ALLERLEI.
jaar rustig en zonder setiade lieelt doorstaanmaar liet
nad een tout. Het nad steents den wind tot oeweegkiaent
en wanneer deze ontbrak, zuoals 111 den zomer naiuumjK
nu en dan plaats heelt, Kon net niet gemakkelijk huip
verteenen, wanneer deze gevraagd werd. uns nieuwe scnip,
dat tevens iets grooter is dan net oude en waarop onder-
scneldene verDeteringen zijn aangebracht, waarvan de
wenschedjkiieid ons in den loop der jaren was gebleken,
bezit thans een motor en kan, ook waar het 111 gewone
omstandigheden op den wind als beweegkracht verdouwt,
ook bij bladstil weder zich daarheen verplaatsen waar zijn
tegenwoordigheid wordt vereischt. Ongeveer tienduizend
onzer visscners zwerven des zomers op de Noordzee.
Wordt een hunner ziek of krijgt hij een ongeluk, dan wordt
„de Hoop" gepraaid, die zich voortdurend tusschen de
visschersvloot oeweegt, de sloep van het hospitaal-kerk
schip wordt neergelaten en begeeit zich met den genees
heer en den predikant aan üoord van het 0111 hulp vragende
vaartuig. Terwijl de geneesheer den patiënt onderzoekt en,
zoo mogelijk, afdoende helpt of de eerste hulp verleent,
spreekt de predikant met de bemanning, deelt godsdienstige
bladen onder hen uit en houdt, indien de tija dit toelaat
en zij het wenschen, een korte godsdienstoefening met hen.
Gewoonlijk wordt de patiënt door den geneesheer naar
„de Hoop" medegenomen, daar behandeld en vei bonden,
en later teruggebracht. I11 dien tusschentijd kan de predikant
rustig zijn werk bij de visscheis doen, die over het alge
meen blijde zijn een geestelijke toespraak te ontvangen,
waar zij zoovele maanden van de geregelde godsdienst
oefeningen verstoken zijn. Is de patiënt ernstig krank of
verwond, dan wordt hij in het hospitaal van „de Hoop"
opgenomen wij hebben daar thans acht bedden en een
afzonderingskamer voor besmettelijke zieken, waar hij
tot zijn genezing vertoeft; mocht ditnoodigzijn,dan brengt
„de Hoop" hem naar den vasten wal 0111 hem daar in
een hospitaal te doen opnemen. Het totaal der verpleegden,
gedurende de dertien reizen van „de Hoop" bedroeg 2738.
Velen hunner zijn, door de tijdige en goede hulp van ons
hospitaal-kerkschip, van een, menschelijkerwijze gesproken,
wissen dood gered, en treffend zijn de betuigingen van
dankbaarheid die ons Bestuur menigmaal van genezen
patiënten mocht ontvangen. Nu, zij hebben het dan ook,
dank zij de trouwe zorgen van den geneesheer en zieken
vader, uitnemend, terwijl de meesten hunner ook genieten
van de dagelijksche gesprekken en geoeden van den predi
kant. Deze laatste wordt gedurende de zomercampagne
driemaal verwisseld, terwijl de geneesheer van Juni tot
November zich aan „de Hoop verbindt.
Is het weder des Zondags gunstig, dan wordt de kerk-
vlag geheschen en komen de visschers uit den omtrek
aan boord voor eene godsdienstoefening. Het spreekt vanzelf
dat de predikant eiken dag met bemanning en patiënten
een korte godsdienstoefening houdt.
Is dit niet een kostelijke tak van inwendige zending?
Wanneer christen-echtgenooten en -ouders van visschers
aan hunne geliefden denken en voor hen bidden, wanneer
zij ver weg zijn, dat zij dan den Heer ook eens danken
dat Hij „de Hoop" naar zee zond en Hem bidden dat Hij
ook dit jaar het scheepje zegene en beware en voor velen
tot zegen stelle naar ziel en lichaam
Wij roepen ook uit Zandvoort, aan „de Hoop" van harte
een „goede reis" toe. v. L.
B ij een verzameld door C. B.
EEN VERKEERDE TOEPASSING.
De leeuw schrikt, volgens algemeen gerucht,
Voor 't kraaien van den haan zóó, dat hij vlucht.
Maar wie nu van het haangekraai ooit sclirikk'
Denk' daarom niet Ziezoo! een leeuw ben ik.
INVLOED TEN GOEDE.
Op de eenvoudige grafzerk, waaronder ergens een jong
kind begraven ligt, leest men het volgende opschrift: „Hier
rust een meisje, van wie hare speelmakkertjes getuigden
Het was gemakkelijker, goed te zijn, wanneer Eva zich in
ons midden bevond".
Elk onzer is geroepen, om op zijn naaste omgeving een
invloed ten goede uit te oefenen, 0111 grooten en kleinen,
geloovigen en ongeloovigen te helpen, opdat zij de zonden
bestrijden, die hen ongelukkig maakt, en de gerechtigheid
dienen die ten eeuwigen leven leidt.
„Dat dan een iegelijk van ons zijnen naaste behage ten
goede, tot stichting"
—0
GOED GEMIKT.
Een predikant, die zijne gemeente voor een weldadig doel
tot rijke gaven wilde bewegen, zeide 11a een zeer wel
sprekende predikatie over de Christelijke liefdadigheid
„ik vrees, uit de blijken van medelijden, die ik op uwe
gelaatstrekken lees, te moeten opmaken, dat de meesten
uwer te veel zullen geven, ik vermaan u daarom, in de
allereerste plaats rechtvaardig te zijn, voordat gij aan uwe
edelmoedige opwelling gehoor geeft, en ik hoop dat nie
mand iets op het bord legt, die schulden heeft en ze niet
betalen kan" 1 De collecte was een der rijkste, die ooit
in deze kerk gehouden werden.
o
EEN „PREEKJE VOOR GETROUWDE VROUWTJES".
„Wij allen weten, hoe sommige vrouwen, na een paar
jaren getrouwd te zijn geweest, zorgeloos worden ten
opzichte van hare kleeding," zegt eene Engeische schrijfster.
„Zij schijnen te denken, dat nu haar fortuin gemaakt is,
en zij dus nu niet langer heur baar netjes behoeven op te
maken, of een mooie japon aan te trekken, enkel en alleen
voor hare mannen.
„Dat is geheel misgezien en het is een dwaling, die
uit luiheid voortspruit
„De mannen hebben graag, dat hunne vrouwen er netjes
uitzien, evengoed als toen zij nog slechts hunne verloofden
waren.
„Neemt een goeden raad van eene getrouwde vrouw
aan, en al kunt gij slechts één japon hebben, waarin
gij er goed uitziet, laat dat dan de japon zijn, die gij in
huis draagt.
„Doet uw best 0111 altijd keurig opgemaakt haar te hebben,
en een net, eenvoudig costuum aan de ontbijttafel.
„Weest niet al te zuinig op het dragen van kant. Een
man is bijzonder gesteld op zulke strookjes: witte plcoi-
seltjes 0111 den hals en de polsen hebben altijd iets onweer
staanbaars aantrekkelijks voor hem.
„Zorgt dat gij steeds goed passend schoeisel draagt,
hetzij dan laarsjes of pantoffels. I11 één woord legt er 11
op toe 0111 u even innemend voor te doen, nadat de visch
aan den haak en op den wal is, als toen gij nog niet zoo
zeker van hem waart"
0
OVERGAVE.
Heer! neem het uwe, neem het weer!
Ik wil niet morrend klagen;
Uw gift is geen gewin slechts, Heer!
Maar ook uw wedervragen,
ik leg op 't altaar uwer eer
Het liefste tot een offer neer
Een deel van 't eigen leven
Van U was 't, keer 't tot U weerom
is 't eeuwig thans uw eigendom,
Help gij 't mij overgeven
Heer! blijve ik door uw gunst bewaard
Voor 't morren dat de smart verzwaart,
Waar 't post vat in gemoedren
E11, geef ik 't uwe needrig weer,
Geef Gij me een grooter aandeel, Heer;
Aan U en al uw goedren
Albertine Kehrer.