Sr zijn menscHm, die niet weer kunnen rosten, zelfs niet op Zondag.
Mededeelingen.
FEUILLETON.
Ik zou wel duidelijk blijk geven van volslagen onbekend
heid met den aard en omvang van dit brandende vraagstuk,
als ik dacht dat het zoo maar in een paar woorden was te
behandelen.
Dit alleen wil ik er, met den tekst voor oogen, van zeg
gen dat iedere poging tot oplossing der sociale kwestie
schipbreuk lijden móet, als men Hem buiten rekening houdt,
die de oplossing aller kwesties, de verzoening aller tegen
stellingen, de eenheid aller tegenstrijdigheden is.
In Christus hééft de ontmoeting van rijkdom en armoede
plaats gegrepen. Gij weet de genade van onzen Heer Jezus
Christus dat Hij arm geworden is, daar Hij rijk was. Die
heerlijkheid had bij den Vader, eer de wereld was, is onder
ons geboren in armoede zijn wieg was een kribbe zijn
troon was een kruis.
In Hem ontmoeten elkander rijken en armen in den geest
van liefde en hulpvaardigheid. In Hem elkander de hand
reikende, is 't met 't eigenbelang gedaan de zelfzucht
sterfthet verachten en benijden heeft uit. Een rijke, die
een mensch in Christus 'is, deelt van zijn overvloed met
blijdschap zijn armen broeder mede. En met al zijn schat
ten, betoont hij zich een arme van geest. Een arme, die
een mensch in Christus is. haat den rijke niet en met de
gevaren des rijkdoms voor oogen, bidt hij niet om rijkdom.
Hij vertrouwt én ervaart dat God zorgt. En met al zijn
armoede, betoont hij zich rijk in den Heer, zóó rijk, dat
hij zelfs andere armen weet rijk te maken.
Dat dan allen, die het heil van Christus verwachten,
bidden en werken voor de erkenning van zijn Koningschap
Mededeelingen, vragen, berichten enz. moeten, om in liet eerstvolgend
nummer te worden opgenomen, aan het adres der Redactie worden
toegezonden des Dinsdags, vóór 1 uur namiddags
Aan v. H. De vraag naar den dichter van het vers, door
U bedoeld, kan ik niet beantwoorden. Misschien, als U
mij de beginregels melden kunt.
o
MAANDVERSLAG DER WIJKZUSTER.
In de maand Juli kwamen er drie patiënten bij, zoodat
aan 12 patiënten van 1—3 maal daags hulp werd verleend.
Tien hunner behooren tot de Ned. Herv. en één tot de
R. C., en één tot de Luth. Kerk. In het geheel werd 342
maal hulp verleend, één nacht gewaakt, terwijl drie pa
tiënten werden afgelegd.
o
Verleden week heb ik onze zuster Sia nog eens opge
zocht. llaar toestand is nog niet zooals wij dien zouden
wenschen. Zelve ontschreef zij dien aldus„Drie stappen
vooruit en twee weer terug.'1 Gelukkig dat het dan toch
één stapje in de goede richting is!
Bij zacht weer geniet de zuster van den lommerrijken
tuin van het Diac. Huis. Ook maakt zij enkele loopoefe
ningen, maar die vermoeien haar vrij spoedig. Ook is er
nog telkens tempenituursverhooging. Echter is haar lijd
zaamheid nog onverzwakt en zoo is dus haar toestand,
voor tal van zieken èn gezonden nog een benijdbare.
o—
Zondag 18 Aug. zal de gewone maandelijksche collecte
voor de Kerk worden gehouden.
Het tekort bedraagt nog de som van f99.22. Van mevr.
de B. v. d. B. gelogeerd hebbende in Beau-Site, ontving
ik voor dit doel de som van f20.—.
o
De heer Bückmann van Pension Bückmann, Hoogeweg,
heeft zich door den heer Vallo (zie mededeelingen vorige
Zondagsbode) niet laten overtroeven.
Hij bracht mij 1.1. Woensdag als opbrengst van de tweedg
lijst f42.en vroeg weer een derde lijst. Wat toewijdine
toch vermag! Ik informeerde deze week bij twee van de
grootste hotels alhier, hoe het er mee geschapen stond,
en het bleek dat in die beide hotels samen heusch één
rijksdaalder- was opgehaald! De gemeente mag wel heel
zuinig zijn, want ik zie aankomen, dat ze (wat feitelijk een
staaltje van haar plicht is) zelve zal hebben te zorgen dat
de Diaconie het benoodigde geld ontvangt.
o
EVANGELISATIE-ARBEID.
Zaterdag 10 Augustus des avonds 8'/2 uur in ,,Ons Huis"
volkssamenkomst. Spreker de heer J. M. Straub. Zondag
11 Augustus des middags 3 uur samenkomst op het strand
voor Hotel d'Orange- Woensdag 14 Augustus des avonds
8'/2 uur bidstond, Kostverloren Straatweg 28, (ingang aan
de achterzijde).
(Jesaja 48 :.22.)
CHARLES CHINIQUY.
10)
Hij ging, maar zwoer wraak aan Chiniqny en
voerde die bedreiging een jaar later uit, toen
hij met Lebel de schoone houten kerk die Chi
niqny met zijne gemeente gebouwd had, op
den dag der inwijding, en eer zij nog geassu
reerd was, in brand stak. Op de bouwvallen
hunner kerk namen de moedige gemeenteleden
nog dienzelfden dag het besluit eene nieuwe
steenen kerk te bouwen en brachten in een uur
tijds daarvoor 9000 dollars bijeen.
Bisschop Vandevelde kwam weinige dagen
na die ramp om met Chiniquy te beraadslagen
wat hier te doen stond, en bitter klaagde hij
weder over de schandelijke ondeugden zijner
priesters. „Zij zijn bijna allen dronkaards", zeide
hij, „en leven allen in concubinaat. Sommigen
hebben kinderen bij hunne nichten, twee zelfs
bij hunne eigene zusters! Ik geloof niet dat er
tien zijn, die aan God geloovenDe bisschop
stortte zelfs tranen, maar wat was de ontroe
ring en droefheid van Chiniquy, toen hij, den
volgenden morgen hem willende wekken, hem
dronken op zijn kamer vond Hij had in het
geheim eenige flesschen wijn gedronken die
Chiniquy voor de mis gebruikte, en in zijne
kamer waren de teekenen zijner dronkenschap
duidelijk merkbaar. Helaas welk een val 1 Van
dezen bisschop had hij alles goeds verwacht
elk steunpunt ontviel hem.
Een soortgelijke ervaring had Chiniquy een
paar jaar te voren met Mgr. Lefebre, bisschop
van Detroit opgedaan die, zelf plechtig in de
kerk de geheel onthoudingsgelofte gedaan heb
bende, en zich voor een ijveraar in dien strijd
uitgevende, Chiniquy had uitgenoodigd ook in
zijne gemeente te komen prediken. Na de avond-
prediking noodigde de bisschop hem echter uit
bij hem te komen soupeeren, en zette hem de
tafel voor, rijkelijk met wijnen en brandewijn
beladenVele priesters zaten reeds aan en
dronken dappermen kan zich de verontwaar
diging van Chiniquy voorstellen. Den volgen
den morgen had Lefebre berouw van zijn drink
gelag, want een der aanzittende priesters was
met eene getrouwde dame gevlucht, en had
hem (den bisschop) nog f 10.000 ontstolen
Helaas die bisschop eindigde zijn leven als een
dronkaard.
Vandevelde legde spoedig daarop zijne waar
digheid neder en werd door O'Regan opgevolgd,
een allertreurigst persoon, die zich niet ontzag
op de grofste wijze te stelen. Reeds bij de
eerste ontmoeting was hij tegen Chiniquy in
genomen, en op allerlei wijze heeft hij zijne
vijandschap getoond. Eens kwam hij te St. Anne
om het vormsel toe te dienen, in gezelschap
van twee priesters uit naburige gemeenten,
wien Chiniquy reeds eenmaal om dronkenschap
en slecht gedrag zijn huis ontzegd had.
De een was zijn vijand Lebel. de ander een
zekere Carthuval die, uit België weggejaagd,
in Chicago gedurende eenige jaren houder van
een slecht huis was geweest, en eindelijk den
bisschop 5000 dollars voor eene gemeente had
geboden, die hij dan ook ontvangen had, Na
het middagmaal, waaraan Carthuval wederom
wegens dronkenschap niet had kunnen deel
nemen, eischte de bisschop van Chiniquy zijn
huis en land op, beweerende dat hij daar recht
op had en anders wel een wet zou maken die
er hem recht op gaf; toen Chiniquy natuurlijk
weigerde, voegde hij hem toornig toe: „gij zijt
een onbeschaamde priester en ik zal u uwe
onbeschaamdheid betaald zetten!' En waar hij
kon, heeft hij die bedreiging vervuld, gelijk
nog verder zal blijken.
Het was in den zomer van 1855 dat Chiniquy
met al de overige priesters van de diocese van
Chicago, van zijn bisschop bevel ontving geeste
lijke samenkomsten bijte wonen, die in het
seminari in de hoofdplaats zouden worden
gehouden Hij begaf zich in tijds daarheen,
daar hij die Iersche priesterschap eens begeerde
te bestudeeren, van welke bisschop Vandevelde
hem zoo ontzettende dingen verhaald had. En
hetgeen hij zag toonde hem dat de beschrijving
niet te sterk gekleurd was Het was een wilde
troep, allen meer of minder onder den invloed
ven sterken drank, en een vreemdeling, die hen
daar had hooren zingen, joelen en schreeuwen,
zou niet licht hebben vermoed dat hij eene
vergadering van heilige priesters voor zich had,
gereed om samenkomsten te houden tot opwek
king van geestelijk leven.
(Wordt vervolgd).