Zending.
ALLERLEI.
Tekst der liederen, door het Zangkoor te zingen
op den lsten Pinksterdag.
GEZANG 1 3, en: „DANKT, DANKT NU ALLEN GOD."
(Mendelsohn).
Dankt, dankt nu allen God,
Met blijde feestgezangen
Van Hem is 't heuglijk lot,
Het heil dat wij ontvangen.
Hij ziet in Christus ons
Altijd genadig aan
En heeft ons dag aan dag
Met goedheên overlaan.
Lof, eer en prijs zij God,
Door aller schepslen tongen
Op zijnen hemeltroon
Aanbiddend toegezongen.
Den Vader en den Zoon
En ook den Heil gen Geest,
Drie-eenig God, die blijft,
Wat Hij steeds is geweest!
Den eersten Pinksterdag zal de Heer P. Meeth, uit Bussum,
die reeds meermalen op zoo verheffende wijze het gezang
der gemeente begeleidde, het kerkorgel bespelen.
Evangelisatie-arbeid.
Zaterdag, 25 Mei, 's avonds 8'/4 uur in „Ons Huis" Volks
samenkomst. Sprekerde Hr. Barteling, van Haarlem.
Toegang vrij.
2de Pinksterdag, :s nam. 3 uur Openluchtsamenkomst op
het Strand, tegenover Hötel d'Orange. (Bij gunstig weer).
Woensdag, 28 Mei, 's avonds 8'/4 uur, Bidstond, Kost-
verlorenstraatweg 28. leder is welkom.
Klachten over de bezorging van De Zondagsbode" s.v.p.
direct te richten tot de Administratie.
Op den heerlijken zendingsijver der apostolische eeuw
volgden vaak tijden van verslapping, hetzij wanneer de
Kerk zoo door vijanden van buiten werd bestookt dat zij
met geen mogelijkheid zich aan het zendingswerk kon
geven, hetzij wanneer die arbeid belemmerd werd door
wereldgelijkvormigheid of door twisten in den boezem der
gemeente zelve; maar geheel vergeten heeft de Kerk haar
nooit.
Nadat de landen om de Middeliandsche Zee met het
Evangelie waren bekend gemaakt, volgden later de noor
delijke streken van Europa, in de zevende en achtste eeuw
ons vaderland; men denke aan den arbeid van Willebrord
en Bonifacius. Naarmate de roomsche Kerk meer verbas
terde en ontaardde, werd steeds minder aan Zending gedacht;
toch hebben in het bijzonder de Jezuieten vaak grooten
zendingsijver getoond, al werkten zij niet altijd naar
methoden die wij zouden kunnen toejuichen, noch met het
meest verheven doel voor oogen de glorie der roomsche
Kerk kwam maar al te dikwijls de plaats iniremen die aan
de eer Gods toekwam.
In de hervormingseeuw en daarna hadden de protes
tanten te veel te doen om zich naar binnen als Kerk in
te richten en naar buiten tegen hun machtige vijanden te
handhaven, dan dat zij veel aan Zending zouden hebben
kunnen denken daarbij ontbrak, toen de belemmeringen
waren weggenomen, te vaak de ware zendingsijver, al heeft
de Oost-Indische Compagnie zich niet geheel onbetuigd
gelaten en in haar programma ook de kerstening der ons
onderworpen volken in den Indischen Archipel opgenomen.
In werkelijkheid echter kwam van die kerstening zeer
weinig terecht.
In de achttiende eeuw begon de zendingsgeesi weder
te ontwaken, vooral onder invloed van de Broedergemeente
in Duitschland met haren edelen voorganger den graat van
Zinzendorf, van het piëtisme in datzelfde land en van het
methodisme met Wesley en Whitefield in Engeland. Het
einde van die eeuw (1797) zag de oprichting van het Neder
land ch Zendelinggenootschap, de oudste en, Gode zij dank,
nog steeds bestaande en bloeiende vereeniging voor de
Zending in ons vaderland,' weldra in den loop der volgende
eeuw door vele andere vereenigingen gevolgd: het Java-
Comité (1855), de Nederlandsche Zendingsvereeniging
(1858 de Utrechtsche Zendingsvereeniging (1859) enz.
In alle protestantsche landen der wereld van de
roomsche missie spreken wij thans niet werd in de
negentiende eeuw. vooral in haar tweede helft, de Zending
met een ijver als nooit te voren ter hand genomen,
en rijkelijk werd die arbeid door God gezegend. Engeland
en Schotland staan in die edele mededinging vooraan,
daarna de Vereenigde Staten van Amerika, Duitschland.
Nederland, Zweden en Noorwegen, het protestantsche Frank
rijk, Zwitserland en Denemarken.
Ook de inwendige zending beleeft sedert het midden dei-
vorige eeuw, vooral door den machtigen invloed die van
het Réveil uitging, een vroeger nooit gekenden bloei. Waai
de liefde van Christus de harten dringt om onbekeerden
en verlorenen in de christenlanden te zoeken en tot den
Heiland te leiden, om armen en ongelukkigen te troosten
en te helpen, worden steeds nieuwe wegen daartoe gezucht
en gevonden. Bijbel- en traktaatgenootschappen evan
gelisatie en christelijk onderwijs, diakonessenwerk en arbeid
onder gevallenen zijn daar om het te bewijzen. Ik stip in
dit historisch overzicht slechts aan later hoop ik telkens
op die takken van in- en uitwendige zending uitvoerig
terug te komen.
En wat is het eindresultaat van zooveel zendingseeuwen?
Stellen wij de bevolking der wereld op ongeveer vijftienhon
derd miilioen, dan vinden wij180 miilioen Mohammedanen,
10 miilioen Joden en 865 miilioen heidenen, tezamen 1055
miilioen niet-christenende 445 miilioen christenen zijn
verdeeld in 205 miilioen roomsch-katholieken, 90 miilioen
grieksch-katholieken en 150 miilioen protestanten.
Deze cijfers geven te denken. Waren al die zoogenaamde
christenen waarlijk christenen, dan nog zou niet eens één
derde van de bevolking der wereld voor Christus gewonnen
zijn.; maar ach, wij weten wel beterHoe heidensch, hoe
verloren, hoe onchristelijk of anti-christelijk zijn die mil-
lioenen, die als christenen in de lidmatenboeken onzer
kerken geschreven zijn, hetzij zij zich roomsch, grieksch
of protestant noemen! Hoe klein in getal zijn de ware
belijders van den ChristusOp hen rust een reuzentaak,
een schijnbaar onmogelijke taak die groote wereld rondom
hen met het Evangelie bekend te maken. De christelijke
gemeente begint tegenwoordig eenigszins tot het besef van
hare verantwoordelijkheid in deze te komen, maar het is
nog slechts een klein begin. Dat zij ontwakeGod roept.
De" velden zijn wit om te oogsten. De tijden en gelegenheden
zijn gunstig als nooit te voren. De deuren zijn overal
geopend. Dat men binnenga! De Heer wil het. Zijne duur
gekochte gemeente antwoorde: Ja, Heer, uw wil geschiede!
v. L.
Bijeenverzam eld door C. B.
OOK GODSDIENST.
Kees heeft een Zondagsch vest en jas
Die gaan na Sabbath in de kas
De rest van 't pak daameven.
Maar tevens hangt hij in de rij
Zijn christelijk geloof er bij,
Dat daaraan, als aan zijn kleedij,
Geen weeksche stof mag kleven.
En is de week voorbij gegaan,
Hij trekt geloof en pak weer aan,
('(Zou in de week niets geven):
Die Kees verstaat het leven