Mededeelingen.
Voor eiken dag.
Niet MEEWERKEN aan het bevorderen van Zondagsrust staat met
TEGENWERKING gelijk.
FEUILLETON.
CHARLES CHINIQUY.
IV.
Het was bij het krieken van den ochtend. Alles in Abrahams
huis was voor de afreis gereed. Hij nam afscheid van Sara,
en Eliëzer de trouwe dienstknecht volgde hem een eind
weegs, en keerde toen terug. Zij reden eendrachtig tezamen,
Abraham en Izaak, tot zij bij den berg Moria kwamen. Maar
Abraham bereidde alles voor het offer, rustig en kalm, doch
terwijl hij zich afwendde en het mes trok, zag Izaak dat
Abraham zijn linkerhand in vertwijfeling balde, dat
er een siddering door zijn lichaam ging, maar Abraham
trok het mes.
Toen keerden zij weder naar huis, en Sara ijlde hen
tegemoet, maar Izaak had het geloof verloren. Er is in de
wereld nooit een woord over gesproken, en Izaak sprak
nooit met eenig mensch over hetgeen hij had gezien, en
Abraham vermoedde niet dat iemand het gezien had.
Als het kind gespeend moet worden heeft de moeder
het krachtiger voedsel bij de hand opdat het kind niet zou
omkomen; gelukkig hij die het krachtiger voedsel bij de
hand heeft
Naar Kierkegaard.
Mededeelingen, vragen, berichten enz moeten, om in het eerstvolgend
nummer te worden opgenomen, aan het adres der Redactie worden
toegezonden des Dinsdags vóór 1 uur namiddags.
De extra-collecte voor de kerk, 1.1. Zondag gehouden,
heeft opgebracht f 47.48. Door den heer P., die hier
tijdelijk was, werd mij, vóór zijn vertrek naar Amsterdam,
voor 't zelfde doel f 2.50 ter hand gesteld.
o
De e.v. Doopsbediening is bepaald op Zondag 1 Sep
tember. Bij de aangifte voor den Doop (s Zaterdags te
voren van 89 's avonds in de consistoriekamer) moet
het Trouwboekje worden medegebracht.
o
De kerkvoogden hebben houten hekken doen aanbrengen
voor de kerkdeuren. Daardoor kunnen de deuren onder
den dienst open blijven, wat zeer bevorderlijk is aan de
ventilatie in het gebouw.
Nu kan het, zelfs bij warm weer, niet meer benauwd
zijn in onze kerk.
o
In het stukje, in het vorige nummer geplaatst over de
Naaischool, stond dat de helpster f 8 per week ontving.
Natuurlijk is dit eene vergissing en is de bedoeling: per
maand.
o
In de Hotels en Pensions is eene, in 4 talen gestelde,
inteekenlijst neergelegd ten bate van de Diakonie-armen.
Van de eigenaars dier inrichtingen ontving ik de toezeg
ging van krachtige medewerking. En nu werd mij Maan
dagavond 1.1. door den heer Bückmann van „Pension
Biickmann Hoogeweg alhier, de opbrengst van de éérste
lijst gebracht, groot f 32.50 mét de belofte van verdere
behartiging der armen-belangen. De heer B. zeide dat hij
niet zou rusten vóór hij f 100 bijeen had gezameld. Dat
is nog eens krachtdadig hulpbetoon. Ik hoop dat de andere
Hotel- en Pension-eigenaars met den heer B. zullen wed
ijveren enhet record van f 100 nog verbeteren.
o—
In antwoord op het stukje over de Naaischool alhier
(zie no. 12 van den Zondagsbode) is ingekomen bij Mevr.
Posthumus Meyjes het bericht dat mevr. v. R. te Aerden-
hout een jaarlijksche bijdrage wil geven van f 3 en bij
mevr. Qerke dat V. B. te Zandvoort een contributie van
f 1 schenkt.
Dat is alles
ErgoDe Ch'ristelijke Naaischool ruste in vredeAlle
gegoede „christelijke" ingezetenen van Zandvoort zijn
uitgenoodigd bij de begrafenis van hun slachtoffer door
hun „christelijke" tegenwoordigheid van hun „christelijke"
belangstelling te doen blijken.
Verzameld doer C. B.
Vertrouwen is vertrouwen waarcf. Chamisso.
In ieder insect moet men een wonder leeren zien.
Kingslf.y.
8)
Genoeg, dat hij na veel angst, veel gebed,
na raadplegen ook met Pater Mathew, den
geheelonthouder van Ierland, in het geloofden
strijd aanbond, en door Gods genade heerlijk
overwon Gedurende plechtige samenkomsten
in de kerk, die drie dagen duurden, zwoeren
meer dan twee derden der bewoners van Beau-
port den drank af, en teekenden de onthouders
gelofte. De geheele plaats was veranderd en
werd van arm en ellendig, welvarend, terwijl
de 7 kroeghouders weldra een goed heenkomen
moesten zoeken.
In het eerst werd Chiniquy door den bisschop
en de priesters in de buurt zeer in deze zaak
tegengewerkt en bespot; maar eindelijk werd
hij ook in andere gemeenten uitgenoodigd tegen
den sterken drank te prediken, en overal met
het heerlijkst gevolg In Kamouraska b.v. zijne
geboorteplaats, waar hij priester werd, na van
Beauport te zijn vertrokken, had hij bij zijne
komst gehoord dat de rumkooplieden weidra
zouden vertrekken om hunne winterprovisie op
doen, en den eersten Zondag reeds waarschuwde
hij hen van den kansel, om niets te koopen,
daar zij na den volgenden Zondag niets meer
zouden verkoopen. Het volk was boos om deze
woorden, en na den dienst werden de koop
lieden aangespoord, in plaats van 100 vaten er
liever 200 mede te brengen, die men op de
gezondheid van den jongen pastoor dacht te
ledigen.— Den volgenden Zondag hield Chiniquy
zijne eerste prediking aldaar tegen den drank,
en diezelfde menschen. die luide gezworen
hadden nooit te zullen deelnemen aan de geheel
onthoudersvereeniging, kwamen thans ten getale
van 1310 en teekenden de gelofte! De vrouwen
der kooplieden zonden hiervan spoedig tijding
aan hunne mannen, en geen droppel rum werd
gekocht
Om slechts even een denkbeeld te geven van
Chiniquy's ijver in deze zaak diene het volgende:
In 4 jaren tijds, van 1846—50, sprak hij 1800
malen, in 200 verschillende gemeenten, en mocht
in het geheel ongeveer 200 000 menschen voor
de geheel onthouding winnen! In 1850 werd
hem dan ook officieel door den bisschop van
Montreal de titel van „apostel der geheel ont
houding van Canada'' gegeven.
In den tijd dat hij zijn strijd nog onder veel
tegenwerking en groote zorg en moedeloosheid
voortzette, werd hij eens zeer gesterkt en ge
troost door het bezoek van een Protestant, die
hem moed insprak en Gods besten zegen op
zijn werk toewenschte, en hij moest met diepe
schaamte bekennen dat die Protestant, wien
zijne kerk hem leerde te verdoemen, oneindig
hooger stond dan zijne bisschoppen en priesters,
die hem bespotten en tegenwerkten, en zeiven
in onreinheid en dronkenschap zich wentelden.
Zoo zien wij dat de Heer bezig was hem langs
allerlei wegen daarheen te leiden, dat hij de
dwalingen van Rome zou leeren inzien; tot nu
toe echter trachtte hij die stem, die telkens
luider en luider in zijn binnenste sprak: ,.ga
uit van haar! heb geene gemeenschap aan hare
zondenziet gij niet dat zij geheel veront
reinigd is en de kerk van Christus niet kan
zijn!" door tranen en herhaalde boetedoeningen
te smoren.
ik heb reeds in het voorbijgaan opgemerkt
dat Chiniquy na een 4-jarig verblijf in Beauport,
die standplaats met Kamouraska had verwisseld.
Het kostte hem zeer om Beauport te verlaten
waar zijn arbeid zoo rijk gezegend was geweest
en hij zeven scholen had gebouwd; en niet dan
onder heete tranen lieten de bewoners hein
vertrekken. In Kamouraska was de zegen echter
niet minder groot, doch zijn hart werd daar en
in al de gemeenten, die hij op zijne reizen als
onthoudingsprediker bezocht, telkens droevig
getroffen door den treurigen zondigen toestand
der geestelijkheid in geheel Canada. Ontzettende
gevallen werden hem overal verhaald, en in
groote droefheid en angst der ziel dat hij zelf
ook eens tot zulk een val zou kunnen geraken,
zocht hij de toevlucht in een klooster, en werd
monnik te Longeuil onder de broeders der on
bevlekte Maria.
Daar in die ark hoopte hij rust en veiligheid
te vinden, maar helaas hoe werd ook weder
zijne zoete verwachting verijdeld.
V. L.
Wordt vervolgd