Zondagsrust versterkt en veredelt den band
tusschen ouders en kinderen.
Mededeelingen.
ar ATTENTIE!
Voor eiken dag.
FEUILLETON.
CHARLES CHINIQUY.
Mededeelingen, vragen, berichten enz. moeten, om in het eerstvolgend
nummer te worden opgenomen, aan het adres der Redactie worden
toegezonden des Dinsdags, vóór 1 uur namiddags.
Den 9den September ga ik in vacantie.
Gedurende mijn afwezigheid moeten alle stukken
voor den Zondagsbode worden geadresseerd aan Jhr.
Dr. M. F. van Lennep te Aerdenhout.
Zondag 8 Sept. zal het H. Avondmaal in onze gemeente
worden gevierd. De Duitsche dienst zal daarom dien Zondag
niet om 11 Va uur> maar om 8:i/4 aanvangen. Dan zijn wij,
met onze Avondmaalsviering, aan geen tijd gebonden.
EVANGELISATIE-ARBEID.
Zaterdag 31 Aug. 's av. 8'/.t uur in „Ons Huis" Volks
samenkomst. Toegang vrij.
Spreker de Hr. R. van Oosten uit Apeldoorn.
Zondag I Sept. 's midd. 3 uur. Strandsamenkomst voor
Hotel d'Orange.
Spreker de Hr. v. Oosten en anderen.
Woensdag 4 September, 's av. 8'/i uur Bidstond, Kost-
verlorenstraatweg 28, ingang a. d. achterzijde. Ieder is
welkom.
Van den Hr. J. Koning, mr. bakker, in de Kerkstraat,
ontving ik f35.— als opbrengst der bij hem gedeponeerde
lijst voor de Diaconie-Armen, terwijl de Heer Klein van
„Beau-Site" mij f33.50 overhandigde. Hartlijk dank!
1.1. Zondag werd o a. een rijksdaalder gecollecteerd met
bestemming voor de Naaischool. De gift was anonym.
Maar ik herkende het schrift dat bovengenoemde bestemming
aangaf. Verklap ik 't geheim, als ik zeg dat 't is van een
die, overeenkomstig Psalm 92 vs. 14a en 15a, in het Huis
des Heeren echt geplant is en telkens bewijst dat zoo iemand
in zijn grijzen ouderdom nog vruchten draagt?
Attestatie aangevraagd naar 's Gravenhage Pieter Gerten-
bacli en Petronella van Zadel.
Verzameld door C. B.
Ons leed is een druppel in den lijdensoceaan der mensch-
heid, ons leven een korte spanne tijds in de eeuwigheid,
maar die druppel is voor óns een machtige oceaan, die
korte poos een eeuwigheid.
L. Mohr,
De menschen, die leeren kan men in vier klassen verdeelen.
Zij gelijken op een spons, op een trechter, op een filtreea
en op een zeef. De spons neemt alles op. De trechter laat
aan den eenen kant in, en aan den anderen uit. De filtreer
laat den wijn door en behoudt de moer. De zeef echter
laat het stuifmeel door, maar behoudt het voedende meel.
Talmud.
Ik houd nog meer van een kat, dan van een poes!
E.
Aan het christendom het wonder te ontnemen, dat is
de bij den angel uittrekken, maar haar tegelijk dooden.
Vinet.
Onze tijd blijft niet bij het geloof staan, dat water in
wijn verandert; hij gaat verder, en verandert wijn in water.
Kierkegaard.
Tot uw rust ingaan, kunt gij eerst aan het einde; maar
stil worden moet gij onder weg reeds zien te leeren.
N. N.
13)
Daarom vereenigden zij zich te zarnen om
hem te verpletteren, doch wendden nog eerst
eene poging aan om hem van zijne dwalingen
terug te brengen. Twee oude vrienden van
Chiniquy, de priesters Brassard en Desaulnier,
werden in naam van alle bisschoppen van
Canada naar St. Anne gezonden, om Chiniquy
en zijne gemeente op het zondige van hun
tegenstand te wijzen, en hen tot onderwerping
aan de excommunicatiebul te brengen. De
keuze van die beide mannen kon Chiniquy niet
anders dan aangenaam zijnhij ontving hen
met groote hartelijkheid, en na alles nauw
keurig onderzocht te hebben, moesten zij be
kennen dat de excommunicatie onwettig en
Chiniquy's tegenstand volkomen wettig was.
Zij herhaalden die verklaringen zelfs voor de
gansche gemeente van St. Anne, en beloofden
alles te doen wat in hun vermogen was om de
zaak te schikken. Doch helaas, ook die beiden
ontvielen hemDesaulnier werd verrader, aan
gelokt door de belofte van O'Regan hem de
schoone gemeente van St. Anne te geven, en
Brassard was te flauw om zich voor Chiniquy
te verklaren en stelde zich tegen hem, uit vrees
voor den bisschop. De val van deze beide
vrienden deed Chiniquy veel pijn, maar maakte
tevens de laatste banden los, die hem nog aan
Rome bonden.
Als een laatste toevlucht, en tevens om zijne
gemeente en de overige kolonies van den on
dergang te redden, waarin O'Regan hen wilde
storten, schreef Chiniquy uitvoerig aan den
Paus, om hem alles te klagen, en tegelijk aan
Napoleon III om zijne voorspraak te zijn bij
den Paus. Dank zij de tusschenkomst van den
Franschen keizer ten behoeve der Fransch
sprekende Canadeezen, werd O'Regan naar
Rome ontboden en ontving in plaats van Chi
cago, een episcopaat in partibus. Hij troostte
zich met al het geld dat hij gestolen had, en
eindigde zijn leven als bankier,in Ierland.
De nieuw benoemde bisschop, Mgr. Smith,
zond den grootvicaris van Chicago, den heer
Dunn, tot Chiniquy om van hem een schrifte
lijk bewijs van onderwerping te vragen, opdat
men zou kunnen zien dat Chiniquy met zijne
gemeente zich niet van de Kerk wenschte af
te scheiden. Chiniquy schreef het volgende:
Mgr.: Wij wenschen te leven en te sterven in
de heilige Katholieke. Apostolische en Room-
sche Kerk. en om dit aan U Eerw te toonen,
beloven wij het gezag van de Kerk te gehoor
zamen, volgens het Woord en de geboden Gods
gelijk wij die uitgedrukt vinden in het Evan
gelie van Jezus Christus.
(get.) C. Chiniquy
Hij overhandigde dit stuk aan Dunn en vroeg:
„wat denkt gij daarvan?" Deze antwoordde:
„Dat is juist wat wij verlangen". „Goed",
zeide Chiniquy, „maar ik ben bang dat de bis
schop en de Paus het niet zullen aannemen".
„Waarom niet?" „Omdat ik vrees, dat de
Roomsche kerk niet wil bestaan en handelen
volgens het Woord Gods. En daarom juist heb
ik dit stuk zoo ingekleed, om te zien of ik, ge
hoorzamende aan het Woord Gods, nog in de
Roomsche kerk blijven kan". Zij gingen te
zarnen tot den bisschop, welke hen uiterst
vriendelijk ontving, en Chiniquy met tranen
van blijdschap aan zijn hart drukte, nadat hij
zijne akte van onderwerping gelezen had. „Wat
ben ik gelukkig I wat zullen ook de Paus en
de overige bisschoppen van de Vereenigde
Staten gelukkig zijn", zoo sprak hij, „want wij
vreesden reeds dat gij en uwe gemeente u hadt
willen afscheiden" Chiniquy verzekerde hem
dat hij niet minder gelukkig was, en beloofde
hem dat er in de Kerk geen trouwer priester
zou gevonden worden, dan hij met Gods hulp
wenschte te zijn. Dan, die vreugde duurde
niet lang. De Jezuieten kwamen achterde zaak,
en spoedig werd Chiniquy weder bij den bis
schop ontboden, die hem ditmaal in grooten
toorn en opgewondenheid ontving en hem toe
voegde: „Gij hebt mij bedrogen! Dat was niet
een akte van onderwerping; ik nam haar toen
aan, omdat ik het niet terstond doorzagik
verwerp haar thans 1
(Wordt vervolgd.)