VOOR ZANDVOORT EN AERDENHOUT No. 25 ZONDAG 20 OCTOBER 1912 1ste Jaargang. FLUITSPEL EN KLAAGLIED. DE ZONDAGSBODE VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG ABONNEMENTSPRIJS Per Jaargang1.50 3 Maanden0.50 Afzonderlijke nummers005 REDACTIE: G. POSTHUMUS MEYJES - Zandvoort- Jhr. Dr. M F. van LENNEP - Aerdenhout Adres voor de Administratie P SAAF, Burgemeester Engelbertsstr. 9-13 Zandvoort - Telefoon No. 27 Advertentiën 1 5 regels0.55 Elke regel meer„0.10 Dienstaanbiedingen 1 —5 regels 0.35 Elke regel meer006 Bij abonnement extra korting Zondag 20 October 1912, Ned. Herv. Gemeente, 10 uur Ds. G. POSTHUMUS MEYJES. „De Heer zeidebij wien zal ik dan de menschen van dit geslacht vergelijken en wien zijn zij gelijk Zij zijn gelijk aan de kinderen die op de markt zitten", enz. Lukas 7 vs. 31—35. In de bovengenoemde gelijkenis wordt gesproken van kinderen, die op een of ander marktplein zijn samengekomen om daar te spelen. Twee spelletjes worden genoemd: bruiloftje én begrafenisje. Maar de rechte animo ontbreekt blijkbaar. Immersin vs. 32 wordt gezegd dat de kinderen op de markt zitten. Er is aan hun gezichtjes te zien dat er iets niet in den haak is. Wat er gebeurd is Och, wat zoo dikwijls onder kinderen voorkomt (en onder kinderen niet alleenze hebben gekibbeld. De een wil niet wat de ander wil. Sommigen hadden voorgeslagenzullen we bruiloftje spelen Toen werd er. een bruidegom en een bruid gekozen en één werd er tot fluitspeler benoemd, om lustige wijsjes te blazen. Ziezoo nu begint het! Maar 't wordt een ge stoorde bruiloft. De pret wordt onderbroken door een clubje dat niet meezingt en niet meespringt. Bruiloftje? zeggen zedaar hebben wij nu vandaag niets geen lust inGoed dan, antwoordt het overige troepje dan maar geen bruiloft Zullen we dan begrafenisje spelen Vooruit, wie wil de doode zijn? waar is de lijkbaar? wie wil klaagvrouw wezen? Ziezoo, alles is klaar! Nu moeten we allemaal builen en jammeren Maar de kleuters die 't eène niet wilden, wilden ook 't andere niet. Ze blijven zitten op de markt. En de anderen staan verdrietig naar die spelbrekers te kijken. En dan zeggen ze, boos wordendeer is vandaag ook niets met jullie te beginnenJe wilt niet lachen en je wilt niet huilen; je wilt geen bruiloft en je wilt geen begrafenis. Wat willen jullie dan? „Wij hebben U op de fluit gespeeld en gij hebt niet gedanst; wij hebben U klaagliederen gezongen en gij hebt niet geweend!" In zijn jeugd heeft Jezus zeker meermalen onder de spelende kinderen op de markt te Nazareth zulk een stemming van eigenzinnigheid opgemerkt. En later zal Hij wel herhaaldelijk op de pleinen van Jerusalem hetzelfde hebben gezienlastige, luimige, zeurende en zanikende kinderen, die't genot van hun makkers bedierven door altijd in de contramine te zijn. Zulk een tafereeltje nu heeft bij den Heer gedachten gewekt, die hem bij zijn prediking goede diensten konden bewijzen. In die nukkige, humeurige jongens en meisjes zag hij het beeld van zijn tijdgenooten. Met die spelbrekers vergeleek hij „de menschen van dit geslacht". „Want Johannes de Dooper is gekomen, nóch brood etende, nóch wijn drinkende. En gij zegthij heeft den duivel. De Zoon des menschen is gekomen etende en drinkende, en gij zegt: zietdaar een rnensch, die een vraat en wijnzuiper is, een vriend van tollenaren en zondaren En inderdaad, nóch Johannes nóch Jezus konden 't Israël naar den zin maken. Johannes was hun te streng; Jezus niet streng genoeg. Johannes is hun te zonderling; Jezus hun te gewoon. Johannes is een monnik; Jezus heeft wereldsche manieren. Johannes heft een boete-zang aan. Maar men wil niet weenen. Neen, neen, geen droefheid Jezus doet een bruilofts lied hooren. Maar men wil niet zingen. Neen, neen, geen blijdschap! Johannes niet! Jezus niet! Wat wil Israël dan Het is gelijk aan de kinderen, die op de markt zitten en niet willen wat de anderen willen, die niet weten wat ze willen; die maar eén ding willen: niets! Israël wil niet hooren naar den eisch „bekeert U maar het wil evenmin hooren naar het Evangelie der zaligheid. Johannes wil de menschen bedroefd maken wég met hem Jezus wil de menschen blij maken: wég met hem! lohannes wil hen alles ontnemen: wég met hem! Jezus wil hen alles geven wég met hem Israël wil niets verliezen, Maar het heeft ook genoeg, dan dat het iels zou behoeven te ontvangen. Weg met beiden, èn met Johannes, èn met Jezus! Weg vooral, omdat Johannes niet alleen maar begrafenisje wil .spelen, maar hen echt wil begraven levend begraven Weg vooral, omdat Jezus niet alleen maar bruiloftje wil spelen, maar zèif zegt de Bruidegom te zijn. Zoo'n ernst is Israël veel te ernstig. En daaromIsraël doet er niet aan mee. Nóch Johannes, nóch Jezus! Zou deze gelijkenis ook toepasselijk zijn op de menschen van het tegenwoordig geslacht Ik geloof dat 't inderdaad 't geval is. Nóg is 't Evangelie dezen te eng en genen te ruim. Spreek van den smalten weg en de nauwe poort, en men wendt zich af, zeggende: geen particuliere genade! Ver kondig daarentegen de liefde Gods als alle menschen omvattende, en 't protest klinkt dat de leer der algemeene genade lichtzinnig en goddeloos maakt. De prediking der bekeering vindt al evenmin onverdeelde toestemming als de boodschap der verzoening. Men wil niet meezingen „uit diepte van ellende". Maar men zwijgt ook als worden aangestemd „vroolijke gezangen van bevrijding".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1912 | | pagina 1