Voor eiken dag. Uit de Gemeente. De Maatschappij lijdt nog meer onder gebrek aan rust, dan onder gebrek aan werk, dus: Zondagsrust! Zondagsrust! Zondagsrust! FEUILLETON. CHARLES CHINIQUY. op hen zal letten om hen, al naar gelang hunner omstandig heden, met raad en daad bij te staan. Hun vergiffenis geschonken hebbende, zal Hij hen houden in dien toestand. Wat Hij begon, zal Hij voleinden. Hij laat niet varen het werk zijner handen. Welk een moedgevende toezegging Welk een kostelijke vertroosting Maar zij wordt cilléén ons deel in den weg van het geloofs-vertr ouwen. God leidt ons aan ons het blindelings volgen. God bewaart onsaan ons het ons laten bewaren in Zijnen weg. Gods oogen zijn op ons aan óns het ons niet onttrekken aan Zijn toezicht. Hij zal het maken. Hij zal het maken. Hij zal het goed maken. Hij zal het altijd alles goed maken. Hij zal het ook voor ons altijd alles goed maken. Die op den Heer vertrouwt, dien zal de goedertierenheid omringen. (Verzameld door C.B.) God maakt Zijn beeld in ons niet als de photograaf, maar als de portretschilder, die zóó langzaam vordert, dat er soms schijnbaar geen vooruitgang is. N. N. Geloof: het fondament onzer behoudenis; hoop: het gebouw, dat opgetrokken wordt; liefde: de kroonlijst en de voltooiing. Origenes. Gods kinderen worden er altijd toe geroepen rustver stoorders te zijn. Jezus zegt: ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard. N. N. Houd dagelijks afrekening met uzelven, en laat den slaap niet toe in uwe oogen, alvorens gij uw dagwerk tot drie maal toe hebt onderzocht in uw ziel. Vraag uzelf af: waar ben ik geweest? wat heb ik gedaan? wat had ik moeten doen Pythagoras. In onze herinneringen bezitten wij rijke schattende dankbaarheid jegens God moet ze uit de donkere diepten der ziel optrekken in de helderheid van ons bewustzijn. N. N. Er zijn „zoogenaamde" geloovigen, die'slechts uit traag heid gelooven en er zijn ongeloovigen die zich vrijdenkers noemen en niet eens weten wat denken is. L. Monod. Vrees nooit gevaar, wanneer Hij, die over alle gevaren gebiedt, u in oor en harte fluistert: „lk ben aan uwe zijde". Lavater. Rekening en verantwoording der Vereeniging tot onder steuning van behoeftige zieken en kraamvrouwen over de maanden Februari, Maart en April 1912. In kasf 161.07s 0.35 f 161.425 f 133.97 °%o Nota v. Duivenboden Te zamen. De uitgaven waren Verdeeld als volgt a. Melk en eieren f 71.13 b. Nota v. Duivenboden (luiers, nachtjakken, enz.),, 28.12 c. Nota v. der Veldt (keper en katoen) 8.16 d. Bakerloonen plus een van Aug. 1911 17.00 e. Lactagol9.00 f. Diversen0.56 Te zamen. f 133.97 Zoodat een batig saldo overbleef van f 27.455 Het was in Mei 1897 dat de toen bijna 88-jarige Charles Chiniquy, bekeerd roomsch priester, „de Canadeesche Luther" en ..apostel der ge heelonthouding van Canada", Haarlem bezocht en in de stampvolle kerk der Broedergemeente met jeugdige kracht eene lange toespraak hield, welke ik in het hollandsch overzette. Merk waardig was de frissche „vernieuwdejeugd van den grijsaard, die op dien hoogen leeftijd geen bril noodig had en van vermoeidheid niet wist Twee jaren later overleed hij in vollen vrede en de blijde hope des eeuwigen levens. Onder alle bewoners van Haarlem was ik zeker wel degene die zich het meest op het bezoek van den edelen grijsaard verheugd had en er het meest van genoot; immers weinige jaren te voren had ik met groote belangstelling de levensbeschrijving, door hem zeiven opge steld, gelezen en er voor een onzer christelijke tijdschriften een uittreksel van gegeven. De titel van het door mij bedoelde boek luidt: .Fifty years in the Church of Rome",(') en ik geloof den lezers van onzen Zondags bode een dienst te bewijzen, door hen met het leven van dezen merkwaardigen geloofsheld nader bekend te maken. Chiniquy, die zijn biografie in zijn 77ste jaar te boek stelde, had Vijftig jaren in de roomsche Kerk. een zeer bewogen leven achter zich en heeft met groote kracht en rijken zegen in zijn vader land en daarbuiten voor de zaak des Evan gelies en der geheelonthouding gearbeid, zoodat hij met volle recht de eernamen droeg die ik in het begin van dit opstel reeds vermeldde. Meer dan menig ander was hij in de gelegen heid achter de schermen van Rome te zien. en in dat opzicht is zijn boek zeer leerzaam voor ons protestanten die, in een protestantsch land wonende, eigenlijk geen flauw besef hebben van wat Rome is en wat het doet op eigen terrein en in een land waar het heerschappij voert Charles Chiniquy werd in 1809 te Kamoraska in Fransch Canada geboren, alwaar zijn vader notaris was. Deze had in zijn jeugd een Fransch- latijnschen Bijbel ontvangen, en uit dit boek leerde de jonge Charles van zijne moeder lezen. Toen hij negen jaar oud was, kende hij reeds vele gedeelten uit de H Schrift van buiten, o. a de verhalen van de schepping, den val, den zondvloed, van Mozes, David, vele psalmen, al de redenen en gelijkenissen des Heeren, en de geheele lijdensgeschiedenis Die liefde voor den Bijbel, die hem zijn geheele leven is bijgebleven, is wel het voornaamste middel ge weest om hem van Rome tot het Evangelie te brengen Omtrent dienzelfden tijd (in 1818) gebeurde het eens dat de priester van Murray, waar zij toen woonden, hem kwam bezoeken en met een donker gelaat den vader vroeg of het waar was dat hij met zijn kind den Bijbel las. „Wel zeker", was het antwoord, „ja zelfs kan mijn kind er geheele stukken uit opzeggen". „Maar weet gij dan niet dat het verboden is den Bijbel te lezen of te bezitten Ik ben dan ook gekomen om u dien Bijbel te ontnemen en hem te verbranden". „Mijn vader", zoo verhaalt Chiniquy, „sprong verontwaardigd op, en men vreesde reeds voor een heftig tooneel, doch hij bedwong zich en zeide tot den priester: „Is dit alles wat gij te zeggen hebt" „Ja", was het bevend ant woord. „Welnu, gij kent de deur door welke gij zijt binnengekomengij zult mij genoegen doen door oogenblikkelijk langs dienzelfden weg mijn huis te verlaten"! De priester liet zich dit geen tweemaal zeggen, en de jonge Charles, uiterst gelukkig dat zijn dierbare Bijbel was gespaard, sprong op een tafel en begon terstond de geschiedenis van David en Goliath op te zeggen, om zijn vader te danken, die in de oogen van den knaap de held was, die den reus had verslagen 1 (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1912 | | pagina 2