2e Blad van „De Zondagsbode" van Zondag 6 Oct. 1912, Voor eiken dag. Uit de Gemeente. Zending. Verzameld door C. B. Met consequentie heeft een groote ziel eenvoudig niets uit te staan. Emerson. Een kleine zonde is voldoende om een groote deugd te verduisteren. N. N. Het zwijgen is een beschutting rondom de wijsheid. Talmud. De dief, die gelegenheid krijgt om te stelen, beschouwt zich zelf als een eerlijk man.- Talmud. Slechte menschen verontschuldigen hun verkeerdheden, goede menschen bestrijden ze. Ben Jonson. Wat God is en heeft kan Hij niet met een ander deelen, maar Hij kan liet wel aan een ander mededeelen. Rotiie. Menigeen klaagt over een slecht geheugen, meenende, dat hij niet onthouden kan wat hij gaarne onthouden wil, maar een geheugen dat niet vergeten kan, is dikwerf veel grooter l.ast Ooley. Uit de oude Doos van het Kerkelijk Zandvoort. DE LANGGEWENSCHTE APPROBATIE EINDELIJK VERKREGEN. Den 21 Maart 1813 ontving de Consulent een brief van den Hr. Onderprefect, hem kommuniceerende, eene missive van den Hr. Prefect bekomen te hebben, houdende dat door hem aan Zijne Excellentie den Minister van Eere diensten in der tijd de beroepstukken waren overgezonden met gunstige aanbeveling van den beroepene, zonder daarop tot dus ver iets vernomen te hebben, doch dat Z. E. aannam vernieuwde pogingen te zullen aanwenden, om de vacature dezer gemeente te doen ophoudenzijnde er alzoo hope, dat deze zaak weldra zou afloopen. En, voegde de Heer Onderprefect er bij, dat deze demarches van den Hr. Prefect hem deeden oordeelen dat het voor eerst geene zaak ware over te gaan tot het plaatsen van den Hr. v. Alderwereld, als Proponent te Zandvoort. Den 24 Maart kwam de gewenschte tijding in van den Heer Onderprefect, den Consulent legaal berigt gevende, dat de heer van Alderwereld, bij decreet van Zijne Majesteit van den 12 Maart (en dus vroeger dan alle andere demarches, sedert ons bovengemeld request naar Parijs, en welligt onder den zegen Gods een gevolg daarvan) benoemd was tot Predikant van Zandvoort. De heer van Alderwereld heeft hierop als zoodanig den gevorderden eed voor den Prefect gedaan; en is de Bevestiging bij welzijn bepaald op den 2en Mei aan staande. Gelijk dan ook, die dag heden verschenen zijnde, ons uitgerekt verlangen vervuld en onze blijdschap volkomen geworden is, daar het ons heeft mogen gebeuren onzen leeraar onder ons bevestigd te zien en zijne intrede te hooren doen, predikende Ds. v. d. Zandt van Haarlem, bij vrij willigen afstand van den Hr. Ringbroeder ter bevestiging, over 1 Cor. 3: 10 laatste ged. tot vs. 15 ingesloten, en beginnende de bevestigde zijn dienstwerk onder ons met eene Leerrede over Neh. 2 20 in het midden, en is dit werk tot veel genoegen verrigt. Deze Notulen zijn geresumeerd, goedgekeurd en ge- teekend heden den 2en Mei 1813 H. Berrangé Consulent Arent Groeneveld Engel Groen C. van Duivenboden Jan van der Mije. Een boodschap aan des Konings huis. Toespraak van Ds. G. Posthumus Meyjes op het Zendingsfeest te Waterland den 21sten Augustus 1912. (Slot.) Die melaatsche Samaritanen denken aanvankelijk alleen aan zich zelf. Maar straks denken zij ook aan de uit gehongerde inwoners der stad en zij gaan heen om aan dezen hun vondst te vertellen. Hebben we hier niet een 2de gelijkenis? Gaat 't hun, die Christus vinden, niet zóó, als't die melaatsche mannen ging? Zij denken eerst nergens anders aan, dan alleen aan hun eigen zaligheid, baden zich in hun zaligheid, verzadigen zich aan hun zaligheid. Maar daarbij blijft 't niet. Zalig die God zoeken. Zaliger die God vinden. Maar het zaligst is het: te roepen „heurêka"! „gevonden"! Velen brengen 't nooit tot dit zaligste. Velen vergeten om eigen zaligheid anderer rampzaligheid. BB. er is honger, ellende, nood en dood in des Konings huis. Zult gij, zelf behouden, anderen laten verhongeren en sterven Zult gij zwijgen Kunt gij zwijgen O Sion, gij verkondigster van goede boodschap, klim op een hoogen berg! O Jerusalem, gij verkondigster van goede boodschap, hef uw stem op met macht, hef ze op, vrees niet! zeg het aan de wereld: „er is een Heiland, een Vader. Zie, hier is uw God!" Als wij dit Evangelie nu maar brengen op de rechte wijze. Zal ons getuigenis vruchtbaar zijn, dan moet het wezen. lo. Een eerlijk getuigenis. Dat is een getuigenis op persoonlijke ervaring gegrond. Geen naspreken van wat anderen zeggen. Ik zal vertellen wat hij aan mijn ziel heeft gedaan. 2o. Een eenvoudig getuigenis. Geen tale Kanaiins! geen bombast! geen geijkte termengeen zalvende zinnetjes; geen teksten-gescherm. Doode begrippen heeft de wereld al genoeg. Aan levende realiteiten heeft zij behoefte! 3o. Een nederig getuigenis. Dit is de manier om het koninkrijk Gods voor anderen te sluiten, dat men spreekt als gingen schriftgeleerden en Farizeërs en niet hoeren en tollenaars vóór in 't koninkrijk Gods. De grondtoon van ons getuigenis moet zijn„mij is barmhartigheid geschied!" 4o. Een blij getuigenis. De menschen zullen nooit gelooven dat een christen 't allerheerlijkste bezit, als hij de heerlijkheid van dat allerheerlijkste niet helder laat uitkomen. Het koninkrijk Gods is geen begrafenis-maal, maar een bruiloft; geen nederlaag, maar overwinning, geen ach-en-wee, maar: „Halleluja". Laat de wereld 't dan zien dat het ons zalig is te staan in des Konings dienst!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1912 | | pagina 3