KERKELIJKE BERICHTEN.
RECHTSZAKEN.
GEMENGDE BERICHTEN.
WEEKBLAD VAN HAARLEMMERMEER.
NIEUWs- en ADVERTENTIEBLAD.
boter is. Het overige moet op risico van Deenscbe verschepers
verzonden worden. Het schijnt dat deze groote achteruitgang
voomamelijk te wijten is aan twee oorzakende voeding der
koeien en minder zorg bij de bereiding. Gednrende bet bloei-
tijdperk werden de koeien voomamelijk gevoed met tarwe-zemelen
haver en eene beperkte hoeveelheid raapkoeken. Sterk voedsel
werd zeer zorgvuldig in kleinere hoeveelheden gebruikt, wortelen
en mangelwortelen werden in beperkte hoeveelheid en met veel
hooi tegelijk gegeven. Rapen en knollen werden bescliouwd als
ongewenscht, daar ze een slechten smaak aan de boter geven.
Doch thans is in Denemarken de verkoop van zemelen afgeno-
men, en die van ander voedsel, zooals katoenzaad-koeken, aard-
noten-koeken enz., toegenomen. Men verdenkt de boeren in
Jutland zelfs van het gebruik van knollen. In de laatstejaren
is meer gewicht gehecht aan veel melk en minder aan hare
hoedanigheid.
Met het oog op een en ander komt de consul tot de conclusie,
dat knollen en sal peter de voornaamste oorzaken van den ach
teruitgang zijn. Daar komt bij dat het volk, denkende dat het
er alles van weet, geen voorlichting meer zoekt, de landbouw-
maatschappij haar onderwijs heeft opgehouden en de beste raad-
gevers naar Zweden en Rusland gaan, omdat zij in hun eigen
land niet meer huune diensten kunnen verleenen. Voorts is er
nog een derde oorzaak het groote aantal vereeniging-boerderijen,
waar de boter in grooter hoeveelheden, doch zeer zorgeloos
gemaakt wordt.
Een vingerwijzing voor onze Nederlandsche zuivelbereiders
Omtrent de te Heusden door den Heer D. Duyser op te
richten varkenslachterij wordt het volgende gemeld
De daarvoor bestemde varkens moeten ongeveer 50 Kg.
zwaar zijn; daarbij mager, doch vleezig, met een laag vet van
hoogstens 1 cM. dik, van witte kleur, wijl geel spek in Enge-
land niet gewild is.
Bij het slachten wordt het varken eerst gemaskerd, daarna
met een slag bedwelmd geslagen en vervolgens dood gestoken.
Dan wordt het geplaatst in een bak met water, dat regelmatig
op gelijke temperateur gehouden wordt, en zoodra de ruwste
haren uitgetrokken zijn, wordt het in koud water gelegd, ge-
schrapt, en gewasschen. Verder, na te zijn uitgenomen, waarbij
het de tong en de nieren behoudt, wordt het opgehangen, om
later in kisten van latwerk, met behangselgaas bekleed, met
negen stuks in den kist naar de plaats zijner bestemming ver-
voerd te worden.
Op het terrein dezer slachterij wordt ook eene vetmesterij
gehouden voor biggen van verschillende rassen, bij voorkeur
van het gekruist Deensche, welke inzonderheid met maTs en
getapte (ontroomde) melk gevoederd worden.
Op een gedeelte van dit terrein ziet men ook nog eene rooro-
boterfabriek steeds in werking. De getapte melk is dus in de
onmiddellijke nabijheid.
Hoewel de huismusch bij onzen landbonwenden stand ook al
in geen al te besten reuk staat, is het er toch ver van af dat
hij hier zo<5 verfoeid wordt als in Noord-Amerika, waar hij uit
Engeland is ingevoerd. De regeering der Vereenigde Staten heeft
onlangs een rapport openbaar gemaakt aangaande deze vogelsoort,
opgesteld door Dr. C. Hart, Merriam, ornitholoog bij het depar-
tement van landbouw. Deze deskundige noemt de musschen een
zoo hevige landplaag, dat hij het noodig acht deze vogels
systematisch uit te roeien, voordat het noodig wordt daartoe,
gelijk in andere Rijken, 's lands geldeu te moeten besteden In
de eerste plaats stelt hij voor, alle wetsvoorschriften te herroepen,
waarbij de musschen worden beschermd, en wetsbepalingen in
het leven te roepen, waarbij het dooden dezer vogels in alle
jaargetijden, alsmede het vernietigen hunner nesten en eieren
wordt toegestaan. Het geven van voedsel of schuilplaats aan
musschen, het invoeren dezer dieren in streken, waar zij nog
niet zich ophouden, alsook op het belemmeren der middelen, in
het werk gesteld voor hunne uitroeiing, wil hij strafbaar stellen.
In het uitloven van premien voor gedoode huismusschen ziet
de rapporteur geen nut, maar wel in het bijzonder bescbermen
van die roofvogels, welke de musschen bij voorkeur als hunne
prooi kiezen.
Als dat laatste maar niet weder aanleiding geeft tot andere schade.
Vrij algemeen wordt beweerd, dat de temperatuur in
noordelijk Europa gedurende het historische tijdperk is gedaald.
Als een bewijs voor de juistheid dezer onderstelling wordt o. a.
ook aangevoerd het feit, dat op IJsland de teelt van garst, die
er reeds werd aangevangen ten jare 870 en op groote schaal
nog in het midden der I5de eeuw bestond sedert dien tijd
allengs is verminderd, dewijl de plant er voortdurend minder
gedijde.
Ten vorigen jare, zoo deelt de Neue Freie Presse mede, heeft
de IJslandsche regeering welgeslaagde pogingen aangewend tot
uitbreiding der teelt van garst. Zaad is aangevoerd uit Altenfjord,
aan de uiterste grens der garstteelt gelegen. Binnen 89 dagen
is de korrel tot rijpheid gekomen en het op die wijze verkregen
resultaat heeft in elk opzicht aan de gekoesterde vcrwachting
beantwoord.
Hier bij wordt tevens gemeld, dat op IJsland de landbouw is
verminderd sedert de veeteelt meer voordeelen heeft opgeleverd.
drietal, S. Dijkstra te Hilversum, en E. Kijftenbelt, te Hoeve-
laken (Geld.)naar Elburg, E. B. Gunning, te Zetten
(cl. Nijmegen), naar Leeuwarden C. L. Laan, te Goes; naar
Ferwerd (toez.) J. L. Schuurmans Stekhoven, cand. te Gro-
ningen; naar Westerbroek (toez.) J. J. H. Bange, te Ureterp,
naar Foudgum en Raadt (cl. Dokkum) Y. Z. Schuurman Stek
hoven, cand. te Groningen; naar Hindeloopen H. Fransen,
te Ankeveen, naar Nieuwland (cl. Sneek) J. Yonk, te Oldebroek
(Geld.); naar Den Hitzert H. Fop, te Hagestein.
Bedankt: voor Makkum J. Doorenbos, te Oosterbierum
voor Toleu (vac. Crull) P. Segboer, te Nieuw-Lekkerlandvoor
Westmaas (cl. Dordrecht) J. W. H. Kalkman, te Monster
(cl. 's Gravetihage;) voor Varik (Geld.) A. S. Talma, cand.
te Dordrecht; voor Nieuwerkerk a/d IJsel (cl. Gouda) A. J. van
Wijngaarden, te Ter Aa (cl. Utrecht); voor Uitwijk;
voor Vries, Drente, (toez.) J. J. H. Bange (cl. Heerenveen).
Aangenomen naar Ellekom (toez.) dr. A. J. Th. Jonker, te
Rotterdam.
R. C. Kerk.
Benoemdtot deken en pastoor te Schagen M. Kreijns, pas-
toor te Anna Paulowna; tot pastoor te Amsterdam, r/kerk der
onbevl. ontvangenis" voorheen de Posthoorn") chr. Philippona,
deken en pastoor te Schagen.
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen naar Neerlangbroek (cl. Wijkubij Duurstede) P. J.
Hopman, te Ouderkerk a/d IJsel; naar Weesp (cl. Amster
dam) Dr. Ph. J. Hoedemaker, voormalig Prof, aan de Vrije
Universiteit te Amsterdam. (Met den beroepene stonden op het
Voor de rechtbank te Amsterdam stonden verleden week
terecht: Jan Kapitein, landbouwer te Haarlemmermeer, en diens
broeder Dirk Kaptein, beiden beklaagd van mishandeling met
voorbedachten rade, en van medeplichtigheid daaraan. Zij liadden
zich in den avond van I September jongstl. te ongeveer half
negen aan het huis vin den heer Arends, arts, woonachtig aan
den Amstelveenschenweg, vervoegd met de vraag of hij ais ver-
loskunnige zijne diensten aan zijne vrouw wilde verleenen.
Na zich gekleed te hebben, begaf de heer A. zich naar buiten,
waar hij op eenigen afstand van zijne woning een tilbury zag
staan, een persoon er in en een er naast. Naderbij gekomen,
grecp de op den grond staande den doctor bij den strot, dat
deze achterover in de sloot viel. Hij riep terstond om hulp en
krabbelde, daar zijn aanvaller gejukkig afliet, de sloot weer uit.
De eerste bekl. ontkende het feit gepleegd te hebben. De
tweede bekl. hield een slag om den arm. Kort na het gebeurde
echter heeft hij een bezoek gebracht aan een buurman, wien hij zeide
dat de aanval op den dbkter door hem en zijn broeder was gedaan en
hij dat met. de zaak verlegen was. Op raad van dien begaf hij zich
met dezen naar den comm. van politie, wien hij mededeelde
dat hij 's avonds ongeveer half negen met zijn broeder langs
de woning van dien dokter riidende, dezen zou gezegd hebben
Als mijn vrouw niet door hem maar door dokter Hart was
geholpen, was ze nog in leven, daar zal ik hem eens over gaan
spreken," en daarna den wagen uitstappende gedaan had wat
boven vermeld is.
Op de vraag of hij zich aan deze verklaring hield, ant-
woordde hij niet precies te weten of hij bij den commissaris
de waarheid heeft gezegd. Later gelukte het den voorzitter uit
den man te halen dat hij bij 't proces-verbaal blijft.
De heer F. L. Arends herkende in den 1 en bekl. zijn aanvaller.
Als aanleining geeft hij op, dat de 2e bekl. den dood van zijne
vrouw aan get. weet, die haar bij de bevalling assisteerde.
De vrouw van den dokter, die, toen haar man wegging, hem
uit de huisdeur had nagestaard, had gezien dat op een veerti"
pas van 't huis een rijtuig stond. Zij zag eerst twee mannen
en hoorde vervolgens om hulp roepen. Zij liep naar de plaats
toe en vond haar echtgenoot in den bekenden toestand.
De zuster van den dokter, die 's avonds open had gedaan,
herkende den eersten bekl. als dengeen, die aanschelde. Vroeger
bij den rechter commissaris, had zij eerst verklaard hem niet te
herkennen, daar de bezoeker een blonden baard moest hebben
Na kalm overleg herkende zij hem thans wel.
N. C. Kapitein heeft 's avonds een tilbury gezien. Zijn indruk
was dat de beide bekl. er in zaten, en Jan Neefjes, herbergier
verklaart dat 's avonds eene gele tilbury, waarin beide bekl.,
voor zijne tapperij heeft gestaanMaarten van Dam, veehou-
der, is de vriend en buurman, die aan den 2den bekl. den raad
gaf naar de politie te gaan; Cornell's van Dam eindelijk
heeft 's avonds ook de beide bekl. zien rijden.
Het O. M. betoogde, dat de schuld van beide bekl. behoorlijk
gestaafd was. De eerste bekl. is herkend, de tweede bekl.
heeft zijn schuld bij de politie beleden; hij schaamde zich blijk-
baar over zijn laf gedrag. Spr. noerade de daad zeer gemeen en wees
er, op dat de dokter, die er nu goed afgekomen is, evengoed
in den modder had kunnen stikken. Het misdrijf van den len
beklaagde qualificeerde hij als mishandeling met voorbedachten
rade, dat van den tweede die buiten op de tilbury is blijven
wachten als medeplichtigheid. Hij requireede tegen den len
bekl. 3 maanden, tegen den 2en bekl. 45 dagen gevangenisstraf.
Mr. Ph. A. Haas, voor den len bekl. optredende deed op-
merken, dat dit zaakje bij lange na niet zooveel belangstelling
verdiende als sommige bladen haar schijnen te schenken. Een
dokter wordt op een avond onaangenaam bejegend, ziedaar alles!
Op de vraag of bewezen is, dat Jan Kaptein de dader is, gaf
spreker een ontkennend antwoord. Eenerzijds toch had beklaagde
niet het minste tegen den dokter, anderzijds hebben zoowel de
dokter en diens zuster, die thans beweren den beklaagde dui-
delijk te herkennen, vroeger verklaard hem niet te herkennen.
Blijkbaar is hier eene vergissing in het spel. Vervolgens meent
pi. niet bewezen te zijn, dat de dokter in de sloot gegooid is.
Blijkbaar is hij er, doordien hij zijn evenwicht verloor, d. i. toe-
vallig, ingevallen. En ten slotte meende pi., dat van voorbe
dachten rade niets gebleken is. Op deze gronden is hij van
oordeel, dat eene vrijspraak volgen moet.
Mr. L. W. van Gigch, voor den 2en bekl. optredende, consta-
teerde met voldoening dat het 0. M. de reden van den aanvang
niet zocht in eene wraakneming van de zijde van zijn client. PI.
meende dat de schuld van den 2en bekl. niet bewezen is. Men
spreekt van een bekentenis (bij de politie), maar die bestaat niet.
Alleen is er een verbaal bij den commissaris, waarin bekl. zich
disculpeert en zegt dai zijn broer 't gedaan heeft. Maar als een
van de twee bekl. het gedaan heeft dan zeker pl.'s client niet.
(Algemeene hilariteit.) Zelfs de bij dagvaardig gestelde feiten zijn
onbewezen. PI. tracht dit aan te toonen door elkeu volzin van
dat stuk na te gaan en te debatteeren. Zoo staat er dat de le
bekl. bekend was met het plan. Maar er bestond geen plan, zegt
spr. Verder dat de 2e bekl. bij de daad behulpzaam zou geweest
zijn. Hoe nu, vraagt pi ;de man bleef bedaard in zijn karretje zitten
En gesteld de feiten zijn bewezen, dan nog leverden zij geen
medeplichtigheid op. Zij komen alleen hierop neer, dat de bekl.
zijn broeder niet verhinderd heeft 't delict te plegen, maar dat
is eene nalatigheid die met strafbaar is. PI. concludeert der-
halve tot vrijspraak.
Een drama op zee.
Aangaande den moord op den Russischen schooner, deelt de
Aalionallidende nadere bijzonderheden mede, welke op het vol
gende neerkomen.
De stoomboot Morso, ontdekte kort bij de zuidoostelijke kust
van Zweden een driemaster onder voile zeilen en met de Rus-
sische vlag halfstok als r.oodvlag. Op zijde van den schooner
sleepte eene boot vol water. Van de Morso zag men op het
achterdek van den schooner een man, half gekleed, die wenkte
en om hulp riep. Toen men nader kwam riep hij in het Duitsch,
dat de geheele bemanning vermoord was met uitzondering van
hem en nog een man, op wien hij wees en die met een touw
om den hals aan den bazaanmast gebonden was. Zoo spoedig
mogelijk draaide de Morso bij en werd eene boot te water ge-
laten, waarin zich de stuurman en vier manschappen van de
Morso begaven. Reeds de eerste blik op het dek van het schip,
dat Johannes heette, bewees, dat de man, die otn hulp geroepen
had, de waarheid gesproken had. Uitgeput, was hij nu ineen-
gezakt; voorhcofd wang en beenen vertoonden wonden, door
bijlslagen veroorzaakt. Langzamerhand kwam hij echter zooverre
tot zich zelf, dat hij eene voorloopige mededeeling kon doen van
hetgeen er gebeurd was.
Hij was vrij van de wacht geweest en had in de kajuit van
den kapitein liggen slapen, toen hij 's morgens om 3 uur gewekt
werd, doordien iemand in de kajuit kwam. Hij sloeg daarop
eerst geen acht, daar hij veronderstelde, dat het de kapitein zou
zijn, maar gevoelde plotseling een hevigen bijlslag op zijn been.
Hij sproDg verschrikt uit de kooi en zag toen den man, dien
men nu op het scheepsdek gebonden zag, voor zich staan, tot
een nieuwen aanval gereed. Deze bleef ook niet uit; er ontstond
een wanhopige strijd tusschen de beide mannen, waarin de stuur
man de bovenvermelde wonden ontving. Eindelijk gelukte het
hem echter, zijn aanvaller uit de kajuit te dringen, doordien
hij hem dreigde met een revolver neer te schieten, indien hij
de kajuit niet verliet.
Een oogenblik had de stuurman rust in de kajuit, maar ook
slechts een oogenblik. De ruit van den koekoek werd stuk ge
slagen en een bootshaak, aan welks einde een mes gebonden
was, werd door de opening gestoken, maar na eenige vergeefsche
pogingen van den moordenaar, om den stunrman te treffen, werd
een derde poging gedaan. Kort daarna werd namelijk eenig
touwwerk door de stukgeslagen ruit gestoken, hetwelk, naar de
lucht te oordeelen, die er van uitging, met petroleum gedrenkt
was. Bijna te gelijkertijd werden spijkers in de kajuitsdeur
geslagen, en de stuurman, afgemat door bloedverlies en verlamd
van schrik, was een oogenblik bedacht, alien weerstand op te
geven; maar ten slotte zegevierde de zucht tot zelfbehoud en
het gelukte hem met bovenmenschelijke inspannige door den
koekoek heen het dek te bereiken, achter den misdadiger te
komen en deze met een knuppel, dien hij toevallig op het dek
vond, eenige slagen op het hoofd toe te brengen.
De moordenaar zakte ineen en de stuurman, zelf op het punt
neder te vallen, verzamelde -al zijne krachten, sleepte den boos-
doener naar de bezaansmast, waar hij hem met een touw om
den hals en de handen op den rug vastbond. De stuurman
bracht nu eenige verschrikkelijke uren door; de moordenaar be-
proefde onophoudelijk zich van zijne boeien te bevrijden, en
indien dit gelukte, vdor er hulp kwam, wat zou de uitgeputte
stuurman beginnen? Daar kreeg hij eene stoomboot in het
zicht, welke hij meende, dat hem wilde naderen; maar deze
hoop verdween spoedig, toen hij de boot van koers zag veranderen.
Met aanwending van zijne laatste kracbt had hij kort daarop
de Morso aangeroepen en op het oogenblik dat de stuurman
met zijn manschappen aan boord van de Johannes kwam, was
het den moordenaar gelukt, zijne handen vrij te maken.
Deze werd nu door de bemanning der Morso gebonden en
met den stuurman aan boord gebracht, terwijl de Johannes op
sleeptouw naar Kopenhagen werd genomen. De eenige beweeg-
reden tot den zesvoudigen moord zooveel is met zekerheid
bekend moet de zucht om zich te verrijken geweest zijn.
Hij heeft althaus, voor hij de lijkeu in zee wierp, ze van alle
voorwerpen van waarde beroofd, zoo bij v. van de ringen, het
horloge en den ketting van den kapitein, ja zelfs van de laarzen
die de kaptein aanhad, toen de moord plaats greep.