2e Blad van „De Zondagsbode" van Zondag 7 Juli 1912
Vragenbus.
ZENDING.
7. Jacobus v. d. Wal, propt. 1679, f 1699.
8. Gualtherus Mollerus a Bokhorst, gek van Spanje (Am
bassade) 1700, f 1729.
9. Hendrik Adrianus Tross, propt. 1729, f 1762.
10. Johannes Henri Schadd, propt. 1762, vertr. naar Lochent
1774.
11. Johannes Gibbes van der Bell, gek. v. Grosthuizeti 1775,
vertr. naar Wervershoof 1792.
12. Paulus van der Ven, gek. v. Hall 1792, vertrokken n
Rijnsburg 1794.
18. Jacobus van Oostveen, gek. v. Krommeuiedijk 1795,
vertr. naar Nieuwerkerk a. d. IJssel. Afscheid 10 Aug.
1799, tekst: Hebr. 2 3a.
14. Jan Vogel, propt, bevestigd 26 Oct. 1800, tekst Markus
1 vrs 17, vertr. n. Assendelft, intree-tekst Luk. 5 :5c.
Afscheid 21 Oct. 1804, Tekst: 2 Cor. 13 11.
15. Jacobus Nicolaas v. d. Zandt, propt, bevestigd 2 Febr.
1805, vertr. naar Wamel, afscheid 24 April 1808.
Tekst: Hebr. 13 20, 21.
16. Lambertus Jutting, gek. Van Breskens, bevestigd 3 Sept.
1809. Afscheid 10 Mei 1812.
17. Adriaan Casper v. Alderwereld, Cand bevestigd 2 Mei
1813, vertr, n. Rhijnsaterwoude. Afscheid 20 Juli 1817,
tekst: 1 Joh. 4 16b.
18. J. van Rhee, gek. van Eenum, bevestigd: 19 April 1818
door den cousulent Ds. J. H. Weijers, pred. te Benne-
broek. Tekst: Matth. 5 13a. Intree-tekst: 2 Cor. 12 9a.
vertr. naar Benningbroek. Afscheid: 31 Maart 1822.
Tekst: Prediker 12 13, 14
19. G. van den Berg. cand. bevestigd: 3 Aug. 1823 door
Ds. J. van Rhee, tekst: I Thess. 5: 12,13. Intree-tekst:
Ps. 121 2. vertr. naar Hoogniade; afscheid: 28 Mei
1826. Tekst: Handelingen 20 32.
20. Hendrik Henny, gek. v. Egmond-binnen; bevestigd: 17
Dec. 1826, door Ds. v. Alderwereld, pred. te Polsbroek.
Tekst: 2 Cor. 3 2, 3. Intreetekst: Gal. 6:14a. vertr.
n. Bennebroek 1831.
21. Hendrik Margret Gijsbert Koolhaas, Cand. bevestigd
9 Oct. 1831. Tekst: 2 Cor. 5 18, 19. Intree-tekst: I
Cor. 2: 2. Vertr. naar Doetinchem. Afscheid: 16 Oct.
1836. Tekst: 2 Cor. 6:1.
22. C. Swalue, Cand. bevestigd 7 Mei 1837 doorzijn vader,
pred. te Schoonhoven. Tekst: 2 Tim. 12. Intree-tekst
Jacobus I vs. 21b. Emeritus geworden 1 Maart 1882.
23. Dr. Louis Heldring, gek. van Bussum 1882, vertr. naar
Middelburg 1888.
24- Otto Schrieke.gek. v. Pijnacker; bevestigd 10 Juni 1888
door Ds. M. Göpner pred. te Harderwijk. Tekst: Luk. 5
vs. 48 Intree-tekst: Roin. 106 —8. Vertr. n. Lemmer,
afscheid: 7 Dec. 1890. Tekst: Openb. 16 15m.
25 C. Barneveld, gek. v. Varsseveld 1891. Vertr. n. Aalten.
afscheid: 1 Juli 1894. Tekst: Ps. 134 3. f 1912.
26. Gerrit Hulsman, gek. v. Lemele. Intrede 7 Oct. 1894.
vertr. n. Groningen 1903.
27. Gerard Posthumus Meyjes, gek. v7 Dubbeldam; beves
tigd door Ds. Gerth. v. Wijk, pred. te Bennebroek
20 Maart 1904, tekst: Joh. 3. vs. 30. Intree-tekst: Matth.
10 34b.
Verslag van de Werkzaamheden der Wijkzuster over
de maand Juni.
Van de 14 patiënten, die de vorige maand werden ver
pleegd, herstelden er 5. Een patient kwam er bij, zoodat
aan 10 patiënten 13 maal daags hulp werd verleend. In
het geheel bedroeg 't aantal bezoeken 257. Van deze patiën
ten behoorden er 7 tot de Ned. Herv; 2 tot de R.-K. en 1
tot de Luthersche Kerk.
(Niet onderteekende vragen worden niet beantwoord.)
Vraag. Hoe denkt U over dansen en kaartspelen?
A nt w o o r d. Oorspronkelijk dansten mannen en vrouwen af
zonderlijk en was de dans een rhythmische en schoone lichaams-
beweging,"een uiting van blijdschap (Luk. 15 25 gerei gedans). In
het O. T. was de dans zelfs een deel van den eeredienst (Exod.
15 Vs. 20, Psalm 149 vs. 3, 150 vs. 4). Toch kan hij, direct of in
direct nadeelig op de zedelijkheid werken. (Mark. 6 vs. 22 v.v
Daarom werd hij door de oude christelijke kerk verworpen. Wie de
werkelijke toestanden kent, en wat er in de z.g.n. danshuizen gebeurt,
weet dat de ontucht er zeer door bevorderd wordt. En als de muren
der balzalen eens spreken konden
Op zichzelf genomen is dansen natuurlijk een onschuldig ver
maak Dat van oude menschen is echter belachelijk.
Wat 't kaartspelen betreft, daarvan wordt veel misbruik gemaakt
Geldverspilling, drankzucht en vechtlust worden er door bevorderd.
Hoevelen leggen een kaartje om, zooals 't heet: den tijd te dooden!
Toch kan 't kaartspel even onschuldig als elk ander spel ge
speeld worden. En een gezellig kaart-kransje, desnoods om 'n paar
centen, is zeker verre te verkiezen boven zulke onder-onsjes, waar
kaartspel verboden is maar aan zouteloos gebabbel en kwaadsprekerij
alle mogelijke vrijheid verleend wordt
Vraag Wat beteekent in Psalm 60 10 ,Moab ismijnwasch-
pot, op Edom zal ik mijn schoen werpen"?
Antwoord. De gedachte, hier uilgesproken is: dat Moab en
Edom aan Israël onderworpen zullen zijn. Het eerste zal slavendiensten
verrichtenIsraël zal het gebruiken om er zijne voeten in te was-
schen. Zijn schoen op een stuk land werpen, beteekent: het tot zijn
eigendom nemen. Derhalve: Edom zal Israel's bezit wezen.
Vraag. Moet men uitspreken Pilatus of Pilatus en wat beteekent
die naam?
Antwoord. De Grieksche handschriften van het N T verschil
len in de spelling van den naam, zoodat sommige hebben Pilatus,
andere Pilétus, nog andere Peilatus.
Wat de toenaam Pilatus betreft, het latijnsche woord Pilatus leidt
men af van pitumdan beteekent het: met werpschichten voorzien
of: dicht ineengedrongen, vast Anderen denken aan pita pijler.
De Pilatus-bergen schijnen er hun naam aan te danken te hebben.
Een derde beteekenis zou het kunnen hebben van pilare van haar
berooven. Die den naam van pileus een vilten hoed, teeken der
vrijheid, afleiden, vergeten dat hij dan Pileatus zou moeten zijn.
Lichtstralen op den akker der Wereld.
Kennen onze lezers tie „Lichtstralen"? Dat is een dei-
beste en belangrijkste zendingstijdschriften die in ons land
verschijnen en daarbij zeer goedkoop. Franco per post
kost het slechts 92 cents, waarvoor men zes boekjes ontvangt
van 16—32 of meer bladzijden groot en van fraaie illustratiën
voorzien. De boekjes bevatten gewoonlijk de geschiedenis
van de een of andere zending of merkwaardige levensbij
zonderheden van beroemde zendelingen, en zijn voor het
meerendeel goed en onderhoudend geschreven. Men abon
neert zich bij den uitgever, den heer J. M. Bredée, te
Rotterdam.
Voor mij ligt de derde aflevering van den achttienden
jaargang, die begin Juni verscheen. De titel van het boekje
is: „Van het Parsisme naar het Christendom", door Ds.
C. van der Hoeven. Het bevat de levensgeschiedenis van
Dhanjibhai Naoroji, een der eerste bekeerlingen uit de Parsi's,
de belijders van den Oud-Perzischen godsdienst, die in
Engelsch Indië nog heden ten dage een 90.00U aanhangers
telt, waarvan 50.000 in Bombay wonen. De man wiens
naam ik u noemde, werd in 1839, op 17-jarigen leeftijd
gedoopt, nadat hij, na langen strijd, Jezus als zijn Heiland
had leeren kennen, studeerde daarna in Edinburg, werd
in 1846 tot zendeling geordend, en stierf in 1908, na
62-jarigen trouwen evangelisatiearbeid onder zijn volk. Zoo
groot was de verbittering bij de Parsi's indertijd door
zijn overgang tot het Christendom gewekt, dat de geheele
stad Bombay in opschudding was en men voor een opstand
vreesde. Zijn leven was toen maanden lang in groot gevaar.