ALLERLEI.
Vragenbus.
schillende kerken? Dat alles bedoelt en werkt de Evan
gelische Alliantie. En dat alleen zou reeds een groote
zegen zijn. Maar daarbij heeft zij herhaaldelijk en vaak
met goeden uitslag zich het lot van verdrukte en om het
geloof vervolgde broeders aangetrokken. Ik denk aan de
slaven in Amerika, aan het vrome echtpaar Francesco en
Rosa Madiai, die om het houden van een bijbellezing
in hun huis in 1852 te Florence, tot vier jaren kerkerstraf
waren veroordeeld, aan den edelen Spaanschen martelaar
Manuel Matamoros in 1863 en aan de Stundisten in Rusland.
In roomsche landen heeft de Alliantie, door de verspreide
en tot verschillende kerken behoorende evangeliepredikers
te vereenigen, ook veel goed gedaan en den arbeid vrucht
baarder gemaakt. En eindelijk is aan haar, gelijk ik reeds
met een enkel woord aanduidde, het begin en de voort
gang van de „Week der gebeden" te danken.
Voor het lidmaatschap a f 1.— 'sjaars van de Neder-
landsche afdeeling der Evangelische Alliantie, wende men
zich tot Dr. J. Weener, predikant te Haarlem, Jordensstraat 24.
v. L.
(Niet onderteekende vragen worden niet beantwoord.)
Vraag. Wat is toch de Septuagint?
Antwoord. Onder de benaming Septuagint (eigenlijk Septua
ginta zeventig) verstaat men de oudste grieksche vertaling van
het O. T., ook genoemd de Vertaling der Zeventig en aangeduid door
het cijfer LXX. De gewone verklaring van dezen naam brengt hem
in verband met het aantal personen, die de bedoelde vertaling zullen
vervaardigd hebben. Of hiervoor echter historische gegevens bestaan,
is de vraag. Niet onwaarschijnlijk is het, dat het getal 70 samen
hangt met Genesis X, de z.g.n. Volkentafel, waarin 70 volken worden
genoemd. Dit getal zou dan geworden zijn de zinnebeeldige aan
duiding van de volkerenwereld, en door de toepassing er van op
onze vertaling, deze als de voor de volkerenwereld bestemde ver
taling gestempeld zijn. Een soortgelijk gebruik van het getal 70
vinden wij in Lukas X, waar sprake is van de uitzending der
zeventigen. Op sprekende wijze wordt hierdoor het voor de geheele
volkenwereld bestemde karakter van de Evangelieprediking naar
voren gebracht.
Vraag. Waarom willen sommigen toch een nieuwe Bijbel
vertaling? Is de Staten-vertaling soms niet goed genoeg?
Antwoord. Op Pinksteren hoorde een iegelijk in zijn eigen
taal spreken (Handel. 2, vs. 6, 8, 11). Zal ons volk tegenwoordig zijn
bijbel verstaan, dan is er een nieuwe vertaling noodig. Een heele
lijst kan men opmaken van woorden, die niet alleen eenvoudigen,
maar ook ontwikkelden verkeerd begrijpen. Zoo: beroerd, slecht,
dierbaar, onnoozel, verderfelijk enz. Ook is de zinsbouw in onze
Statenvertaling vaak de oorzaak, dat de lezer er niets van verstaat.
Vraag. Welken kinderbijbel zoudt u aanbevelen, waar is die
te verkrijgen en tegen welken prijs
Antwoord. Welke kinderbijbel 't meest aanbevelingswaardig
is, hangt af van den leeftijd en de ontwikkeling der kinderen. Ook
hiervan: of 't de bedoeling is ze voor te lezen uit dien bijbel, öf ze
hem zélf in handen te geven. Ik zou u aanraden probeer 't eens
met: „Zondagsboek", Bijbelsche verhalen voor de jeugd door Ds. H.
IJsebrands. De uitgever is: J. A. Sleeswijk, Amsterdam. Ik ken alleen
het N T. van dit „Zondagsboek", verschenen in 1903. Ongetwijfeld
kunt gij het bij Saaf's Boekhandel, Alhier, bestellen en ook van hem
den prijs te weten komen.
Vraag. Wat is „Ethisch"?
Antwoord. „Ethisch" is kenmerk van een persoon, een
richting, een gang van onderzoek, een methode, een levens- en
wereldbeschouwing. Niet alleen op het terrein van de theologie is
het „ethisch" beginsel van toepassing. Ook op het gebied van de
wijsbegeerte, rechtsgeleerdheid, staathuishoudkunde, zielkunde en
opvoedkunde. Een theoloog, die op ethisch" standpunt staat, zoekt
altijd van het begrip tot de werkelijkheid die er achter ligt, van de
formule tot het leven te komen. De leuze der „orthodoxie" is: „door
de leer tot het leven"; die der „ethische" richting: „door het leven
tot de leer".
Eén voorbeeld ter ophelderingde leer der Drieeenheid is op
„orthodox" standpunt de geopenbaarde leer, die wij moeten aan
nemen en die vooral met teksten te bewijzen en te beredeneeren
valt, maar ten slotte als iets onbegrijpelijks voor het verstand, te
aanvaarden is.
Op „ethisch" standpunt vraagt men echter: „aan welke kennisse
Gods geeft dit leerstuk uitdrukking? welke realiteit zoekt het onder
woorden te brengen welke waarheid heeft de kerk zóó trachten te
benaderen Op deze wijze worden spitsvondigheden en liaar-
klooverijen vermeden, wordt de band met het leven gevoeld en iets
ontdekt van de heerlijkheid, die het leerstuk der Drieeenheid, hoe
gebrekkig dan ook, zoekt uit te drukkendeze heerlijkheiddat er
in God is een volheid van leven.
Verzameld door C. B.
GEDACHTEN VAN JEAN PAUL.
De ouderdom is niet droevig,
omdat daarin onze vreugde, maar
omdat daarmede onze hoop ophoudt.
o
TWEE KINDEREN.
Vroolijk huppelt het kind op zijn kruk voort; en ver
drietig de grijsaard met de zijne. Wat onderscheidt beide
deze kinderen? Het eene steunt op de hoop\ het andere
op de herinnering.
TROOST DER GRIJSHEID.
Ontrust u niet, edele grijsaard, als uw geestvermogens
beneveld worden, terwijl uw lichaam zich voorover buigt
naar de aarde, om weldra daarin neêr te zinken!
In een zomernacht schitterden eens de bloemen in den
maneschijn, daar de dauwdroppels ze met paerien tooiden;
maar toen de morgen aanbrak, werden zij treurig, want de
paerels verloren den glans, daar de maan verbleekte, en
de dauwdroppels als koude en doffe tranen achterliet.
Doch zie! daar ging de zon op: toen schitterden de
bloemen opnieuw, doch juweelen in plaats van paerien
speelden er in, en verhoogden den luister van den
nieuwen morgen.
Ook voor u, o grijsaard 1 zal een zon opgaan, in plaats
van het maanlicht dezes levens, die uw verduisterde
dauwdroppels heerlijk zal doen schitteren.
o—
HOE SCHOON IS HET,
wanneer twee menschen met eikanderen verouderen Geen
jeugd is verloren, zoolang de speelgenoot der jeugd nog
niet verloren is.
o—
GEMEEN OVERLEG.
In de Kerk en in 't Land
Komt er heel wat tot stand
Door gemeen overleg.
Versta goed, wat ik zeg:
Door gemeen overleg.
Laurillard.
o—
VERRASSENDE KENNISMAKING.
Op een ochtend toen de beroemde Duitsche dichter
Karei Gerok een wandeling deed door de prachtige lanen,
die zich langs de oevers van den Neckar uitstrekken,
tusschen Stuttgart en Cannstadt, werd hij plotseling door
een zware, lang aanhoudende regenbui overvallen. Voor
hem uit liep met haastige stappen eene elegant gekleede
dame, wier houding en bewegingen de vrouw uit de
groote wereld kenmerkten. „Mevrouw", sprak de oude
Gerok, „vergun mij, dat ik u de gastvrijheid van mijn
parapluie aanbied!" En de onbekende dame haastte zich,
met een hartelijke dankbetuiging het vriendelijke voorstel
van den waardigen grijsaard aan te nemen, al had zij
hem ook nog nooit te voren gezien. Op het oogenblik
toen zij gereed stonden om afscheid van elkaar te nemen,
vroeg Gerok: „Met wie heb ik toch de eer gehad te
spreken?"„Wat? Gij kent mij dus niet? Gij schijnt
dan wel heel zelden in de Koninklijke Opera te komen 1
Ik ben de prima-donna X. En mag ik u nu op mijn
beurt vragen, mijnheer, met wien ik het genoegen gehad
heb, in gezelschap geweest te zijn?" „Wat? Gij kent
mij dus niet? Gij schijnt al zeer zelden de Koninklijke
Kapel te bezoeken! Ik ben de Hofprediker Karei Gerok 1"
o—