Mededeelingen. Voor eiken dag. Uit de Gemeente. Predikanten van Zandvoort. SANITAIR en SOCIAAL, maatschappelijk en zedelijk, kunnen wij niet - buiten ZONDAGSRUST. - FEUILLETON. CHARLES CHINIQUY. een andere werkelijkheid, dan de werkelijkheid van het lijden. In Hem, die dood en graf verwon, is de werkelijk heid van de heerlijkheid gebleken. Om zeker te zijn van de heerlijkheid, die aan ons ge openbaard worden zal, en waartegen het lijden des tegen- woordigen tijds niet is te waardeeren, moeten wij zeker zijn van Christus. In Hem treedt die heerlijkheid ons tegemoet. In Hem heeft zij een gestalte aangenomen. Alleen in Hem. Buiten Hem geen andere zekerheid, dan die van lijden en dood. In Hemalle zekerheid van leven en heerlijkheid. In Christus is ons de heerlijkheid Gods geopenbaard nü, als heerlijkheid in lijden. Daarom zeggen wij, dat zij ons ook geopenbaard worden zal straks, als heerlijkheid na lijden. Mededeelingen, vragen, berichten enz moeten, om in het eerstvolgend nummer te worden opgenomen, aan het adres der Redactie worden toegezonden des Dinsdags, vóór 1 uur namiddags. EVANGELISATIE-ARBEID. Zaterdagavond 6 Juli 8'/4 uur in „Ons HuisSamenkomst. Spreker: de Hr. Bosch uit Haarlem. Zondag 7 Juli, 3 uur, tegenover Hotel d'Orange, strand- samenkomst, met medewerking van het Zangkoor uit Beverwijk. Woensdagavond 10 Juli, 8'/4 uur Bidstond, Kostverloren- straatweg 28. De Wijkzuster, die, zoo zulks wordt begeerd, haar hulp ook verleent aan Badgasten, zonder onderscheid van ge zindte, is dagelijks van l'/a2j2 in het Diaconiehuis te spreken. Menigeen zal wel denken: waar blijft het nieuwe hek om de Kerk toch? In den Zondagsbode van 12 Mei stond al 't bericht, dat de Kerkvoogden reeds hun maat regelen genomen hadden. De oplossing van het raadsel is: dat er maar altijd door op den landmeter van 't Kadaster wordt gewacht. Hoe lang nog? (Verzameld door C.B.) Wie in de schaduw wandelt, ziet zijn eigen schaduw niet; alleen wie in het licht wandelt, krijgt zijn eigen schaduw te zien en hoe helderder het licht is waarin hij wandelt, des te duidelijker ziet hij ze. N. N. Wij moeten den Bijbel niet lezen zooals de notaris het testament leest, maar zooals de erfgenaam het doet. N. N. Van alle stukken waarheid, die aan alle dwalingen hangen, kunnen we toch de waarheid niet maken De waarheid is als het kleed van onzen Zaligmaker: zonder naad. Vinet. Zeg mij, hoe gij uw avond slijt, en ik zal u zeggen, wie gij zijt. en welke toekomst u aangrijnst of u toelacht. Avonden zijn toetssteenen. Dalen wij'of rijzen wij, als de dagtaak voorbij is? Smeden wij ons zeiven ketenen of oefenen wij onze vleugelen? Boissevain. Het is iets, als wij de waarheid aan onze zijde hebben; het is iets anders, als de waarheid ons aan hare zijde heeft. Een Christen is, zoolang hij op aarde vertoeft, altijd door vijanden omringd, en het is hem geraden nooit on gewapend uit te gaan. Luther. Wij doen helaas! veel meer ons best om anderen te begrijpen dan ons zeiven. Rochefoucauld. 1. Johannes Marcus, gek. 1586, f 1611. 2. J. H. Follinus, ontsl. pred. van Wormer, gek. 1612, vertr.— als vlootpred. 1622. 3. C. Petraeus, propt. 1623, vertr. naar Elburg 1627. 4. P. Facke, propt. 1627, f 1646. 5. Henricus van Loon, propt. 1646, f 1659. 6. Carolus Spiljardus, gek. van Loevestein 1661, f 1679. 5) Kort na zijne priesterwijding werd Chiniquy tot vicaris benoemd van den Eerw. Perras, priester te St. Charles, een gemoedelijk man van 65 jaren. Daar bleef hij een jaar ongeveer. In de pastorie woonde ook in strenge afzondering, de ongelukkige zuster van den priester Zij was in hare jeugd door haren biechtvader verleid men had haar kind haar ontnomen en zij was krankzinnig geworden. Chiniquy hoorde haar een lied zingen, dat zij zelve had gedicht, aan grijpend van toon en inhoud Satan's priesters hebben mijn hart bezoedeld, Mijn ziel doen verloren gaan, mijn kind vermoord O mijn kind, mijn teeder geliefd kind, Kunt gij uit den hemel de tranen zien Van uwe schuldige moeder? Kunt gij komen en mij aan uw hart drukken Zal nooit uw gelaat mij troosten Van St. Charles werd hij naar Charlesborough. eene voorstad van Quebec, verplaatst, waar hij eerst den Eerw. Bedard zou helpen en daarna gedurende diens afwezigheid de gemeente alleen besturen Beiden, Perras en Bedard waren diep ontroerd over den treurigen toe stand der Roomsche kerkde eerste had aan Chiniquy gezegd dat de bisschop hem eens met tranen geklaagd had, maar drie priesters in zijn geheele diocese te kennen, die aan God geloofden; de tweede zeide: „Mijn vriend, de engelen konden geen tien rechtvaardigen in Sodom vindenik geloof, dat zij er niet meer zouden aantreffen onder de priesters I" Gedurende zijn verblijf in Charlesborough brak de cholera in Quebec en omstreken uit, en gedurende twee maanden was Chiniquy met onvermoeide trouw en zelfverloochening ar beidende onder de slachtoffers van die vreese- lijke ziekte. Nog in hetzelfde jaar werd hij te Quebec tot priester benoemd aan het marine-hospitaal. Het was daar, dat hij onder Gods leiding den eersten stap deed op den weg der geheel onthouding, op welken hij zulke heerlijke zegeningen zou zien. Een Protestantsch ge neesheer wees hem op het schadelijke van de gewoonte, die hij had aangenomen om brande wijn te gebruiken als voorbehoedmiddel tegen besmetting, en onder zijne leiding studeerde hij anatomie en volgde de verwoestingen door den sterken drank in het menschelijk lichaam aangericht. Dit was een begin, doch den be- slissenden stoot tot zijne roeping ontving hij door een ontzettend drama, dat voor zijne oogen plaats had Eene dame van zijn kennis, jeugdig, rijk, aangebeden door haren echtgenoot, en moeder van een engelachtig meisje van een jaar oud, had eerst op aanraden van haren ge neesheer het gebruik van wijn begonnenhaar smaak daarin werd hartstocht, het gebruik, helaas, werd misbruik. Meer dan eens had zij onder tranen hare zwakheid en schuld beleden, doch telkens viel zij weder, tot zij eens, na weder in het geheim te hebben gedronken, haar kind in de armen nam. wankelde, en viel. Het hoofdje van haar kind sloeg tegen den scherpen rand van de kachel, en haar lieveling werd dood opgenomen. De moeder greep een mes en wilde zich zelve van het leven berooven, doch werd in tijds daarin verhinderd. Men riep Chiniquy, die gedurende zes uren getuige was van de wilde kreten van wanhoop der on gelukkige moeder, en haar daarna zag sterven, met het misvormde lijkje in de armen geklemd. Vóór haar dood had zij hare hand in de hoogte geheven, rood van het bloed van haar kind, en Chiniquy bezworen het overal door geheel Canada luide uit te roepen, dat die wijn, dien zij vervloekte, haar tot de moordenares van haar kind had gemaakt. Deze verschrikkelijke gebeurtenis was beslissend voor Chiniquy. Van dien dag af was hij zelf geheelonthouder, en werd na verloop van jaren onder Gods zegen „de apostel der geheelonthouding van Canada", een eernaam hem door de bisschoppen ,van Canada geschonken. Later zullen wij nog gelegenheid hebben op zijn werk voor de zaak der geheelonthouding terug te komen. v. L. Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1912 | | pagina 2