KERKELIJKE BERICHTEN.
RECHTSZAKEN.
GEMENGDE BERICHTEN.
WEEKBLAD VAN HAARLEMMERMEER. NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
eeniging, ten einde invloed te kunnen uitoefenen op de keuze
der leden van die commissie.
Een der leden van die commissie was in de vergadering tegen-
woordig en sprak het tegen, dat er genoteerd werdlot geheime
prijzen. Als Viet al eens gebeurt, dan is het zelden, en dan nog
in den zaaitijd, en niet in die mate, dat het de moeite waard is.
Een der aanwezige landbouwers zeide, dat het wel plaats vond,
b. v. nog de beide eerste Vrijdagen, toen de de eerste groene erwten
verkocht werden; maar toen hem de nos. der Leeuuiarder Courant
verkocht werden, waarin die noteeringen zouden voorkomen, wist
hij deze uit het hoofd op te geven.
De zaak bleef verder bij eene bloote hespreking, waarbij van
de zijde der landbouwers erkend werd, dat er veel verbetering
in de prijsnoteering is tot stand gekomen. De indruk van het
debat is, dat de commissie, benoemd door de Handelsvereeniging
er naar streeft, hare taak goed te vervullen.
Na gedachtenwisseling over een paar locale aangelegenheden
beval de voorzitter de lezing aan van het rapport over de zwingel-
en braakmachine in de N. Rotl. Cl. van Zondag.
Ned. llerv. Kerk.
Beroepen te Lunteren (gem. Ede) H. de Lange te Bruchem
c. a; te Nijega en Elahuizen (Er.) R. Jaarsma te Balk (Er);
te Westmaas (cl. Dordrecht) C. Ynzinodes te Waspik (cl. Hens-
den) te Koudum if. Snethlage te Haarlem te Oosterhesselen
H. J. Huber te Gieterveen; te Tolen J. A. van Boven te Oost-
en West Souburg; te Broek op Langendijk P. Bongers te Ameide;
te Kruisland (cl. Breda) J. A. Binneweg te Oud- en Nieuw-
Gastelte Zoutelande (cl. Middelburg) J. C. G. Gobius du
Sart cand. te Nieuw- en St. Joosland te Enschede W. van
Dam te Grootebroek; te Zuid-Beierland P. Bongers te Ameide;
te De Lier Conradi te Nissete Elburg (Geld.) J. G. Klomp
te 's Gravenland; te Maastricht C. P. de Groot te Gulpen.
Aangenomen: naar Oostbnrg A. Scholte A. Hzn., te Honte-
nissenaar Rotterdam Dr. J. Til. de Visser te Almeloo.
Bedanktvoor Holwerd H. Dingeman van Irnsum voor
Wervershoof (cl. Hoorn) J. H. W. Bisschop Boele cand. te
Utrecht; voor Kralingen (cl. Rotterdam) J. van den Bergen te
Gelselaar (Geld.); voor Harmelen if. H. Wensinck, te Benschop
voor de Leije Mooij pred. bij de Ev. gem. te Dordrechtvoor
Huizen G. Nijhuis te Berkilum (Er.)voor Eerwerd R. Jaarsma
te Balk; voor Groninger Opende F. H. Germs te Akkerwoude;
voor Eibergen (toez.) W. J. van Elden A. Gz. te Rijzenvoor
Wageningen A. J. Loois te Venendaal.
Drietal te Blokzijl W. J. Coenen te Beuningen; Van IJzen-
dijk te Laren; C. ter Spill te Avereest; te Utrecht Dr. L. Hel-
dring te Zandvooit; Daubanton te Heemstede; Eaure te Wou-
denberg.
Aan den Heer M. J. Adriani pred. te Edam, is door belang-
stellende vrienden een fraai geschenk aangeboden, als blijk van
waardeering voor zijn bedanken voor beroepen naar elders.
Chr. Ger. Kerk.
Beroepen te Franeker .J. M. ten Hoor te Opperdoes; (voor
den tweeden keer) naar Bierum C. Stadig te Bafloo.
Drietal: Bruinisse O. Los te Sleenwijk J. Vonk te Maassluis
en C. Steketee Czn., te Veere.
Ned. Ger. Kerk.
(Doleerende). Bedankt voor Groningen L. H, '.Yagenaar te
Heeg.
Doopsgez. Gemeenten.
De Heer Pol, e. m. pred. te Zwolle, is door bet bestuurder
gemeente te Blokz'jl aangesteld tot het houden van cathechisa-
tien en om nu en dan voor de gemeente op te treden.
It. C. Kerk.
Benoemd: tot pastoor te Helder W. Huig, pastoor te Hansweerd.
Die lezers van deze courant, die tot de winkeliers behooren,
worden in hun eigen belang aangeraden dit verslag niet over
te slaan.
In den bekenden pijpenwirikel van den heer Hassoldt, in de
Leidschestraat te Amsterdam, komt een bezoeker, een vijftiger,
fatsoenlijk gekleed, en vraagt pijpen te zien. Hij heeft veel
zin in een van 6.50, maar vraagt eerst een vijftal mede op
zicht. Aan dit verzoek wordt voldaan, maar een loopjongen
zal hem vergezellen en ze in een doos meenemen. Men begeeft
zich op weg, en voor een tapperij in de Kerkstraat gekomen,
vraagt E. Pronk (zoo heet de pijpenliefhebber, //comissionnair"
van beroep en oud bekende der justitie) het doosje, geeft den
jongen zijn regenscherm, en gaat, terwijl hij den knaap buiten laat
wachten, zelf de herberg in. Hier neemt hij een der pijpen
uit de doos (de duurste), steekt haar eenigszins gejaagd in zijn
zak en haast zich, na in allerijl een slokje genomen te hebben,
naar buiten. Daar geeft hij den knaap de doos over, met de
boodschap dat hij er een gehouden heeft en die over een half
uur vodr het sluiten van den winkel ('t was Zaterdagavond)
zal komen betalen.
De winkelier ziet echter zijn bezoeker eerst terug aan het
bureau van polititie, waarheen de man, verdacht van andere
feiten, den volgenden Maandag gebracht was.
Inmiddels had de man, volgens zijn eigen bekentenis, de
pijp ten voordeele van zijn kas voor 4.50 verkocht. Voor
die feiten, waarover geen verschil betsaat, stond de man Dins-
dag jl. terecht.
Maar wel rees er groot verschil tusschen den verdediger en
den subst-off. van Justitie over de vraag, onder welke rubriek
van wettelijk gebrandmerkte oneerlijkheden deze daad wel viel.
Ter juiste beoordeeling van het geval nog enkele hijzonder-
heden. Ofschoon de bekl. in de instructie bekend had, dat hij
geen geld bezat om de pijp te betalen, kwam hij ter terecht-
zitting terug. Juist dien Maandag, waarop hij gearresteerd was,
had hij willen gaan betalen na het geld ontvangen te hebben
't welk hem door zijn zoon beloofd was. Voor dezen was dan
ook de pijp bestemd, die bekl. echter volstrekt niet zegt te
hebben meegenomen, gelijk de getuige H. beweerde, om aan
een ander te //laten zien", daar hij zelf de keus zou doen.
Deze ophelderingen wenscht de voorz. nog wat opgehelderd
te zien. Hoe komt het, dat bekl. daar eerst nu mee voor den
dag komt?
Het antwoord is, dat die zoon, wegens bedrieglijke bankbreuk
gevlucht en daarna gesignaleerd, heimelijk was teruggekomen
en bekl niet eer over hem wilde spreken, alvorens te weten dat
hij uit de voeten was. Om dezen zoon te ontmoeten was bekl.
de herberg binnengegaan en zijne door den herbergier opgemerkte
ontsteltenis sproot geenszins hieruit voort, dat hij, onbekeud
hopend te blijven, op eenmaal in dien herbergier een ouden
kennis weervond, maar alleen uit de afwezigheid van den zoon,
wat hem 't ergste deed vreezen.
En nu de moeilijke rechtsquaestie.
Bekl., zoo zegt het 0. M., is in den winkel gekomen en
vroeg om pijpen om daaruit eene keuze te l.aten doen, dus: op
zicht. Dat hij voorwendde die keus door een ander te zullen
laten doen, vloeide slechts voort uit het bewustzijn, dat
gold 't eene keus, door hem zelven te doen men hem een-
voudig zou gezegd hebben: doe die keus dan hier. Dat op zicht
meenemen sloot echter elke gedachte aan een verkoop uit.
De heer H. verklaarde dan ook, dat er van verkoopen geen
sprake was; eerst na het doen der keus zou men daarover
handelen, en dan in ieder geval als verkoop k contant. Nu
was de winkelier dus eigenaar gebleven en had zijn eigendom
alleen tijdelijk in handen gesteld van zijn bediende, die dus
houder werd. Toen deze de doos aan bekl. overgaf, werd die
op zijn beurt houder en het aldus aan hem teevertrouwde
voorwerp had bekl. ten eigen bate verkocht, derhalve zich
schuldig makend aan het misdrijf van verduistering, voorheen:
misbruik van vertrouwen. De geheele houding in de herberg
bewijst dat bekl. zich van het verrichten eerier onrechtmatige
daad bewust was.
Oneerlijk, zeker geeft de verdediger, mr. Lilaar, toe
mogelijk ook diefstal, bedrog, maar: geen //misbruik van ver
trouwen." Immers, zoo ineent hij, de onderhandeling met den
winkelier droeg het karakter van een voorwaardelijken koop
en verkoop. De heer H. verklaarde zich door het overgeven
zijner waren stilzwijgend bereid die te verkoopenen bekl. nam
den verkoop aan, onder voorwaarde dat een der voorwerpen
hem bij nader inzien zou bevallen. Verder lioemt de wet ver
duistering het zich opzettelijk en wederrechtelijk toeeigenen
van eens anders goed, dat men anders dan door misdrijf onder
zich heeft: Maar als de beschouwing van het 0. M. juist was,
dan beging bekl. juist een misdrijf op het oogenblik, dat hij de
doos tot zich nam, nl. dat van diefstal. Immers van een ver-
dere toeeigening van de pijp, door verkoop, is niets ter terecht-
zitting gebleken dan alleen door bekl.'s bekententenis. Zoodat
pi. meende, dat zijn client niet strafbaar was volgens de wet.
Hoe de rechtbank daarover denkt, kuDnen wij nocr niet
melden.
Maar voorshands raden wij lezers- winkeliers aan uit het ge
val deze leering te trekken in den vorm van ulevelverzen
//Geef, hoe 't verzoek zij toegelicht
Geen onbekende goed op zicht
Maar doet gij 't toch ondanks dien raad,
Zorg dat hij wete, waar 't op staat,
Of ge als //verkocht" het goed beschouwt,
Dan wel 't hem enkel toevertrouwt 1
En wilt gij liefst U niet misreeknen,
Laat hem een klein bewijs dan teeknen
Het Engelsche blad The Youngman verhaalt een romantische
liefdesgeschiedenis. Een jonkman te Glasgow, J. R. Blackie, van
de bekende uitgeversfirma, werd een paar jaren geleden verliefd
op een Amerikaansche jonge dame, die daar hare opvoeding genoot,
en het meisje ging als zijn verloofde naar haar vaderland terug,
om haar stervenden grootpapa te verzorgen.
Na den dood van den ouden man werd het meisje, dat zich
bij het verzorgen van den stervende overspannen had, zelve
ziek, en de schrik bij de aardbeving, welke Charleston verwoestte,
werkte zoozeer op hare zenuwen, dat zij blind werd, zop.der hoop
op herstel, naar de deskundigen verklaarden.
Zij schreef toen aan haar verloofde, om hem zijn woord terug
te geven.
Maar de jonge Blackie weigerde zijn bruid op te geven. Hij
kwam met de eerstvolgende stoomboot zelf over, om haar te
verzekeren, dat hij haar liefhad en haar tot vrouw wilde nemen,
hetzij dan blind of niet.
De onverwachte vreugde daarover werkte gunstig op de ge-
gezond'neid der jonge dame, haar gezicht wend langzamerhand
beter, en thans heeft zij, naar The Young Man verzekert //het
helderste paar oogen, dat men kan wenschen te zien.//
De jonge gorilla in den dierentuin te Londen, the Zoois nu,
evenals al zijn naar Europa overgebrachte stamgenooten, bezwe-
ken onder den invloed van het vreemde klimaat.
Veertig jaar geleden was er te Leiden sprake van, dat de
onders van eenen studentenoppasser L. recht hadden op eene
aanzienlijke erfenis van een buitenslands overleden bloedverwant.
Dezer dagen is bericht ontvangen, dat werkelijk die erfenis
bestaat en eerstdaags aan de rechthebbenden zal worden uitge-
keerd. Dit zijn thans de nog in leven zijnde oppasser en drie
bejaarde zuslers, waarvan eene te Leiden en eene te Haarlem
op een hofje woont. Het bedrag van de erfenis wordt geschat
op negen ton.
In de gemeente Opsterland wonen twee broeders,
die tweelingen zijn. Zij zijn 72 jaren oud en gehuwd met twee
vrouwen, die zusters zijn. Beide echtparen hebben evenveel
kinderen, evenveel jougens en meisjes. De namen der kinderen
van het eene echtpaar zijn dezelfde als die der kinderen van
het andere. an ieder der beide huisgezinnen zijn evenveel
kinderen overleden, die dezelfde namen droegen. Beiden hebben
nu nog evenveel kinderen met dezelfde namen. Zeker zeldzaam
Het ffBritsche Museum" te Londen heeft onlangs een
merkwaardig voorwerp ten geschenke ontvangen, nl. den troon-
zetel der Egyptische Koningin Hatafu, die in het jaar 1600
voor onze jaartelling regeerde.
Die zetel moet, volgens deskundigen, het oudste meubelstuk
zijn dat er bestaat.
Te Haarlem is Zaterdagavond een 60-jarig metselaar bij
het inslikken van een stukje vleesch gestikt.
Bij de Schetlandsche eilanden (Schotl.) heeft Zaterdag een
hevige orkaan gewoed, waarin verscheidene visschersschepen
verongelukten. Te Lerwick is een visscher van een der vergane
vaartuigen aangekomen, die dertien uren zwemmend met de gol-
ven geworsteld had. Men vreest dat 22 visschers om het leven
gekomen zijn.
Dr. Middleton, de Engelschman, die te Cordova gevangen
gezet werd, wegens het doodschieten van een gids, een Zigeuner,
door wien hij, naar hij verklaart, boven den toren der kathe-
draal onverhoeds werd aangevallen, zal waarschijnlijk spoedig
in vrijheid gesteld worden, of is het reeds.
Wat men van den gedooden Zigeuner weet, pleit nl. voor de
waarheid van Dr. Middleton's verklaringen. De gids had een
zeer slechten naam, en een paar jaren geleden was een reiziger,
die ook onder zijn geleide den toren beklom, verpletterd op de
steenen beneden gevonden. De gids verhaalde toen, dat de
vreemde Heer, voor hij het verhoeden kon, over de leuning
naar beneden gesprongen was, en niets kon bewijzen, wat nu
nog waarschijnlijker is, dat hij daar boven, in de eenzaamheid,
waar niemand zijn hulpgeroep kon verneinen, door den gids
beroofd en gedood werd.
Met St. Nicolaas worden vaak de zonderlingste vormen
bedacht om iemand een surprise thuis te bezorgen. Iemand te
Rotterdam kreeg op St.-Nicolaasavond eene zending mosselen
thuis. Als surprise vond men dit minder aangenaam en na ze
goed doorzocht en niets bijzonders gevonden te hebben, werd
besloten de mosselen in de gracht te werpen. Doch alvorens
dit te doen kwam een der huisgenooten op het denkbeeld de
mosselen te koken, misschien dat bij het openspringen der schel-
pen wel iets zou te voorschijn komen. Een van de mosselen
sprong echter niet open, deze werd terstond uit het water ge-
liaald en men bevond, dat zij met duu draad was omwonden.
Bij opening bleek de inhoud een fraaie gouden horlogeketting
te zijn.
Ook te Londen is het treurig gesteld met de voeding van
arme kinderen, en de daar gevestigde Yereeniging voor kinder-
voeding heeft steeds behoefte aan ondersteuning. Uit het vijfde
jaarverslag dier Vereeniging blijkt, dat op de openbare scbolen
voor minvermogenden gemiddeld tusschen de 5 en 9 percent
honger lijden; in een school aan het oost-eind der stad, hadden
13 percent der kinderen nooit voldoende middelen, op een andere
school aldaar leden 32 percent dus bijna een derde der
leerlingen gebrek.
Wij vinden die cijfers in Londensche bladen vermeld, en
deelen ze voomamelijk mede met het doel, onze lezers nog
eens te herinneren aan een wijze van weldoen, waarvoor ook
hier te lande maar al te zeer gelegenheid bestaat, en waartoe
onze Vereenigingen voor kindervoeding gaarne medewerken.
Een vreemd ongeval overkwam onlangs een zeilliefhebber
op het Mich'gan meer. Hij was, op een zeiltocht zijnde, even
afgestapt op een weinig bezocht eiland in het midden van het
meer gelegen, toen het vaartuig los raakte en zonder hem weg-
dreef.
Gelukkig had hij een stevig mes op zak en raaakte hij met
behulp daarvan, alsmede met de banden zijner kleederen en
boomschors een vlot, hetgeen na drie dagen werkens gereed
was.
Met een lange stok gewapend stak hij met dat vlot van wal, doch
het duurde vier dagen alvorens hij aangetroffen werd, natuur-
lijk hoogst vermoeid en met verschrikkelijken honger, daar hij
gedurende 7 dagen niets te eten had gehad.
Het uiterlijk van dezen Robinson was door ontbering en
angst zoodanig veranderd, dat zijne vrienden hem bij zijne
tehuiskomst nauwelijks herkenden.