmen. De vergadering was belegd tot het vaststellen van de bezoldiging der directeuren en tot het benoemen van een commissaris. Met algemeene stemmen werd tot commissaris benoemd de heer D. Cordes, voorzitter van de Amsterdamsche Kamer van Koophandel. Op de vraag van een der aandeelhouders, hoe de berichten omtrent een Belgisch syndicaat voor den aanleg van spoorwegen in de Z.-A. Republiek in de wereld konden gekomen zijn, deelde de directie mede, dat de bron er van vermoedelijk te zoeken was te Brussel, zooals ook uit de verdere stukken, welke na het sensatie-bericht zijn openbaar gemaakt, is af te leiden. Na de officieele tegenspraak door den minister-resident, jhr. mr. Heelaerts van Blokland, behoefde de directie niet te verzekeren, dat die berichten ten eenenmale onwaar zijn, terwijl de concessie de Maatschappij vrijwaart voor de mogelijkheid van concessie-verleening aan anderen, zonder dat eerst aan de Maatschappij de voorkeur is aangebodeu. Deze mededeeling gaf tot geen verdere bespreking aanleiding. Deputatenvergadering. Douderdarmorgen kwam te Utrecht de deputatenvergadering der antirevolutiouaire partij, die zeer talrijk bezocht was, bijeen. In De Standaard vinden we van die vergadering een kort verslag, waaraan we het volgende ontleenenVoor de rustpoos werden eenige huishoudelijte werkzaamheden afgedaan. Na de pauze ging men over tot de bespreking van de houding, die de antirevolutiouaire partij zou hebben aan te nemen ten opzichte van de tweede lezing der Grondwetsherziening. Dienaangaande werd door het Centraal Comite op den voorgrond gesteld het diep gevoel van gekrenktheid, dat leefde bij alle antirevolutionairen over het onveranderd behoud van art. 194, ten gevolge van het votum der Eerste Kamer en de verwerping van het voorstel om de groote in enkelvoudige districteu te splitsen. Desniettemin oordeelde het Centraal Comite dat dit voor de anti revolutionaire partij geen aanleiding mocht zijn, om wat goed en nuttig voor land en volk was, uit partijgeraaktheid af te keuren. Het non possumus was, zoo oordeelde het Centraal Comite, vanzelf vervallen, vooreerst doordien thans de revisie der Grondwet elke vier jareu aan de orde zou kunnen komen, en ten anderen doordien het thans aangebodene volstekt niet de revisie der Grondwet was, maar slechts een voorloopster van de thans uitgestelde, meer ingrij- pende rivisie, die hoe eer hoe beter moet komen. Als middel om tot die betere en meer gelijke rivisie te geraken, stelt het Centraal Comite daarom voor, de aangeboden reformbill aan te nemen en voorts uit te spreken, dat de antirevolutionaire beginselen niet verboden, om ook die wijziging, rakende de troonsop- volging, de administratieve rechtspraak en de defensie te helpen tot stand brengen, terwijl het oordeeel over de min beduidende wijzigingen aan de prudentie der te kiezen leden moest worden overgelaten. Het volgend voorstel van het Centraal Comite werd aangenomen: ,/De deputatenvergadering wenscht uitdrukking te geven aan het ge voel van gekrenktheid over het aan de antirevolutionaire partij bij deze herziening aangedane onrecht; uit te spreken dat deze revisie niet de eigenlijke grondwetsherziening is, waarom het ons gaat, maar daarvan slechts de voorloopster is; te verklaren dat, naar haar oordeel, het aannemen van de reformbill en de additioneele artikelen geraden is; dat de voorstellen over de troonsopvolging en de defensie niet in strijd met de antirevolutionaire beginselen zijn en dat zij de overige voorstellen alleen aan het beleid derKamer- leden overlaat.,, De Koninklijke Landbouwcommissie. De N. 1{. Ct. releveert eene klacht, onlangs uitgesproken door den schrijver in de Prov. Gron. Ct., die zijne stukken met de initialen A. L. P. onderteekent, dat de landbouwcom missie nocli aan de goede verwachting, die sommigen van hare werkzaamheid koesterden, heeft beantwoord, noch de vrees van anderen heeft beschaamd gemaakt, dat de resultaten dier werk zaamheid de reis- en verblijfkosten der leden niet waard zouden zijn. De heer A. L. P. oordeelde, dat de toestand van den landbouw eer verergert dan verbetert, en dat daarom, indien er voor hem hulp noodig is, deze zoo spoedig mogelijk moet verleend worden. Hij zegt, dat de landman recht heeft op een zelfstandig bestaan. De landbouw mag niet vallen in handen van het kapitaal; de landman mag geen pachter, geen loondie- naar van den kapitalist worden; hij moet voor eigen rekening zijne eigen zaken drijven op zijn eigen grond. Misschien is dit alleen te vinden door wettelijke vasttelling van een maximum van grondbezit of door eene wijziging van belastingstelsel, waar- door deroerende goederen bezwaard worden naar evenredigheid van het onroerend goed, of door tegemoetkoming van staatswege in de aanzienlijke uitgaven, welke de landbouw zich moet ge- troosten tot het ontginnen en droogleggen der gronden. Deze woorden geven der N. R. Ct. den indruk, dat er van de commissie meer geeischt wordt, dan in billijkheid van haar geeischt kan worden; dat verwachtingen worden opgewekt, welke ver buiten de grens gaan, voor hare werkzaamheid afgebakend. Gesteld, de meening ware juist, dat de tegenwoordige omstan- digheden een toestand moeten in het leven roepen, waarin geen landbouwer meer voor eigen rekening en op eigen grond zijne eigen zaken zal drijven, zou het dan geoorloofd zijn, tot af- wending van dit kwaad naar middelen te grijpen, die afwijken van de algemeen geldende beginselen? De N. R. Ct. gelooft niet, dat den landbouw z<5o groot gevaar boven het hoofd hangt. Maar wat daarvan zij, de bepaling bij de wet van een maxi mum van grondbezit zou een uiterste maatregel wezen van z66 ver strekkende gevolgen voor de geheele samenleving, dat hij voor ernstige overweging niet in aanmerking komen kan. lm- mers, ging men eenmaal in het belang van een maatschappelijk bedrijf tot zulk een maatregel over, waar zou de eindpaal zijn op den ingeslagen weg? Gelijke bezwaren gelden voor bet denk- beeld om den landbouwer van Staatswege geldelijk te gemoet te komen in de uitgaven, welke de uitoefening van zijn bedrijf hem oplegt. lets anders is de tegemoetkoming, die gevonden kan worden in de wijziging van het belastingstelsel. Dat er langs dezen weg ook aan den landbouw hulp te brengen is, is zeer zeker waar; maar om dit middel aan te grijpen, had de Regeering de voorlichting dezer commissie niet af te wachten. De N. R. Ct. verwacht van de commissie, dat zij zal voort- gaan met al die afzonderlijke maatregelen voor te stellen, welke kunnen strekken om gaandeweg verbetering aan te brengen. Dat zij er iets op weten zou om op eenmaal den landbouwer van alle zorgen te ontheffen en zijn bedrijf tot bloei te brengen, heeft het blad zich nooit voorgesteld. In de te Delft gehouden vergadering der r/Holl. Maatsch. v. Landbouw", afdeeling Delft en omstreken, onder voorzitter- schap van den heer J. M. de Kuyser, waren tegenwoordig 27 leden. Door de heeren J. M. de Kuyser en C. Langeveld, afgevaar- digden ter algemeene vergadering gehouden 10 Sept. 1886 te Gorinchem, werd verslag uitgebracht van het aldaar behandelde, waarvoor hun de dank der vergadering werd toegebracht. De rekening van den penningmeester over 1886, sluitende met een batig saldo van 298,21 /2, werd door eene daartoe benoemde commissie nagezien en goedgekeurd, onder dankbetui- ging voor het goed beheer. Op voorstel van het bestuur werd bepaald, bij genoegzame deelnetning in het jaar 1888 eene harddraverij namens de af deeling te doen houden met boerenpaarden of paarden van zes- sen klaar, ol voor beide, indien mogelijk daaraan te verbinden eene ringrijderij op zoodanig tijdstip als het bestuur daartoe het meest geschikt zal oordeelen. Tot lid van het afdeelingsbestuur werd herkozen de heer H. Landheer. Gekozen in plaats van den heer P. C. Lans, overleden, de heer D. A. de Jong. Tot afgevaardigden ter algemeene vergadering te Hoorn op 8 September 1887 werden gekozen de heeren H. Landheer en B. Groeneveld, lot plaatsvervanger de heer A. Roodenburg. Aan de afgevaardigden wordt volkomen vrijheid gelaten op die ver gadering over alle punten, welke aan de orde worden gebracht, te stemmen zooals zij het meest in het belang der Maats. zul len achten. Na afloop der vergadering werden onder de aanwezige leden verloot 15 voorwerpen, door het bestuur daartoe aangekocht. Van de Veluwe schrijft men: De rogge-oogst is bijna geeindigd en bedraagt ongeveer het dubbele van vorige oogsten. Het beschot is daar, waar het ge- was niet gelegerd heeft, vrij goed. Bij de gehouden tiendver- pachtingen zijn dan ook hooge prijzen besteed. De boekweit belooft een zeer middelmatigen oogst en evenzoo de haverbeide hebben van de aanhoudende droogte geleden. De aardappelen blijven zeer klein van stuk en beginnen hier en daar door te schietenze worden verhandeld tegen /'2 a 3.50 per HL. In de streek tusschen Deventer en Zwolle zijn de vroeg- rijpe appelen over het geheel klein van stuk, doch zeer goed van qualiteit. Door de aanhoudende droogte zijn ze niet tot volledige ontwikkeling gekomen; ook z'jn ze meerendeels door- gewassen. De late aardappelen zullen waarschijnlijk een middel matigen oogst geven. Van de ziekte merkt men nog niets. De boterprijzen zijn in de laatste dagen 2 a 3 per vat ge- stegen, zoodat men voor de puike boter 24 kan maken. We- gens gebrek aan weide moeten vele boeren hun vee toevoer geven; de handel in rundvee is dientengevolge van weinig beteekenis. Op aansporing van een ingezetene van Zwolle, heeft een der voornaamste Parijsche paardenkoopers dezer dagen in de buurt van Zwolle onderscheidene paardenstallen bezocht, en een twaalftal paarden voor de Parijsche markt aangekocht. Dit twaalfial is in twee waggons rechtstreeks van daar verzonden. De paarden in die streken zijn voor het voorgestelde doel over het algemeen te klein. Voor de Pransche hoofdstad zoekt men paarden, die 1.60 a 1.65 M. hoog zijn. De koopman is, ver— gezeld van een paar erkende autoriteiten, naar Groningen ver- trokken, om te zien of hij ook daar nog iets van zijn gading vinden kan. Ct.)" Verslag omtrent de verwachtingen van den oogst in de provincie Noord-Brabant over 1887. Tarwe zal vermoedelijk een voldoenden oogst geven. Rogge staat buitengewoon schoon te velde, belooft veel stroo en een ruim gewin. Garst heeft door de droogte veel geleden en is over 't algemeen kort van stroo, de opbrengst zal middelmatig wezen. Haver heeft door koude en droogte veel geleden, zij staat over 't algemeen slecht. Boekweit belooft weinig en heeft in verschillende streken door nachtvorst veel geleden. Van erwten en boop.en wordt, wegens de droogte, hoogstens een mildelmatigen oogst verwacht. In de enkele gemeenteu, waar vlas verbouwd wordt, staat het niet best; het gure lenteweder was hiervan de voorname oorzaak. Aardappelen staan over 't algemeen goed te velde, doch wegens de aanhoudende droogte verwacht men, dat ze klein van stuk zullen zijn. Als ondervrucht kan van wortel- gewassen thans nog weinig gezegd worden bij voldoenden regen kan de opbrengst middelmatig worden. De eerste snede der hooilanden was redelijk, doch de tweede geeft minder goede verwachtingen; de felle droogte heeft op de wei-en klaverlanden hoogst ongunstig gewerkt, zoodat de opbrengst daarvan hoogstens middelmatig kan zijn. Boomvruchten hebben over het algemeen door droogte en nachtvorsten veel geleden; de opbrengst zal niet groot wezen. Ned. Herv. KerJc. Beroepente Nieuwerkerk a/d. IJsel S. P. Sleewijk Visser te Rijsoordte Oostburg D. A. van Haselen te Soeterwoude; te Heusbroek (cl. Hoorn) R. Kijlstra te Wier; te Kollumerzwaag W. van den Berg te Tell en Ammerzoden; te Spijk L. Kan te Hei- en Boekop; te Kuinre W. J. Seherphuis te Drogeham; te Scherpenisse G. Klaarharaer te Montfoort; te Neerlangbroek P. B. Gunning te Zettente Stavoren H. Waardenburg te Kol- derveen c. a.; te Hilvarenbeek (N.-Br.) T. Poortman te Zwolle; te Sommelsdijk A. J. van Wijngaarden te Ter-A. Aangenomen: naar Zutfen door G. J. de Iloest te Leeuwar- den; naar Ter Apel door J. Gruno Aldershoff te Zweeloo. Bedankt: voor Goudswaard door P. A. van Schaick te Groote Lindt; voor De Bilt (toez.) en Harderwijk door C. J. Leenmans te Staphorst; voor Lopik en Kabauw door E. A. Lazonder te Oosterwolde (bij Elburg); voor Marked door G. Klaarhamer te Montfoort; voor Blokzijl door Van Giffen te Blankenham; voor Helenaveen (cl. Eindhoven) door H. J. Hulscher te Reeuwijk (cl. Gouda). Christ. Ger. Kerk. Beroepen: te Munnekezijl J. W. Wechgelaer cand. te Aalten. Aangenomennaar Dirkshorn en Krabbendam door J. W. Wechgelaer cand. te Aalten; naar Werkendam door J. van Hae- ringen te Vroorashoop. Bedankt: voor Arum en Munnekezijl door J. W. Wecluelaer cand. te Aalten. Ned. Ger. Kerk. Beroepen: te Enschede M. Schuurman te De Leek; te Krim W. Bosch te Andijkte Katendrecht A. Brink te Almkerk; te Waddingsveen H. A. Jonkman te Noordeloos; te Zaamslag J. W. Gunst te Brouwershavente Rotterdam A. v. Veelo te Klundert en Dijkstra te Hilversum.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1887 | | pagina 2