VOOR ZANDVOORT EN AERDENHOUT No. 8 ZONDAG 23 JUNI 1912 lste Jaargang ZALIG WORDEN. DE ZON DAGSBODE VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG ABONNEMENTSPRIJS Per Jaargang1.50 3 Maanden0.50 Afzonderlijke nummers005 Adres voor de Redactie G. POSTHUMUS MEYJES - Poststraat 3 Adres voor de Administratie P. SAAF, Burgemeester Engelbertsstr. 9-13 Zandvoort - Telefoon No. 27 Adverfentiën 1 5 regels0.55 Elke regel meer,0.10 Dienstaanbiedingen 1 —5 regels 0.35 Elke regel meer0.06 Bij abonnement extra korting Zondag 23 Juni 1912, Ned.-Herv. Gemeente v.m. 10 ure Ds. G. POSTHUMUS MEYJES. met medewerking van het Zangkoor. Doch Jezus zeide tot hem nog één ding ontbreekt u verkoop alles wat gij hebt, en deel het onder de armen, en gij zult een schat hebben in den hemel, en kom herwaarts, volg mij. LUK. 18: 22 Is het gemakkelijk, zalig te worden O ja, zeggen sommigen, doe uw best en wees braaf, dan komt alles terecht. Bovendien God is liefde. Neen, zeggen anderen, zelfs de rechtvaardige komt er nauwelijks God is een verterend vuur. Wat zullen wij ervan zeggen Zullen we ons mengen in die discussie, en tekst stellen tegenover tekst, om de waarheid te weten We zouden niet verder komen, want die vraag is evenmin voor onmiddellijke beantwoording met ja en neen vatbaar als b.v. de vraag Is het gemak kelijk een vreemde taal te spreken Voor den één onmogelijk, omdat hij die taal niet leerde voor den ander gemakkelijk, omdat hij ze kent. Het zal profijtelijker zijn te zien wat Jezus zegt tot en doet met een, die „zalig worden" wil. Want zalig worden is een persoonlijke zaak. Wij kennen de vraag van den rijken jongeling. Wij kennen ook het antwoord van Jezus verkoop alles wat gij hebt, deel het onder de armen, kom dan herwaarts en volg mij. Die jonge man had zijn best gedaan. Had de overge leverde geboden gehouden. AHe. Toch heeft hij geen vrede. En komt met zijn bezwaard- heid tot Jezus. Hij heeft stellig verwacht, dat Jezus nog een of ander vergeten verbod aan al de anderen zou toevoegen, en hij is besloten om het te doen. Maar de eisch van Jezus kwam als een hemel verkoop wat gij hebt hij, meenen wij dat ook? Voor den jongeling misschien. Voor niemand onzer. Ik ken niemand die, om zalig te worden, alles weggaf wat hij had. F.n ik ken vele vrome menschen. Ja, zegt men maar zóó letterlijk meende Jezus, dat niet. Ik zou willen vragen Hoe bedoelde Jezus het dan Om hem te beproeven, zegt men, en meent meteen van de moeielijkheid af te zijn. 't Is dan geen werkelijke eisch meer. Voor den jongeling niet. donderslag uit helderen Dat is geen eis^h, meent Maar voor ons toch niet? Dat ligt ook op geestelijk gebied, is zich op genade of ongenade aa Maar van geld of bezit is in elk geval Is bekeering niet een En nog veel minder voor ons. En wij kunnen God dienen op de manier, die ons het gemakkelijks! is. Wat moet ik doen om zalig te worden? Daar is een ander antwoord, dat ons beter lijkt. Het antwoord dat Paulus aan den stokbewaarder gaf geloof in den Heere Jezus en gij zult zalig worden. Dat lijkt veel geestelijker. En het tast ons goed niet aan. „Gelooven" is wel zwaar, maar toch gemakkelijker dan „verkoopen". „Of bekeer u". Zich bekeeren God overgeven. geen sprake, dat blijft er buiten Zoo denken velen. Hebben ze dan geen gelijk geestelijk ding Is „geloof" niet een zaak van het hart, alléén van het hart? Is „geloof" niet genoeg Is bekeering niet voldoende Omvatten die beide woorden niet alles, wat God van ons vraagt Zeker. Maar waarom zegt Jezus dat dan ook niet tot den rijken jongeling? Waarom noemt Hij het zelfs niet en doet het voorkomen alsof het ingaan in het Koninkrijk Gods een zaak is van stoft blijken aard De zaak staat zoo De Schrift noemt „geloovigen" menschen die hunne zielen overgegeven hebben aan den Heer. „Hunne zielen'', d. i. zichzelf met al wat men heeft; verstand en hart en welvaart en kracht, óók geld, óók bezit. Als Jezus dus zegtverkoop alles wat gij hebt, dan noemt hij nog maar een klein, het kleinste deel van wat noodig is, dan noemt hij maar één ding van de vele dingen die gegeven moeten worden. Als de rijke jongeling zijn bezitting verkocht had, en Jezus gevolgd was, dan zou hij gemerkt hebben, dat hij nog maar een eersten stap op den weg gezet had, dat 't maar een begin was van wat volgen moestzijn hart. Maar waarom zegt Jezus dat dan Zou de volle eisch „bekeer u" voor hem te zwaar zijn geweest? Juist déze eisch was hem te zwaar. „Bekeer u", zou hem niet hebben doen schrikken. Jezus zet dat ééne groote „bekeering" om in de pasmunt van het dagelijksch leven, zóó dat het dadelijk te gebruiken, onmiddellijk toe te passen is. Loslaten zijn geld, kracht, welvaart, deugd, positie, is de ondubbelzinnige, niet voor tweeërlei uitlegging vatbare uitdrukking van dat ééne groote geloof. Daarom zegt Jezus het zóó en niet anders, opdat de jongeling dadelijk en goed weten zou waar het om ging.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1912 | | pagina 1