- Alleen een ernstige Zondag maaKt een rustigen Zondag. Mededeelingen. FEUILLETON. CHARLES CHINIQUY. ons schamen En we moesten iedere gelegenheid aangrijpen, die ons geboden wordt, om de blijdschap der onzen te vervullen. En dan, dat rasch zijn om te hooren moet óók in toe passing worden gebracht wanneer het ons te staan komt op eenig offer. Maar ook in dit opzicht is het niet te best met ons gesteld. Wij kunnen ons zoo prachtig doof houden als iemand ons een dienst komt vragen. Zoo scherp als ons gehoor meestal is, als men ons komt zeggen dat er voor ons iets te halen valt, zoo hardhoorig zijn we doorgaans als men iets van ons hebben moet. 't Is zaliger te geven, dan te ontvangen. Jawel, in theorie spreken we 't niet tegen. Maar in de praktijk En toch, als God nooit moede wordt te luisteren naar het geroep' der nooddruftigen, mogen die nooddruftigen dan wèl moede worden te luisteren naar de bede hunner mede- menschen Hoe kunnen wij met vrijmoedigheid iets van den Vader in de hemelen begeeren, indien wij niet eens de moeite willen nemen om te hooren naar hen die iets van ons behoeven Zie, zulk een aanhooren van anderer klachten en zangen, 't is mede zóó uitnemend geschikt om de kennis van ons eigen hart te bevorderen. Zijn we inderdaad Christenen? Echte Christenen Welnu, hier is een proefsteen kunnen wij geduldig luisteren naar datgene, wat, om der liefde wil moet worden aangehoord Of verveelt het ons spoedig en wenden wij ons meteen wrevelig af Kunnen wij blijmoe dig luisteren, naar iemand die ons spreekt van zijn vreugde? Of vinden we 't al heel mooi van ons-zelf als we hem laten uitspreken, zonder hem met onze jeremiaden in de rede te vallen Kunnen wij goed luisteren, als voor een goed doel iets van 't onze wordt gevraagd Of zijn we zoo conservatief, dat we alles willen houden wat wij heb" ben bekeerd, maar precies tot aan onze beurs Wat zegt ons geweten Wat zeggen onze daden Wees rasch om te hooren, vermaant Jacobus. En Jezus zegt die ooren heeft om te hooren, die hoore Mededeelingen, vragen, berichten enz. moeten, om in het eerstvolgend nummer te worden opgenomen, aan het adres der Redactie worden toegezonden des Dinsdags, vóór 1 uur namiddags. De extra-collecte voor de kerkbanken heeft op Zondag 18 Aug. opgebracht de som van f67 13, inclusief de reeds vermelde f20.—. Ik meende dat we er nu waren. Maar het blijkt dat er nog een tekort is van f32.09. Ik kon digde deze extra-collecte aan als de laatste voor het ge noemde doel. Van deze aankondiging zal ik niets behoeven terug te nemen, als iemand mij die ontbrekende f 32.— zendt. Voot de Naaischool is, ditmaal uit Zandvoort ingekomen toezegging van een jaarl. bijdrage van f 3. van den heer P., fl.van den heer v. B., en een gift in eens van f 15.— van den heer J. T. S. Het ijs is dus ge broken. Wie volgt? De heer Heek uit Océan bracht mij, als resultaat van de in Hotel Océan gedeponeerde lijst voor de Armen, f 45. van den heer Vallo ontving ik weer f5.Hartelijk dank De heer J. K., een Badgast, die 1.1 Zondag in de kerk was, willigde mijn verzoek om steun reeds dienzeifden middag in door mij f 10.— te zenden „in de hoop op navolging van andere Badgasten." De Wijkzuster is voor 4 weken in vacantie. Er zal wel niemand zijn, die ook maar iets van haar persoon en werk kent, die haar dezen rusttijd niet van harte gunt. De eerstvolgende Doopsbediening zal op Zondag 1 Sept. plaats hebben. Bij de aangifte moet het trouwboekje wor den medegebracht. De heer Dr. Curt Elwenspoek, Dramaturg, tijdelijk alhier vertoevende heeft, begaan met den toestand der Diaconie- kas, zich bereid verklaard zijn declamatorische gaven te stellen in dienst van het streven om de ontbrekende mid delen bijeen te krijgen. Tot dit doel zal Dr. E. in ons kerkgebouw op Woensdag 28 Augustus, des avonds om 12) ln dien tusschentijd ontving Chiniquy van den bisschop, die bemerkte dat hij niet vorderde, het bevel zich oogenblikkelijk naar een zeer ver verwijderde gemeente te begeven, en zijne bloei ende gemeente van St. Anne te verlaten, opdat hij te ver van zijne vrienden en raadslieden zou verwijderd zijn om hunne hulp te ontvangen. Hij weigerde, op aanraden en volgens de uit gesproken begeerte van zijne gansche gemeente, waarop de bisschop drie halfdronken priesters naar St. Anne zond met een excommunicatie bul, die echter niet door hem zeiven onder teekend, was daar hij vreesde zich"de vingers te zullen branden, en alzoo voor de wet geene waarde had. Chiniquy bleef dan ook rustig te St. Anne, terwijl de bisschop voortging te dreigen en te stormen, en zich in zijn geheele diocese en voornamelijk te Chicago onmogelijk te maken, door hier eene pastorie, daar een kerk te verkoopen en het geld in den zak te steken. Aan reclamanten gaf hij tenantwoord: „Fransche inwoners van Canada, gij kent uw godsdienst niet 1 Anders zoudt gij weten dat ik het recht heb uwe kerken en kerkelijke be zittingen allen te verkoopen, het geld in "den zak te steken en heen te gaan om het op te maken waar ik wil," en wierp ze toen ter deure uit. „Het nageslacht," zegt Chiniquy, „zal nau welijks deze zaken kunnen gelooven, en toch zijn zij waar." Toen de zaak van Chiniquy in October weder voorkwam, waren er nieuwe aanklagers en nieuwe beschuldigingen bijgekomen. De beruchte priester Lebel verklaarde dat Chiniquy de ge meenste man was die er bestond, en betuigde onder eede dat de beschuldigde gepoogd had de schandelijkste dingen te doen met zijne (Lebel's) zuster. Deze was zelve niet tegen woordig, wegens ziekte gelijk hij voorgaf, maar had hem alles onder eede verklaard. Hoewel natuurlijk de geheele zaak meineedige laster was, was de beschuldiging zoo listig voorge bracht, dat zij als een donderslag Chiniquy en zijnen vrienden in de ooren klonk. Wat hij in die oogenblikken in de gerechtszaal doorstond, toen alle blikken op hem gevestigd waren en hij van alle kanten de woorden„die ellende ling hoorde mompelen, is moeilijk te be schrijven. Lincoln bracht veel bij om de ver klaring van Lebel te ontzenuwen, door getui gen uit diens vroegere gemeente voor te bren gen, die hem als een door en door gemeen man teekenden, maar hij ontveinsde zich toch niet dat de zaak hoogst ernstig was, daar het hem voorkwam dat de jury Chiniquy voor schuldig hield. Hij zeide dan ook tot den on- gelukkigen Chiniquy: „Moge God uwe onschuld aan den dag brengen ga en roep Hem aan Hij alleen kan u redden". Het was toen elf uur des avonds, en den volgenden dag zou de jury uitspraak doen. redder gezonden grenzende kamer met zijne zuster Chiniquy bracht een ontzettenden nacht door hij worstelde met God in den bitteren angst zijner ziel. Daar treedt om 3 uur in den nacht Abraham Lincoln binnen met een gelaat stra lende van vreugde „God zij geloofd 1 gij zijt gered I ik heb de priesters in mijn macht, hun duivelsch complot is bekend en indien zij niet dezen nacht nog vluchten, loopen zij gevaar morgen gelynchd te worden". God had een eene vrouw had in de aan- de samenspraak van Lebel gehoord, toen hij haar voor grof geld overhaalde de beschuldiging tegen Chiniquy in te dienen en te beëedigen, en zij was nu in dienzelfden nacht aangekomen en had hare verklaring bij Lincoln afgelegd. Den volgenden morgen werd Chiniquy glans rijk vrijgesproken, en het vertoornde volk zocht Lebel en zijne makkers om hen te lynchen, doch zij hadden reeds wijselijk de vlucht ge nomen! De tegenstand van Chiniquy tegen bisschop O'Regan duurde steeds voort, en bracht alle gemoederen in beweging. De geheele pers van Amerika en Canada begon er zich mede te be moeien. In het eerst waren de overige bis schoppen niet ontevreden dat O'Regan, wiens schandelijk gedrag algemeen werd gelaakt, werd wederstaan, doch zij hoopten tegelijk dat Chiniquy het onderspit zou delven, daar anders hunne macht als bisschoppen schade zou lijden. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1912 | | pagina 2