Open witiHcls op Zondagde schntd van de Hoopers.
Mededeelingen.
FEUILLETON.
CHARLES CHINIQUY.
hoorzaamde op het bevel om overgeplant te worden in een
anderen hof.
Maar dat sterke staaltje is voor het geloof nog maar een
zwak staaltje. Het geloof is zóó machtig, dat het een moer
beziën-boom, die toch in de aarde dient te wortelen, over
plant in de zeel
Een boomgaard in zee! Moerbeziën, geplukt op zee!
Onzin! het kleinste kind weet wel dat dit onmogelijk is.
OnzinMaar wat het scherpst vernuft, de stoutste ver
beelding, de kloekste inspanning niet weet te bewerkstelligen,
is dood-eenvoudig en niets niemendal voor het geloof.
Dan toch zeker voor een reuzengeloof
O neen. Het kleinste, allergeringste geloof kan het. Het
geloof verzet bergen. Het geloof verzet boomen. De blind
geborene zeide, toen Jezus hem de oogen opende: „ik zie
de menschen als boomen wandelen". Het geloof spreekt: „ik
doe de boomen als menschen wandelen."
En dat zegt niet het geloof als een boom zoo groot, maar
als een mosterdkorrel zoo klein.
Een mosterdzaadje, dat een berg optilt! dat een moer-
bezienboom met wortel en al en takken en stam opheft en
wegdraagt! Onzin! dat kan immers niet!
OnzinO, als het geloof maar „geloof" is! Als het met
de kwaliteit maar in orde is!
Met een geschilderde vlam steekt ge zelfs geen snippertje
papier in brand, maar één echt vonkje doet een heel buskruit
magazijn in de lucht vliegen.
Een reusachtige electrische centrale op papier verlicht de
donkerte absoluut niets. Maar ik weet niet t hoeveelste
deel van een ■milligram radium licht zelfs door de gesloten
deuren van de kast, waarin 't verborgen ligt, heen.
Een geloof, dat vermeerderd moet worden om wonderen
te doen, is een machteloos geloof.
Dat is geloof, dat, zoo klein als een mosterdzaadjede
beschikking heeft over de Almacht Gods.
Die gelooft: niets zal hem onmogelijk zijn!
Wordt vervolgd).
Mededeelingen, vragen, berichten enz moeten, om in het eerstvolgend
nummer te worden opgenomen, aan het adres der Redactie worden
toegezonden des Dinsdags, vóór 1 uur namiddags.
Zaterdagavond 13 Juli 8'/4 uur in „Ons Huis" Samenkomst.
Spreker de Hr. J. Sevensma van Amsterdam.
Zondag 14 Juli, 3 uur, tegenover Hotel d'Orange, strand-
samenkomst.
Woensdagavond 17 Juli, 8'/4 uur Bidstond, Kostverloren-
straatweg 28. leder is welkom. Ingang aan de achterzijde
Zondag 21 Juli zal de extra collecte voor dê Kerk
worden gehouden. Het wordt opzettelijk ruim acht dagen
te voren bekend gemaakt, opdat men er op zou rekenen.
Dit bericht komt ook onder de oogen van abonnés op
den Zondagsbode buiten Zandvoort woonachtig. Als zij mij
eens een postwisseltje zonden voor bovengenoemd doel
einde? Qaarne verantwoord ik de giften in dit blaadje,
't ls zoo bijzonder noodig, dat onze kerkvoogden finantieel
geholpen worden. Wat zou't bijzonder gewaardeerd worden
als er bijzonder veel postwissels inkwamen!
De Wijkzuster is dagelijks van l'/32j2 in het Diaconie
huis te spreken. Zij stelt haar diensten ook aan Badgasten,
onverschillig hun gezindte, beschikbaar. Wij hebben geen
tarief, maar rekenen op een gave der dankbaarheid, als de
verpleging is afgeloopen.
Van de familie v. Q. werd voor de verpleging van hun
jongen f 2.50 ontvangen.
Laat den Zondagsbode ook aan uw Ilötel- of Pension
gasten lezen en wek hen op zich op dit Blaadje te
abonneeren.
De vacantie der Zondagsschool is begonnen. Als de cursus
weer begint, hoop ik geslaagd te zijn met maatregelen, die
dienen om aan alle aanvragen om plaatsing tekunnen voldoen.
Alle stukken, ter plaatsing in dezen Zondagsbode aan
geboden, moeten, om in liet eerstvolgend nummer te worden
opgenomen, uiterlijk des Dinsdags vóór des nam. één ure
in het bezit der Redactie zijn.
Voor advertenties wende men zich tot de administratie.
6)
Daar Chiniquy ook geleerd had zich te buigen
voor het dogma: buiten de Roomsche kerk
geen zaligheid, was het zijn groote begeerte
eenige van de vele Protestanten met wie hij
dagelijks in Quebec omging, tot het alleenzalig
makend geloof te brengen. Hij bestudeerde
daartoe de beste boeken die over de geschil
punten tusschen Rome en het Protestantisme
handelen, maar wanneer hij met Protestanten
sprak, bemerkte hij bij de meesten weinig ge
neigdheid om het punt van den godsdienst aan
te roeren, zoodat hij niet veel vorderde Om
streeks dien tijd hoorde hij, dat de directeur
van het seminarie te Quebec, Parent, zoo veel
succes had bij het bekeeren van Protestanten.
Deze priester was algemeen gezien om zijn
beschaafde manieren en aangenamen omgang,
doch het volk had hem den bijnaam gegeven
van „Père Cocassier", omdat hij een groot
liefhebber was van hanengevechten en zelf de
beste kamphanen hield! Chiniquy begaf zich
dan tot hem, en toen Parent hem de lijst van
zijne bekeerlingen toonde, die meer dan twee
honderd namen telde, waaronder van de aan
zienlijkste Engelsche families der stad, vroeg
Chiniquy, vol bewondering voor zijn ijver en
gaven, naar het geheim van zulk een wondervol
succes. „Gij hebt goed geraden;" was het ant
woord, „er is een geheim, en u wil ik het wel
openbaren, omdat ik zie dat gij waarlijk van
vromen ijver bezield zijt. Gij weet dat de
meeste Protestanten in deze stad Iersche
Roomsch-Katholieke dienstmeisjes hebben. In
den biechtstoel kom ik spoedig te weten welke
Protestantsche families waarlijk vroom zijn en
gehecht aan Hun godsdienst (dezulken komen
toch nooit tot ons over), en welke daarentegen
onverschillig en ongeloovig voortleven tot hen
begeef ik mij met f 60, f 100, soms f 300, die
ik hun overhandig, voorgevende dat zij mij in
de biecht zijn toevertrouwd, als afkomstig van
personen die hen vroeger hebben benadeeld Ik
weiger echter volstandig de namen der gevers
te noemen, om de eenvoudige reden dat die
geheel gefingeerd zijn. „Maar die oorbiecht is
een prachtige instelling," zoo roepen de blijde
begiftigden uit. „Dat is zij, want zij is eene
goddelijke." Ik word uitgenoodigd weder te
keeren, word telkens met de grootste vriende
lijkheid ontvangen, de zaak komt in de couranten,
de voortreffelijkheid der oorbiecht wordt luide
geroemd, en het duurt niet lang of de geheele
familie is veroverd, of, zoo de ouders zich al
niet gewonnen geven, dan worden toch de
kinderen naar onze scholen gezonden, wij
winnen hen. Zoo ziet gij, aldus eindigde hij
lachend zijn verhaal, dat de weinige dollars
die ik elk jaar op die wijze uitzet, een goede
rente opleveren
In 1836 werd Chiniquy door een gevaarlijken
typhus aangetast, die reeds zeer vele slacht
offers had gemaakt in het hospitaal waar hij
werkzaam was. Op den dertienden dag der
ziekte, hoorde hij de geneesheeren zeggen: „hij
is dood", daar hij reeds geruimen tijd geheel
koud en sprakeloos daar nederlag. Doch zijn
geest was nog werkzaam. In dien uitersten nood
bad hij tot de heiligen Anna en Philomena
(toen eene heilige in de mode) om redding, en
beloofde haar een schilderij in de kerk van de
„Bonne St. Anne du Nord." Op datzelfde oogen-
blik meende hij een gezicht te zien van die
beide heiligen, op eene wolk zwevende, terwijl
hij de woorden hoorde„Gij zult genezen".
En hij was genezen Het leven, de warmte, de
spraak keerden weder, en de geheele stad was
weldra vol van het wonder dat hem geschied
was. Het beloofde schilderij werd vervaar
digd en door Chiniquy naar de kerk van St. Anne
gebracht, alwaar de Eerw. Ranvoize, een zijner
familieleden, priester was. Doch daar wachtte
hem een koud bad Nauwelijks was hij met
zijn schilderij bii den ouden priester aangekomen
of deze zeide: „Hoe is het mogelijk, waarde
neef, dat gij u zoo gek gaat aanstellen! Dat
geheele visioen was immers niets anders dan
een droom van uw ziekelijk overspannen
brein, juist in de crisis der ziekte
V. L.
Wordt vervolgd).